Het boek heet Pijnstillers omdat eerst dacht de moeder van Casper dat de pijn in haar buik niet zo erg was en daarom gebruikte ze pijnstillers en wilde ze niet naar de dokter. Maar later bleek het heel ernstig te zijn en dan helpen de pijnstillers niet meer, misschien als ze eerder naar de dokter gegaan was had ze misschien genezen kunnen worden. De schrijfster: Carry Slee werd geboren op 1 juli in Amsterdam. In 1975 haalde ze haar diploma aan de Academie voor Expressie Door Woord en Gebaar in Utrecht. En ging ze als lerares drama in het middelbaar beroepsonderwijs werken. Ze verzon samen met haar leerlingen korte toneelstukjes, die ze daarna probeerden te spelen. Als kind was ze al bezig met schrijven. Toen haar 2 kinderen klein waren vertelde ze elke avond over Keetje Karnemelk. Omdat haar dochters het erg leuk vonden heeft ze de verhaaltjes opgeschreven en naar de Bobo gestuurd. Ze werden opgenomen in het blad en daardoor ging Carry Slee door met schrijven. In 1989 kwam haar eerste boek uit het heette Rik en Roosje. Ze schreef vooral voorleesboekjes voor kleuters en boeken voor kinderen vanaf 9 jaar En nu dus ook boeken voor kinderen van 12 jaar en ouder. Carry Slee schrijft niet alleen boeken onder haar eigen naam, ze schrijft er ook onder de naam Sofie Mileau. Waar speelt het boek zich af? Het boek speelt zich af in Amsterdam.
In welke tijd speelt het boek zich af? Het verhaal speelt zich af in deze tijd, want Casper zit op een gewone school met dezelfde regels als op onze school. Casper zit in de 3e klas. Hoe lang is de vertelde tijd? De vertelde tijd is ± 1 jaar. De hoofdpersonen: Casper: Casper heeft donkere krullen en donkere ogen. Casper houdt heel erg van keyboardspelen en hij kan het ook heel goed > Hij is dus heel muzikaal. Hij is onzeker want elke keer als er iets met zijn moeder is denkt hij dat ze doodgaat. Hij is jarig op 9 september en is 15 jaar. Pim: Pim is een dunne jongen en hij is heel klein. Hij is goed in striptekenen en hij wil daarom ook striptekenaar worden. Hij is ook heel humoristisch. Hij zit bij Casper in de klas. Hij is 15. Sofie: Sofie is een meisje dat altijd verliefd is. Sofie is heel spontaan. Ze zit bij Casper in de klas. Ze is 15. Roy: Roy is een Surinaamse jongen. Hij heeft rastavlechtjes. Roy is de vriend van Sofie. Hij zit in de 4e. Hij is ± 16. Anouk: Anouk heeft blond haar en bruine ogen. Anouk kan heel goed zingen > Ze is dus heel muzikaal net als Casper. Daarom doet ze samen met Casper auditie voor het orkest. Ze zit niet bij Casper in de klas. Ze is 15.
Marit: Marit is de moeder van Casper. Ze heeft veel zelfvertrouwen, want in de periode dat ze ziek is blijft ze hopen dat ze beter wordt. Ze is 42. Ze is dol op verrassingen. Bob: Bob heeft zwarte krullen en een rode pet op. Hij is fotograaf. Hij kan heel goed mondharmonica spelen > Hij is dus ook muzikaal net als Casper. Hij is ± 45. Korte inhoud: Casper woont alleen met zijn moeder, hij heeft zijn vader nooit gekend. Ze hebben samen een heel gelukkig leven. Totdat zijn moeder opeens last krijgt van haar buik, ze zegt dat het van de stress komt, maar later blijkt dat het kanker is. Zijn moeder wordt opgenomen in het ziekenhuis. Ze doen daar eerst een kijkoperatie om te kijken of ze de tumor kunnen verwijderen. Dat blijkt niet te kunnen dus wordt zijn moeder ontslagen uit het ziekenhuis. Casper krijgt van Anouk het adres van een dokter met alternatieve geneeswijzen in Den Haag. Ze is daar met haar vader ook geweest, die had ook kanker. Dus gaat Casper daar met zijn moeder naar toe. Zijn moeder gaat regelmatig naar die dokter totdat ze te horen krijgt dat hij haar niet kan genezen. Casper is intussen opzoek gegaan naar zijn vader. Hij kreeg van zijn moeder het adres van zijn opa en oma. Dus had hij ze een keer opgebeld en het adres van zijn vader gevraagd. Hij ging op een dag naar zijn vader. Toen hij op de bel had geduwd deed er een vrouw open: zijn vader was er niet. Hij had van zijn oma ook een telefoonnummer gekregen dus dacht hij ik bel mijn vader op. Dus hij stapte de eerste telefooncel in en draaide het nummer. Hij heeft via de telefoon een afspraak met hem gemaakt: zaterdagmorgen om 11:00 uur in de espressobar van de Bijenkorf. Er zou daar een supergelukkige vader met een rode pet zitten. Zijn moeder is intussen hard achteruit gegaan. Zijn tante, Tante Inge, is zolang bij hen in huis gekomen. Om voor Casper en zijn moeder te zorgen. Zijn moeder gaat niet meer naar de dokter in Den Haag, ze kan niet meer genezen. Casper doet samen met Anouk auditie voor het orkest. Ze komen erdoorheen en zitten in het orkest. In het begin zijn ze heel blij, maar later ziet Casper het eigenlijk niet zo zitten want nu zijn moeder zo ziek is wil hij liever zoveel mogelijk bij haar zijn. Als zijn moeder dood gaat, wil Casper zo weinig mogelijk aan haar denken dus stort hij zich helemaal op zijn huiswerk. Zijn vrienden zien dat hij niet goed met zijn verdriet omgaat en proberen hem te helpen maar dat wil hij niet. Hij is zelfs van plan om zijn keyboard te verkopen omdat hij anders teveel aan zijn moeder moet denken. Hij heeft inmiddels verkering met Anouk. Als Anouk hoort dat Casper zijn keyboard wil verkopen en uit het orkest wil stappen wordt ze heel erg boos en wil ze het uitmaken als hij niet in het orkest blijft. Dat zet Casper aan het denken. Hij denkt aan Anouk, ze heeft hem gezegd dat hij niet voor zijn moeder moet ‘vluchten’, maar hij moet haar juist opzoeken. Dus stapt hij haar werkkamer binnen en begint plotseling tegen zijn moeder te praten. Hij besluit dat de werkkamer van zijn moeder voortaan zijn kamer wordt dus verhuist hij al zijn spullen naar die kamer. En ook zijn keyboard… Mening: Ik vind het een heel mooi boek, want je leeft echt helemaal met Casper mee > je leest zijn gedachten, je leest wat hij doet en wat hij zegt.