A. Zakelijk verslag
1 Kaft
Op de kaft staat een jongen die boos voor een deur zit. 2 Uitgever
De uitgever is Malmberg, het boek is in 1984 verschenen. 3 Diversen
Het boek heeft 18 hoofdstukken en 140 bladzijden. Het boek heeft geen proloog / voorwoord en geen epiloog / afsluiting. 4 De auteur
De schrijfster is Thea Beckman. Thea Beckman: Geboortedatum 23 juli 1923
Geboorteplaats Rotterdam
Woonplaats Bunnik (bij Utrecht) Getrouwd met Dirk Hendrik
Hobby’s reizen en piano spelen
Kinderwens schrijfster of ontdekkingsreizigster worden
Thea Beckman groeide op in een arm gezin. Ze volgde ze de industrieschool en later de mulo. In 1945 trouwde ze, kreeg 3 kinderen en verhuisde naar Bunnik. Vanaf 1947 begon ze met het schrijven van verhalen in jeugdtijdschriften, journalistieke stukjes in kranten en in damesbladen. Haar eerste boek verscheen in 1957. Dat was een boek voor volwassenen. Ze startte toen ook met het schrijven van jeugdboeken. Dat sloeg aan en zo werd ze een bekende jeugdschrijfster. In 1975 ging ze terug in de schoolbanken en haalde op 52- jarige leeftijd haar atheneumdiploma. Daarna ging ze alsnog sociale psychologie studeren. Jeugdboeken van Thea Beckman: - Mijn vader woont in Brazilië - Saartje Tadema - Wonderkinderen - Kruistocht in spijkerbroek - Vrijgevochten
De boeken gaan meestal over kinderen zelf en het zijn historische boeken. De jeugdige lezers vinden over het algemeen de boeken van Thea Beckman leuk. B. De inhoud 1 Samenvatting
Tom Walma en Wijntje Vinholt kenden elkaar al sedert de kleuterschool. Precies zo lang waren ze vrienden geweest: twee hoogbegaafde kindertjes, die lang voor ze zes jaar waren konden lezen en schrijven. Ze werden de “wonderkinderen” genoemd. Ze sloegen al gauw de eerste en de tweede klas over (van de basisschool) en na een tijdje ook de derde klas. Zo kwamen de beide wonderkinderen, nog geen acht jaar oud, in de vierde klas terecht. Ze vonden het heerlijk, ze deden alles samen. Zo rolden ze met een sneltreinvaart door de lagere school heen. Tom Walma was al sinds zijn vijfde jaar lid van de openbare bibliotheek. Hij ging driemaal in de week nieuwe boeken halen. Zo haalde hij een keer een boek over stierenvechten. Tom werd zo boos toen hij het boek las dat hij Wijntjes vader (die striptekenaar was) overhaalde om een nieuwe strip te ontwerpen, waarin een jonge, Spaanse stier, Tampico genaamd elke toreador te slim af zou zijn. Boppa (Wijntjes vader) vond het een aardig idee en werkte het verder uit. Elke zaterdagmiddag bogen de grote man en de jongen zich over de avonturen van Tampico, waar bij de stier altijd won en steeds beroemder werd. In de zesde klas moesten de wonderkinderen de CITO toets maken, in tegenstelling tot de andere zesdeklassers maakten ze zich er niet druk over. Maar het kon Tom niks schelen, want zijn vader had hem al opgegeven voor het (voorbereidend beroeps onderwijs) VBO om elektrotechniek te gaan doen. Tom wilde veel liever naar het lyceum, net als
