Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Sneeuw door J. Bernlef

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
Boekcover Sneeuw
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 2284 woorden
  • 9 december 2001
  • 136 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
136 keer beoordeeld

Boekcover Sneeuw
Shadow
Sneeuw door J. Bernlef
Shadow
Algemene gegevens: Titel: Sneeuw Titelverklaring: Je kan de titel op verschillende manieren verklaren. De meest voor de hand liggende is: Sneeuw is heel koud en heel kil. Het kan heel gevaarlijk zijn omdat je niet weet waar je loopt. Dit hoort bij het verhaal omdat, Razelius heel eenzaam is en niet weet waar hij loopt. Hier bedoel ik mee dat hij niet zo goed weet wat hij doet. De andere manier is: Sneeuw vervaagt, maar laat sporen achter. Als er ergens sneeuw valt dan is alles wit je kunt niet meer zien wat er eerst lag. Maar als je er door heen loop zie je voet afdrukken. Dat zijn de sporen. Zo zit het ook met Razelius zijn gedachten. Hij weet niet meer hoe het ongeluk gebeurd is alles is heel vaag. Maar hij zit af en toe dingen die iets te maken kunnen hebben met het ongeluk. Dat zijn de sporen. Auteur: J. Bernlef
Gegevens over de auteur: J. Bernlef (pseudoniem van H. J. Marsman) werd in 1937 geboren in Sint Pancras, in Noord-Holland. Hij is opgegroeid in Amsterdam. Na zijn H.B.S.-A is hij een half jaar student aan de Politiek-Sociale Faculteit van de Universiteit in Amsterdam geweest. Ook werkte hij op dat momentin een boekwinkel. Toen hij in dienst zat, maakte hij zijn debuut met ‘Mijn zusje Olga’. Tussen 1958 en 1960 reisde hij heen en weer tussen Nederland en Zweden. In die tijd schreef hij ‘Stenen Spoelen’ en ‘Knokkels’. Voor allebei de boeken kreeg hij de Reina Prinsen Geerligsprijs (1959). Samen met G. Brands en K. Schippers richtte hij het tijdschrift ‘Barbarber’ op. In 1962 kreeg hij de poëzieprijs van de gemeente Amsterdam voor zijn dichtbundel ‘Morene’. Vanaf 1970 is Bernlef betrokken bij het toneel en er worden enkele toneelstukken van hem opgevoerd. In 1977 richt hij samen met een paar anderen het tijdschrift ‘Raster’ op. Hij publiceert nog enige romans: ‘Sneeuw’ (1973), ‘Meeuwen’ (1975), ‘De man in het midden’ (1977), ‘Onder ijsbergen’ (1981) en ‘Hersenschimmen’ (1984). Voor zijn totale werk kreeg hij de Constantijn Huygensprijs. Uitgeverij: Querido´s Uitgeverij B.V. Hoeveelste druk: Zesde druk 1996 Eerste druk: 1973 Aantal bladzijden: 122 Motto: Geen Opdracht: Geen Genre: Psychologische Roman. Het boek is een roman omdat hij te lang zou zijn voor een novelle. Er zitten meerdere verhaallijnen in en er zijn meerdere mensen in het boek betrokken. Het is Psychologisch omdat je veel te weten komt over gevoelens van mensen. Samenvatting van sneeuw door J. Bernlef: Jan Razelius zijn vrouw Kerstin door een auto-ongeluk waar hij zelf bij betrokken was. Hij zelf belandde in het ziekenhuis waardoor hij de begrafenis van zijn vrouw miste. Ook zijn dochter An was te laat voor de begrafenis. Razelius kon zich niets meer van het ongeluk herinneren, daarom gaat hij zodra hij naar buiten mag naar de plek waar het ongeluk plaats vond. Allemaal vage herinneringen komen bij hem op. Hij ziet vage beelden en rent van schrik naar huis. Zijn dokter,wijst hem op het feit dat het verwerken nog erg lang zal duren. Hij spreekt van een tijdelijke uitschakeling van het herinneringsvermogen. In