Titel: De donkere kamer van Damokles. Auteur: W. F. Hermans
Jaar van uitgave: 1971 §2 Korte samenvatting: Henri Osewoudt gaat op 12-jarige leeftijd naar zijn oom Bart Nauta in Amsterdam. Dit doet hij nadat zijn moeder in een vlaag van waanzin zijn vader, die in Voorschoten een sigarenwinkel had, vermoord heeft. Hij volgt een middelbare-schoolopleiding, maar heeft met niemand contact, behalve met zijn nicht Ria, die 7 jaar ouder is. Beiden zijn lelijk. Henri. Bovendien heeft hij een te hoge stem. Ria’s haar heeft de kleur van pakpapier en ze heeft een zeer spitse onderkaak en te lange tanden. Op 18-jarige leeftijd trouwen ze. Henri zet de zaak van zijn vader voort. Zijn moeder woont bij hen in, en Moorlag, die staatsexamen wil doen, heeft ook een kamer bij hen. Henri wordt afgekeurd voor militaire dienst, omdat hij een halve centimeter te klein is. Wel is hij bij de Burgerwacht en bij het uitbreken van de oorlog krijgt hij de opdracht bij het postkantoor op wacht te staan. Hij komt in contact met een luitenant van de landmacht, die zich Dorbeck noemt. Deze Dorbeck lijkt als twee druppels water op Henri, met dat verschil, dat hij het ‘geslaagde exemplaar’ is, en de eigenschappen bezit, die Henri graag had willen hebben. Van Dorbeck krijgt Henri een filmpje, dat ontwikkeld moet worden. Na de capitulatie geeft Henri D. een kostuum te leen, en begraaft hij D’s uniform in zijn tuin. D. brengt later het kostuum terug en geeft Henri nog enkele films. Deze moeten ontwikkeld worden en dan naar E.Jagtman worden opgestuurd. Als de films zijn ontwikkeld, staan er alleen zwarte vlekken op, zodat Henri ze niet durft op te sturen. In plaats daarvan koopt hij een Leica en maakt zelf foto’s van militaire objecten. Via opdrachten van D. raakt Henri bij het verzet betrokken. Hij moet bijv. samen met ene Zewuster in de Kleine Houtstraat in Haarlem twee mannen neerschieten. Daarbij wordt hij gevolgd door de zoon van de drogist in Voorschoten, en verraden. Als Henri het filmpje ontwikkelt, dat D. hem in de meidagen van ’40 gaf, staat op één van de foto’s D. met twee vriendinnetjes voor het huis in de Kl. Houtstraat. Henri krijgt dan in ’44, nadat hij drie jaar niets van D. heeft gehoord, een brief met het verzoek de foto’s te zenden naar Postbus 234 in Den Haag. Hij gaat kijken wie de brief ophaalt: het blijkt een heilsoldate te zijn. Enkele dagen later wordt hij opgebeld door ene Elly Spenkelbach Meijer. Zij zegt dat ze uit Engeland komt en toont hem later een van de foto’s, die hij aan D. heeft gestuurd. Hij brengt haar dan naar oom Bart, maar als hij in Voorschoten terugkomt, hoort hij van Moorlag, dat de Duitsers hem hebben opgewacht en zijn moeder en Ria opgepakt zijn. In Leiden krijgt hij een nieuw persoonsbewijs dat op naam van Filip van Druten staat. Hij wordt verliefd op het meisje Marianne Sondaar (de ondergedoken joodse studente Mirjam Zettenbaum), dat zijn haren zwart verft. Zelf duikt hij onder aan de Zoeterwoudse singel, en gaat foto’s ontwikkelen voor Labare. Hij ontmoet Marianne opnieuw, die voor hem de valse papieren naar Elly wil brengen. Zij blijkt echter al verdwenen. Hij krijgt een nieuwe opdracht van D.: hij moet in de stationswachtkamer van Amersfoort een vrouw in leidsteruniform van de Nat. Jeugdstorm ontmoeten. Samen gaan ze naar Lunteren om de Gestapoman Lagendaal uit de weg te ruimen. De vrouw wordt later in de trein aangehouden; Henri wordt gearresteerd als hij met Marianne in de bioscoop zit en op het doek een oproep tot zijn aanhouding verschijnt. Hij wordt gemarteld, opgenomen in een ziekenhuis, en weer bevrijd. Als hij bij Labare Marianne opnieuw ontmoet, toont hij haar zijn gevoelens over D. en zichzelf: “Ik heb nooit geweten, dat ik het mislukte exemplaar was tot ik D. ontmoette.” Hij vindt dat hij alleen bestaansrecht kan krijgen, als hij D’s opdrachten uitvoert. ‘s Nachts wordt hij weer gearresteerd en later door Ebernuss bevrijd. Deze is op zoek naar Henri’s dubbelganger D.. In een clandestiene sociëteit voor ondergrondse helden, denkt Henri D. te herkennen. Hij krijgt gif om Ebernuss te vermoorden, en daarna gaan ze er samen in Ebernuss’ auto vandoor. In een leegstaand huis maakt Henri met de Leica van Ebernuss voor de spiegel een foto van D. en zichzelf. D. vertelt hem, dat Ria samenwoont met de verrader, de zoon van de drogist in Voorschoten. Henri krijgt een verpleegstersuniform om Marianne, die zwanger is, in de kraamkliniek te kunnen bezoeken. Als hij daar aankomt, krijgt hij het lijkje van zijn kind te zien, en loopt huilend weg. Hij vermoordt eerst Ria, daarna de Duitser, die hem een lift had gegeven, en vraagt dan een pastoor om hulp. Met hulp van een illegale arts komt hij de grens tussen het bezette en het door de geallieerden bevrijde gebied over naar Breda. Hij wordt naar Engeland gebracht en verhoord. Hij gaat dan weer naar Nederland, maar wordt ook daar niet vrijgelaten. Er wordt namelijk beweerd, dat in de Duitse stukken staat, dat hij een handlanger van de Duitsers is. Er is niemand die het tegendeel kan bewijzen. Dorbeck is onvindbaar, Jagtman en Moorlag zijn dood, Mirjam is in Israël. Als Henri het filmpje ontwikkelt, waarop hij samen met D. op de foto zou staan, blijkt deze foto mislukt. Henri rent naar buiten en wordt neergeschoten. §3 De reden dat ik dit boek ben gaan lezen is eigenlijk dat ik mijn thema al wist: de Tweede Wereldoorlog. Ik ben toen in de themalijsten in de Mediatheek gaan kijken en heb een paar boeken bekeken maar die leken mij niks. Dit boek kon ik niet vinden in de Mediatheek maar die bleken wij thuis toevallig nog te hebben, dus ben ik daar maar in begonnen.
