Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Oorlog zonder vrienden door Evert Hartman

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
Boekcover Oorlog zonder vrienden
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 2557 woorden
  • 3 januari 2002
  • 299 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
299 keer beoordeeld

Boekcover Oorlog zonder vrienden
Shadow

Dit is een ongewoon boek over de Tweede Wereldoorlog. De hoofdpersoon, de 14-jarige Arnold, is geen verzetsheld. Hij is zelfs niet tegen de Duitsers! Arnolds vader is ervan overtuigd dat hij volk en vaderland het beste dient door het nieuwe bewind te steunen. Hij is dus lid van de NSB en Arnold van de Jeugdstorm. Arnolds klasgenoten vinden dat niet zo vanzelfsprekend.…

Dit is een ongewoon boek over de Tweede Wereldoorlog. De hoofdpersoon, de 14-jarige Arnold, is geen verzetsheld. Hij is zelfs niet tegen de Duitsers! Arnolds vader is ervan overtui…

Dit is een ongewoon boek over de Tweede Wereldoorlog. De hoofdpersoon, de 14-jarige Arnold, is geen verzetsheld. Hij is zelfs niet tegen de Duitsers! Arnolds vader is ervan overtuigd dat hij volk en vaderland het beste dient door het nieuwe bewind te steunen. Hij is dus lid van de NSB en Arnold van de Jeugdstorm. Arnolds klasgenoten vinden dat niet zo vanzelfsprekend. Hij wordt voortdurend gepest en getreiterd, soms afgetuigd. Maar Arnold ziet niet in waarom hij fout zou zijn, want hij gelooft heilig in wat de partij propageert. Hij helpt Duitsers en geeft klasgenoten aan, ook al zit dat laatste hem niet lekker. Zo speelt hij de rol die zijn vader hem voorschrijft. Dan ontdekt Arnold dat het meisje op wie hij verliefd is ondergronds werk doet. En hij besluit tegen alle orders in te zwijgen. Nu komt hij helemaal alleen te staan: thuis kan hij geen open kaart spelen en zijn klasgenoten vertrouwen hem toch niet. Arnold beleeft een moeilijke en angstige tijd - zonder vrienden.

Oorlog zonder vrienden door Evert Hartman
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

