Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hersenschimmen door J. Bernlef

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
Boekcover Hersenschimmen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 3194 woorden
  • 20 januari 2002
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
10 keer beoordeeld

Boekcover Hersenschimmen
Shadow

Hersenschimmen is Bernlefs indringende en ontroerende roman over dementie, over de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar ook een verhaal over de liefde die een onvermijdelijk tragisch einde tegemoet gaat.

Maarten Klein verliest langzaam maar zeker zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer onderscheiden, wil plo…

Hersenschimmen is Bernlefs indringende en ontroerende roman over dementie, over de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar ook een verhaal over de liefde die een onv…

Hersenschimmen is Bernlefs indringende en ontroerende roman over dementie, over de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar ook een verhaal over de liefde die een onvermijdelijk tragisch einde tegemoet gaat.

Maarten Klein verliest langzaam maar zeker zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer onderscheiden, wil plotseling weer naar zijn werk terwijl hij al gepensioneerd is en ziet zijn vrouw voor een vreemde aan. Momenten van helderheid worden meer en meer verdrongen door ontreddering en verwarring. Net als ik lekker lig komt Vera me wekken. Is het ochtend? Waarom al die haast? En sinds wanneer kleed ik mij zelf niet meer aan?

De pers over Hersenschimmen:
‘Mijn hele generatie heeft zijn ouders ‘hersenschimmen’ cadeau gegeven, in de hoop hun ontgeestelijking te bezweren, maar mijn moeder was vergeten dat ze het had gelezen’ Kees van Kooten.
‘Maartens verstand lekt weg, centimeter voor centimeter, en vervliegt ten slotte. Bernlefs verslag van die martelgang is schrijnend, heel gedurfd.’ Harold Pinter
‘Herinneren, vergeten, verdwijnen – dat zijn de grote thema’s van ‘Hersenschimmen’; en ook van veel andere romans van Bernlef.’ NRC Handelsblad.

Hersenschimmen door J. Bernlef
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
A. Welk boek? Hersenschimmen is geschreven door J. Bernlef, een pseudoniem van Hendrik Jan Marsman. Marsman is geboren op 14 januari 1937 in St. Pancras, Noord- Holland. Het boek heeft geen ondertitel en heeft 143 pagina’s. De eerste druk was in 1984 door uitgeverij EM. Querido uitgeverij BV te Amsterdam. De gelezen druk is gedrukt in 2000 door uitgeverij Wolter- Noordhoff Groningen. Het motto van het boek is een regel uit het gedicht ‘The building’ van Philip Larkin: A touching dream to which we are lulled, but wake from separately. Dit betekent letterlijk: een mooie droom waar iedereen wordt ingewiegd, maar elk afzonderlijk uit wakker wordt. Hiermee wil de schrijver zeggen dat elk leven zich leuk voor doet, maar ondertussen langzaam doodgaan is. B. Waarom dit boek? Ik heb het boek ‘Hersenschimmen’ gelezen, omdat dit verplicht was. Ik had het al bekeken vorig jaar, omdat het bij de Grote Lijsters zat, maar ben het niet gaan lezen omdat het mij geen interessant boek leek.
