De aanslag door Harry Mulisch

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
Boekcover De aanslag
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 4460 woorden
  • 20 juni 2001
  • 95 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
95 keer beoordeeld

Boekcover De aanslag
Shadow

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen. Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van de…

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond kl…

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen. Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van deze gebeurtenis zullen de dan twaalfjarige Anton Steenwijk zijn hele leven lang blijven achtervolgen.

De aanslag door Harry Mulisch
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Informatie over de schrijver Biografie Harry Kurt Victor Mulisch is geboren op 29 juli 1927 in Haarlem. Hij is de enige zoon van Karl Victor Kurt Mulisch en Alice Schwarz. Zijn vader komt uit het toenmalige Oostenrijk-Hongarije (nu: Jablonec in Tsjechië). Na de Eerste Wereldoorlog is zijn Karl Mulisch naar Nederland geëmigreerd. Hier ontmoette hij zijn vrouw die is joods en is geboren in Antwerpen. Hoewel er thuis Duits wordt gesproken, wordt Harry Mulisch opgevoed met Nederlands. In 1936 scheiden zijn ouders, zijn moeder verhuist naar Amsterdam en Harry wordt vooral opgevoed door de huishoudster Frieda Falk. Hij gaat na de lagere school (1933-1939) naar het Christelijk Lyceum in Haarlem. In zijn middelbare schooljaren raakt hij in de ban van de wetenschap. Hij richt een laboratorium in voor zijn experimenten, geïnspireerd door het jeugdboek De avonturen van Bram Vingerling van Leonard Roggeveen. Deze hobby gaat ten koste van zijn schoolprestaties: hij zakt voor zijn overgangstentamen in 1944 en gaat van school. Zijn belangstelling verschuift meer en meer van de wetenschap naar de kunst. Hij tekent veel en schrijft in 1946 het verhaal Mijn kamer, dat in 1947 gepubliceerd wordt in het tijschrift Elsevier. Daarnaast begint hij met het lezen van grote schrijvers als Multatuli en Dostojevski, gaat toneelspelen en treedt op in een operette. Vanaf 1949 richt hij zich volledig op het schrijven. Zijn vader overlijdt in 1957. In 1958 verhuist hij naar Amsterdam. In datzelfde jaar wordt hij lid van de redactie van het tijdschrift Podium. Hij is ook redacteur van Randstad en tot 1990 van het bekende literaire tijdschrift De Gids. In de zestiger jaren toont hij zich sterk betrokken bij de nieuwe maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Hij voelt zich aangetrokken tot een communistische staat als het Cuba van Fidel Castro. In 1971 trouwt hij met Sjoerdje Woudenberg. Met haar krijgt hij twee kinderen. In 1992 wordt er nog een zoon geboren uit een verhouding met een nieuwe partner. Op zijn vijftigste verjaardag wordt hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. In 1992, bij het uitreiken van het eerste exemplaar van De Ontdekking van de Hemel, volgt een bevordering tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Van de gemeente Amsterdam ontvangt Mulisch de zilveren eremedaille. Bibliografie Proza - Archibald strohalm (1952) - De diamand (1954) - Het zwarte licht (1956) - Het stenen bruidsbed (1959) - De verteller (1970) - Twee vrouwen (1975) - De aanslag (1982) - Hoogste tijd(1985) - De ontdekking van de hemel (1992) - De procedure (1998) Poëzie - Woorden, woorden, woorden (1973) - De vogels (1974) - Tegenlicht (1975) - Kind en kraai (1975) - De wijn is drinkbaar dankzij het glas (1976) - Wat poëzie is (1978) - De taal is een ei (1979) - Opus Gram (1982) - Egyptisch (1983) Theater - Tanchelijn (1960) - De knop (1960) - Reconstructie (1969) - Oidipous Oidipous (1972) - Bezoekuur (1974) - Volk en vaderliefde (1975) - Axel (1977) Verder heeft Harry Mulisch nog heel veel verhalen, studie, tijdsgeschiedenis, autobiografieën etc. geschreven.