I. a) De auteur van dit boek is Evert Hartman (1937-1994). Van hem verschenen de volgende boeken bij Lemniscaat Rotterdam: Oorlog zonder vrienden Vechten voor overmorgen Het onzichtbare licht Gegijzeld Buitenspel Morgen ben ik beter Het bedreigde land De droom in de woestijn Niemand houdt mij tegen De voorspelling De vloek van Polyfemos
b) De titel van het boek, dat ik gelezen heb is: ‘Oorlog zonder vrienden’, uitgeverij Lemniscaat, Rotterdam. 252 blz. Het is in 1979 geschreven. Mijn boek is van de vijfentwintigste druk, 1999. Evert Hartman heeft voor ‘Oorlog zonder vrienden’ de Europese Jeugdboekenprijs 1980 voor actuele literatuur ontvangen. II. a) Ik hoorde van verschillende mensen dat ‘Oorlog zonder vrienden’ een mooi boek was. Van de schrijver Evert Hartman had ik nog nooit gehoord, dus leek het mij interessant is een boek van hem te lezen. b) Mijn eerste indrukken van dit boek zijn positief. Het verhaal is boeiend, soms spannend en het leest als ‘een trein’. Ik vond ook dat het boek goed in elkaar zit. Meestal gaan boeken over het verzet of mensen, die Oranje gezind zijn, maar nu bekijk je alles is van de andere kant: de kant van de NSB. Dit vond ik het leuke en leerzame van het boek. Het boek heeft een open eind, dit verwacht je als lezer eigenlijk niet. Ik was benieuwd hoe het zou aflopen. Het open einde was dus een verrassing.
III. a)Arnold Westervoort, de hoofdpersoon, is een jongen van 14 jaar. Z’n vader is lid van de NSB (=Nationaal Socialistische Beweging). Het verhaal speelt zich dan ook af in de Tweede Wereldoorlog. Omdat z’n vader lid is van de NSB, wordt Arnold op school met de rug aangekeken. Het verhaal begint op 30 april 1942. Arnold wordt op het schoolplein door een paar klasgenoten in elkaar geslagen (o.a. Martin Jonkers). Hij houdt er een paar gekneusde ribben aan over. De volgende dag wil Arnold niet naar school. Hij loopt dan naar de rivier. Daar ziet hij dat Duitsers bezig zijn met een schip te lossen. Ze vragen of hij meehelpt. Na een poosje komen er vliegtuigen aan die hen beschieten. Arnold blijft gelukkig ongedeerd. Eén vliegtuig wordt uit de lucht geschoten. Arnold wijst dan de weg, waar ze de piloot kunnen vinden. Als hij de volgende dag op school komt, hoort hij dat de winkel van fam. Jonkers in elkaar getrapt is. Uit een briefje wat hij krijgt, blijkt dat z’n vader Martin Jonkers verraden heeft. Uit school gaat Arnold een kijkje nemen bij de winkel van Jonkers. Als hij Martin ziet, volgt hij hem. Martin loopt naar een haventje waar enkele woonarken liggen. Arnold gaat één zo’n woonark binnen. Wat hij daar ziet, verbaast hem: allemaal gestolen spullen zoals banden, benzine, drank enz. Thuisgekomen schrijft hij een briefje, waarop staat dat de dieven hem een tientje moeten geven, als ze willen dat hij hen niet verraadt. Arnold krijgt het geld ook. De volgende dag komen de Duitsers de school binnen voor een inspectie. Iedereen moet z’n tas leeghalen. Ook bij Arnold gebeurt dit. De Duitsers vinden bij hem een spotprent van Mussert. De Duitsers zijn woest op hem. Dit is ook weer een gemene streek van z’n klasgenoten. Als Arnold weer d.m.v. een briefje geld probeert te krijgen, wordt hij bij de woonark ingesloten door Martin Jonkers en een vriend, Karel Rot. Ze sluiten hem op, maar hij ziet kans toch weer vrij te komen. Terwijl Arnold en z’n vader in het politiebureau staan om hiervan aangifte te doen, gaat de telefoon: de oude woonark in de haven staat in brand. Van de daders, Martin en Karel, is geen spoor. Meer dan een maand later gaat Arnold samen met de Jeugdstorm naar Utrecht. Daar hoort hij een paar toespraken van Mussert. In een flits ziet hij daar ook Karel Rot. Als hij thuisgekomen is, geeft z’n moeder een briefje aan hem. Hierop staat, dat hij