C. Hoe is het boek ingedeeld? Het boek heeft 143 pagina’s en bestaat uit negen hoofdstukken die geen titel of nummer hebben. Elk stuk begint met een cursieve zin, waarmee het begin van een nieuwe dag wordt aangegeven. D. Literatuurtheorie. Vertelperspectief: Het boek is geschreven in de ik-vertelsituatie. De lezer zit als het waren in Maartens gedachten. De ik- persoon is beschrijvend en beschouwend. Tijd: Het chronologische verhaal begint op een winterse zondagmorgen. Een week later eindigt het verhaal op zaterdag. De vertelde tijd is enkele dagen, maar beslaat door allerlei flash-backs ongeveer 65 jaar. Het verhaal begint ab ovo; aan het begin van Maartens dementieproces. De verteltijd is ongeveer 3 uur. Plaats: Het boek speelt hoofdzakelijk af in de Amerikaanse stad Gloucester. In zijn gedachten keert Maarten terug naar Nederland. Ook speelt Parijs in zijn gedachten een rol. Historische tijd: Het verhaal speelt zich af rond 1980. E. Samenvatting. Maandag: Na een nacht die Maarten voor een groot gedeelte te vergeefs puzzelend aan de keukentafel heeft doorgebracht brengt hij Vera ontbijt op bed. Vera blijkt al tien jaar geen suiker meer in haar koffie te gebruiken. 'Verstrooidheid,' zegt Maarten. Tijdens zijn dagelijkse wandeling met zijn hond Robert gaat Maarten een café binnen. Hij vindt dat het barmeisje sprekend lijkt op zijn eerste liefde, Karen. Met haar had hij voor het eerst van zijn leven gevreeën, in een vakantiehuisje in Noord Holland. Bij Maarten dringt echter het besef door dat dit meisje Karen niet kan zijn. Hij vervolgt zijn wandeling en gaat een antiquariaat binnen. Tot zijn verrassing blijkt dat hij daar al eerder The Heart of the Matter van Graham Greene gekocht had. Maarten koopt nu van dezelfde schrijver Our Man in Havana. Inmiddels is hij zijn hond al lang uit het oog verloren. De dodelijk ongeruste Vera spoort Maarten op. Robert was alleen naar huis gelopen. Maarten vraagt Vera af zij zich nog herinnert hoe zij in Holland samen hand in hand liepen op de oude Slaperdijk. Vera weet niet waar hij het over heeft. Hij realiseert zich niet dat dit herinneringen zijn aan Karen. Als Maarten zich moet gaan scheren, blijkt hij onderweg al vergeten te zijn wat hij van plan was te doen en meent dan dat hij houtblokken voor de open haard moet gaan halen. Later komt Ellen Robbins, die in de buurt woont, op bezoek. Maarten informeert naar haar man Jack. Die blijkt al jaren dood te zijn. Vera vertelt Ellen dat ze zich zorgen maakt over Maartens toestand. Maarten gaat piano spelen en denkt aan zijn vroegere pianolerares, op wie hij als jongetje verliefd was. Hij gaat vroeg naar bed. Dinsdag: Nadat Maarten is opgestaan, blijkt Vera niet thuis te zijn. Hij denkt dat ze naar de bibliotheek is waar ze vrijwilligerswerk doet. Na een geweldige schranspartij wil Maarten naar zijn werk (IMCO). Alle deuren naar buiten blijken echter op slot te zijn. Maarten forceert de deur van het washok. Hij moet immers naar de IMCO-vergadering, die in een zomerhuisje dichtbij is belegd. Het zomerhuisje is afgesloten en ook hier forceert Maarten de deur. Hij weet opeens niet meer wat hij in het zomerhuisje te zoeken heeft en keert terug naar huis. Daar vertelt de geschrokken Vera hem dat de laatste IMCO-vergadering vier jaar geleden heeft plaatsgevonden en dat zij zelf al lange tijd niet meer bij de bibliotheek werkt. Vera vertelt dat ze aan dokter Eardly heeft gevraagd om binnenkort langs te komen, omdat ze vindt dat Maarten de laatste tijd zo vreemd doet. Maarten denkt terug aan zijn vroegere collega Karl Simic. Kort na een bezoek van Maarten had Simic in bad zijn polsen doorgesneden en