Inhoud van het boek Samenvatting Proloog: Aan de rand van Haarlam staan langs het Spaarne vier villa's. In 'Buitenrust' woont de familie Steenwijk: vader Tonny (griffier bij de rechtbank), moeder Thea, Peter (17 jaar) en Anton (12 jaar). Links van hun huis staat de villa van de familie Beumer en rechts het huis van meneer Korteweg en zijn dochter Karin. Eerste episode: 1945
Op een avond in januari 1945 wordt de familie Steenwijk opgeschrikt door zes schoten. Voor het huis van de buren Korteweg ligt het lijk van Fake Ploeg, hoofdinspecteur van politie. Meneer Korteweg en Karin slepen het lijk voor het huis van de familie Steenwijk. Peter rent naar buiten om het dode lichaam weer weg te slepen. De Duitsers komen; Peter vlucht weg en neemt het pistool van Ploeg mee. Anton en zijn ouders worden uit hun huis gehaald en de villa wordt in brand gestoken, nadat eerst de ruiten kapot worden geslagen. Anton wordt in een auto gestopt en weggevoerd. Wat er met zijn ouders gebeurt, weet hij niet. Hij wordt in een cel in het politiebureau in Heemstede geworpen. In deze cel zit al een vrouw. Ze troost Anton en praat met hem over de fascisten ('Ze zullen zeggen, dat het de schuld van de illegaliteit is’) en over de noodzaak hen te haten. Anton wordt de volgende dag overgebracht naar de Ortskommandant in Haarlem, van wie hij naar zijn oom en tante in Amsterdam mag gaan. Tijdens de rit van Haarlem naar Amsterdam wordt het konvooi door een Engels vliegtuig beschoten, waarbij enige doden vallen. In Amsterdam komt Anton bij een Duitse generaal terecht, die vriendelijk voor hem is. Oom Peter haalt hem op. Tweede episode: 1952
Anton wordt opgevoed door zijn oom en tante, een kinderloos echtpaar aan de Apollolaan te Amsterdam. Een paar dagen na de bevrijdingsdag vindt zijn oom uit dat zijn ouders die avond waren gefusilleerd, tegelijk met negenentwintig gijzelaars en dat Peter die avond ook was doodgeschoten, daarvan kwam het bericht pas in juni. Anton reageert beheerst; hij gaat niet op onderzoek uit. Na het gymnasium gaat hij medicijnen studeren. Als hij tweedejaars is, wordt hij door een studiegenoot uitgenodigd op een feestje in Haarlem. Zo komt hij in 1952 voor het eerst weer terug in de stad die hij in januari 1945 heeft verlaten. Het feestje wordt voor hem een teleurstelling, omdat een paar brallerige studenten kwetsende opmerkingen maken. Anton wordt hierdoor herinnerd aan hetgeen hij in de oorlog heeft meegemaakt. De aansporingen om zich als vrijwilliger aan te melden voor de oorlog in Korea doen hem besluiten het feestje vroegtijdig te verlaten. Op de terugweg komt hij langs de kade waar zijn ouderlijk huis heeft gestaan. Mevrouw Beumer roept hem binnen. Ze vertelt dat Antons moeder op de januariavond van de aanslag een Duitser is aangevlogen en dat zij en haar man daarna zijn doodgeschoten. Anton vertrekt zwijgend en loopt langs het monument dat is opgericht voor de slachtoffers van de januari tragedie. Hij leest de namen van de gefusilleerden, waaronder die van zijn ouders. De naam van Peter staat er niet bij. Anton voelt voor het eerst iets van angst voor het afgesloten verleden. Derde episode: 1956
