wel korte affaires met andere vrouwen gehad en dat vond hij heel gewoon. Theo stelt voor om samen ergens ver weg te gaan wonen, maar Iris houdt nog steeds van Sidney en Theo nog steeds van Sylvia. Iris maakt daarom een einde aan de relatie tussen haar en Theo. Ze maakten wat afspraken over hun gedrag op school en namen toen afscheid van elkaar. Als Theo thuis komt, is Sylvia weg. Als zij tegen etenstijd weer thuis is, weet hij nog steeds niet of hij haar alles zal vertellen. Even lijkt het erop of Sylvia alles weet, Ferweda had haar namelijk gebeld en haar verteld dat Theo enkele dagen met verlof was, omdat hij wat problemen had op school. Theo belde Ferweda terug en vader Nijman heeft de klacht ingetrokken. Diezelfde avond neemt Theo 2 slaappillen in, hij gaat nog de vuilnis buiten zetten en dat gaat het alarm af. Niemand in de buurt let hier ook maar op.
door overspel te plegen. Hij doet dit met een medelerares die pas op deze school is komen werken. De leerlingen van de leraar komen hierachter en maken volgens hem racistische opmerkingen over zijn minnares. Dit vindt de leraar niet leuk. Het gaat zover dat een leerling hem aanklaagt wegens mishandeling terwijl hij gewoon was gestruikeld toen hij de klas uitmoest. Theo wordt daarom maar met verlof naar huis gestuurd op de spanningen op school wat te laten bedaren. Later mag hij weer komen werken en vertelt zijn vrouw alles over zijn geheime minnares, maar zij gelooft hem niet. Ik heb voor dit boek gekozen omdat ik de schrijver goed vind en omdat ik zijn manier
van schrijven erg prettig vind om te lezen. Joost Zwagerman draait nergens omheen, hij zegt: ‘t staight to the point. De situatie waarin het verhaal beschreven werd ben ik wel al eerder tegengekomen en het onderwerp natuurlijk ook, want iedereen spreekt zoiets wel aan dus wordt er ook over geschreven. De hoofdpersoon in het boek is Theo Altena: Theo is 34 jaar oud en is geboren en opgegroeid in Alkmaar. Hij is sinds een aantal jaren leraar Nederlands op het Westfries College in Hoorn. Theo is getrouwd met Sylvia Houtman. Theo heeft een hele grote neus en de lagere klassen noemen hem dan ook De neus. De leerlingen in de oudste klassen vinden Theo de minst erge leraar die je voor het vak Nederlands krijgen kan, maar in de onderbouwklassen is hij minder populair. Hij is iemand die het liefste thuis zit met zijn vrouw. Theo heeft vreemde gewoontes, hij doet bijvoorbeeld de lichten altijd op een bepaalde volgorde uit en
de melkpakken staan op een speciale manier in de koelkast. Theo is een man die met weinig tevreden is. Toch belandt hij in een affaire met een lerares van school. Theo heeft veel last van slapeloosheid, omdat hij denkt dat hij zich in zijn slaap zal verraden aan zijn vrouw. Hij heeft geen vrienden. Hij is niet tevreden met zichzelf en al helemaal niet met zijn beroep. Iris Pompier: Iris is een Surinaamse gymlerares, ze geeft les op dezelfde school als Theo. Ze is in Paramaribo geboren en vanaf haar 10de woont ze in Nederland. Ze woont nu in Hoorn samen met haar man Sidney Pompier. Iris is de eerste zwarte gymlerares op school en dat kan ze goed merken aan de reacties van de leerlingen. Iris is altijd degene die in de relatie met Theo de regels vaststelt, zoals niet thuis opbellen bijvoorbeeld. Iris is zelfverzekerd en weet precies wat ze wil. Sylvia Altena-Houtman: zij is de vrouw van Theo, Sylvia is fiscaal adviseur bij de gemeente en verdient iets meer dan Theo. In het boek kom je verder weinig over Sylvia te weten. Sidney Pompiers: Hij is de man van Iris. Hij zelf heeft ieder jaar weer korte affaires met andere vrouwen, dit komt door zijn afkomst. Daar is het normaal dat een man meerdere vrouwen heeft. Het verhaalt speelt zich in de tijd van nu af. Overspel is echt iets van deze tijd, dus is de tijd bij dit boek ook goed gekozen. Het verhaal wordt verteld in ongeveer
