Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Het bittere kruid door Marga Minco

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
Boekcover Het bittere kruid
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 1379 woorden
  • 5 augustus 2001
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
7 keer beoordeeld

Boekcover Het bittere kruid
Shadow

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerheid en angst. Zelfs als de bezetter toeslaat, blijft er nog een spoor van hoop om aan het lot te ontkomen. Met kleine middelen roept de schrijfster een sfeer op van dreiging, ongegronde hoop …

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerhe…

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerheid en angst. Zelfs als de bezetter toeslaat, blijft er nog een spoor van hoop om aan het lot te ontkomen. Met kleine middelen roept de schrijfster een sfeer op van dreiging, ongegronde hoop en verwachting, die precies weergeeft wat in die jaren in de harten van de vervolgden leefde. Sober omslag, duidelijke druk.

Het bittere kruid door Marga Minco
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Deel 1: Technische en biografische informatie. Het boek “Het bittere kruid is geschreven door Marga Minco. Zij is geboren op 1920 en zij heeft de Nederlandse nationaliteit. Het bittere kruid bevat 87 pagina’s en het is uitgegeven door Wolters-Noordhoff, in de serie ”De jonge lijsters” van 1995. De ondertitel is: “een kleine kroniek” Marga Minco is in 1920 geboren. Zij raakte sterk beïnvloed door de tweede wereldoorlog, dit is duidelijk te merken in haar boeken, en zeker in dit boek, dat zich in die tijd afspeelt. Zij heeft voor dit boek in 1958 de Vijverbergprijs ontvangen. Deel 2: Verhaalanalyse. Dit boek speelt zich af in de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) in Nederland. Voor het grootste deel speelt het zich af in Amsterdam. Het boekje bevat 22 hoofdstukken, die elk maar een paar bladzijden groot zijn. De indeling lijkt op die van een toneelstuk, ook al omdat er in de hoofdstukken niet zoveel actie zit. Elk hoofdstukje heeft een naam, die vaak slaat op de plaats waar het zich afspeelt, of op een voorwerp dat een belangrijke rol heeft, of een gebeurtenis. Het verhaal is geschreven vanuit de ikpersoon. Hierdoor staat nergens in het boekje de naam van de hoofdpersoon. (Tenzij ik er overheen gelezen heb.) Maar omdat het boekje gedeeltelijk autobiografisch is, noem ik de ikpersoon vanaf nu Marga. Zij is een jong meisje, dus begrijpt niet wat aan de hand is. Zij en haar familie zijn joods. Dit brengt gevaar met zich mee. Ze is nog erg kinderachtig in haar gedragen in haar denken. Ze is onschuldig, naïef, net zoals de rest van de familie, die beter zouden moeten weten. Zie blz. 13 onderaan (Een gesprek tussen Marga, Dave en Lotte) “Ben je ziek?, vroeg ik. “Nee”, zei hij, “waarom?” “Je hebt daar toch een drankje?” “Dat is voor morgen,” zei hij. “Voor... eh de zenuwen?” vroeg ik. “Nee, voor iets anders, “ zei hij. Marga’s vader is een echt hoofd van het gezin. Hij is afwachtend. Hij is bewust Joods, dat wil zeggen dat hij de rituelen en leefregels zeer nauw neemt. Hij is erg aardig, en hij begrijpt niet dat anderen dat soms niet zijn. Zie blz. 7-8 (een gesprek tussen de buurman en Marga’s vader) “Hebt u ze gezien?” vroeg hij. “Dat is niet mals, hè?” Nee,”zei mijn vader, “ik heb nog niets gezien. We gaan eens kijken.” “De hele stad wemelt ervan,”, zei de buurman. “Dat zal wel,” zei mijn vader. “Breda is een garnizoensstad, daar kun je zoiets verwachten.” “t zal mij benieuwen,” zei de buurman, “hoelang ze het hier houden.” “Niet lang, zei mijn vader,”Dat verzeker ik u.”, meende mijn vader. “En jullie nu?” zei de buurman. Hij kwam wat dichterbij. “Wat doen jullie?” “Wij?”, zei mijn vader, “Wij doen niets. Waarom zouden we?” De buurman haalde zijn schouders op en plukte een blaadje uit zijn heg. “Als je hoort wat ze daarginds... “ “Hier zal het zo’n vaart niet lopen,” zei mijn vader. Het thema van het boek is het verlies. Marga raakt eerst haar vrienden kwijt, dan Bettie, dan haar ouders, dan Dave en Lotte, en dan is ze alleen. Zie ook blz.55. “Zij zouden nooit terugkomen mijn vader niet, mijn moeder niet, Bettie niet, noch Dave en Lotte.” De titel van het boek slaat op een gewoonte van de joden om een gerecht te eten, dat ze het bitter kruid noemen, om het lijden van de joden te herdenken. Zie blz. 39