het verslag van de politie wordt op gemaakt dat hij een black-out had gehad tijdens het ongeluk. Het woord black-out blijft in Razelius zijn hooft hangen. De relatie tussen zijn dochter en hij wordt langzamerhand steeds groter. Razelius maakt een wandeling en komt langs zijn eigen auto, waar weer allemaal vage herinneringen naar boven komen.Hij haalt alles door elkaar. Dingen die met het ongeluk te maken hebben en de momenten waar Kerstin nog leeft. Hij houdt het niet uit en gaat aan de brandewijn. Hij wordt door Magaretha, zijn verpleegster, in bed gestopt. Als hij de volgende morgen wakker wordt ontdekt hij een lange blonde haar in zijn bed. Hij kan zich niet meer herinneren dat An die nacht bij hem is komen liggen. Zoals elke dag gaat hij naar het kerkje om daar naar het graf van Kerstin te gaan. In de kerk zijn mensen bezig om een grote muur schildering achter een laag kalk weg te halen. Vanaf dat moment begint de band tussen Magaretha en Razelius ook steeds intiemer te worden. Ze gaan regelmatig met elkaar naar bed. Ze zijn niet verliefd op elkaar maar ze geven elkaar wat ze nodig hebben. An die weet hier niets van af, ze zou het niet begrijpen. Het gaat steeds harder vriezen. Als Jan en Magaretha elkaar per ongeluk tegen komen, denkt Jan dat An er wel wat van zou kunnen denken. Dan neemt Magaretha afscheid. Ze gaat naar huis en Jan en An zijn weer met zijn tweeën. Ze lopen met zijn tweeën naar huis. Onderweg ziet Razelius een eekhoorntje en hij raakt weer helemaal in de war. Ze gaan de kerk binnen en zodra hij zich weer op zijn gemak voelt gaan ze naar huis. Die avond gaan An en Jan foto`s kijken. De foto´s brengen vele herinneringen naar boven. Ze drinken er veel bij en uiteindelijk belanden ze bij elkaar in bed. Ze waren eenzaam. En ze kwamen tot de conclusie dat het de drank was. De volgende dag vertelt An dat zij bij hem in bed heeft gelegen toen hij een blonde haar vond. Die avond komt een van de mensen die meehelpen met het kerkje langs voor An. Als Razelius hoort dat ze met elkaar naar bed zijn, pakt hij de auto van de jongen. Toevallig is de auto van het zelfde merk als zijn auto. Hij rijdt ermee weg en op precies de zelfde plek en ogenblik krijgt hij een ongeluk. Hij is opslag dood. Tijdverloop in het verhaal: Het verhaal Sneeuw wordt niet chronologisch verteld. Er zit een tijdsprong in en een flashback namelijk: Bladzijde 6: De tijd verspringt. Razelius ziet weer helemaal voor zich hoe hij in het ziekenhuis ligt. Hij noemt alle dingen die hij ziet weer en valt dan weer terug in het heden. Bladzijde 98: Flashback. Razelius gaat weer terug in het verleden Hij denkt weer aan het moment dat hij met An naar bed gaat.
Verhaal begin: Het verhaal begint midden in de gebeurtenis. Je weet in het begin niet wie de hoofdpersoon is of wat er precies aan de hand. Je krijgt aan het begin meteen twee zinnen van iemand zijn gedachten maar later wordt pas duidelijk wie het zegt en waarom hij het zegt. Slot: Het verhaal eindigt met een gesloten einde. Je weet wat er gebeurd is met Razelius. En op dat moment is het verhaal ook echt afgelopen. Je weet alleen niet wat er verder met An gaat gebeuren, maar dat is een bijzaak want Razelius is de hoofdpersoon en hij is het belangrijkst. Ruimte: In het boek wordt heel veel rekening gehouden met de ruimte, zowel beeldvormend, sferisch maar vooral ook heel symbolisch. Met beeldvormend wordt bedoeld