2 jaar, want de relatie duur ongeveer 14 maanden en daarvoor vinden ook nog een paar gebeurtenissen plaats. Het verhaal speelt zich af in Nederland, op het Westfries College in Hoorn. Verder speelt het zich in Alkmaar af waar Theo woont. Een gedeelte dat wel redelijk belangrijk is voor het verhaal is de plaats Tilburg. Daar begint de relatie tussen Theo en Iris. Alkmaar heeft een niet zo’n grote betekenis voor het verhaal, daar woont Theo met zijn vrouw en er gebeurt daar verder niet veel. In Hoorn speelt het eigenlijke verhaal zich af. Daar geeft Theo les aan z’n leerlingen en ontmoet hij Iris iedere dinsdag thuis. Dit boek wordt op twee manieren verteld, door de ogen van Theo en door de verteller. Het wordt nooit door iemand anders zijn ogen verteld. Dit is natuurlijk ook het spannendst, want Theo is een zeer eigenaardig persoon. Hij heeft allemaal rare tikjes, zoals de melkpakken op volgorde leggen in de koelkast. Hij komt ook het meest aan bod in het boek, en hij maakte veel dingen mee. Hij is leraar, heeft een vrouw en een geheime minnares, wordt later ook nog door een incident met Wouter met verlof gestuurd, vindt zichzelf niet perfect en heeft liever een ander beroep. Als je het bijvoorbeeld door de ogen van Sylvia zou vertellen, zou je niet veel te weten komen. Zij heeft haar beroep als fiscaal adviseur en heeft niets in de gaten van de relatie van de haar man. Ik heb niet echt het gevoel dat het verhaal je iets wil vertellen, want je leert hier helemaal niet echt iets van. Het geeft zelfs een verkeerde indruk. Theo vertelt zijn vrouw alles over zijn geheime affaire en zij gelooft hem niet. Dit vond ik wel een rare
wending aan het verhaal. Maar ik denk dat het een heel realistisch verhaal is. Het
komt in de werkelijkheid best vaak voor, denk ik, dat mensen buitenechtelijke relaties hebben. Titelverklaring: Op de vijfde bladzijde van het boek staat een uitleg van de titel De buitenvrouw. Het is een fragment uit een Surinaams-Nederlands woordenboek geschreven door J. van Donselaar. Een buitenvrouw is een naast wettige echtgenote of vaste concubine een, partner die elders woont. Ires is de buitenvrouw van Theo. De schrijver heeft voor deze term gekozen omdat Ires een surinaamse vrouw is. Biografie Johannes Jacobus Willebrordus Zwagerman (Joost Zwagerman) werd op 18 november 1963 in Alkmaar geboren, als zoon van een onderwijzer en een onderwijzeres. Hij woonde in eenvoudige nieuwbouwwijk van Alkmaar. Zijn ouders waren Katholiek maar hebben hem het geloof niet opgedrongen. Zwagerman leerde zichzelf op z’n vierde al lezen en op z’n negende was hij al bezig met het maken van een tijdschriftje, dat hij de Zwagergids noemde. Na de basisschool ging hij naar het atheneum, waar hij na drie jaar vanaf werd getrapt, zodat hij naar de HAVO moest overstappen. Na de HAVO ging hij in 1981 naar de Pedagogische Academie (onderwijzersopleiding). Na het behalen van zijn onderwijscertificaat ging hij Nederlandse taal- en letterkunde studeren op de Universiteit van Amsterdam. Hij maakte deze studie niet af. Hij publiceerde een aantal verhalen in literaire tijdschriften en om zijn schrijfkunde te verbeteren volgde hij en cursus creatief schrijven bij Oek de Jong. Na zijn studie periode debuteerde Joost Zwagerman in 1986 bij de Arbeiderspers met zijn eerste boek De houdgreep.