Motieven: ? Dubbelgangersmotief: Dorbeck is de dubbelganger van Osewoudt en iedereen ziet Dorbeck voor Osewoudt aan, zodat Osewoudt in de problemen komt. ? Foto’s: Osewoudts leven hangt af van die laatste foto en die mislukt. En ook eerdere, belangrijke foto’s zijn mislukt. Eigenlijk is mislukking ook een motief, want als Osewoudt Dorbeck ziet, beseft hij dat hij de mislukte versie is. ? Oorlog: het verhaal speelt zich af in de oorlog (tweede wereldoorlog om precies te zijn) en de hoofdpersoon is er nauw bij betrokken. ? Spiegel: waar Osewoudt Dorbeck in ziet wanneer hij erin kijkt, zijn ware ik misschien. ? Doka: waar Osewoudt tevergeefs foto’s ontwikkelt en die ook staat voor de cellen waarin hij heeft gezeten. De donkere kamer kan ook als een mislukking gezien worden en duidt isolement en duisternis aan. ? Wanhoop, onwetendheid, angst en toeval: de wanhoop komt eigenblijk voort uit de onwetendheid van de hoofdpersoon. Voor de rest zijn dit allemaal factoren waaromheen het verhaal gebouwd is. ? Oedipuscomplex: Osewoudt houdt op een vreemde manier van zijn moeder, maar hij houdt wel zielsveel van haar. Want nooit heeft hij het erover gehad dat hij kwaad is, omdat zij zijn vader vermoord heeft en nooit haalt hij herinneringen op aan zijn vader. ? Zusterhaat: Hermans kon niet echt goed overweg met zijn zuster en in dit boek staat Ria symbool voor de zuster van Osewoudt en hij vindt haar eigenlijk helemaal niks. §3 De nadruk van dit boek ligt voornamelijk op de gebeurtenissen. Er komen wel stukjes in voor waarin de gevoelens en gedachten van de hoofdpersoon worden beschreven, maar dat zijn er niet veel. Het verhaal bevat heel veel gebeurtenissen die allemaal op een boeiende manier zijn verbonden. Ik heb het boek op geen moment saai gevonden. Het bleef mooi tot op de laatste bladzijde. Er komen ook nare dingen in het boek voor, zoals: - De moord van zijn moeder op zijn vader - De arrestatie van zijn moeder en vrouw - Het vermoorden van verschillende personen in opdracht van Dorbeck - Zijn eigen dood De gebeurtenissen zijn heel geloofswaardig. Als er bij zou hebben gestaan dat het echt gebeurd zou zijn, dan zou ik het gelijk geloven. Ik vind de rol van de toeval niet groot; daar is wel een verklaring voor. Wel bevat het verhaal veel verrassende gebeurtenissen, zoals het geslijm van de Duitse commandant bij Hendri Osewoudt, zoadat hij na de oorlog vrij uit zal gaan. Ik had ook niet gedacht dat hij op het einde gedood zou worden. Dit kwam totaal onverwacht. Het einde is voor mij een vraag. Het is een aparte manier van stoppen voor mij. Een keer wat anders §4 Spanning: Van het boek mag gezegd worden dat het chronologisch wordt verteld. Er zijn wel twee tijdlijnen te vinden nl: 1 ) Zijn jeugd (1932) tot en met april 1945 (zijn tijd in het verzet). 2 ) Als hij in handen van de nederlanders valt. Er zijn wel tijdsprongen in de eerste tijdlijn, maar dit merk je niet zozeer, alleen had ik een derde tijdlijn moeten tekenen, vanaf het moment dat Dorbeck opnieuw in het leven van Osewoudt verschijnt tot het moment dat hij in handen van de nederlanders valt. Het verhaal wordt niet fragmentarisch vertelt. Er is een grote spanningsboog te vinden door het hele verhaal, je wilt steeds weten wat er nu weer gaat gebeuren. §5 Het slot van dit boek is open omdat je met heel veel vragen achterblijft. Je weet niet of Osewoudt nou wel of niet voor de Duitsers werkte. Je weet niet of Dorbeck echt heeft bestaan. Je weet niet door wie en waarom Osewoudt is doodgeschoten. Je kunt dus lekker zelf doorfantaseren over wat er nou allemaal nog niet duidelijk is.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
J.
J.
Ik heb er veel aan gehad, bedankt!
20 jaar geleden
Antwoorden