was daarna verdronken. Vera tracht met behulp van een fotoalbum Maartens herinneringen weer op orde te brengen. Hoe dichter echter de foto's het heden naderen, des te ondoordringbaarder en raadselachtiger lijken ze te worden. Na de fotosessie gaat Maarten even rusten. Als hij wakker wordt, meent hij dat hij als kind bij opa logeert. Vera knipt het licht aan en Maarten is weer terug in het heden. Dokter Eardly komt op bezoek. Hij adviseert Vera om Maarten binnen te houden, hem veel te laten rusten en pillen te laten slikken. De buurjongen, William Cheever, brengt boodschappen langs. Maarten informeert naar zijn witte keeshondje Kiss. Een pijnlijke vraag, omdat het beestje al lang dood is. Een televisieprogramma over de opkomst van Hitler brengt Maartens gedachten terug naar die tijd. Hij was toen verloofd met Karen. Plotseling wil Maarten voor Vera knielen, maar dat is wat hij vijftig jaar geleden voor Karen had willen doen. Woensdag: Na zijn late ontbijt wil Maarten de hond gaan uitlaten. Vera houdt hem tegen. Nu ziet Maarten in haar zijn moeder die hem iets verbiedt. 'Ik ben het, Vera,' snikt ze. Terwijl Vera even langswipt bij Ellen Robbins slaat Maarten een ruit stuk om de hond Robert, die buiten rondscharrelt binnen te laten. Dan meent Maarten weer dat hij als kind bij opa en oma logeert. Als Vera door de voordeur binnenkomt, roept hij: 'Ik ben hier oma’. De buurjongen William Cheever repareert de kapotte ruit provisorisch. Maarten informeert weer naar zijn hondje Kiss. De verwarring in Maarten wordt steeds groter en de momenten waarop hij dan weer kind, dan weer volwassene is, volgen elkaar steeds sneller op. Nu eens meent hij als kind bij zijn grootouders te logeren, dan is hij het kind dat nog bij papa en mama woont en dan weer is hij de vader die wacht op zijn twee kinderen. Ook zijn er ogenblikken van totale vervreemding, zoals wanneer hij in zijn eigen huis meent op een hotelkamer te vertoeven. Maar er zijn ook korte momenten van besef. Dokter Eardly komt weer langs. Hij wil Maarten een spuit geven, maar Maarten slaat hem de spuit uit zijn handen. Hij is bang dat de spuit een waarheidsserum bevat, waarmee de nazi's hem iemand willen laten verraden. Even later denkt hij dat er vloeibaar voedsel in zit en dat Eardly een van de Amerikaanse bevrijders is. Hij laat zich gewillig inspuiten. Donderdag: 'Een vrouw' (Vera) helpt Maarten met wassen en aankleden. Eerst denkt Maarten dat zij zijn moeder is, dan dat hij met Vera naar papa's verjaardag gaat en even later dat hij naar zijn werk moet. Weer even later is hij het jongetje dat zijn pianoles wil instuderen voor Greet Laarmans, de pianolerares op wie hij verliefd is. Er komt een meisje in huis als gezinshulp, de blonde Phil Taylor. Maarten verwart haar met zijn jeugdliefde Karen en met zijn dochter Kitty. Als Phil piano speelt, weet hij zeker dat ze Greet Laarmans is en durft hij eindelijk zijn hoofd in haar schoot te leggen. Tot Maartens verbazing zegt 'Greet' in het Engels tegen hem: 'Dat moet u niet meer doen. Anders zal ik moeten gaan.' De hele dag door vraagt Maarten zich af wie toch dat blonde meisje is. 