1986 De stilte ontluisterd
1987 Drie liefdesgedichten
1987 J.D. Salinger en de onwankelbare sympathie
1987 Kroondomein
1987 Langs de doofpot 1988 De ziekte van jij
1989 Gimmick! 1991 Vals licht
1993 Collega’s van God
1993 De kus van Michael Jackson
1993 De mooiste vrouw ter wereld
1994 De buitenvrouw
1994 Op de vrouw af
1996 In het wild
1996 Tomaatsj
1996 Op de man af, op de vrouw af
1997 Chaos en rumoer
Bovenstaande werken zijn romans, verhalenbundels, gedichtenbundels, essays en
opstellen. Joost Zwagerman heeft ook veel artikelen geschreven voor tijdschriften en kranten, waaronder Vrij Nederland, HP de tijd, De Volkskrant en de jongerenkrant Primeur. De achtergronden Veel aspecten die in het boek De buitenvrouw voorkomen, zijn ook voorgekomen in het leven van Joost Zwagerman zelf. Zwagerman is geboren en getogen in een nieuwbouwwijk in Alkmaar die lijkt op de
je lijfelijk geconfronteerd met de spanningen van een multiculturele samenleving; de meest gruwelijke dingen werden er uit het raam geschreeuwd." Een ander aspect van het boek zijn de kleine racistische opmerkingen die een aantal
verschillende personages maakt. Hierover zegt Zwagerman in hetzelfde artikel: "Ik
beschrijf het schemergebied waarin niet puur racistische opmerkingen worden gemaakt, maar die je wel als zodanig uit kunt leggen..... Iedereen maakt zo’n situatie wel eens mee op familiefeestjes of met vrienden in de trein. Iemand maakt een opmerking met een dubieus karakter waarop de rest van het gezelschap stilvalt..." Het laatste aspect is het feit dat Zwagerman het onderwijzerswereldje heel goed kent. Zijn beide ouders waren leraar en hij heeft zelf een leraren opleiding gevolgd. In het interview met Xandra Schutte in de Groene Amsterdammer van 27 augustus 1997 zegt Zwagerman hier over "Ik ken het onderwijzersmilieu heel goed, mijn vader is nog steeds onderwijzer, mijn moeder was lerares." Structuur Het verhaal speelt zich af aan het begin van de jaren ‘90. Dit wordt onder andere
duidelijk door de alarm installatie, de Telebingo die op televisie is en door de
economische situatie van de mensen uit de straat van Theo en Sylvia. De vertelde tijd van het boek is exclusief de flash-backs ongeveer een week. Het boek heeft meer dan tweehonderd bladzijden waardoor de verteltijd en de vertelde tijd van het boek vallen aardig samen. In het verhaal zitten een aantal flash-backs, het verhaal is daardoor dus niet
chronologisch. Het deel van het verhaal wat zich in de tegenwoordige tijd afspeelt is
continu en stapsgewijs, want je weet vrij nauwkeurig wat Theo gedurende de laatste dagen van zijn relatie met Iris doet, als je tenminste de hoofdstukken waarin Theo (de alwetende verteller) vertelt over zijn studenten periode (hoofdstuk 8) en over de eerste dagen van Iris op het Westfries College (hoofdstuk 3), oftewel de flash-backs buiten beschouwing laat. Het hele verhaal is in de verleden tijd geschreven. Ook de flash-back gedeelten zijn in dezelfde verleden tijd. Het verhaal speelt zich rond Alkmaar en Hoorn in West-Friesland af. Theo en Sylvia
ontrouw. Theo is ontrouw aan Sylvia en Iris is ontrouw aan Sydney. Later blijkt ook nog eens dat Sydney ook vreemd gaat. In de relatie tussen Iris en Theo schijnt ook het volgende thema door. Theo is verliefd geworden op Iris omdat zij zwart is, dat is dus een soort discriminatie. Racisme/discriminatie is dus ook een thema van De buitenvrouw. Een gebeurtenis die vaak voorkomt is seks. Toch is seks niet het leidmotief. Dat is
namelijk de dood. Theo is bang voor de dood en daarom denkt hij daar veel over na. Dat hij opeens aan de dood denkt komt op de vreemdste momenten voor. Zelfs tijdens de seks denkt hij er nog aan. "Dat we spelen dat ik dood ben en jij wanhopig probeert mij weer tot leven te
wekken. Dat jij een zwarte doodskist bent van levend steen waar ik in kom liggen, ik het koude witte lijk in een gloeiende sarcofaag. .... Dat jij me keurig wurgt met een zijden sjaal op het moment dat ik in je spuit." Zijn liefde voor Sylvia heeft volgens Theo ook met de dood te maken "Sylvia was
voor hem de door God of Diens Gelijke gezonden vooraankondiging van de dood. Zij was een metafoor, de enige waarin hij kon geloven, een metafoor van vlees en bloed, zij verbeeldde op de liefst mogelijke manier de dood die hem te wachten stond. Haar omarmen was een oefening in sterven." Een opvallende tegenstelling is het schijnbare gelukkige huwelijk van Iris en Sydney en van Theo en Sylvia en het vreemdgaan. Aan het einde van het verhaal wordt duidelijk dat de huwelijken toch niet zo gelukkig waren als ze lijken. Conflicten komen in het verhaal voor op school en thuis. De conflicten op school ontstaan door de pesterijtjes van leerlingen, met het onderwerp de relatie tussen Iris en Theo. Theo denkt dat de tekeningen op het schoolbord een racistische achtergrond hebben, hierdoor draaft hij zo door, dat hij niet door heeft dat ze niet racistisch zijn, maar betrekking hebben op de vermeende relatie tussen hem en Iris.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
W.
W.
mooi hoor meid, xxx
19 jaar geleden
Antwoorden