een verrader is en dat ze hem dit betaald zullen zetten (de woonark). Hij hoort echter wekenlang niks van ze. Als hij na de zomervakantie weer op school komt, ziet hij dat ze een nieuwe leerling in de klas hebben: Piet Bergman. Piet is evenals Arnold een NSB-er. Piet is wel wat brutaler en als hij beledigd wordt, geeft hij het gelijk door aan z’n vader. Als Gert Veenkamp en Harm Huisman Arnold en Piet in elkaar willen slaan, slaat Piet ze knock-out. Op een middag moeten een paar klassen meedoen aan oogsthulp. Ook de klas van Arnold. De oogsthulp loopt uit op een drama. In plaats van aardappels te rooien, gooien met ze aardappels. Eind ’42 wordt mevrouw Westervoort ernstig ziek. Gelukkig wordt ze wel weer beter. Als er ijs ligt, gaat Arnold schaatsen. Hij zakt dan door het ijs en wordt ternauwernood gered door twee jongens: Freek en Alex. Een week later wordt de school gevorderd. Ze verhuizen dan naar een oude tabaksfabriek. Als Arnold een briefje vindt met een dreigement voor z’n vader, wordt meneer Westervoort een beetje bang. Een paar leerlingen laten hem dan ook schrikken. Aan het einde van het schooljaar heeft Arnold het niet zo druk meer. Hij gaat dan z’n vader helpen, die inmiddels directeur van het distributiekantoor is. Op een dag wordt het kantoor overvallen. Arnold is dan ook op het kantoor. Van de daders is geen spoor. Arnold wordt een beetje verliefd op Marloes ter Winkel. Hij is er al achtergekomen dat ze in het verzet zit. Als Arnold bij de rivier zit, ziet hij Marloes voorbij fietsen. Arnold volgt haar. Arnold ontmoet haar als ze in het bos haar band probeert te repareren. Hij biedt aan om te helpen, maar dat wil ze niet. Opeens valt haar tas op de grond en het slot springt open. Uit de tas komen allemaal bonkaarten gerold. Ze krijgen daar ruzie over, want Arnold ziet dat dit de geroofde bonkaarten zijn. Dan zegt Arnold dat hij een verzetskrantje van haar heeft gevonden en dit niet heeft verraden. Marloes draait dan bij. In de weken die volgen, krijgt hij soms een glimlach van haar. Maar als de vader van Marloes gevangen wordt genomen, denkt Marloes dat Arnold hem verraden heeft. Omdat verschillende NSB-ers zijn doodgeschoten heeft Mussert bedacht de NSB-ers een pistool te geven. Zo ook meneer Westervoort. Het is inmiddels al 1944. Als Arnold kolen moet gaan halen, wordt hij ingesloten door Martin Jonkers en Karel Rot. Dit is een vergeldingsactie. Ze slaan hem in elkaar, Martin met een stuk ijzer en Karel met een mes! Arnold belandt dan in het ziekenhuis. Hij heeft twee gebroken ribben, een gebroken sleutelbeen en is geopereerd aan z’n nieren. Heel langzaam knapt hij op. Op een gegeven moment komt er een nieuwe patiënt op de kamer, Jeroen. Deze is door de Duitsers in z’n achterwerk geschoten, omdat hij in het verzet zit. In het ziekenhuis proberen ze hem zolang mogelijk vast te houden, zodat hij misschien nog bevrijd kan worden. Arnold kan goed met Jeroen opschieten. Als op een avond de ouders van Arnold komen, laten ze hem de rouwadvertentie zien van Piet Bergman. Piet is gesneuveld als SS-er. Een paar dagen na deze gebeurtenis mag Arnold bijna naar huis. Arnold wil proberen om Jeroen uit het ziekenhuis te krijgen. Hij bedenkt dan een plan en vertelt het aan Jeroen. In ruil hiervoor moet Jeroen tegen Marloes zeggen dat Arnold haar vader niet heeft verraden. Na een week thuis te hebben gezeten, wil Arnold z’n plan ten uitvoer brengen. Als er niemand thuis is, schroeft hij het bureaublad van z’n vaders bureau eraf. Nu kan hij het pistool pakken. Hij legt het wapen in een koekjestrommel met de koekjes er bovenop. Dan gaat hij naar het ziekenhuis. Arnold praat wat met Jeroen en Arnold geeft dan de koekjestrommel. Vierentwintig uur later ontsnapt Jeroen uit het ziekenhuis. Het