Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Oosterschelde, windkracht 10 door Jan Terlouw

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
Boekcover Oosterschelde, windkracht 10
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 2502 woorden
  • 11 juni 2001
  • 152 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
152 keer beoordeeld

Boekcover Oosterschelde, windkracht 10
Shadow
Oosterschelde, windkracht 10 door Jan Terlouw
Shadow
A. kennisopdrachten

1. Geef zoveel mogelijk informatie over de schrijver.
Jan Terlouw is op vijftien november 1931 in Kamperveen geboren. Zijn vader was Dominee. Jan heeft Wis- en Natuurkunde gestudeerd aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Hij werkte als natuurkundige in de Verenigde Staten en in Zweden. Daarna is hij naar de tweede kamer gegaan, daar werd hij minister en voorzitter van de D66. Hierna is hij schrijver geworden en hij heeft veel boeken geschreven, zoals

1970 Pjotr

1971 Bij ons in Caddum
1971 Koning van Katoren
1971 Oom Willy Brord
1972 Oorlogswinter
1973 Brief geheim
1974 De heks van Eiselstein
1976 Oosterschelde windkracht 10
1983 De Kloof
1986 De gevangenis met open deur
1989 Kunstrijder.
Jan Terlouw is nu gepensioneerd commissaris van de koningin in Gelderland.

2A. Verklaar de titel.
"Oosterschelde windkracht tien" slaat op de watersnoodramp van 1953 in Zeeland. Oosterschelde slaat op het water de Oosterschelde in Zeeland en wat zich hier rond afspeelt. Windkracht tien slaat op de watersnoodramp met de storm van windkracht tien.

2B. Geef je mening over de titel.
Ik vind het een goede titel die helemaal bij het boek past.


3. Welke uitgever heeft het boek uitgegeven en wanneer?
Het boek is uitgegeven door: Lemniscaat en de eerst druk is gedrukt in 1976 en het boek dat ik heb gelezen is de 30e druk uit 1993.

4A. Geef een goede beschrijving van de hoofdpersoon.
Uit het 1e deel van het boek
Anne Strijen: is de hoofdpersoon uit het verhaal. Zij is 20 jaar, vriendin en later vrouw van Henk. Ze heeft een slank figuur, zo'n één meter zestig, zacht bruin haar, apart gezicht, brede mond, twee donkere, bruine ogen die stralen als edelstenen. Ze is een eigenwijs meisje die lak heeft aan andere mensen en vaak ruzie heeft met haar vader. Ze is de oudere zus van Hennie en Piet, de dochter van vader en moeder Strijen, kleindochter van opoe. In het begin van het verhaal raakt ze zwanger van Henk en aan het eind van het verhaal krijgt ze het kind (een zoon).

Uit het 2e deel van het boek
Anne Boesschoten-Strijen: is de vrouw van Henk en de moeder van Valeer en Piet. Ze heeft een slank figuur, zo'n één meter zeventig, zacht bruin haar, apart gezicht, brede mond, twee donkere, bruine ogen die stralen als edelstenen. Ze is een eigenwijze vrouw, maar denkt meer na over de dingen dan vroeger (in het eerste deel). Ze is de oudere zus van Hennie en Piet (die tijdens de watersnoodramp in 1953 overleed), de dochter van vader en moeder Strijen (die ongeveer 6 jaar geleden overleed). Anne werkt 's morgens bij een boekbinderij en 's middags in het huishouden en alles wat daarbij hoort.

Henk Boesschoten: is de man van Anne en de vader van Valeer en Piet. Hij werkt bij de Deltadienst met het opbouwen van de Deltawerken. Hij is voorstander van het plan om de Oosterschelde af te sluiten met een dam.

4B. Omschrijf eens wat anderen personen uit het boek.
Uit het 1e deel van het boek
Brooshoofd: is een persoon die veel weet van stormen, dijken en dammen. Anne vindt een kistje van hem en gaat naar hem opzoek. Hij blijkt eerst vermist en daarna en vermoordt te zijn. Anne wordt verdacht van deze moord; dit zorgt voor een heleboel opschudding in het dorp. Later bekent iemand anders de moord en gaat Anne vrijuit.

Vader Strijen: heeft vaak ruzie met zijn dochter, en is net als Anne heel koppig. Hij is de vader van Anne, Piet en Hennie, man van zijn vrouw en schoonzoon van zijn schoonmoeder. Hij heeft samen met zijn vrouw een boerderij.