Na zijn kandidaatsexamen in 1953 gaat Anton op kamers wonen in de binnenstad van Amsterdam. Hij doorloopt zijn studie als geen goede student, maar ook niet als een slechte. In 1956 vallen de Russen Hongarije binnen. Dagenlang is het rumoerig rond het hoofdkwartier van de C.P.N in Amsterdam (het gebouw Felix Merites). Tijdens een relletje ontmoet Anton in de portiek van zijn huis Fake Ploeg jr., die een kei in zijn hand heeft. Op de kamer van Anton ontwikkelt zich een heftig gesprek. Omdat zijn vader in de oorlog fout was heeft Fake niet kunnen studeren. Hij werkt nu in een zaak voor huishoudelijke artikelen. Hij is fel anticommunistisch. Anton verwijt Fake dat het de vrienden van zijn vader waren, die Antons familie hebben uitgeroeid. Fake wordt woedend en verbrijzelt de spiegel met zijn kei. Kort daarop ontploft de oliekachel, waardoor de kamer vol roet komt. Fake verdwijnt, nadat hij tegen Aton zegt: “Ik zal het nooit vergeten van toen in de klas”. Vierde episode: 1966
Hij laat alles in het leven komen zoals het komt. In 1959 doet Anton staatsexamen. Hij krijgt een assistentschap in de anesthesie en gaat in de buurt van het Leidseplein wonen. Hij werkt in het Wilhelmina Gasthuis. In Londen, waar hij de Paasdagen doorbrengt, ontmoet hij de stewardess Saskia de Graaff. Een jaar later trouwen ze. Ze kopen een half huis in de buurt achter het concertgebouw. De vader van Saskia is ambassadeur in Athene. In de oorlog speelde hij een belangrijke rol in het verzet. Begin juni 1966 wordt Sjoerd begraven. Hij was een bekend journalist, die in de oorlog in het verzet zat. Omdat hij een vriend was van De Graaff, gaan Anton, Saskia en hun dochtertje Sandra ook naar de begrafenis. Na afloop van de plechtigheid komt Anton in contact met de verzetsstrijder Cor Takes. Die heeft Fake Ploeg doodgeschoten. Anton wil eigenlijk niet meer over het gebeurde uit de oorlog praten, maar Takes moet zijn hart luchten. Hij tracht zich te rechtvaardigen door te vertellen over de gruweldaden van Ploeg.. Hij vertelt over zijn vriendin Truus Coster. Anton weet gelijk dat zij de vrouw is waar hij een nacht bij in de cel heeft gezeten. Anton hoort nu, dat ze drie weken voor de bevrijding is terechtgesteld. Takes geeft zijn adres en telefoonnummer aan Anton. Anton gaat met zijn gezin en schoonouders ergens lunchen. Daarna gaat hij met Saskia en Sandra naar het strand. Door de onthullingen van Takes is hij helemaal van slag. De volgende dag gaat Anton naar Takes. Hij wil de foto van Truus, die in het bezit is van Takes, zien. In een foto van Saskia herkent hij het beeld dat hij sinds 1945 in zijn hoofd heeft van Truus. Takes leeft nog helemaal met zijn gedachten in het oorlogsverleden. Het vrijlaten van de oorlogsmisdadiger Lages maakt de verzetsheld woedend. Anton ziet de foto van Truus, ze lijkt helemaal niet op Saskia, maar ze hebben wel dezelfde blik in hun ogen. Takes vertelt over zijn verhouding met Truus. Zij was het die de laatste twee schoten op Ploeg afvuurde. Ploeg heeft haar daarna nog met een schot verwond. Anton is zeer geëmotioneerd. Laatste episode: 1981