Wijntje, maar Tom moest naar het VBO. Tom z’ n ouders waren niet te overtuigen, ook door het schoolhoofd niet. Wijntje had hun klasgenoten overgehaald om mee te doen aan een brief aan meneer Walma. De hele klas tekende de brief, zelfs het schoolhoofd. De brief hielp niets en Tom werd toch opgegeven voor het VBO. Toen de klas hun CITO toets terug kreeg, had Wijntje een score van 549 en Tom van 550. De uitslag van Tom’s CITO score had Tom’s ouders niet kunnen overtuigen. Tom’s vader had Tom verboden om nog langer zijn vrije tijd bij Wijntje thuis door te brengen. Tom ging naar de het VBO = de L.T.S en Wijntje naar het lyceum. Tom en Wijntje spraken af bij de openbare bibliotheek en samen verzonnen ze dingen om Tom’s ouders over te halen. Maar elke keer mislukte het. Toen kwam Tom op een geniaal idee, waarbij Wijntje hem niet kon helpen. Hij ging in hongerstaking. Hij at niks meer en viel daardoor steeds meer af, zodat Tom met zijn moeder naar de dokter ging. Hij kreeg pillen om weer honger te krijgen, maar dat hielp niks. Tom at nog steeds niet. Toen Tom voor de tweede keer naar de dokter moest, werd hij gevraagd alleen te komen. Bij de dokter was Tom flauw gevallen, en werd in het ziekenhuis opgenomen. Zijn ouders waren erg geschrokken en kregen thuis ruzie over Tom. Wijntje had gehoord dat Tom in het ziekenhuis lag en ging hem stiekem op zoeken. Ze had hem een peperduur rekenmachientje gegeven, Tom was er heel blij mee. Tom moest toen hij weer wat was opgeknapt naar een psychiater. Tom wilde niet veel vertellen, maar de psychiater kwam er toch achter wat Tom wilde. De psychiater ging ook met de ouders van Tom praten en legde Tom’s probleem uit. Zo kwamen ze er achter wat hun zoon wilde en toen Tom het ziekenhuis uit mocht, mocht hij het volgende jaar toch naar het lyceum. Hij zat niet bij Wijntje in de klas, omdat de toen al in de tweede zat, maar dat vond hij niet erg. Tom mocht ook weer bij Wijntje thuis komen en hielp Boppa weer met zijn strip. 2 Hoofdpersonen
Wijntje: Een hoogbegaafd meisje. Ze is enig kind. Wijntje speelt graag piano. Ze wil naar het conservatorium. Later wil ze pianiste worden. Ze is heel aardig en behulpzaam. Tom: Een hoogbegaafde jongen. Zijn grote hobby is stenen verzamelen. Hij wil later geoloog worden. Hij is best eigenwijs en wil meestal zijn zin hebben. 3 Overige personen
Vader van Tom: hij is een eigenwijze, koppige man die niet graag iets toegeeft. Moeder van Tom: aardig, ze trekt meestal partij voor haar man. Vader van Wijntje: aardig, weet veel en kan goed mensen overhalen. Moeder van Wijntje: ze is aardig, houd heel veel van kinderen en muziek. Ze heeft het altijd druk. 4 Relaties
Tom > Wijntje: ze zijn goede vrienden van elkaar en verder in het verhaal blijft dat nog steeds zo. Vader > moeder van Tom: ze zijn het altijd samen met elkaar eens en de moeder van Tom is een beetje bang voor haar man, maar verder in het verhaal verandert ze en is ze niet meer bang en heeft ze een eigen mening. Vader > moeder van Wijntje: bespreken veel met elkaar en komen er samen uit. 5 Mijn favoriete persoon
Mijn favoriete persoon is Tom, omdat hij heel veel door zettings kracht heeft, en ik zou het niet durven om in hongerstaking te gaan.
