Hersenschimmen door J. Bernlef

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
Boekcover Hersenschimmen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 1709 woorden
  • 13 juni 2001
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
12 keer beoordeeld

Boekcover Hersenschimmen
Shadow

Hersenschimmen is Bernlefs indringende en ontroerende roman over dementie, over de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar ook een verhaal over de liefde die een onvermijdelijk tragisch einde tegemoet gaat.

Maarten Klein verliest langzaam maar zeker zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer onderscheiden, wil plo…

Hersenschimmen is Bernlefs indringende en ontroerende roman over dementie, over de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar ook een verhaal over de liefde die een onv…

Hersenschimmen is Bernlefs indringende en ontroerende roman over dementie, over de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar ook een verhaal over de liefde die een onvermijdelijk tragisch einde tegemoet gaat.

Maarten Klein verliest langzaam maar zeker zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer onderscheiden, wil plotseling weer naar zijn werk terwijl hij al gepensioneerd is en ziet zijn vrouw voor een vreemde aan. Momenten van helderheid worden meer en meer verdrongen door ontreddering en verwarring. Net als ik lekker lig komt Vera me wekken. Is het ochtend? Waarom al die haast? En sinds wanneer kleed ik mij zelf niet meer aan?

De pers over Hersenschimmen:
‘Mijn hele generatie heeft zijn ouders ‘hersenschimmen’ cadeau gegeven, in de hoop hun ontgeestelijking te bezweren, maar mijn moeder was vergeten dat ze het had gelezen’ Kees van Kooten.
‘Maartens verstand lekt weg, centimeter voor centimeter, en vervliegt ten slotte. Bernlefs verslag van die martelgang is schrijnend, heel gedurfd.’ Harold Pinter
‘Herinneren, vergeten, verdwijnen – dat zijn de grote thema’s van ‘Hersenschimmen’; en ook van veel andere romans van Bernlef.’ NRC Handelsblad.