Anton en Saskia zijn gescheiden en Anton is hertrouwd met Liesbeth, die kunstgeschiedenis studeert. Ze hebben een zoon: Peter (1969). Anton verdient veel en heeft vier huizen. Hij is vaak in Italië. Hij wordt neerslachtig en vaak moe, nachtmerries verstoren zijn slaap en vaak heeft hij angstige gevoelens over zijn leven. In 1978 gaat hij met Sandra naar Haarlem. Op de plaats waar het verbrande huis heeft gestaan is een bungalow gebouwd. Ze bezoeken het monument en het graf van Truus Coster op de erebegraafplaats in Bloemendaal. Sandra legt een roos op het graf. Door de emoties weet Anton nu plotseling, wat Truus in de cel tegen hem gezegd heeft: “. Hij denkt dat ik niet van hem hou..”. Als Anton het aan Takes wil vertellen, blijkt het huis van de verzetsman te zijn gesloopt. Tijdens de vredesdemonstratie op 21 november 1981 te Amsterdam ontmoet Anton Karin Korteweg. Van haar verneemt hij, dat Peter in januari 1945 bij de Kortewegs is binnen gevlucht. De Duitsers hebben hem dood geschoten. Korteweg en zijn dochter zijn naar de Ortskommandant gebracht. Anton herinnert zich dat hij Korteweg daar even heeft gezien Hij hoort nu ook waarom Korteweg het lijk weg wilde hebben: hij was bang dat zijn hagedissen dood zouden gaan. Toen bleek welke represaillemaatregelen de Duitsers namen, heeft hij de beestjes zelf doodgetrapt. Hij wilde het lijk niet voor het huis van Aarts leggen, omdat daar drie joden ondergedoken zaten. Nu weet Anton alles. Hij laat Karin hulpeloos achter en wordt opgenomen in de stroom demonstranten. Samen met Peter loopt hij verder. Hij beseft dat iedereen de oorlog heeft vergeten. Thema Thema van het boek is dat gebeurtenissen uit het verleden een hele aanslag kunnen hebben in de rest van je

leven. Dat de beslissingen in je leven altijd worden beïnvloedt door het verleden. Belangrijke personen in het boek Hoofdpersoon Anton Emanuel Willem Steenwijk: de persoon die we het hele boek volgen, bijna zin hele leven lang. We zien zijn geestelijke en lichamelijke ontwikkeling. Aan het begin van het boek is Anton twaalf jaar, hij heeft donker
haar en bruine ogen, zijn huid is notenkleurig en rond de ogen donkerder. Ook is Anton nog heel erg naïef. Hij
ziet de gevolgen van wat er allemaal gebeurd niet. Zoals tijdens de aanslag, de vernietiging van zijn huis en de
tijd die hij doorbrengt in het politiebureau van Heemstede. Tijdens de aanslag: “Anton was vervuld van een
dubbelzinnig welbehagen door al dat gedoe, al die actie na de grafstilte van de afgelopen maanden……maar
eindelijk, eindelijk gebeurde er wat” (geciteerd). Als hij op het politiebureau zit, in leger kleren denkt hij: “Als
mijn vriendjes me nu eens konden zien!”. Zijn hele leven wil Anton niet nadenken over de aanslag, die avond in januari voor zijn huis. Pas op latere
leeftijd komt hij erachter wat er die avond allemaal precies gebeurd is, waarom Kortewegs het lijk niet naar het
andere huis verschoof. Dan pas is deze periode uit zijn verleden afgesloten. Anton is veel, vind ik te nuchter, hij toont bijna geen emoties. Pas op latere leeftijd, bijvoorbeeld tijdens de ontmoeting met Cor Takes, maar dan nog verdringt hij deze gevoelens. Zijn aanvankelijke afkeer om terug te keren naar de kade in Haarlem is begrijpelijk. Maar als hij er eenmaal is geweest dan gedraagt hij zich als een toeschouwer, als een soort onderzoeker naar zijn eigen verleden. Maar hij zet dit niet voort. Toevalligheden zorgen er later voor dat hij meer informatie krijgt. De nuchterheid houdt Anton staande. De gebeurtenissen hebben hem een beetje kil gemaakt, wat overigens heel logisch is. Als ik hem was, had ik denk ik wat actiever naar het verleden gezocht.