's Nachts zwerft hij in huis rond en loopt hij zomaar Phils kamer binnen. Even later aan de piano slaagt hij er niet in zich te herinneren hoe het adagio uit Mozarts veertiende pianosonate klinkt. Hij kan het begin niet vinden en wordt door Vera en Phil huilend achter de piano aangetroffen. Vrijdag: Als Maarten wakker wordt, blijkt dat hij met riemen aan de spijlen van het bed is vastgebonden en dat hij 'het echtelijk bed heeft volgescheten'. Twee vrouwen, een oude (Vera) en een jonge (Phil) tillen hem in bad. Zijn stijve geslachtsdeel veroorzaakt schaamte en verwarring. Met Phil werkt Maarten weer een fotoalbum door. Maarten herkent Vera en zichzelf niet meer. Vera komt thuis en overtuigt Maarten ervan dat hij even moet rusten. Maarten wordt wakker en ontsnapt ongezien naar buiten, zonder jas, op zoek naar de IMCO. Als hij over het schelpenpad langs het strand loopt, is hij weer de kleine Maarten die in Holland op weg is naar zijn ongeruste vader en moeder. Tom, de vuurtorenwachter van Eastern Point, pikt Maarten op. Hij brengt Maarten in zijn jeep naar huis, naar Vera. Maarten denkt dat het 1945 is, de bevrijding. Ook dokter Eardly, die weer eens langskomt wordt door Maarten gezien als een van de Amerikaanse bevrijders. Maarten krijgt een injectie en valt in slaap. Zaterdag: Maarten wordt 's nachts wakker met zware hoofdpijn en een hevige dorst. Hij staat op. Zijn in het donkere raam weerspiegelde gestalte herkent hij niet. Beneden peutert hij de foto's uit het album los en verbrandt ze in de open haard. Een vrouw (Vera) leest Maarten voor uit een boek met op het omslag een man met een hoed (Our Man in Havana). Dan staat er een lange witte auto voor de veranda; Maarten wordt afgevoerd naar een inrichting. Zondag: In de inrichting. 'Mensen zitten in lange rijen op banken en houten schragen... vrouwen en mannen... verdoofd lijkt wel zoals ze daar voor zich uit zitten te staren naar de witgesausde muur.' Een dag gevuld met zitten, bezigheidstherapie, koffie, thee en pillen. Dan brengen zij 'het' naar een ruimte met bedden... 'zij zetten het op de rand van zo'n bed . . . zij kleden het uit . . . zij doen het een pyjama aan..... zij duwen een pil in zijn keel... zij leggen hem in bed.' In de nacht vindt Maarten 'haar' hand (van zijn moeder of van Vera) die hem troost en rust geeft. ' . . . zij draagt je . . . ik draag je . . . kleine jongen van me . . . de hele lange bange nacht door zal ik je dragen tot het weer licht wordt.' Maandag: Maartens waarneming van deze dag beslaat acht regels. Met zijn ogen gesloten hoort Maarten de stem van een vrouw (Vera) die fluistert dat het raam gemaakt is en dat de lente op het punt staat te beginnen. Motieven: · Jaargetijden spelen een belangrijke rol; vooral de winter. Het winterse land maakt dat er geen onderscheid gemaakt kan worden tussen dingen. Alles lijkt op elkaar en vervaagt; net als ik Maartens hoofd. De lente is ook een belangrijk aspect. Aan het einde van het boek wordt verteld dat de na de winter ( alle verwarring) de lente weer begint, waarin het landschap weer opbloeit en duidelijk wordt, maar in Maartens hoofd wordt het geen lente meer wordt. · De oorlog is ook een motief. Het is een van de weinige dingen die Maarten zich nog goed kan herinneren uit zijn verleden. Een gegeven moment is hij zo in de war dat hij denkt dat hij nog steeds in de oorlog zit. · Taal, een belangrijk hulpmiddel bij het registreren van de werkelijkheid. Taal is het middel tot communicatie, het middel om de werkelijkheid te benoemen. De dementerende Maarten verliest steeds meer de greep op taal. Hij kan de goede woorden niet meer vinden of hij kan met woorden niet uitdrukken wat hij voelt. Naarmate Maartens realiteitsbesef verder afneemt, probeert hij krampachtiger zich vast te klampen aan de taal. · Het scherp besef van vergankelijkheid is ook een motief. Bijvoorbeeld dat veel voorwerpen uit zijn directe omgeving hem zullen overleven. G. Waar gaat het verhaal eigenlijk over? Het boek gaat over dementeren. De geestelijke aftakeling van een man. De schrijver Bernlef maakt dit duidelijk door Maarten in de hij- en jij- persoon over zichzelf te laten vertellen.