Moeder Strijen: is een stil persoon en bemoeit zich niet met de ruzies tussen haar man en haar dochter Anne. Ze heeft veel zorg aan haar moeder en haar drie kinderen (Anne, Piet en Hennie). Ze beheert samen met haar man een boerderij.

Henk: is de vriend en later man van Anne. Hij studeert in Delft en komt elk weekend naar Battenoord toe. Hij denkt overal goed over na en hij is zeer behulpzaam met iedereen. Hij krijgt samen met Anna een zoon.

Hennie Strijen: is de oudste zoon van vader en moeder en is 16 jaar. Hij de broer van Piet, het broertje van Anne en de kleinzoon van z'n oma.

Piet Strijen: is de jongste van de familie en is 14 jaar oud. Hij de zoon van vader en moeder, het broertje van Hennie en Anne. Voor en tijdens de watersnoodramp redt hij mensen totdat hij wordt meegesleurd in het koude water van de Oosterschelde.

Opoe: is de moeder van moeder Strijen en de oma van Hennie, Anne en Piet. Ze overlijdt tijdens de watersnoodramp als ze wordt meegesleurd door een vloedgolf.

Uit het 2e deel van het boek
Vader Strijen: heeft twee kinderen Hennie en Anne ze hebben allebei een eigen familie. Z'n vrouw is zo'n 6 jaar geleden gestorven. Hij heeft 5 kleinkinderen, waarvan Valeer en Piet er twee zijn.

Valeer Boesschoten: is de zoon van Henk en Anne, hij is 17 jaar en de broer van Piet. Valeer zit bij de actiegroep Nog TIJd. Deze groep wil de Oosterschelde open houden en de dijken verzwaren. Nog TIJd vergadert één keer per maand. Valeer werkt bij een mosselbedrijf.

Piet Boesschoten: is de jongste zoon van Henk en Anne en is 20 jaar. Hij is de broer van Valeer. Piet studeert in Delft; hetzelfde als wat zijn vader heeft gestudeerd.

5A. Wanneer speelt het verhaal zich af?
Het eerste deel van het boek speelt zich af voor en tijdens de watersnoodramp van 1953: 1952, januari en de eerste dagen van februari. Tussen het begin en het eind van het verhaal verloopt 8 maanden en één week. Het tweede deel van het boek speelt zich rond 20 jaar na de watersnoodramp af. Er zijn enige tot veel terugblikken in het verhaal, deze zijn om het verhaal interessanter te maken en om het verhaal te verduidelijken.


5B. Waar speelt het verhaal zich af?
Het eerste deel speelt zich vooral af in en om Battenoord: de woonplaats van de familie Strijen. Het plaatsje ligt op Goeree Overflakkee aan het Grevelingenmeer. Het tweede deel speelt zich vooral af in Yerseke en omgeving, aan de Oosterschelde.

6A. Vertel in ongeveer 20 zinnen waar het verhaal over ging.
+
6B. Doe dat zo uitgebrijd dat je je het verhaal over een jaar nog herinnert.

