Mariken van Nieumeghen door Onbekend

De Begingegevens: Titel: De titel van het boek is >Mariken van Nieumeghen. De schrijver is onbekend gebleven. Net zoals andere Middeleeuwse boeken. Het is ongeveer in 1514 geschreven. Titelverklaring:  De verklaring is eenvoudig: de titel >Mariken van Nieumeghen= slaat op de hoofdpersoon. Genre:  >Mariken= is een mirakelspel. Dat is een verhaal waarin door tussenkomst van Maria of een andere heilige een wonder plaatsvond. >Mariken van Nieumeghen= is het meest bekende mirakelspel. Het is een Middeleeuws boek in de vorm van een toneelstuk, met veel dialogen. Motto: Het boek heeft geen motto.
Omvang:  Het boek heeft 19 bladzijden, 1140 versregels en is verdeeld in 13 hoofdstukken. Uiterlijk: De kaft van het boek is gewoon bruin, met de titel erop. We hebben de vertaling gelezen, net zoals de andere Middeleeuwse verhalen die we hebben gelezen. De Auteur: De auteur is onbekend gebleven, dus daar valt weinig over te vertellen. Het is geschreven rond 1514, dat was de tijd waarin het geloof in heksen zich in West-Europa  sterk verbreidde. In de fantasie van goedgelovigen waren heksen vrouwen die seksuele omgang met de duivel hadden en daardoor allerlei rampen over de mensheid brachten. >Mariken= heeft dit thema ook. Want ook zij heeft een relatie met de duivel. Dit mirakelspel wordt berekend tot een hoogtepunt van toneelschrijfkunst. Jouw Lectuur: We hebben Mariken van Nieumeghen in de klas gelezen, mét rollenverdeling. Dus dat was heel erg leuk. Maar het laatste stuk moesten we zelf in de les lezen. Daarna heb ik het boekverslag thuis gemaakt, met de vertaling uit de bibliotheek erbij. Het Verhaal: Samenvatting: Mariken wordt op een dag door haar oom naar Nijmegen gestuurd om boodschappen te doen. Als het daar te laat wordt om naar huis te keren, mag ze bij haar tante om onderdak te vragen. Dat doet ze dan ook, maar ze wordt daar niet binnen gelaten. Buiten ontmoet ze de duivel. Hij belooft haar juwelen en geld, maar ook om haar de zeven vrije kunsten te leren, als ze met hem mee gaat naar Antwerpen. Omdat Mariken hem teveel aan Maria (= heilig) doet denken, moet ze haar naam veranderen. De eerste letter mag ze houden, dus wordt het Emmeken. De duivel noemt zich Moenen. In Antwerpen zitten ze in een herberg, waar Emmeken een loflied over poëzie verteld. Zeven jaar lang leven Moenen en Emmeken met elkaar samen. Maar dan krijgt Emmeken heimwee naar Nijmegen en keren ze terug. Daar ziet Emmeken de opvoering van Masscheroen en komt daardoor tot inkeer. Moenen wordt daardoor zo kwaad, dat hij haar meeneemt heel hoog in de lucht en laat haar vallen. Maar gelukkig blijft ze ongedeerd! In Nijmegen ontmoet ze ook haar oom weer. En samen gaan ze naar de Paus om te biechten en voor vergiffenis. Ze krijgt van hem drie ijzeren ringen om haar hals en armen. Als deze afvallen, zal alles vergeven zijn. Mariken gaat enkele jaren het klooster in en dan worden de ringen door een engel afgenomen. De Analyse: Personen: In het verhaal komen twee hoofdpersonen in voor namelijk Mariken en Moenen. Verder komen er nog onbelangrijke personen in voor zoals oom Ghijsbrecht, tante, 2 dronkaards en Masscheroen.
Relaties: Mariken is een aardig, gehoorzaam meisje. Ze doet alles wat oom Ghijsbrecht. Alleen ze laat zich bijvoorbeeld door Moenen gemakkelijk overhalen. Je kan zeggen dat ze erg zwak tegenover de buitenwereld staat. Mariken is wel een beetje een >karakter= (maar de personages van deze Middeleeuwse boeken zijn allemaal erg oppervlakkig en Mariken is dat ook), want als ze op het eind tot inkeer komt,  is ze sterker dan de duivel. Dat is heel goed van haar, omdat ze zo beïnvloedbaar is. Dus heeft ze zich wel ontwikkeld in de loop van het verhaal. Moenen is de duivel. Hij is in de gedaante als mens met een oog, want een duivel kan als mens niet helemaal perfect zijn. Moenen is een >type= want het is gewoon een standaard duivel; hij is slecht en gemeen. Milieu: Het verhaal speelt zich in verschillende milieus af. Oom Ghijsbrecht is priester, dus thuis is het de sfeer erg gelovig en is het nogal een hoge stand. Maar ze komt ook op de markt in Nijmegen, dat is de koopmanssfeer. En in de herberg (met de drinkebroers) komt ze toch wel in de lagere kringen. Dus het is wel vanalleswat Tijd: Het verhaal is rond 1514 geschreven, dus zal  het wel iets daarvoor of rond die tijd afspelen. In regel 1 van >Mariken van Nieumeghen= staat er: AArnolds gevangenneming door eigen zoon te Grave@.  Dat zal wel een of andere historische gebeurtenis uit die tijd zijn, wanneer het zich afpeelt. Ruimte: Het verhaal speelt zich af in twee plaatsen: namelijk Nijmegen en Antwerpen. De precieze plaatsen zijn bijvoorbeeld: bij oom Ghijsbrecht thuis, bij tante, op de markt, in de herberg et cetera. Perspectief: Het is geschreven in een soort vertellersperscpecief. Het is wel in toneelvorm geschreven, dus met veel dialogen. Thematiek: De thema's in het verhaal zijn, dat de duivel veel kwaad aanricht en tegen God is. Maar ook dat als je gezondigd hebt, en je toont berouw, dat je weer vergeven wordt door God. Realiteit: Nee, het verhaal is niet echt gebeurd. Het is een verzonnen toneelstuk. Bovendien in een stukje staat dat Mariken van de toren valt en ongedeerd blijft. Bij normale mensen zou dat echt niet kunnen.
Taalgebruik: Het taalgebruik is natuurlijk weer zoveel mogelijk in de Middeleeuwse stijl gebleven en erg beleefd taalgebruik. Humor: In dit boek zit geen humor. Structuur: 'Mariken van Nieuwmeghen' is een toneelstuk, dus het is in duidelijke losse bedrijven verdeeld. Bijvoorbeeld als eerste: hoe Ghijsbrecht zijn nicht Mariken naar Nijmegen stuurde. Motieven: Het gaat net als in Karel ende Elegast over de strijd tussen goed en kwaad. Hier is het dan tussen de duivel en God. En de laatste overwint natuurlijk.