Belangrijke Bijpersonen Tonny Steenwijk: de vader van Anton. Anton lijkt, qua uiterlijk, op zijn vader. Dezelfde donkere uitstraling. Vader Steenwijk is al grijzend en heeft een hoefijzer op zijn hoofd. Hij is griffier bij een arrondissementsrechtbank. Het is een terughoudende man, die niet met onvoorziene situaties om kan gaan. Dit zie je tijdens de aanslag. Zo wilde hij naar buiten gaan om hard Peters naam te roepen, maar er kwam alleen een schor geluid uit zijn keel. Daarna zei hij, terwijl hij bevend op een stoel zat: “Neem mij niet kwalijk, Thea….. Neem mij niet kwalijk”. Ik vind hem een beetje laf, geen echte man, die voor zijn gezin zorgt. Thea Steenwijk: de moeder van Anton. Een vrouw met blond haar en blauwe ogen. Ze probeert iedereen tijdens
de aanslag rustig te houden en probeert Peter tegen te houden als hij naar buiten wil gaan. Later verliest ze
blijkbaar het vermogen om rustig te blijven, als ze een Duitser aanvalt. Om deze reden worden zij en haar man
gefusilleerd. Ik vind dat ze de Duitser aanviel een hele logische reactie, op alles wat er gebeurd is. Haar ene
zoon is weggevoerd, haar andere zoon weg. Ik vind het goed van haar dat ze probeert kalm te blijven tijdens de
aanslag. Peter Steenwijk: een broer van Anton. Hij lijkt op zijn moeder, blond haar blauwe ogen. Hij heeft een heel
impulsief karakter. Zo gaat hij direct naar buiten als Fake Ploeg voor hun huis neer wordt gelegd, ook al wil zijn
moeder dit niet. Toen hij bij de Kortewegs thuis was, wist hij blijkbaar niet meer wat hij moest doen. Hij wilde
ze neerschieten. Hij wist dat hij erbij was, dat de Duitser hem elk moment konden halen of neerschieten. Hij
leefde in angst en verwarring het laatste moment van zijn leven. Ik begrijp heel goed dat Peter kwaad was op de
Kortewegs, maar om ze gelijkneer te willen schieten. Ik vind hem een beetje te impulsief. Hij denkt niet genoeg

na over wat hij doet. Cor Takes: dit is een belangrijke man in het leven van Anton. Hij heeft veel invloed gehad op Anton leven, want
Takes is namelijk de man die de aanslag heeft gepleegd samen met enkele anderen, die in het verzet zaten. Anton ontmoet Takes op de begrafenis van een journalist die ook in het verzet zat. Toen Anton aan een tafel zat
met een groep mannen, ving hij de volgende zin op: “Ik schoot eerst in zijn rug, en toen een keer in zijn
schouder en in zijn buik, terwijl hij voorbij fietste”. Hij met Takes over wat er precies is gebeurd, ook al wil hij
dit eigenlijk niet. Nog nooit had Anton zich zo verbonden gevoeld met een andere man, vanaf het begin dat hij
Takes ontmoette was hij een goede vriend. Takes leeft eigenlijk nog steeds in de oorlog. Dat Takes Ploeg heeft
neergeschoten begrijp ik heel goed en dat dat ten koste ging van Anton zijn familie kon hij ook niets aan doen. Wel vind ik zijn opvatting over het ‘bestijden’ van fascisten een beetje slecht. 'Fascist tegenover de fascisten, is