Ik dacht aan de deur die ik op Seideravond altijd open mocht zetten, opdat de vermoeide vreemdeling kon zien dat hij welkom was en mee mocht zitten aan onze tafel. Ieder jaar hoopte ik dat er iemand zou komen, maar dat gebeurde nooit. En ik dacht aan de vragen die ik als jongste mocht stellen. “Manisjtanno, halajlo, hazee. Waarom is deze nacht anders dan alle andere nachten en waarom eten wij ongezuurd brood en bittere kruiden...?” De ondertitel van het boek is:”een kleine kroniek”. Een kroniek is volgens de Dikke van Dale een ”verhaal van of boek met chronologisch geordende gedenkwaardige feiten”. De ondertitel is dus waarschijnlijk gekozen om te benadrukken dat (een deel van) het verhaal echt gebeurd is. Het gedicht bevat als ... het begin van een gedicht van Bert voeten, Marga Minco’s echtgenoot, dat slaat op het transport van de joden. Er rijdt door mijn hoofd een trein
vol joden, ik leg het verleden
als een wissel om... Samenvatting: De hoofdpersoon woont in Breda in de oorlog. Zij is een klein meisje. Haar vader ziet geen noodzaak tot vluchten. Ze ligt een jaar in het ziekenhuis met TBC, en wanneer ze terugkomt zijn haar ouders bij haar oudste broer Dave in Amersfoort gaan wonen. Ook zij gaat daarheen. Dave wordt afgekeurd voor de werkkampen in Duitsland, evenals vader. Bettie, haar zus, wordt opgepakt en afgevoerd naar Duitsland. Ook Zij, Dave en Lotte worden opgeroepen, maar ze gaan niet op aanraden van een kennis. Ze vinden het jammer dat ze niet gaan. Vader en moeder moeten in Amsterdam gaan wonen. Zij gaat hen achterna. In Amsterdam lopen ze constant gevaar. Vader wil haar laten onderduiken, maar hij ziet dat dat nauwelijks kan omdat ze niemand kennen in Amsterdam. Zij ontsnapt aan een razzia, maar de volgende dag worden ze toch nog opgehaald. Zij ontsnapt via het tuinpoortje en gaat naar haar broer. Ze gaan naar Utrecht. Op het station worden Dave en Lotte aangehouden, Zij ontsnapt. Via vele onderduikadressen overleeft ze de oorlog, als enige van de familie. Deel 3: mening en motieven. Ik vind de ironie in dit boek erg goed. Je weet dat er iets erg gaat gebeuren, maar de hoofdpersoon weet dat niet. Zie bijvoorbeeld blz. 31 Tante kaatje: “Best mogelijk dat ik nog eens een reisje ga maken,” zei ze op een keer toen ze bij ons was, “als eerst die oorlog maar afgelopen is.” Zij wist natuurlijk niet dat ze in aanmerking kwam voor een enkeltje Polen, nog voordat de oorlog afgelopen was. Verder vind ik de schrijfstijl van Marga Minco prettig lezen, je hoeft je niet eerst door een eindeloze lijst beschrijvingen heen te worstelen. In dit boek zijn er geen dingen die me niet bevielen. Door de eenvoudige schrijfstijl kon ik het boek goed volgen, alleen ik begrijp de handelingen van de hoofdpersonen niet goed, die alle waarschuwingen in de wind sloegen, en pas in actie kwamen toen het te laat was. Zie blz. 8
Wat bedoelde meneer Van Dam met voorlopig,” vroeg ik hem toen we doorliepen “Hij ziet het somber in, denk ik.” “Net als die man bij ons naast,” zei ik
Mijn vader fronste zijn wenkbrauwen. “Je kunt er nu nog niets van zeggen,” zei hij,”we moeten maar afwachten.” “Denkt u,” vroeg ik, “dat ze met ons hetzelfde zullen doen wat ze met...” Ik maakte mijn zin niet af. Ik dacht aan al de gruwelijke verhalen die ik de laatste jaren gehoord had. Het was altijd zover weg geweest. “Hier kan zoiets niet gebeuren,”zie mijn vader,”hier is het iets anders.” Een motief is het motief van het bittere kruid. Deze joodse rite wordt steeds opnieuw aangehaald. Zie dit stukje, dat ik al eerder heb aangehaald. (blz. 39) Ik dacht aan de deur die ik op Seideravond altijd open mocht zetten, opdat de vermoeide vreemdeling kon zien dat hij welkom was en mee mocht zitten aan onze tafel. Ieder jaar hoopte ik dat er iemand zou komen, maar dat gebeurde nooit. En ik dacht aan de vragen die ik als jongste mocht stellen. “Manisjtanno, halajlo, hazee. Waarom is deze nacht anders dan alle andere nachten en waarom eten wij ongezuurd brood en bittere kruiden...?” Een ander motief is dat van de verdwijningen van vrienden. De een na de ander wordt opgepakt, en uiteindelijk is de hoofdpersoon alleen. Zacht trok ik het tuinpoortje achter mij dicht en rende de straat uit. Ik bleef rennen tot ik op het Frederiksplein kwam. Er was niemand te zien. Alleen een hond liep snuffelend langs de huizenkant. Ik stak het plein over. Het was alsof ik alleen was in een verlaten stad. Ook de constante verhuizingen en de vlucht zijn motieven in dit boek.(blz. 44) We moeten die kant op, zei hij en hij wees naar een pad, dat dor een weiland liep. Ik knikte en stapte op. Hij reed voor mij uit op de zandweg.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het bittere kruid door Marga Minco"