plan van Arnold is gelukt! Het is september ’44. Het gaat met Duitsland niet goed meer. Van alle kanten komen de bezetters het land binnen. De Duitsers en de NSB-ers beginnen bang te worden. Van het hoofdkwartier van de NSB krijgt de fam. Westervoort bericht dat er een trein voor hen klaar staat. Ze pakken hun koffers en gaan naar het station. Na drie kwartier komt de trein. Als ze in moeten stappen, zegt Arnold dat hij naar de wc moet. Hij rent om het stationsgebouw heen en duikt weg tussen de struiken langs de rails. ‘Het duurde een eeuwigheid tot hij de trein hoorde wegrijden’. b. 1) De schrijfstijl: Ik vind dat het boek heel lekker leest. Geen lange zinnen en geen moeilijke woorden. De schrijftaal is gewoon normaal Nederlands. Als je toch woorden of afkortingen tegenkomt die je niet snapt, is er achter in het boek daar een verklaring van te vinden. 2) De ruimte: Het verhaal speelt zich af in de Tweede Wereldoorlog. In het begin van het boek is het 1942 en aan het einde van het boek 1944. De stad waar Arnold woont is niet bekend, wel is er bekend dat het drie kwartier rijden is van de woonplaats van Arnold naar Utrecht. 3) De verhaalfiguren: Arnold Westervoort is de hoofdpersoon. In 1942 is hij 14 jaar, dus is 1944 16 jaar. Als hij 14 is zit hij in de tweede klas. Arnold wordt vaak gepest, omdat hij lid is van de NSB en naar de Jeugdstorm gaat. Pa Westervoort is een NSB-er. Hij werkte eerst op het gemeentehuis, later wordt hij directeur van het distributiekantoor. Hij heeft het altijd druk, want hij moest veel leren, omdat hij eigenlijk burgemeester wilde worden. Dit is niet doorgegaan. Pa heeft ook verscheidene malen leerlingen en andere mensen aangegeven bij de politie. Hij wil ook dat het hele gezin achter hem en de NSB staat. Ma Westervoort is een rustige en soms wat bange vrouw. Ze heeft liever niet dat haar man zo fel optreedt voor de NSB. Ze zorgt goed voor het gezin. Rita Westervoort is de zus van Arnold. Arnold heeft meestal ruzie met haar. Rita gaat om met Duitse soldaten. Andere figuren die belangrijke rol spelen zijn: Martin Jonkers, deze pest hem altijd en heeft Arnold verscheidene malen in elkaar getrapt. Piet Bergman, dit wordt de vriend van Arnold. Bert sneuvelt als SS-er. Marloes ter Winkel, op dit meisje wordt Arnold gek. Hij komt erachter dat ze in het verzet zit. Jeroen, deze leert Arnold kennen in het ziekenhuis. Jeroen zit ook in het verzet. Arnold bevrijdt Jeroen uit het ziekenhuis. 4) De situaties: Het verhaal duurt ruim twee jaar, van 30 april ’42 tot 5 september ’44. In het boek staat ook elke keer op welke datum de gebeurtenis plaatsvindt. Het gaat soms wel met tijdsprongen, bijv. van 13 mei ’44 naar 5 september ’44. 5) De vertelwijze is de ‘ik-verteller’. c. 1). Het thema van dit boek is, dat Arnold eenzaam is. Hij heeft geen mensen of vrienden waar hij z’n hart bij kan uitstorten, omdat hij lid van de NSB is. Ook bij z’n ouders krijgt hij soms ‘de wind van voren’. 3). Het verband tussen titel en thema is niet zo moeilijk om te verklaren. De titel luidt: ‘Oorlog zonder vrienden’. In het boek komt dit heel duidelijk uit de verf. Want Arnold houdt werkelijk geen vriend over.
IV. 1). Aangrijpend vind ik dat Arnold steeds gepest wordt, omdat hij een andere overtuiging heeft dan de andere leerlingen uit z’n klas. Arnold is een NSB-er en de andere zijn allemaal voor Oranje. Ik vind het gemeen om daarom een jongen te gaan pesten. De gebeurtenis dat Arnold in de woonboot opgesloten wordt en zich dan weer vrij vecht, vind ik best spannend. Het einde van het verhaal vind ik erg apart. Doordat Arnold niet met de trein en met z’n ouders meegaat, breekt hij met het verleden, want hij neemt afstand van het NSB-er zijn. Dit heeft op mij wel een positieve werking. 