mijn devies, want een andere taal verstaan ze niet'. Dit vind ik niet, want kwaad moet je niet met kwaad
bestrijden. Hr. Korteweg: dit is ook een belangrijke man in het leven van Anton, want hij heeft het lijk samen met zijn
dochter voor Anton neergelegd. Als hij dit niet had gedaan had zijn familie nog geleefd. Dat Anton erg kwaad op
hem is en dat hij een gevoel van instemming en bevrediging kreeg toen hij te horen kreeg dat hij zelfmoord had
gepleegd begrijp ik heel goed. Helemaal als Anton hoort dat Hr. Korteweg niet wilde dat zijn Hagedissen dood

gingen en daarom het lijk verschoof. Ik vind Hr. Korteweg het minst sympathiek, omdat hij dat lijk zomaar bij
iemand anders neerlegt. Dat hij een ander zomaar met het probleem opscheept, dit vind ik heel egoïstisch. Wat
het iets minder erg maakt, is dat hij niet had verwacht dat ze doodgeschoten zouden worden, maar dan nog. Voor
zijn hagedissen! Het is wel een beetje zielig dat hij zich zo verschrikkelijk voelde na wat er gebeurd was, maar
een beetje eigen schuld. Truus Coster: zij was voor Anton een enorme steun toen hij de nacht na de aanslag in een cel moest
doorbrengen. Ze praatte met hem en troostte hem, terwijl ze het zelf moeilijk genoeg had. Zij was namelijk
degene die Cor Takes had geholpen bij het neerschieten van Fake Ploeg, waar zij ook gewond bij was geraakt. Hierdoor vind ik haar de meest sympathiek persoon. Ze heeft heel veel indruk gemaakt op Anton, omdat hij
eigenlijk onbewust een beeld van haar heeft gemaakt en zijn eerste vrouw voldeed precies aan dit beeld. Saskia de Graaff: de eerste vrouw van Anton. Ze hebben elkaar ontmoet in Londen in de Westminster Abbey bij de Stone of Scone. Het was liefde op het eerste gezicht. Hij keek haar aan en op dat moment was alles beslist. Van Saskia merk je niet veel in het boek, af en toe gaat ze met Anton ergens heen (de begrafenis of naar het strand), maar een persoonlijkheid heeft zij niet echt. Sandra Steenwijk: De dochter van Anton en Saskia. Sandra staat model voor de generatie die omstreeks 1980 volwassen wordt: wonen in een kraakpand, ongehuwd moeder worden. Anton probeerde Sandra toen ze klein was te laten begrijpen wat de oorlog betekende, pas jaren later komt hij erachter dan dit niet mogelijk is. Liesbeth: Zij is de tweede vrouw van Anton. Ze geeft Anton het gevoel los te komen van de oorlog. Omdat Liesbeth na de oorlog is geboren. Ze krijgen samen een zoon, die ze Peter noemen. Het boek verder Perspectief Mulisch hanteert het perspectief van de alwetende verteller. Dit zie je aan de eerste regel van het verhaal 'Ver, ver weg in de tweede wereldoorlog woonde een zekere Anton Steenwijk met zijn ouders en zijn broer aan de rand van Haarlem'.
