Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Oosterschelde, windkracht 10 door Jan Terlouw

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
Boekcover Oosterschelde, windkracht 10
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 2645 woorden
  • 27 oktober 2001
  • 199 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
199 keer beoordeeld

Boekcover Oosterschelde, windkracht 10
Shadow
Oosterschelde, windkracht 10 door Jan Terlouw
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
A Samenvatting Deel 1 Vloed
Op een dag gaat Anne Strijen varen. Als ze midden op het Grevelingenmeer is, verandert de windrichting. De wind is zo sterk dat Anne's boot omslaat. Ze gaat aan wal en kleedt zich uit om haar kleren te drogen. In het water vindt ze een kistje dat niet open kan, ze legt het in de boot. Op dat moment komt er een agent (Giel Nolen) langs. Hij maakt een proces-verbaal op, omdat ze naakt rondloopt, maar die is niet serieus bedoeld. Als haar kleren droog zijn kleedt ze zich weer aan. Ze vaart terug naar huis. De volgende dag probeert ze samen met haar vriend het kistje te openen; het lukt. In het kistje zitten allemaal papieren over dijken, dammen en overstromingen. Het kistje blijkt van ene Brooshoofd te zijn. Na een paar weken gaan ze opzoek naar de eigenaar van het kistje. Het blijkt een nogal slordig typ te zijn. Van de buurvrouw krijgen ze te horen dat ze hem al weken niet heeft gezien. Op de weg terug vertelt Anne aan Henk dat ze zwanger is, dit vindt Henk geweldig nieuws. Dat vindt Anne een goede aanleiding om Henk ten huwelijk te vragen. Henk antwoordt daar zonder te twijfelen "ja" op. Ze bereiden het feest voor en gaan trouwen. Alles gaat nogal snel, omdat alles gebeurd moet zijn voordat het kind geboren is. Brooshoofd wordt gevonden in een sloot: dood. Gewikkeld in een zeil met touw, stenen en ijzer om het pakket te laten zinken. Een Rotterdamse rechercheur en Giel Nolen worden op de zaak gezet. De rechercheur legt de zaak weg, omdat hij niet verder komt. Giel Nolen gaat in het geheim verder. Hij vindt een aanknopingspunt en gaat naar Stafmaat, de rechercheur van hem. Anne wordt beschuldigd van moord op Brooshoofd en wordt verhoord op het politiebureau in Rotterdam. Na 2 dagen wordt ze vrijgelaten, omdat er te weinig bewijs tegen haar is. Het hele eiland weet wat Anne heeft gedaan. Haar vader stapt uit de kerkenraad, omdat hij de druk niet meer aan kan. Er verlopen vele maanden. Elk weekend komt Henk vanuit Delft naar Battenoord om de familie Strijen op te zoeken. Alles verloopt rustig tot Henk op zaterdagavond 31 januari naar de radio luistert. Hij hoort dat er een hele hevige storm op komst is: noodnoordwesterstorm met springvloed (volgens Brooshoofd zouden dan de dijken het begeven). Henk gaat met Piet, het broertje van Anne, meteen naar de havenmeester en vraagt hoe de situatie is. Hij zegt dat de situatie kritiek is. Na enige tijd krijgen Henk en Piet de opdracht iedereen te waarschuwen en te evacueren. De familie Strijen gaat naar de kleine zolder. Na een half uurtje breken de dijken door. Als eerste achter het huis van de familie Strijen. Er stroomt veel water het huis in en er stroomt veel huisraad weg. Ook opoe, die in een bedje lag, wordt meegenomen door het water en verdrinkt. Henk is, nadat hij iedereen gewaarschuwd heeft, zelf op een hoog huis gaan zitten. Hij zit wel veilig. De polder stroomt intussen vol. Hennie was dat weekeind bij iemand gaan logeren. Ook daar kwam het water hoog te staan en ze vluchtten met de hele familie van haar vriendin naar boven. 's Maandags komt de hulp voor Anne, vader, moeder en Hennie. Henk wordt pas op woensdagochtend gevonden. Iedereen is verdrietig om de vele doden. De buurman van de familie vertelt dat Piet is verdronken toen hij iemand wou helpen. Na twee dagen begint het water te zakken. Anne krijgt weeën, dus het kind komt drie weken te vroeg. Ze gaat liggen op een matras en wil alleen zijn. "Het is een zoon!" zegt Anne. De hele familie is blij vanwege de baby en verdrietig vanwege Piet, opoe en alle andere mensen die zijn verdronken. Een agent komt zeggen dat Anne niet meer verdacht wordt van de dood op Brooshoofd, omdat iemand de moord heeft bekend. Deel 2 Eb