Hersenschimmen door J. Bernlef
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Over de schrijver J. Bernlef is het pseudoniem voor Hendrik Jan Marsman, geboren in 1936 in het Noord-Hollandse Sint-Pancras en opgegroeid in Amsterdam en Haarlem. Na zijn H.B.S.-A is hij een half jaar student aan de Politiek-sociale Faculteit van de Universiteit van Amsterdam. Gelijktijdig werkt hij in een boekwinkel. Tijdens zijn militaire dienst debuteert hij met het korte verhaal Mijn zusje Olga. Tussen 1958 en 1960 reist hij heen en weer tussen Zweden en Nederland. Hij schrijft Stenen Spoelen en Kokkels, voor beide werken krijgt hij de Reina Prinsen Geerligsprijs (1959). Samen met G. Brands en K. Schippers richt hij het tijdschrift Barbarber op. Voor zijn dichtbundel Morene (1961) krijgt hij in 1962 de Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam. Vanaf 1970 is Bernlef betrokken bij het toneel en worden er enkele toneelstukken van hem opgevoerd (Sterf de moord 1973, In verwachting 1974). In 1977 is hij een van de oprichters van het tijdschrift Raster. Hij publiceert nog enige romans: Sneeuw (1973), Meeuwen (1975), De Man in het Midden (1977), Onder IJsbergen (1981) en Hersenschimmen (1984). Voor zijn totale oeuvre krijgt Bernlef in 1984 de Constantijn Huygensprijs. Bernlef is zelf ook naar verpleeghuizen geweest voor dit verhaal. Samenvatting : Maarten Klein staat voor het raam en verbaast zich erover dat de schoolkinderen er nog niet zijn. Dankzij zijn vrouw realiseert hij zich dat het zondag is. Vervolgens bestudeert hij de thermometer die vroeger van zijn vader was. Hij mijmert over de weersnoteringen die zijn vader vroeger gewoon was te doen en dit tot zijn dood (hij werd 74 jaar) volhield zonder de illusie te hebben dat hij er een systeem in zou ontdekken. Maarten realiseert zich dat hij de laatste tijd steeds vaker vergeetachtig wordt. Lezen gaat ook niet zo gemakkelijk meer als vroeger, hij mist de concentratie. Zijn gedachten dwalen terug naar vroeger en hij handelt ook alsof hij in het verleden leeft. Vera brengt hem weer naar de alledaagse werkelijkheid. Midden in de nacht staat hij op en kleedt zich aan, totdat hij zich realiseert wat hij doet. Als hij de volgende dag de hond Robert uitlaat en in een bar wat drinkt, ziet hij in het meisje aan de tap degene met wie hij voor het eerst vrijde. Plotseling meent hij naar een belangrijke IMCO- vergadering te moeten. Thuis moet hij nog de benodigde papieren halen, maar Vera is niet thuis en hij forceert de deur met een schroevendraaier. Hij denkt dat Vera naar de bibliotheek is waar ze altijd gewerkt heeft, maar is vergeten dat ze daar niet meer werkt. De plaats waar hij denkt dat de vergadering wordt gehouden, is een leegstaand vakantiehuis en dan realiseert hij zich dat hij in de war is. Vera is naar de dokter geweest en deze (dr. Eardly) raadt haar aan, samen met haar man aan de hand van hun fotoalbum zijn herinneringen te ordenen. Dokter Eardly komt ook langs en adviseert de fototherapie voort te zetten. Maarten dementeert steeds meer. Dingen die hij aan het begin van het verhaal nog weet, herinnert hij zich halverwege het boek niet meer. Aanvankelijk weet hij nog dat Graham Greens Our man in Havanna verfilmd is met Alec Guiness in de hoofdrol. Op blz. 72 kan hij zich daar totaal niets meer van herinneren. Met Robert mag hij van Vera en de dokter niet meer uit wandelen, omdat hij anders zal verdwalen. Steeds meer gaat hij op in zijn jeugdjaren; in Vera ziet hij soms zijn moeder. Als Vera weg moet, sluit ze alle ramen en deuren. Robert is echter nog buiten en Maarten slaat een raam in om de hond binnen te laten. Later moet William de ruit weer repareren. Maarten vraagt William steevast hoe het met diens hond gaat. De hond in kwestie, Kiss, is al jaren dood en William vindt het pijnlijk om steeds weer te zeggen dat Kiss niet meer leeft. Maar Vera is op een gegeven moment zover dat ze zegt: "Je weet toch dat hij altijd ruzie heeft met ónze hond." Vera accepteert, zij het met verdriet, dat ze Maarten aan het verliezen is. Als Maarten naast de WC plast en soms met injecties gekalmeerd moet worden, komt er een verzorgster in huis: Phil Taylor. Soms denkt Maarten dat Phil een vriendin van zijn dochter Kitty is. Daags daarop bevuilt hij zijn hele bed en zichzelf erbij. Vera en Phil stoppen hem in bad en Maarten gaat schuine verhalen vertellen. Terwijl hij zijn omgeving niet meer herkent, zwerft hij zonder jas door de duinen. De vuurtorenwachter pikt hem op in zijn jeep. Maarten denkt dat hij wordt meegenomen door de Amerikanen die Nederland komen bevrijden. Ook de dokter en de ambulancechauffeur ziet hij aan voor bevrijders. Dan neemt de ambulance hem mee naar de kliniek. Daarna is de schrijfstijl analoog aan het aftakelingsproces: korte zinnen, veel punten, onsamenhangende worden. Het einde heeft nog een lichtpuntje, als Vera hem komt vertellen dat het lente wordt. Maarten schijnt dit te begrijpen. De lente waar hij zo naar verlangd heeft, is toch gekomen, ook voor hem. Helaas kent het dementieproces in werkelijkheid geen hoopgevend einde. Titelverklaring