Tijd Het verhaal is geschreven in 1982. Het boek speelt zich over een lange periode af, de episodes spelen zich in 1945, 1952, 1956, 1966 en 1981 af. Je ziet dus dat er steeds tijdsprongen tussen zitten, iedere keer weer een verschillend aantal jaren. De tijd die één episode beschrijft duurt steeds ongeveer één tot enkele dagen en in het totaal omvatten ze een periode van ongeveer 55 jaar, van 1945 tot 2000. De tijd waarin het zich afspeelt is voor het verhaal wel van belang, want het gaat over de periode na de tweede wereldoorlog. Maar om het thema, de boodschap over te brengen had het ook in een andere tijd kunnen spelen. Bijvoorbeeld in de periode na de eerste oorlog
Het verhaal is in chronologische volgorde geschreven met af en toe een flashback, als Anton aan de aanslag denkt. De verteltijd is ongeveer 3 uur, terwijl de vertelde tijd veel langer is namelijk 55 jaar. Tegen de achtergrond van het verhaal spelen heel veel historische gebeurtenissen af. Zoals de opkomst van het communisme en de dochter van Anton die de jaren ’80 vertegenwoordigt in het boek Plaats In het begin speelt het verhaal zich af aan het eind van de Tweede Wereldoorlog in het ouderlijk huis in Haarlem. Nadat de Duitsers Anton meenemen naar het politiebureau, sturen ze hem naar Amsterdam, naar zijn oom waar hij bij gaat wonen. De rest van het verhaal speelt zich vooral in Amsterdam en ook een aantal keer in Haarlem af, alleen Anton zijn vakantie in Italië niet. De plaats waar het verhaal zich afspeelt, is niet belangrijk voor het verhaal. Het had zich ook ergens anders af kunnen spelen. Boodschap De boodschap die de schrijver over wilde brengen met dit verhaal, is dat gebeurtenissen uit het verleden je hele toekomst kunnen beïnvloeden (het thema). Een ander thema die Harry Mulisch over wil brengen is dat de mensen tegenwoordig de oorlog vergeten en dat dit heel normaal is (want op het eind van het verhaal legt Anton zich erbij neer dat de mensen om hem heen, zijn dochter enz., niet meer weten wat de oorlog is). Genre Het boek is in te delen bij twee genres. Als eerste bij de oorlogsromans, omdat het verhaal zich afspeelt rond de aanslag die in de tweede wereldoorlog is gebeurd. Ook kan je het boek indelen bij psychologische romans, want Anton heeft heel veel mee gemaakt en dit heeft veel invloed op hem gehad. Dit zie je in het hele verhaal. Titel De titel ‘De Aanslag’ slaat op de aanslag op Fake Ploeg in januari 1945 voor het huis van de familie Steenwijk. De titel kan ook slaan op de aanslag die de moord voor het huis heeft gehad op Anton. De psychische aanslag op Anton. Het motto ’Overal was het al dag, maar hier was het nacht, neen, meer dan nacht’ is een citaat van Plinius Caecilius. Dit citaat van Plinius heeft betrekking op de uitbarsting van de Vesuvius in het jaar 77. Deze uitbarsting zorgde ervoor dat Pompeï onder as en lava bedolven werd. Volgens Plinius was er zo veel as in de lucht, dat het donkerder was dan in de nacht. De aanslag op Ploeg heeft voor de familie Steenwijk en hun huis net zo’n verwoestende werking. Bovendien komt er op verschillende plaatsen in ‘De aanslag’ as voor: zo begint de tweede episode met de vermelding dat er nog jarenlang as uit de hemel zal neerdalen. Dit is een vooruitwijzing naar het feit dat Anton zijn hele leven met de aanslag op Ploeg bezig is. Als Ploeg jr. zijn kei door de spiegel gooit, ploft er een wolk as uit de kachel. De roman eindigt met de woorden: zijn schoenen sloffen en het is of zij wolkjes as opwerpen. Het motto slaat op het thema, dat het verleden altijd invloed heeft op de toekomst. Literair histories Het werk verscheen voor het eerst in 1982. De stroming die in deze tijd domineerden waren: - Postmodernisme, de wereld is door de mens gevormd, er bestaat geen werkelijkheid, alleen die door de mens zelf bedacht is. Kenmerken zijn pluriformiteit (veelvormigheid), metafictionaliteit (als ware twee werelden door elkaar) en een eclectisch karakter (er wordt gebruik gemaakt van informatie uit allerlei bronnen). - Feminisme, de vrouwen komen op tegen het beeld dat door mannen is gemaakt. Zij willen de traditionele rolverdeling afbreken. De aanslag’ behoort volgens mij niet tot het postmodernisme, omdat de aanslag een duidelijk verhaal heeft wat goed te volgen is. Ook is het boek niet feministisch, want hier gaat het boek helemaal niet over. Tot welke literaire stroming dit boek behoort, is moeilijk te zeggen. Ik vind het een heel realistisch boek, omdat alles echt gebeurd kan zijn, dus ik zou zeggen dat het boek tot het realisme behoort (of neorealisme).