6 Mijn minst sympathieke persoon
Mijn minst sympathieke persoon is de vader van Tom, omdat hij niet goed luistert wat zijn zoon wil en ervan uit gaat dat hij ook elektrotechniek gaat doen. 7 Tijd
Het verhaal speelt zich in de tijd van 1985 af, ongeveer in het jaar wanneer het boek geschreven is, want de L.T.S bestaat al lang niet meer. De tijdsduur van het boek is acht jaar, want het boek vertelt over Tom en Wijntje in de eerste klas, tweede klas, derde klas, vierde klas, vijfde klas, zesde klas, brugklas, tweede klas van de middelbare school. Flash-forwards: het boek begint dat Wijntje op haar nieuwe school is, dat is de flash-forwards en daarna vertelt het verhaal de gebeurtenissen van Wijntje en Tom voordat Wijntje op die school is gekomen. 8 Plaats
Het verhaal speelt zich af aan zee, de plaats is niet duidelijk. 9 Bedoeling
De bedoeling van de auteur is volgens mij dat ze wil uitleggen dat ouders niet bang hoeven te worden dat hun hoogbegaafde kinderen hun als minder waardig zien. En dat ze kinderen wil uitleggen hoe het is om hoogbegaafd te zijn en te willen leren en hoe dat is als je dat niet mag. 10 Verhaalsoort
Het verhaal is een psychologisch verhaal, want het verteld je hoe een hoogbegaafd kind zicht voelt als er niet naar hem / haar wordt geluisterd. Het verhaal is ook een realistisch verhaal want, er zijn ouders met hoogbegaafde kinderen die ze verkeerd begrijpen. C. Beleving van het boek Mening
Het boek heeft op mij een grote indruk gemaakt, want ik had niet verwacht dat zoiets zou kunnen gebeuren. Ik heb me het meest kunnen inleven met Tom omdat hij onterecht werd behandeld en er werd niet goed naar hem geluisterd. De gebeurtenissen vind ik heel goed beschreven, want de schrijfster legt de situaties goed uit en ervoor zorgt dat je je helemaal in het verhaal kunt inleven. De indeling vind ik wat minder omdat ze begint met Wijntje die in de brugklas terechtkomt. En dat geeft je een indruk dat het verhaal ergens anders over gaat en je weet niet wie Wijntje is en wat er mee is gebeurd, voordat ze op die school kwam. Ik zou de indeling veranderen: eerst beginnen met het verband tussen Tom en Wijntje en daarna wat er verder gebeurt. En in het begin ook een inhoud geven over de hoofdstukken. Het stuk dat Tom met de psychiater praat heeft bij mij de meeste indruk gemaakt. De afloop vind ik goed want Tom gaat toch naar het lyceum. Ik zou dit boek aan een ander aanraden, want het is een goed boek en er gebeurt veel in. Over het algemeen vind ik het boek ‘wonderkinderen’ een goed boek, want de schrijfster beschrijft een probleem dat niet dagelijks voor komt, het is voor verschillende leeftijden en het is erg spannend.
Op de kaft staat een jongen die boos voor een deur zit. 2 Uitgever
De uitgever is Malmberg, het boek is in 1984 verschenen. 3 Diversen
Het boek heeft 18 hoofdstukken en 140 bladzijden. Het boek heeft geen proloog / voorwoord en geen epiloog / afsluiting. 4 De auteur
De schrijfster is Thea Beckman. Thea Beckman: Geboortedatum 23 juli 1923
Geboorteplaats Rotterdam
Woonplaats Bunnik (bij Utrecht) Getrouwd met Dirk Hendrik
Hobby’s reizen en piano spelen
Thea Beckman groeide op in een arm gezin. Ze volgde ze de industrieschool en later de mulo. In 1945 trouwde ze, kreeg 3 kinderen en verhuisde naar Bunnik. Vanaf 1947 begon ze met het schrijven van verhalen in jeugdtijdschriften, journalistieke stukjes in kranten en in damesbladen. Haar eerste boek verscheen in 1957. Dat was een boek voor volwassenen. Ze startte toen ook met het schrijven van jeugdboeken. Dat sloeg aan en zo werd ze een bekende jeugdschrijfster. In 1975 ging ze terug in de schoolbanken en haalde op 52- jarige leeftijd haar atheneumdiploma. Daarna ging ze alsnog sociale psychologie studeren. Jeugdboeken van Thea Beckman: - Mijn vader woont in Brazilië - Saartje Tadema - Wonderkinderen - Kruistocht in spijkerbroek - Vrijgevochten