2). Als Arnold in het ziekenhuis terechtkomt, krijgt na een poosje contact met Jeroen. Jeroen is door de Duitsers gepakt. Dus als Jeroen uit het ziekenhuis komt, moet hij de gevangenis in. Dit wil Arnold voorkomen. Arnold bedenkt dan een plan. Hij bespreekt dit met Jeroen. Als Arnold uit het ziekenhuis is, pakt hij het pistool van z’n vader en geeft dit d.m.v. een koekjestrommel aan Jeroen. Vierentwintig uur later staat Jeroen buiten het ziekenhuis. Ik vind dit een gewaagd plan van Arnold. Als lezer had ik dit van een jongen zoals Arnold niet verwacht. Daarom spreekt mij deze gebeurtenis het sterkst aan. 3). Het gezeur en geruzie met Rita vind ik beetje saai. Ze bemoeit zich overal mee en maakt overal ruzie om. Ik wil hiermee niet zeggen, dat de schrijver dit weg had moeten laten, maar om te lezen is dit niet zo erg leuk. 4). Dit boek is één van de vele oorlogsboeken. Maar toch is het anders. Je bekijkt de zaak nu niet van de kant van het verzet maar van de NSB. Soms word je zo door het verhaal meegenomen, dat je de NSB goed begint te vinden. Dit blijft gelukkig niet zo. Ik heb nog weinig of geen van zulke boeken gelezen. De datumaanduiding boven de gebeurtenissen ben ik ook nog niet vaak tegen gekomen. Ik kan dit boek niet echt met een ander boek vergelijken. 5). Het thema van het boek vind ik apart. Vooral voor in de oorlogstijd. Ik heb nooit echt geweten, dat iemand om het NSB-er zijn zó gepest kan worden. Dit heeft me wel een beetje aan het denken gezet: het was niet zo gemakkelijk om NSB-er te zijn. Er zijn ook heel wat NSB-ers afgehaakt. Aan het einde van het boek merk je ook, dat Arnold helemaal niet zo’n felle NSB-er is, omdat hij bijv. Marloes niet verraadt en Jeroen uit het ziekenhuis haalt op een niet ongevaarlijke manier. Als Arnold hiervoor gepakt zou worden, was het niet best met hem afgelopen. Hierdoor vind ik het thema zeker geen herkenbaar probleem, maar juist een apart probleem. 6). Het taalgebruik in dit boek is makkelijk te begrijpen. Daarom leest het boek ook ‘lekker’. Bij wijze van spreken zou een jongen van 8 jaar dit boek ook kunnen begrijpen. Ik denk dat het ook logisch is dat er geen moeilijke woorden zijn gebruikt, want het is een verhaal en niet één of ander moeilijk vraagstuk. 7). Mijn eindoordeel over dit boek is zeer positief. Toen ik voor het eerst het boek zag, dacht ik: wat ziet de voorkant er somber uit. Maar toen ik eenmaal begonnen was, was dat gevoel gelijk weg. De sombere voorkant is, denk ik ook een vertolking van de inhoud van het boek. Het verhaal is immers niet lachwekkend. Sommige dingen wel, bijv. van het Persoonsbewijs (PB). Waar de leerlingen uit Arnolds klas Piemeltje Bloot van maakten. Van de schrijver vind ik het ook heel knap verteld. Ik zelf vind, dat het boek ook goed in elkaar steekt. Want het verhaal duurt ruim twee jaar. In één boek kan je dan nooit elke dag beschrijven. De schrijver heeft dus tijdsprongen moeten maken, maar het verhaal blijft wel één geheel. Dit vind ik knap gedaan van de schrijver! 8). Ik zou een ander zeker aanraden om dit boek te lezen, omdat het een mooi en soms ook spannend verhaal is. Het verhaal is ook realistisch. Ook bekijk je de oorlog nu eens door een andere bril. Het boek vind ik daarom nog leerzaam ook. 9). Ik zou niet weten met welke recensies ik mijn eindoordeel kan vergelijken.

REACTIES

G.

G.

supper!! ik heb hier veel aan gehad!! thanks!! nou ja ik zou zegge ga zo door!!

22 jaar geleden

M.

M.

ha Gautier. bedankt voor je verslag ik heb er erg veel aan. hoe oud ben je eigenlijk en waar woon je. mario

20 jaar geleden

H.

H.

Vet goed ik heb het boek ook gelezen en het klopt precies met het verhaal

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Oorlog zonder vrienden door Evert Hartman"