Valeer, zoon van Anne en Henk, zit bij een actiegroep: ‘Nog Tijd’. Deze actiegroep is voor een open Oosterschelde omdat anders de natuur verloren gaat en voor dijkverzwaring. Ze hebben een keer per maand vergadering in een café. Bij de Deltadienst wordt een maquette opgeblazen van de Deltawerken. De actiegroep ‘Nog Tijd’ is de enige verdachte, maar ontkent alles. Op een avond komt een politieman bij de voorzitter en stelt hem een paar vragen. De voorzitter moet een formulier inleveren van alle namen en adressen van de leden van ‘Nog Tijd’. De voorzitter vindt dat goed en levert de lijst de volgende dag in op het politiebureau. Anne zit met een probleem: of ze voor haar man, die voor een dichte Oosterschelde is, omdat hij bij de Deltadienst werkt, of voor haar zonen Piet en Valeer die tegen een dichte Oosterschelde zijn, omdat die de natuur willen sparen. Ze wil dat zij bewijzen leveren om het probleem op te lossen. Dat vinden ze goed. Meteen die avond gaat Henk bewijzen leveren. De familie gaat eerst naar een begraafplaats van de slachtoffers van de watersnoodramp en naar een getuige van de ramp. Daarna gaan ze naar huis. Na 14 dagen gaan Piet en Valeer bewijzen leveren. Ze gaan naar het meer en laten zien hoe schoon het water is, vervolgens laten ze zien hoe vies het water kan worden. Daarna gaan ze naar iemand die zwaar verongelukt is, net als velen met hem, op een dijk van de Deltawerken. Ook gaan ze naar een dijkverzwakking waar volgens hen wat aan gedaan moet worden. Anne kiest nog geen kant en wacht op de uitslag van een commissie die bezig is met een onderzoek naar de Deltawerken bij Oosterschelde. Valeer verdenkt een ingenieur van de Deltawerken, de heer Lievenbach, van de bom in het gebouw, omdat hij de enige was die de sleutel had van het kamertje waar de maquette stond. Valeer stelt de voorzitter van ‘Nog Tijd’, Jos de Visser, op de hoogte, maar vertelt niks aan zijn familie. Als er een rondvaartocht van de Commissaris van de Koningin, burgemeesters, journalisten en medewerkers van de Deltawerken is om te laten zien hoe het met de Oosterschelde gaat, trommelt ‘Nog Tijd’ alle mossel- en oestervisser uit de omgeving bij elkaar voor een demonstratie. Met veel spandoeken en getoeter maakt het een heel goede indruk bij de mensen voor een overweging tussen een open of een dichte Oosterschelde. Na een week komt de uitslag van de commissie die een onderzoek deed naar de Oosterschelde. De conclusie is dat er een blokken dam moet komen met kokers erin en schuiven, zodat hij alleen dicht hoeft met een hoge waterstand. ‘Nog Tijd’ stemt na een vergadering voor evenals het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dat Ministerie stuurt een brief naar de regering. Na twee weken komt er een debat in de Tweede Kamer. De uitslag is dat het merendeel voor een dam met schuiven (stuwcassiondam) is.
B De verhaalanalyse
1. Titel:
Het boek heet ‘Oosterschelde windkracht 10', omdat het over de watersnoodramp van 1953 gaat, en het gevolg daarvan: moet de Oosterschelde wel of niet dicht? Oosterschelde slaat op het water de Oosterschelde in Zeeland, die zorgde voor overstromingen. Windkracht 10 slaat op de storm. 2. Genre: Het is een historisch, liefdes en informatief verhaal. Dat is zo omdat het gaat over de watersnoodramp van 1953 en er vindt ook liefde plaats tussen Henk en Anne. 3. Personen: a. de hoofdpersonen: Anne: Anne is 20 jaar. Ze heeft een slank figuur, zo’n 1.60 groot, zacht bruin haar, brede mond, twee donkere, bruine ogen. Henk: is eerst een vriend en later de man van Anne. Hij studeerde aan de universiteit in Delft. Hij werkt aan de wederopbouw van de Deltadienst. Is zeer behulpzaam en is een aardig persoon hij krijgt later met Anne twee zoons. b. de bijpersonen: Vader Strijen, Moeder Strijen, Hennie strijen, Piet strijen, Piet Boesschoten en Opoe. 4. De tijd: a. Deel 1 van het verhaal speelt zich af in 1952 en januari en februari van 1953. Deel 2 van het verhaal speelt zich af in 1973 en 1974. b. Er verloopt in deel 1 is ongeveer acht maanden en een week en in deel 2 ongeveer een jaar en vier maanden. En tussen het eerste deel en tweede deel is er nog een tijdsprong van 20 jaar. c. Het verhaal is niet chronologisch, want er zijn veel sprongen in de tijd, bijvoorbeeld tussen deel 1 en deel 2. d. Ja, er zijn flashbacks: 1) de sprong van 20 jaar tussen deel 1 en deel 2
2) Er wordt terug gekeken op de storm die voor de watersnoodramp zorgde.
5. Vertelwijze: Het is verteld door de ogen van de verteller, Jan Terlouw. Het is dus een Personale verteller. 6. Ruimte a. Deel 1 Vloed speelt zich af in en rondom Battenoord, een gehucht op het Zeeuwse eiland Goeree-Overflakkee. Deel 2 Eb speelt zich af in Zierikzee, Yerseke en op de Oosterschelde. De Oosterschelde speelt een grote rol, omdat er besloten gaat worden of hij wel of niet dicht gaat. b. De plaats heeft invloed op de hoofdpersoon omdat het er in het verhaal allemaal om gaat of de Oosterscheld wel of niet dichtgaat en daar heeft de hoofdpersoon alles mee te maken. 7. Thema: 1e deel: Het thema van het verhaal is de watersnoodramp. De schrijver heeft het zelf meegemaakt, leefde toen het gebeurde, familieleden en bekenden kwamen om bij de watersnoodramp. 2e deel: Het thema van het verhaal is het wel of niet afsluiten van de Oosterschelde met een dam. Hij wil kijken wat er in die tussen tijd gebeurd is 8. Motieven: Liefde: Dat gaat om de liefde die er is tussen Henk en Anna
Angst: Dat is in deel in als er een hevige storm is en men bang is dat de dammen kapot gaan en alles onder water loopt. 9. Taalgebruik: Het verhaal is niet zo moeilijk, de zinsbouw is ook makkelijk. Dit komt natuurlijk omdat het een jeugdboek is en het kan daarom niet al te moeilijk gemaakt zijn. 10. Begin/einde: a. Het is een open begin, de schrijver begint meteen met de gebeurtenis dat Anna op een dag gaat varen. b. Het is een gesloten einde, want het einde is dat de Oosterschelde een dam krijgt. Dat is een dam met die alleen dicht gaat als er hoog water is, ook wel een stuwcassiondam genoemd. C. Mening: Ik vond het een leuk en spannend boek omdat gedurende het hele boek er wat spanning in zat. Het boek is ook mooi en makkelijk geschreven. Het is ook werkelijk omdat het waar gebeurd is, de watersnoodramp. En dat maakt het boek natuurlijk ook interessant. Het spannendste stukje vond ik toen het water heel hoog kwam omdat er van alles gebeurde. Het leukste stukje vond ik in het begin omdat toen Anne van naaktloperij werd beschuldigd. Als ik het boek een cijfer moest geven, dan zou ik een 8 geven omdat ik het een leuk boek vond.
D. Schrijver: Naam: Jan Terlouw
Geboren: 15 november 1931