De boeken gaan meestal over kinderen zelf en het zijn historische boeken. De jeugdige lezers vinden over het algemeen de boeken van Thea Beckman leuk. B. De inhoud 1 Samenvatting
Tom Walma en Wijntje Vinholt kenden elkaar al sedert de kleuterschool. Precies zo lang waren ze vrienden geweest: twee hoogbegaafde kindertjes, die lang voor ze zes jaar waren konden lezen en schrijven. Ze werden de “wonderkinderen” genoemd. Ze sloegen al gauw de eerste en de tweede klas over (van de basisschool) en na een tijdje ook de derde klas. Zo kwamen de beide wonderkinderen, nog geen acht jaar oud, in de vierde klas terecht. Ze vonden het heerlijk, ze deden alles samen. Zo rolden ze met een sneltreinvaart door de lagere school heen. Tom Walma was al sinds zijn vijfde jaar lid van de openbare bibliotheek. Hij ging driemaal in de week nieuwe boeken halen. Zo haalde hij een keer een boek over stierenvechten. Tom werd zo boos toen hij het boek las dat hij Wijntjes vader (die striptekenaar was) overhaalde om een nieuwe strip te ontwerpen, waarin een jonge, Spaanse stier, Tampico genaamd elke toreador te slim af zou zijn. Boppa (Wijntjes vader) vond het een aardig idee en werkte het verder uit. Elke zaterdagmiddag bogen de grote man en de jongen zich over de avonturen van Tampico, waar bij de stier altijd won en steeds beroemder werd. In de zesde klas moesten de wonderkinderen de CITO toets maken, in tegenstelling tot de andere zesdeklassers maakten ze zich er niet druk over. Maar het kon Tom niks schelen, want zijn vader had hem al opgegeven voor het (voorbereidend beroeps onderwijs) VBO om elektrotechniek te gaan doen. Tom wilde veel liever naar het lyceum, net als
Wijntje, maar Tom moest naar het VBO. Tom z’ n ouders waren niet te overtuigen, ook door het schoolhoofd niet. Wijntje had hun klasgenoten overgehaald om mee te doen aan een brief aan meneer Walma. De hele klas tekende de brief, zelfs het schoolhoofd. De brief hielp niets en Tom werd toch opgegeven voor het VBO. Toen de klas hun CITO toets terug kreeg, had Wijntje een score van 549 en Tom van 550. De uitslag van Tom’s CITO score had Tom’s ouders niet kunnen overtuigen. Tom’s vader had Tom verboden om nog langer zijn vrije tijd bij Wijntje thuis door te brengen. Tom ging naar de het VBO = de L.T.S en Wijntje naar het lyceum. Tom en Wijntje spraken af bij de openbare bibliotheek en samen verzonnen ze dingen om Tom’s ouders over te halen. Maar elke keer mislukte het. Toen kwam Tom op een geniaal idee, waarbij Wijntje hem niet kon helpen. Hij ging in hongerstaking. Hij at niks meer en viel daardoor steeds meer af, zodat Tom met zijn moeder naar de dokter ging. Hij kreeg pillen om weer honger te krijgen, maar dat hielp niks. Tom at nog steeds niet. Toen Tom voor de tweede keer naar de dokter moest, werd hij gevraagd alleen te komen. Bij de dokter was Tom flauw gevallen, en werd in het ziekenhuis opgenomen. Zijn ouders waren erg geschrokken en kregen thuis ruzie over Tom. Wijntje had gehoord dat Tom in het ziekenhuis lag en ging hem stiekem op zoeken. Ze had hem een peperduur rekenmachientje gegeven, Tom was er heel blij mee. Tom moest toen hij weer wat was opgeknapt naar een psychiater. Tom wilde niet veel vertellen, maar de psychiater kwam er toch achter wat Tom wilde. De psychiater ging ook met de ouders van Tom praten en legde Tom’s probleem uit. Zo kwamen ze er achter wat hun zoon wilde en toen Tom het ziekenhuis uit mocht, mocht hij het volgende jaar toch naar het lyceum. Hij zat niet bij Wijntje in de klas, omdat de toen al in de tweede zat, maar dat vond hij niet erg. Tom mocht ook weer bij Wijntje thuis komen en hielp Boppa weer met zijn strip. 2 Hoofdpersonen