H. Is dit een goed onderwerp voor een boek? Ik denk dat dit een heel goed onderwerp is voor een boek. Het is origineel, er zijn nog maar weinig boeken over geschreven. De manier waarop het boek geschreven is vind ik iets minder, de indeling in maar negen dagen voor een heel dementieproces klopt naar mijn mening niet helemaal. I. De personen en gevoelens. Personages: Maarten Klein: Maarten is de hoofdpersoon in het boek, hij vertelt het verhaal in de ik- persoon. Maarten is een van 71 jaar, die sinds 15 jaar samen met zijn vrouw in het Amerikaanse plaatsje Gloucester woont. Samen hebben zij twee kinderen: Kitty en Fred. Maarten heeft rechten gestudeerd en werkte bij de IMCO, een visserijorganisatie. Door het verhaal heen verandert hij veel door zijn dementie. Hij houdt erg veel van zijn vrouw Vera, maar aan het eind van het boek herkent hij haar niet eens meer. Maarten is een round-character. Je komt veel over hem te weten gedurende het boek, ook verandert hij erg. Vera Klein: Vera is de vrouw van Maarten. Ze is al 50 jaar met hem getrouwd en moet hulpeloos toekijken hoe Maarten aan het dementeren is. Vera heeft als vrijwilligster in een bibliotheek gewerkt. Je leert Vera vooral kennen door de dingen die Maarten over haar verteld. Ze is een sympathieke en zorgzame vrouw. Ze doet er alles aan om Maarten te helpen, maar moet uiteindelijk de zware beslissing nemen om haar man in een inrichting te laten opnemen. Ook Vera is een round-character. Kitty en Fred Klein: Kitty en Fred zijn de kinderen van Vera en Maarten. Over hun kom je in het boek weinig te weten. Toen ze klein waren zijn ze mee geëmigreerd naar Amerika, maar eenmaal volwassen geworden zijn ze teruggegaan naar Nederland. Zij leiden daar hun eigen leven en hebben maar weinig contact met hun ouders. Karl Simic: Een oude collega van Maarten. Maarten voelt zich nog altijd schuldig vanwege het feit dat Simic kort na een bezoek van hem zelfmoord pleegde. Dokter Eardly: Naïeve plattelandsdokter die denkt dat het met Maartens bewustzijn wel weer goed komt, met behulp van medicijnen en rust. Vera heeft wel vertrouwen in hem, Maarten echter, trekt zich niets van zijn adviezen aan. Phil Taylor: De gezinshulp. Ze komt te laat in Maartens leven om nog een rol van betekenis te spelen. Hij kan haar naam niet meer onthouden en verwart haar verscheidene keren met Karen ( zijn jeugdliefde) en zijn dochter Kitty. Ellen Robbins: Een goede vriendin van Vera. Ze helpt Vera met haar problemen. Gevoelens: Maartens gevoelens zijn voornamelijk wanhopig en treurig, omdat hij wel beseft dat hij de grip op de werkelijkheid aan het verliezen is. Ook heeft hij gevoelens van schaamte, wanneer hij merkt dat hij dingen niet meer weet en mensen verwart met elkaar. Vera haar gevoelens zijn niet anders te beschrijven dat verdrietig, zij maakt de geestelijke aftakeling mee van haar man met wie zijn bijna haar hele leven heeft gedeeld. Ze voelt zich erg machteloos, omdat ze niets voor Maarten kan doen om hem te helpen. J. Stijl en taalgebruik. Het boek bevat niet echt moeilijk taalgebruik. Dit komt voor een deel ook omdat bij Maarten zelf zijn woordenschat steeds beperkter wordt. Hij kan de juiste woorden niet meer bedenken en bouwt de zinnen ook niet meer logisch op. Er is afwisselend gebruik gemaakt van de tegenwoordige en verleden tijd, waardoor het heden en het verleden door elkaar heenlopen. Je leest het verhaal door de ogen van Maarten door de brokkelige tekstfragmenten, die vaak zijn gedachtes bevatten. Met name aan het eind van het boek worden