het beeld dat je hebt van een bepaalde plaats en omgeving. In het boek wordt helemaal niet aangegeven waar of in welk land het verhaal zich afspeelt, maar toch zou je een heel goed beeld kunnen vormen. Alles wordt heel gedetailleerd beschreven. Met sferisch wordt bedoeld hoe de sfeer is in een bepaalde omgeving. Ook dat wordt heel duidelijk aangegeven. Bij het woord sneeuw denk je meestal aan kil, koud en eenzaam. Maar het gaat er ook om dat de lezers de gebeurtenis bijna kan voelen en dat gebeurt in het boek ook. Met symbolisch wordt bedoeld of er ook een symboliek in het verhaal zit. In dit boek zit echt heel veel symboliek. Soms kun je uit het kleinste stukje nog iets van symboliek halen. Maar het grootste voorbeeld in het boek is wel het moment dat ze bij de kerk een schilderij van een zon achter kalk weghalen. Zo zit het ook precies met Razelius zijn gedachten hij moet zijn problemen weg vegen om de zon te voorschijn te laten komen. Het verhaal speelt zich niet af in deze tijd maar vanaf de datum 12-09-1970, de datum van het ongeluk. In het boek staat hier en daar wel een datum zodat je kunt zien dat het uit die tijd is. Perspectief of vertelstandpunt: Over het algemeen is het perspectief de hij-perspectief. De hij-persoon is de hoofdpersoon in dit boek en is Jan Razelius. Je leest zijn gedachten en ook wat hij allemaal doet. Af en toe geeft de schrijver commentaar, het perspectief wordt dan een vertellers perspectief. Een voorbeeld is bladzijde 46 waar de verteller informatie geeft over het eiland en wie er wonen. In een klein stukje in het verhaal springt het perspectief over naar zij-perspectief. Je leest opeens de gevoelens van An. Dus eigenlijk is het een perspectiefwisseling want je wisselt af en toe van perspectief. Niet vaak maar het gebeurt wel. Betrouwbaarheid van het perspectief: Het perspectief is niet echt betrouwbaar omdat het perspectief af en toe verspringt. Dit betekent dat je de gedachten van twee of meerdere personen weet. In het normale leven komt dit niet voor en daarom is het onbetrouwbaar.
Hoofdpersoon: De hoofdpersoon in dit boek is Jan Razelius. Je leest de gedachten van hem en je maakt alles mee wat hij ook meemaakt. Beschrijving van Razelius: Hij is geboren op 13 februari 1928 in Amsterdam. Hij woont samen met zijn dochter. Eerder ook altijd met zijn vrouw maar die is door het ongeluk overleden. Hij mist zijn vrouw heel erg, maar dat is wel logisch als je, je geliefde kwijt raakt. Hij heeft ook een schuldgevoel tegenover zijn vrouw nadat hij niet naar de begrafenis kon. Hij is erg eenzaam en zoekt daarom warmte bij zijn dochter. Hij uit zich niet veel, want alles wat hij mee maakt propt hij op. Verder wordt over zijn uiterlijk niets gezegd. Andere personen: An: Zij is de 18 jarige dochter van Jan Razelius. Ze lijkt veel op haar moeder. Ze heeft blond haar, pigment vlekken op haar handen en gezicht en heeft gevoelige lippen. Ze mist haar moeder heel erg maar dat laat ze niet echt merken. Ze blijft heel erg rustig. Als haar vader het moeilijk heeft zorgt ze heel goed voor hem daaruit blijkt dat ze heel liefdevol is en zorgzaam, Ze gaat zelf met haar vader naar bed om hem te kalmeren. Kerstin: Kerstin is de overleden vrouw van Razelius en dus ook de moeder van An. Ze had net als an lang blond haar en pigment vlekken. Je kunt in het verhaal zien dat ze heel gewenst was want ander zou je iemand niet zo missen. Er