Studie: Wis- en natuurkunde, gepromoveerd in kernfysica. heeft ook lange politieke carrière: was gemeenteraadslid, fractievoorzitter D'66, Lid van Tweede Kamer, Minister van Economische Zaken, Secretaris-Generaal, Commissaris der Koningin in Gelderland en sinds 1999 Senator van de Eerste Kamer. Debuut: De avonturen van oom Willibrord (1970) Genres: Jeugdboeken, verhalen
Bijzonderheid: Heeft lange politieke carrière: was gemeenteraadslid, fractievoorzitter D'66, Lid van Tweede Kamer, Minister van Economische Zaken, Secretaris-Generaal, Commissaris der Koningin in Gelderland en sinds 1999 Senator van de Eerste Kamer. Citaat: 'Tegenwoordig blijft een kind heel lang kind, omdat het door de ingewikkelde samenleving tot zijn twintigste moet blijven leren. Toch tellen kinderen net zo hard mee als mensen van vijftig.' (Reformatorisch Dagblad, 20-9-1996) Recent werk: Eigen rechter (1998), Gaan waar de woorden gaan (1999, rede) Jan Terlouw werd als zoon van een dominee in 1931 geboren. Hij was de oudste zoon thuis en had nog twee broers en twee zussen. Hij groeide op in de Veluwse dorpen Garderen en Wezep waar zijn vader predikant was. Beide dorpen hebben later model gestaan voor zijn boeken; Garderen wordt beschreven in Bij ons in Caddum en Oorlogswinter speelt in het dorp Wezep, al noemde Terlouw het in zijn boek Hank. Jan Terlouw kreeg de liefde voor verhalen met de paplepel ingegoten; zijn vader was een man die graag vertelde. Over zijn boeken
In zijn boeken stelt Jan Terlouw vaak eigentijdse problemen aan de orde. Hij heeft zijn lezers echt iets te vertellen en bedenkt steeds weer een boeiende vorm om zijn verhaal in te gieten. Dat kan bijvoorbeeld een detective zijn, maar ook een meer sprookjesachtige setting. Hij vindt het heel belangrijk dat kinderen met taal bezig zijn en veel lezen. Niet voor niets is hij voorzitter van de Stichting Lezen. De hoofdpersonen in zijn boeken lopen niet weg voor hun verantwoordelijkheden en door middel van zijn verhalen wil Terlouw de lezer aansporen ook zelf verantwoordelijkheid voor zijn daden te dragen. Dat wordt bijvoorbeeld heel duidelijk in Eigen rechter. Hierin laat Jan Terlouw zien dat de wet niet altijd even helder is en dat iedereen zijn eigen rechtsgevoel moet ontwikkelen en zelf beslissingen moet nemen. 1971 Koning van Katoren, Gouden Griffel 1972, Eremedaille Padua 1973, Oostenrijkse Jeugdboekenprijs 1973
De oude koning van het land Katoren is overleden en de zeventienjarige Stach wil hem opvolgen. De ministers zijn woedend en geven Stach zeven bijna onuitvoerbare opdrachten. 1972 Oorlogswinter, Gouden Griffel 1973, Honor List Hans Christian Andersen Jury in Rio de Janeiro 1974, Vara tv-serie
De vijftienjarige Michiel maakt de laatste oorlogswinter '44/'45 mee. Hij raakt betrokken bij het verzet en krijgt gevaarlijke opdrachten die hij helemaal alleen moet uitvoeren. 1973 Briefgeheim, Veronica tv-serie
Eva loopt weg van huis omdat haar ouders altijd ruzie maken. In haar schuilplaats ontdekt ze dat er een plan voor een moord wordt beraamd. Samen met de buurtkinderen brengt ze het complot aan het licht. 1976 Oosterschelde windkracht 10
In 1953 wordt Zeeland door een watersnood getroffen. Herhaling van deze ramp moet tot elke prijs voorkomen worden. Twintig jaar later, als driekwart van het Deltaplan is uitgevoerd, komt de jonge milieubewuste generatie in opstand. 1977 Pjotr (In 1970 eerder verschenen bij Van Holkema en Warendorf) Rusland rond 1900. Pjotrs vader wordt naar Siberië gestuurd omdat hij een man heeft neergeslagen die zijn zoon aanviel. Pjotr reist hem achterna. Het begin van een barre voettocht dwars door Rusland. 1981 Oom Willibrord (In 1970 eerder verschenen bij Van Holkema en Warendorf) Oom Willibrord is oersterk, durft alles en zorgt altijd voor verrassingen. Hij is de fijnste oom van de hele wereld! 1983 De Kloof