Vergelijkend Toen ik ‘De aanslag’ las moest ik denken aan een boek wat ik op de basisschool eens gelezen heb. Namelijk ‘Oorlogswinter’ van Jan Terlouw. Dit boek gaat over een jongen van vijftien die ook de oorlogswinter heeft meegemaakt, net als Anton. Dit is eigenlijk de enige overeenkomst tussen de boeken, want de aanslag gaat meer over de tijd na de oorlog, de gevolgen van de oorlog, terwijl oorlogswinter zich alleen in de oorlogswinter afspeelt. Ik heb nog nooit een boek gelezen met hetzelfde thema als dit boek, dus kan ik het ook niet vergelijken. Mijn mening Oorlogsboeken zijn niet mijn favoriete boeken, maar dit boek vond ik best wel leuk. Ik vond het interessant om de zien hoe Anton zich na de oorlog verder ontwikkelde. Hoe hij omging met de dood van zijn ouders, hoe hij de hele aanslag verwerkte. Dat hij er niets mee te maken wil hebben, maar als hij dan toch door toevalligheden te weten komt hoe alles precies is gebeurd, het dan pas echt kan verwerken. Dan pas kan hij alles achter zich laten. Eigenlijk heb ik er nooit over nagedacht wat voor invloed de oorlog op mensen heeft gehad en dit doe ik nu wel. In het begin is het boek heel erg spannend, tijdens de aanslag, als Anton in de gevangenis zit bij Truus Coster in de cel. Ik wilde toen ook in een keer doorlezen. Maar na de eerste episode werd het wat minder spannend, wat erg jammer was. Toch wilde ik wel doorlezen, want er waren wel steeds van die kleine dingen die je perse wil weten. Zoals de vraag van Cor Takes “Waarom legden ze hem niet bij de andere buren neer?”. Ik wilde gelijk doorlezen om dit antwoord te vinden en dit stond pas aan het eind van het boek. Ook wilde ik weten wie die vrouw bij Anton in de cel zat was en dus las ik aan een stuk door. Wat ik erg leuk vond aan het boek, waren de stukjes waar Anton zich hele rare dingen afvroeg, zoals hier: “ Hij (Anton dus) had zich wel eens afgevraagd wat er zou gebeuren als hij een schacht door de aarde boorde en er dan in sprong, in een vuurvast pak. Na een bepaalde, uit te rekenen tijd zou hij aan de andere kant omhoog komen, zijn voeten vooruit, maar niet helemaal tot de oppervlakte; hij zou een moment stilstaan, en dan ondersteboven weer in de diepte verdwijnen. Na jaren, ook uit te rekenen zou hij gewichtloos in het middelpunt van de aarde tot stilstand komen, om daar voorgoed de gang van zaken te overdenken”. Ik vind dit zo leuk, omdat het van die dingen zijn die ik mezelf ook wel eens afvraag. De motieven in het boek vielen me heel erg op. Ze kwamen echt regelmatig terug. Ik had dit nog nooit eerder gezien in een boek en elke keer als ik weer de dobbelsteen of de kruidnagel tegenkwam vroeg ik me af “Waar heb ik dit eerder ook al weer gehad”. Er waren dan leuke verbindingen tussen bepaalde episodes, waardoor het verhaal spannender/leuker werd. Wat ik mooi vond aan het boek, waren de omschrijvingen van sommige dingen, zoals het stukjes waar de stralen van lantaarnpalen worden omschreven als de dansende stralen. Al met al is het een leuk boek en het lezen er van is aan te raden.

REACTIES

P.

P.

ik vind het een erg aantrekkelijk verslag

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De aanslag door Harry Mulisch"