Koning van Katoren door Jan Terlouw

Inleiding

Ik houd mijn boekverslag over het boek: ‘de Koning van Katoren’, omdat ik het een erg leuk en spannend boek vind. Het boek, samengevat in een paar regels, gaat zo:
De oude koning van Katoren is dood en er moet een nieuwe koning komen, want het land wordt nu geregeerd door zes zure ministers. Stach, een jongen van 17, wil wel koning worden. Maar daarvoor moet hij eerst zeven moeilijke opdrachten uitvoeren.

Veel plezier met het lezen van mijn boekverslag over: de Koning van Katoren.


Hoofdstuk 1: zakelijke gegevens

- Titel: de Koning van Katoren.
- Schrijver: Jan Terlouw.
- Uitgever: Wolters-Noordhoff BV te Groningen.
- Jaar van Uitgave: 1999.
- Een boek van de Serie: vroege lijsters 1999.
- Illustraties Binnenwerk: Dirk van der Maat.
- Illustratie Omslag: John Rabou.
- Ontwerp Omslag: Studio Wolters-Noordhoff.
Uitgegeven met een licentie van uitgeverij Lemniscaat.
- Prijzen: gouden Griffel in 1972, bekroond door de kinderjury’s van Amsterdam en Rotterdam in 1972, tweede Europese Jeugdboekenprijs in 1973 en de Oostenrijkse Jeugdboekenprijs.
- Aantal bladzijden: 183 bladzijden.
- Aantal illustraties: 6 illustraties.
- Aantal hoofdstukken: 14 hoofdstukken.
- Verklaring van de titel: het boek draait helemaal om de weg die Stach moet af leggen om ‘Koning van Katoren’ te worden. Daarom heet het boek ‘de Koning van Katoren’.

- Verklaring van de voorkant: Stach moet, als laatste opdracht, op de stoel van Stellingwoude plaats nemen. Dat is op de voorkant van het boek afgebeeld.
- Vertelwijze: het wordt verteld door Jan Terlouw zelf, want er wordt over ‘hij’ en ‘Stach’ geschreven en niet over ‘ik’.

Hoofdstuk 2: iets over de schrijver

Jan Terlouw is geboren op 15 november 1931 in Kamperveen. Hij groeit op in de Veluwse dorpen Garderen en Wezep. Hij heeft 2 jongere zussen en 2 jongere broers. Jan komt al op jonge leeftijd in aanraking met de vertelkunst en met prachtige bijbelverhalen, omdat hij strenggelovig opgevoed werd en zijn vader vertellen kon als de beste. Als in 1940 de oorlog uitbreekt, maakt Jan dit heel bewust mee. In de winter van 1944 ziet het gezin veel mensen op hongertochten voorbijkomen en die helpen ze natuurlijk zoveel als ze kunnen. Na zijn middelbare schooltijd gaat hij wiskunde en natuurkunde in Utrecht studeren. In die tijd ontmoet hij Alexandra Hulst. Ze trouwen in 1956 en krijgen 3 dochters en één zoon. Na zijn afstuderen richt Jan Terlouw zich in eerste instantie vooral op de wetenschap. Hij werkt anderhalf jaar in Amerika en een jaar in Zweden. Samen met zijn gezin keert hij vervolgens terug naar Utrecht. De jaren erop is Terlouw veel in de politiek te zien. Hij zet zich in voor de partij D’66, wordt minister van Economische Zaken, werkt als Europees minister van vervoer in Parijs en terug in Nederland wordt hij in 1991 benoemd tot commissaris der Koningin voor de provincie Gelderland. In 1996 gaat hij met pensioen, maar hij stil zitten kan hij niet. Twee jaar lang trekt hij met een verhalenprogramma langs kleine zalen samen met zijn dochter Pauline, die violiste is en hij zorgt voor de verzorging van al het vee, dat hij intussen heeft gekregen. In 1970 is hij begonnen met het schrijven van kinderboeken: “Pjotr” en “De avonturen van oom Willibrord” waren zijn eerste jeugdboeken. Daarop volgde: “Koning van Katoren”, “Oorlogswinter”, “Briefgeheim”, “Oosterschelde windkracht 10”, “De kloof”, “Gevangenis met een open deur”, “De kunstrijder”, “De Uitdaging en andere verhalen” en zijn laatste boek: “Eigen Rechter”, dit boek verscheen in 1998. Met zijn boeken won hij vele prijzen.