de zinnen steeds minder samenhangend. Ik vind de stijl en het taalgebruik goed gekozen. Daardoor wordt het thema dementie erg sterk naar voren gebracht. K. Zou het moeilijk zijn om dit boek te schrijven? Ik denk dat een boek schrijven altijd moeilijk is. Maar dit boek is niet bijzonder moeilijker als elk ander boek. De constructie is misschien apart, maar moeilijk niet. Persoonlijk denk ik dat het niet erg ingewikkeld is om een onsamenhangend verhaal te schrijven. Het is wel moeilijk om dementie zo goed weer te geven, maar als je het idee hebt van hoe je het moet brengen, kan het verder niet zo ingewikkeld zijn denk ik. L. Over de auteur en het boek. J. Bernlef is het pseudoniem voor Hendrik Jan Marsman, geboren in 1936 in het Noord- Hollandse Sint- Pancras en opgegroeid in Amsterdam en Haarlem. Na zijn H.B.S. is hij een half jaar student aan de Politiek- sociale Faculteit van de Universiteit van Amsterdam. Gelijktijdig werkt hij in een boekwinkel. Tijdens zijn militaire dienst debuteerde hij met het korte verhaal ‘Mijn zusje Olga’. Tussen 1958 en 1960 reist hij heen en weer tussen Zweden en Nederland. Hij schrijft ‘Stenen Spoelen’ en ‘Knokkels’, voor beide boeken krijgt hij de Reina Prinsen Geerligsprijs. Hij was medeverantwoordelijk voor de oprichting van het blad Barbarber. Voor zijn dichtbundel Morenen krijgt hij in 1962 de poëzieprijs van de gemeente Amsterdam. Vanaf 1970 is Bernlef betrokken bij het toneel en worden er enkele toneelstukken van hem opgevoerd. In 1977 is hij een van de oprichters van het tijdschrift Raster. Hij publiceert nog enige romans. Voor zijn totale oeuvre krijgt Bernlef in 1984 de Constantijn Huygensprijs.
M. Mening Het onderwerp van het verhaal sprak mij erg aan, het is een van de weinige boeken die over dementie gaan. Het onderwerp is door de schrijver is goed en duidelijk weergegeven, alleen het korte tijdsbestek kwam op mij erg onrealistisch over. De gebeurtenissen in het boek zijn stuk voor stuk erg uitvoerig beschrijven vanuit de gedachtegang van Maarten, dit vond ik erg ontroerend om te lezen, je krijgt medelijden met Maarten. Dit had ik vooral bij het stuk waarin hij zelf tot de conclusie kwam dat hij geen greep meer had op taal en zich daardoor slecht kon uitdrukken. De schrijver schrijft dit stuk zo dat je voor je zelf gaat denken hoe vreselijk dat gevoel moet zijn. De personages zijn niet objectief waargegeven. Doordat je door de ogen kijkt van Maarten, krijg je automatisch sympathie voor Vera, omdat hij van haar houdt en haar positief afschildert. Ik denk dat de schrijver de personages zo heeft weergegeven dat je wel dezelfde mening moet hebben als hij. Ik vind de opbouw van het verhaal redelijk ingewikkeld door alle gedachtesprongen en flashbacks. Het boek is niet spannend, je weet de afloop van tevoren al. Toch is het boek daardoor niet oninteressant geworden. Het ik- perspectief vind ik goed gekozen, daardoor krijg je een goed beeld van de dementie. Het boek eindigt naar mijn mening ook niet met een open eind. Maarten zit voor de rest van zijn leven in een tehuis, het leven zal niet lang meer duren. Ik denk namelijk de schrijver aan het eind van het boek met het begin van de lente juist wil duidelijk maken dat Maarten is overleden. Omdat in het hele boek de winter symbolisch staat voor het vervagen van het landschap en dus het vervagen van Maartens herinneringen. Door de komst van de lente wordt alles weer helder, het einde van het vervagen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Hersenschimmen door J. Bernlef"