Al 45 jaar loopt er een kloof door het land Berg en Dal en er is nog steeds geen brug. Het volk heeft zich erbij neergelegd, maar als de zestienjarige Ginder een restant van een dagboek vindt met daarin aantekeningen over de kloof en een brug, gaat hij op onderzoek uit. 1986 Gevangenis met een open deur
Oud-commisaris Keizer maakt zich al jaren zorgen over de jongeren die zich aansluiten bij de sekte 'The Living Souls'. Hij wil bewijzen dat de sekte misdadig is en hij vindt drie jongeren bereid om in de sekte te infiltreren. 1989 De Kunstrijder, Bekroond met de prijs van de Nederlandse Kinderjury 1990
Patrick zit in een rolstoel en zijn vriend Tom is doof. Op een avond zien ze in de buurt van het museum een meisje met een groot rechthoekig pak lopen dat een kelderraampje van het museum inslaat en het pak in de kelder zet… 1993 De uitdaging en andere verhalen, Met illustraties van Ashley Terlouw
Een verzameling korte, uiteenlopende verhalen. Soms lichtvoetig, soms serieus en soms bizar. Kleine voorvallen kunnen grote gevolgen hebben. 1998 Eigen rechter, Genomineerd door de Jonge Jury 2000
Julius' vader wordt vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs terwijl hij het wél gedaan heeft. Dat is zó in strijd met Julius' rechtvaardigheidsgevoel dat hij wegloopt van huis. Maar gaandeweg komt hij erachter dat de wet niet zo rechtlijnig te interpreteren is als hij denkt. Daarnaast heeft Jan Terlouw nog een aantal korte verhalen en boeken geschreven, waarvan sommige voor volwassenen, die niet door uitgeverij Lemniscaat zijn uitgegeven: 1971 Bij ons in Caddum Van Holkema en Warendorf
1974 De heks van IJsselstein De Sikkel
1978 De Derde Kamer Veen
1983 Naar zeventien zetels en terug Veen

REACTIES

K.

K.

volgens mij is het geen personale verteller maar is het geschreven in een alwetend perspectief alwetende verteller

18 jaar geleden

J.

J.

Hallo,

Er is een typfout in het verslagje dat ik net gelezen heb. In het midden staat 'Anna' in de plaats van 'Anne'.
:P


18 jaar geleden

A.

A.

beetje leuk

9 jaar geleden

P.

P.

heel leuk boek

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Oosterschelde, windkracht 10 door Jan Terlouw"