Hoofdstuk 3: het boek

§3.1: plaats en tijd

-Plaats

Het speelt zich af in een fantasie land: Katoren. In de volgende plaatsen:
Wiss (hoofdstad van Katoren)
Decibel
Wapenfelt
Smook
Uikumene
Afzette en Rije
Ekilibrië
Stellingwoude

-Tijd

Omdat het een fantasieverhaal is, weet ik niet wanneer het zich afspeelt. Het kan nu zijn, en ook 100 jaar geleden. Wat ik wel weet is dat er treinen in voor komen, maar geen computers. Het boek duurt iets meer dan een jaar.

-Hoofdgedachte achter het boek


De hoofdgedachte achter het boek is "voor elk probleem is er een oplossing". Alle burgemeesters, ministers en bewoners van Katoren dachten dat de opdrachten voor Stach onmogelijk waren, maar Stach dacht daar echter anders over; hij luisterde naar de verhalen van de burgemeesters en van de burgers over het probleem van de stad en leidde daar een oplossing voor het probleem uit af.

§3.2: de Personen

–Hoofdpersonen

Er is maar 1 hoofdpersoon, dat is Stach. Hij is een wees en woont bij zijn oom Gervaas. Hij verandert ook in het verhaal, want in het begin van het verhaal is hij 17 jaar en aan het eind van het verhaal is hij net 18 geworden.
In het begin van het verhaal, is Stach een lieve, maar onbescheiden jongen. Hij is erg brutaal, vooral tegen de ministers, daarom zien zij hem als een brutale, onbeleefde jongen. Hij is ook nog eerlijk, moedig, zeer vindingrijk, listig en grappig.
-Uiterlijk: over het uiterlijk kan ik niet zoveel vertellen maar op de voorkant van onze versie van het boek kun je zien dat hij kort bruin haar heeft, dat een beetje door de war ligt. Hij is gekleed als een doorsnee jongen van 17 jaar. Ik schat dat hij ongeveer 1.70 cm lang is.

–Bijpersonen

→ De 6 Ministers
-Minister Zuiver van Reinheid.
-Minister Pardoes van IJver. Hij houdt van opschieten
-Minister de Seer van Ernst. Hij is de oudste minister. Hij lacht nooit en doet alleen hoogst serieuze dingen.
-Minister Walsen van Orde en Regelmaat. Hij leidt een pijnlijk nauwkeurig leven. Hij draagt om iedere pols een horloge en bovendien is hij in het bezit van een zakwekker die op regelmatige tijden afloopt.
-Minister Regtoe van Eerlijkheid. Hij heeft een zwaar leven, omdat hij eerlijk wil zijn. Jarenlang heeft hij er over getobd of je wel ’geachte heer’ boven een brief kunt zetten als je de man absoluut niet acht. Hij heeft het een keer geprobeerd met ‘vervelende klier’, maar dat gaf grote moeilijkheden. Nu zet hij niks meer boven zijn brieven en dat bevalt goed.

-Minister Broeder van Deugd. Meestal is hij op tournee om lezingen te houden. Hij woont dus bijna nooit een vergadering bij.

→ Gervaas
Gervaas is een arme, maar vriendelijke en zorgzame man die dienstbode is in het paleis van de voormalige oude koning. Nadat de ouders van Stach waren overleden, nam hij Stach in huis.