Maarten weet steeds minder, hij lijdt aan dementie en dus zijn zijn gedachten schimmen uit het verleden en daarom de titel hersenschimmen. Persoonlijk oordeel Ik had eigenlijk geen verwachting omdat ik nog niks van het boek wist daarom dacht ik laat ik dit moek maar eens gaan lezen. En ik had het gekregen bij de grote lijsters. Ik vond het een heel aangrijpend boek omdat het zo echt beschreven wordt. Er is volgens mij nog niet zoveel over geschreven of ik heb het nog niet gelezen.Dit boek heeft me erg aan het denken gezet omdat ik eerst dacht als je je opa verliest dan is dat erger als dat je opa dementeert maar in feite is dat net zo erg want je opa leeft nog wel maar hij weet niet meer ie je bent of wat hij doet. Daar had ik nog nooit echt bij stilgestaan want ik dacht altijd dan heb je je opa nog. De 7 argumenten Structurele argumenten : de opbouw van de tekst is goed, want je begint met wat informatie over de personen, die informatie breidt zicht uit naarmatej e verder in het boek komt. Je krijgt dan niet alleen informatie over het heden maar ook over het verleden. Qua tijdsverloop is de opbouw ook goed want maarten weet steeds minder dat merk je ook in het boek. Realistische argumenten : het kan echt gebeurd zijn omdat iemand die dementeerd steeds minder weet en zich steeds minder herinnertop het einde weet je bijna niets meer dat blijk ook zo te gaan bij maarten : overal wordt geademd…. Ze zijn allemaal gekomen om hier voor het laatst te slapen….. wie met wie dat geeft niet meer….. geen namen…..geen gezichten….. alleen ademen…..zuchten………allemaal bekenden van hem toen ze nog leefden……stuk voor stuk…..naam en toenaam….zij bevinden zich ergens daartussen…..haar zoeken….haar hand moeten wij zoeken……Ook in eerder stadium heerinert hij zich niets van een voorval of maar gedeeltelijk : vera wil mij mijn plaid afpakken maar ik houdt het stevig vast aan 2 slippen rond mijn nek.“die heb ik van de amreikanen gekregen“ dan laat ze los. „Maarten“zegt ze, „wat doe je allemaal waar zijn in godsnaam je gedachten? Dokter Eardly komt zo naar je kijken.“ we krijgen bezoek even mijn ogen dicht even maar. Alweer een amreikaan, ik schud hem hartelijk de hand Eardly heet hij Dokter Eardly zelfs een officier dus ookal is hij in burger. Vernieuwingsargumenten : voor mij was alles nieuw aan deze schrijver want ik had nog nooit een boek van hem gelzen. Ook had ik nog nooit over dementie gelzen ik dacht altijd als je je opa verliest dan is dat erger als dat je opa dementeert maar in feite is dat net zo erg want je opa leeft nog wel maar hij weet niet meer ie je bent of wat hij doet. Daar had ik nog nooit echt bij stilgestaan want ik dacht altijd dan heb je je opa nog. Ik weet ook nu beter wat dementie is. Morele argumenten : Je kan niet echt zeggen ik vind het goed of fout wat Maarten doet want hij kan er niets aan doen, ik vind het wel goed wat Vera doet want die probeert hem zoveel mogelijk te helpen en hem zolang mogelijk thuis te houden en propt hem dus niet weg in een verzorgings tehuis. Emotivistische argumenten: Ik vond het een erg mooi boek, dementie lijkt een beetje op dood gaan: mijn opa had kanker en wist op een gegeven moment niet meer wie ik was en kon alleen maar liggen dat heb je met dementie ook je weet dan ook op een gegeven moment niet meer wie wie is: geen namen…..geen gezichten….. alleen ademen…..zuchten………allemaal bekenden van hem toen ze nog leefden……stuk voor stuk…..naam en toenaam….zij bevinden zich ergens daartussen….. Ook vind ik dat Maarten best wel heldere dingen zegt zoals: „ soms“ zeg ik „wanneer je je vertrouwde koffiemerk niet meer kunt krijgen en je een andermerk hebt gekochtzie je de bus niet gelijk staan en loop je overal naar de kogffie te zoeken terwijl hij op deplaats van het oude koffiemrk staatde herinnering aan de oude bus maakt de nieuwe bus onzichtbaar. Daar zit een hoop waarheid
Intentionele argumenten : Ik denk dat Bernlef met zijn boek wou laten weten hoe het voelt om dement te zijn want als je eenmaal het boek leest dan leef je je helemaal in Maarten in en dus krijg je een beetje het gevoel om dement te zijn. Dat vind ik zo mooi aan dit boek. Stilistische argumenten: het boek heeft een goede opbouw, want je begint met wat informatie over de personen, die informatie breidt zicht uit naarmatej e verder in het boek komt. Je krijgt dan niet alleen informatie over het heden maar ook over het verleden. Qua tijdsverloop is de opbouw ook goed want maarten weet steeds minder dat merk je ook in het boek. Je ziet het onder andere aan de lengt van de hoofdstukken, in het begin zijn het nog vrij lange hoofdstukken omdat maarten zich dan veel herinnert en de hoofdstukjes worden korter tot op het eind een hoofdstuk van 8 regels een daarna een wit vel dan weet hij niets meer of tenminste hij kan zich niets meer herinneren.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Hersenschimmen door J. Bernlef"