was daarom ook een goede band tussen haar en Jan. Ze zou daarom ook wel heel zorgzaam en liefdevol geweest zijn. Margaretha: Margaretha is de verpleegster van Jan Razelius. Ze is ongetrouwd en ongeveer 45 jaar. Over haar uiterlijk is niet veel bekend. Wel bekend is dat zij en Razelius vaak met elkaar naar bed gaan maar ze zijn niet verliefd. Stefan: Stefan is de jongen die in de kerk bezig is met de want schildering. Op een gegeven moment krijgt hij een relatie met An. Hij heeft een recht neus, bruin haar en doorgetrokken wenkbrauwen. Dokter Gustafsson: Hij is de dokter van Jan. hij heeft kleine tics, bruin haar en hij is erg rustig. Het is een man van weinig woorden dit betekent dat hij meer denkt. Hij is vrijgezel en zal daarom ook wel eenzaam zijn. Isak Petterson: Hij is de brigadier waarmee Jan zijn rapport opmaakt. Het is een eenvoudige man en hij houdt van praten. Hij gelooft alleen in oplossingen. Overal moet een oplossing voor zijn. Verder is het een stevig persoon, met dikke glimmende wangen. Het lijkt me wel een gezellig type. Motieven: Ongeluk: Ongeluk kun je op twee manieren zien het auto-ongeluk en ongeluk dat alles misgaat. Onder het auto-ongeluk van Jan en Kerstin zou dit verhaal niet belangrijk zijn. Want dan had men gewoon door geleefd, maar door het ongeluk is een verhaal spannend. Later veroorzaakt Jan nog een tweede ongeluk waar hij bij overlijdt. De ander vorm van ongeluk is dat Jan niets meer afweet van het ongeluk en hij niet bij de begrafenis van Kerstin was. Dat doet hem pijn en dan zegt men ook wel: “Wat heb jij een ongeluk!” Verdriet: Verdriet is de pijn die het doet door het overlijden van Kerstin. Een persoon die An en Jan lief hebben is overleden en dat brengt veel emoties op. Sneeuw: Sneeuw is een motief omdat het de titel is, maar dat hoeft niet meteen te zeggen dat het een motief is, maar het is ook de eenzaamheid en de kilheid die overblijft na dat Kerstin is overleden. Liefde: Liefde is ook een heel belangrijk motief. Jan en An zijn een gedeelte van hun liefde kwijt, of anders gezegd door de dood van Kerstin komen ze een stukje liefde te kort. Daarom zoeken ze liefde en warmte bij elkaar zodat ze zich toch weer wat meer op hun gemak voelen. Ook zoekt Jan een stukje liefde bij Margaretha, doordat ze met elkaar naar bed gaan. Verlies: Verlies is heel duidelijk. Het verliezen van een geliefde. Kerstin in dit geval. Jan en An hebben iets verloren wat ze lief hebben. En later zal An ook nog eens haar vader verliezen. Herinnering: De herinneringen van Jan zijn vaag, hij herinnert zich stukjes van het ongeluk en stukjes van de tijd dat Kerstin er nog was. An heeft herinneringen van haar moeder toen ze nog leefde. Dood: lijkt me duidelijk. De dood van Kerstin. Jan die zijn leven haast dood is en vindt dat het leven geen nu meer heeft en komt zelf ook te overlijden. Thema: Het verwerken van de dood van een geliefde. Uitleg: Jan en An moeten de dood van Kerstin verwerken en het accepteren dat ze dood is. Bij Jan wil het niet en ziet het daarom niet meer zitten en besluit dat hij zelf ook niet meer wil leven

REACTIES

M.

M.

Dank u voor dat prachtige uitreksel van het boek sneeuw. hier heb ik echt wat aan.
mzzzzl,
Mike.

21 jaar geleden

P.

P.

hey sgatjuh, mooi verhaaldje hoor. ik heb mooi cyfertje ervoor gekregen!
Tanks.

xxx
Love you

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Sneeuw door J. Bernlef"