b) Titel: Hersenschimmen, Em. Querido’s Uitgeverij BV, Amsterdam
c) Genre: Roman 2. Eerste reactie a) Ik heb voor dit boek gekozen omdat het door veel anderen is aanbevolen. Ik had nog een boek nodig voor mijn lijst en dit leek me een goed boek. b) Toen ik dit boek aan het lezen was, schoot mij steeds het woord “moeilijk” door mijn hoofd. Maar dan niet in de betekenis van “moeilijk” dat het moeilijk was om te lezen, want dat was het niet, maar ik dacht er voornamelijk aan hoe moeilijk het moet zijn voor mensen in de omgeving van de hoofdpersoon. Het einde van het boek vond ik wel redelijk ingewikkeld, omdat er geen volledige zinnen meer gevormd worden en je daaruit situaties moet kunnen opmaken. Ik vond het een indrukwekkend boek om te lezen, mede omdat ik in de familie of naaste omgeving geen ervaring heb met dementie. Door dit boek kan ik me er meer bij voorstellen. Wat dat betreft vond ik het een heel goed boek. Voor mensen waarvan bekenden dementeren zal dit helemaal een goed boek zijn denk ik, als het de werkelijkheid goed weergeeft. Ook vond ik dit boek heel triest, voornamelijk voor Vera, de echtgenote van de hoofdpersoon. Zij heeft het, heel begrijpelijk, moeilijk met haar man die dementeert. 3. Verdieping a) De 71-jarige Maarten Klein is aan het woord. Het is een dementerende man die samen met zijn vrouw Vera in Amerika woont. Maarten is de hoofdpersoon hoewel Vera ook een hele belangrijke rol speelt in dit verhaal. Verder is Robert, de hond, er ook. Het is Maarten’s trouwe kameraad. Vlak voor het einde van het verhaal komt Phil Taylor er ook nog in, zij komt bij Maarten en Vera wonen, omdat Vera het niet meer aan kan in haar eentje. Gedurende het boek takelt Maarten steeds verder af. Het begint met dat Maarten een beetje vergeetachtig is en het gaat steeds verder. Soms denkt hij zelfs dat ze nog steeds in de 2e wereldoorlog zitten of dat mensen of dieren die al dood zijn, nog leven. Dit is vooral voor Vera heel erg moeilijk, omdat zij hem steeds moet vertellen dat bijvoorbeeld zijn vader al dood is, of dat de hond van een kennis niet meer leeft. Maarten lijkt dat dan voor het eerst te horen en moet daarom weer huilen. Het einde van het boek vind ik wel wat moeilijk te begrijpen. Zelf maak ik eruit op dat Maarten in een verpleegtehuis/ziekenhuis is. De dingen om hem heen begrijpt hij niet en op het einde ziet hij alleen nog maar wit, leegte. Het hele boek draait om het achteruit gaan van Maarten. b) Het verhaal speelt zich af in Amerika in de jaren ’80. Maarten is de hoofdpersoon, die na de 2e wereld oorlog met zijn vrouw Vera vanuit Nederland naar Amerika is verhuisd. Het verhaal is in chronologische volgorde verteld, want het gaat helemaal om het achteruit gaan van Maarten. De laatste bladzijden staan er enkel een paar woorden, er worden geen gewone goeie zinnen gevormd. Hierdoor wordt Maarten’s verwarring goed weergegeven. Maarten is zelf aan het woord in het boek, het is in de ik-vorm geschreven. Je leest dus wat Maarten denkt omdat je uit dingen als “een jonge vrouw met steil blond haar zit nu tegenover mij aan tafel” moet kunnen opmaken dat Phil tegenover hem zit. Gedurende het boek gaat Maarten ook steeds meer tegen zichzelf praten, zoals: “Ga zitten” en “je moet piano spelen”. De vertelwijze is een heel erg belangrijk aspect in dit boek. c) De hoofdgedachte van dit doek is “dementie en hoe die persoon daar zelf mee omgaat”. Want juist omdat dit boek in de ik-persoon geschreven is, lees je hoe en wat Maarten denkt. Als het boek vanuit Vera’s perspectief geschreven was, was het boek heel anders geweest en was het meer gegaan om “het omgaan met dementie door omstanders” denk ik. Op een paar bladzijden voor het eind komt het woord ‘hersenschimmen’ voor. ”Is het leven terug?… Maar waar is zoiets gebleven?”… Is er wel zoiets? … Of was gewoon alles een inbeelding van het hoofd?…Hersenschimmen?” Hersenschimmen ofwel ‘inbeelding van het hoofd’, dingen die Maarten ziet die er niet zijn of gedachten van Maarten. d) Het werk is in 1984 gepubliceerd. Ik kende deze schrijver nog niet voor ik dit had gelezen. Het is geschreven in “de periode na 1980”. Eldorado zegt hierover: “Opvallend is dat sommige schrijvers van ingewikkelde, moeilijk toegankelijke literatuur in het midden van de jaren ’80 voor een nieuw ontwikkeling in het proza zorgden: van geslaagd proza waarin een subtiel spel gespeeld werd met verbeelding en werkelijkheid, tot het zeer realistische, makkelijk leesbare verhaal.” Ik vind dat dit erg duidelijk in dit boek naar voren komt.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
L.
L.
Goed boekverslag! Op welke blz is dat stukje dat jij citeerde?? Erg goed gedaan! X
12 jaar geleden
Antwoorden