Wijntje: Een hoogbegaafd meisje. Ze is enig kind. Wijntje speelt graag piano. Ze wil naar het conservatorium. Later wil ze pianiste worden. Ze is heel aardig en behulpzaam. Tom: Een hoogbegaafde jongen. Zijn grote hobby is stenen verzamelen. Hij wil later geoloog worden. Hij is best eigenwijs en wil meestal zijn zin hebben. 3 Overige personen
Vader van Tom: hij is een eigenwijze, koppige man die niet graag iets toegeeft. Moeder van Tom: aardig, ze trekt meestal partij voor haar man. Vader van Wijntje: aardig, weet veel en kan goed mensen overhalen. Moeder van Wijntje: ze is aardig, houd heel veel van kinderen en muziek. Ze heeft het altijd druk. 4 Relaties
Tom > Wijntje: ze zijn goede vrienden van elkaar en verder in het verhaal blijft dat nog steeds zo. Vader > moeder van Tom: ze zijn het altijd samen met elkaar eens en de moeder van Tom is een beetje bang voor haar man, maar verder in het verhaal verandert ze en is ze niet meer bang en heeft ze een eigen mening. Vader > moeder van Wijntje: bespreken veel met elkaar en komen er samen uit. 5 Mijn favoriete persoon
Mijn minst sympathieke persoon is de vader van Tom, omdat hij niet goed luistert wat zijn zoon wil en ervan uit gaat dat hij ook elektrotechniek gaat doen. 7 Tijd
Het verhaal speelt zich in de tijd van 1985 af, ongeveer in het jaar wanneer het boek geschreven is, want de L.T.S bestaat al lang niet meer. De tijdsduur van het boek is acht jaar, want het boek vertelt over Tom en Wijntje in de eerste klas, tweede klas, derde klas, vierde klas, vijfde klas, zesde klas, brugklas, tweede klas van de middelbare school. Flash-forwards: het boek begint dat Wijntje op haar nieuwe school is, dat is de flash-forwards en daarna vertelt het verhaal de gebeurtenissen van Wijntje en Tom voordat Wijntje op die school is gekomen. 8 Plaats
Het verhaal speelt zich af aan zee, de plaats is niet duidelijk. 9 Bedoeling
De bedoeling van de auteur is volgens mij dat ze wil uitleggen dat ouders niet bang hoeven te worden dat hun hoogbegaafde kinderen hun als minder waardig zien. En dat ze kinderen wil uitleggen hoe het is om hoogbegaafd te zijn en te willen leren en hoe dat is als je dat niet mag. 10 Verhaalsoort
Het verhaal is een psychologisch verhaal, want het verteld je hoe een hoogbegaafd kind zicht voelt als er niet naar hem / haar wordt geluisterd. Het verhaal is ook een realistisch verhaal want, er zijn ouders met hoogbegaafde kinderen die ze verkeerd begrijpen. C. Beleving van het boek Mening
Het boek heeft op mij een grote indruk gemaakt, want ik had niet verwacht dat zoiets zou kunnen gebeuren. Ik heb me het meest kunnen inleven met Tom omdat hij onterecht werd behandeld en er werd niet goed naar hem geluisterd. De gebeurtenissen vind ik heel goed beschreven, want de schrijfster legt de situaties goed uit en ervoor zorgt dat je je helemaal in het verhaal kunt inleven. De indeling vind ik wat minder omdat ze begint met Wijntje die in de brugklas terechtkomt. En dat geeft je een indruk dat het verhaal ergens anders over gaat en je weet niet wie Wijntje is en wat er mee is gebeurd, voordat ze op die school kwam. Ik zou de indeling veranderen: eerst beginnen met het verband tussen Tom en Wijntje en daarna wat er verder gebeurt. En in het begin ook een inhoud geven over de hoofdstukken. Het stuk dat Tom met de psychiater praat heeft bij mij de meeste indruk gemaakt. De afloop vind ik goed want Tom gaat toch naar het lyceum. Ik zou dit boek aan een ander aanraden, want het is een goed boek en er gebeurt veel in. Over het algemeen vind ik het boek ‘wonderkinderen’ een goed boek, want de schrijfster beschrijft een probleem dat niet dagelijks voor komt, het is voor verschillende leeftijden en het is erg spannend.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
W.
W.
is dit egt helemaal goed of kan iemand er iets aan veranderen ?
13 jaar geleden
Antwoorden