Hoofdstuk 4: de samenvatting

In het land Katoren regeerde een vrolijke oude koning. Op een avond stormde het verschrikkelijk en de oude koning overleed. Op dezelfde avond werd er ergens anders in Wiss een baby geboren met de naam Stach. De vader van de baby moest de volgende dag de vlag halfstok hijsen op een kerk, maar hij was erg zenuwachtig en viel naar beneden. Hij was op slag dood. Stach’s moeder was zo geschrokken, dat ze de kraamvrouwenkoorts niet overleefde en zo stond Stach alleen op de wereld. Z'n oom Gervaas (hij werkte als dienstbode bij het hof) nam hem in huis. Toen zagen 6 zure ministers een kans om de macht te grijpen.
Oom Gervaas kreeg, toen hij Stach nog maar een paar dagen in huis had, een visioen waarin Stach koning was. Omdat Stach, inmiddels al zeventien, in visioenen geloofde vroeg hij aan de ministers wat je moet doen om koning te worden. De ministers overlegden in de ministerraad. Ze kwamen er niet uit en ze besloten om te dobbelen tussen: verbannen worden naar een ander land, zijn hoofd eraf of 7 bijna onmogelijke opdrachten uitvoeren: als Stach die allemaal uit zou weten te voeren zou Stach de nieuwe koning worden. Gelukkig werden het de 7 opdrachten.
De eerste opdracht waren de vogels van Decibel. Zij vlogen twee maal in de week over de stad heen. Dit lijkt niks bijzonders, maar dat was het wel, want ze krijsten allemaal op dezelfde toon en zo hard dat de mensen niet eens meer normaal over straat konden. Stach moest de vogels leren zwijgen en hij loste het op door met een toongenerator (en heel veel versterkers) de stembanden van de vogels te laten knappen. Toen kwam de tweede opdracht: het omhakken van de granaatappelboom in Wapenfelt. Hij kwam erachter dat vlakbij de boom een wapenfabriek stond en dat uit de schoorsteen allemaal kruitdeeltjes kwamen die de appels van de boom bevruchtten. Hij zei tegen de baas van de fabriek dat hij iets anders moest gaan produceren. Na wat overleggen ging de baas inderdaad iets anders produceren en na lange tijd vielen er steeds minder appels op de grond tot er op een dag niks meer op de grond viel, zodat Stach eindelijk de boom kon gaan omhakken. De derde opdracht: de draak van Smook. Het dorpje Smook werd geteisterd door een draak die zwaveldamp uit blies. Doordat de zwaveldamp de hele lucht bedekte, kon er geen zonlicht door komen en dus hadden de bewoners van Smook nog nooit zonlicht gezien. Hij las wat boeken over de draak en zat dagenlang te piekeren over hoe hij de draak kon verslaan. Uiteindelijk vroeg hij aan de burgemeester een vuurpijl en maakte hem zo dat hij in de buik van de draak zou ontploffen. Ook deze opdracht lukte. De vierde opdracht: de schuifelende kerken van Uikumene. Rondom het dorpje Uikumene liepen 7 kerken te schuifelen. Ze konden een beetje worden bestuurd, als ze maar in beweging bleven. Ook deze opdracht lukte Stach doordat hij op het idee kwam om ze allemaal naar een plek toe te laten schuifelen zodat ze tegen elkaar aan knalden en zo elkaars krachten ophieven. Toen gingen de ministers een beetje vals spelen; ze gaven hem opdracht 4a, hierbij moest Stach van de Sint-Aloïsius af moet springen. (Dit was de kerk waar de vader van Stach vanaf was gevallen). Deze opdracht lukte gelukkig, doordat Stach alle mensen die kwamen kijken een kussen mee liet brengen, waar hij vervolgens boven op sprong. De vijfde opdracht, de knobbelneuzen van Afzette en Rije. Deze stad werd geplaagd door een vervelende kwaal, namelijk de knobbelneuzen. (Hier konden de mensen aan dood kan, als ze er geen goed middel voor hadden). Dat goede middel (dat overigens heel erg duur was) werd alleen gemaakt door de Tara’s (rijke mensen) Stach kwam in aanraking met een Tara en merkte dat het een heel simpel middeltje was; bestaande uit onder andere mosterd en zout. Hij gaf het recept aan alle mensen en zo verdwenen de knobbelneuzen van Afzette en Rije. Opdracht zes was de Pantaar van Ekilibrië. In Ekilibrië kwam elke avond een tovenaar aan de deur om iets op te halen, dat voor de mensen van hoge waarde was. Soms nam hij zelfs mensen mee. Stach kwam in aanraking met de tovenaar en uiteindelijk wierp de tovenaar zich in het vuur zodat Ekilibrië verlost werd van het gevaar. De zevende opdracht was in Stellingwoude. Hier moest Stach op een stoel gaan zitten. Men kon het alleen overleven als men door 6 mensen die hoger in ambt waren op de stoel werden getild. Stach vroeg toen aan de burgemeesters om hem in de stoel te zetten. Dat wilden ze wel (na lang zeuren van Stach). Toen dat was gebeurd werd Stach koning van Katoren en hij trouwde met Kim, dochter van de burgemeester van Wapenfelt.

Hoofdstuk 5: mijn mening

Ik vind het een heel leuk boek (veel leuker dan andere boeken van Jan Terlouw), omdat er erg veel spannende stukken in zitten, bijvoorbeeld als Stach de draak van Smook moet verslaan. Ook vind ik de namen van de 6 ministers en van de plaatsen waar Stach zijn opdrachten moet vervullen leuk gevonden.
In het boek staan ook een paar saaie stukken, want die gaan eigenlijk helemaal nergens over.
Naast de hoofdgedachte van het boek komt volgens mij ook naar voren, dat als je iets echt wilt, het je ook zal lukken.

Ik denk dat het boek misschien iets te makkelijk is voor mijn leeftijd, omdat het wat kinderachtig geschreven is en er geen moeilijke woorden in staan.
Het is eigenlijk een ontzettend ongeloofwaardig verhaal….. maar wel leuk!

Hoofdstuk 6: informatiebronnen

Voor mijn boekverslag heb ik de volgende informatiebronnen gebruikt:
het boek ‘de Koning van Katoren’
het internet
knipselmap over de schrijver Jan Terlouw