Deel 1 Vloed
Op een dag gaat Anne Strijen varen. Als ze midden op het Grevelingenmeer is, verandert de windrichting. De wind is zo sterk dat Anne's boot omslaat. Ze gaat aan wal en kleedt zich uit om haar kleren te drogen. In het water vindt ze een kistje dat niet open kan, ze legt het in de boot. Op dat moment komt er een agent (Giel Nolen) langs. Hij maakt een proces-verbaal op, omdat ze naakt rondloopt, maar die is niet serieus bedoeld. Als haar kleren droog zijn kleedt ze zich weer aan. Ze vaart terug naar huis. De volgende dag probeert ze samen met haar vriend het kistje te openen; het lukt. In het kistje zitten allemaal papieren over dijken, dammen en overstromingen. Het kistje blijkt van ene Brooshoofd te zijn. Na een paar weken gaan ze opzoek naar de eigenaar van het kistje. Het blijkt een nogal slordig typ te zijn. Van de buurvrouw krijgen ze te horen dat ze hem al weken niet heeft gezien. Op de weg terug vertelt Anne aan Henk dat ze zwanger is, dit vindt Henk geweldig nieuws. Dat vindt Anne een goede aanleiding om Henk ten huwelijk te vragen. Henk antwoordt daar zonder te twijfelen "ja" op. Ze bereiden het feest voor en gaan trouwen. Alles gaat nogal snel, omdat alles gebeurd moet zijn voordat het kind geboren is. Brooshoofd wordt gevonden in een sloot: dood. Gewikkeld in een zeil met touw, stenen en ijzer om het pakket te laten zinken. Een Rotterdamse rechercheur en Giel Nolen worden op de zaak gezet. De rechercheur legt de zaak weg, omdat hij niet verder komt. Giel Nolen gaat in het geheim verder. Hij vindt een aanknopingspunt en gaat naar Stafmaat, de rechercheur van hem. Anne wordt beschuldigd van moord op Brooshoofd en wordt verhoord op het politiebureau in Rotterdam. Na 2 dagen wordt ze vrijgelaten, omdat er te weinig bewijs tegen haar is. Het hele eiland weet wat Anne heeft gedaan. Haar vader stapt uit de kerkenraad, omdat hij de druk niet meer aan kan. Er verlopen vele maanden. Elk weekend komt Henk vanuit Delft naar Battenoord om de familie Strijen op te zoeken. Alles verloopt rustig tot Henk op zaterdagavond 31 januari naar de radio luistert. Hij hoort dat er een hele hevige storm op komst is: noord-noordwesterstorm met springvloed (volgens Brooshoofd zouden dan de dijken het begeven). Henk gaat met Piet, het broertje van Anne, meteen naar de havenmeester en vraagt hoe de situatie is. Hij zegt dat de situatie kritiek is. Na enige tijd krijgen Henk en Piet de opdracht iedereen te waarschuwen en te evacueren. De familie Strijen gaat naar de kleine zolder. Na een half uurtje breken de dijken door. Als eerste achter het huis van de familie Strijen. Er stroomt veel water het huis in en er stroomt veel huisraad weg. Ook opoe, die in een bedje lag, wordt meegenomen door het water en verdrinkt. Henk is, nadat hij iedereen gewaarschuwd heeft, zelf op een hoog huis gaan zitten. Hij zit wel veilig. De polder stroomt intussen vol. Hennie was dat weekeind bij iemand gaan logeren. Ook daar kwam het water hoog te staan en ze vluchtten met de hele familie van haar vriendin naar boven. 's Maandags komt de hulp voor Anne, vader, moeder en Hennie. Henk wordt pas op woensdagochtend gevonden. Iedereen is verdrietig om de vele doden. De buurman van de familie vertelt dat Piet is verdronken toen hij iemand wou helpen. Na twee dagen begint het water te zakken. Anne krijgt weeën, dus het kind komt drie weken te vroeg. Ze gaat liggen op een matras en wil alleen zijn. "Het is een zoon!" zegt Anne. De hele familie is blij vanwege de baby en verdrietig vanwege Piet, opoe en alle andere mensen die zijn verdronken. Een agent komt zeggen dat Anne niet meer verdacht wordt van de dood op Brooshoofd, omdat iemand de moord heeft bekend.

Deel 2 Eb
Valeer, zoon van Anne en Henk, zit bij een actiegroep: Nog TIJd. Deze actiegroep is voor een open Oosterschelde omdat anders de natuur verloren gaat en voor dijkverzwaring. Ze hebben een keer per maand vergadering in een café. Bij de Deltadienst wordt een maquette opgeblazen van de Deltawerken. De actiegroep 'Nog TIJd' is de enige verdachte, maar ontkent alles. Op een avond komt een politieman bij de voorzitter en stelt hem een paar vragen. De voorzitter moet een formulier inleveren van alle namen en adressen van de leden van Nog TIJd. De voorzitter vindt dat goed en levert de lijst de volgende dag in op het politiebureau. Anne zit met een probleem: of ze voor haar man, die voor een dichte Oosterschelde is, omdat hij bij de Deltadienst werkt, of voor haar zonen Piet en Valeer die tegen een dichte Oosterschelde zijn, omdat die de natuur willen sparen. Ze wil dat zij bewijzen leveren om het probleem op te lossen. Dat vinden ze goed. Meteen die avond gaat Henk bewijzen leveren. De familie gaat eerst naar een begraafplaats van de slachtoffers van de watersnoodramp en naar een getuige van de ramp. Daarna gaan ze naar huis. Na 14 dagen gaan Piet en Valeer bewijzen leveren. Ze gaan naar het meer en laten zien hoe schoon het water is, vervolgens laten ze zien hoe vies het water kan worden. Daarna gaan ze naar iemand die zwaar verongelukt is, net als velen met hem, op een dijk van de Deltawerken. Ook gaan ze naar een dijkverzwakking waar volgens hen wat aan gedaan moet worden. Anne kiest nog geen kant en wacht op de uitslag van een commissie die bezig is met een onderzoek naar de Deltawerken bij Oosterschelde. Valeer verdenkt een ingenieur van de Deltawerken, de heer Lievenbach, van de bom in het gebouw, omdat hij de enige was die de sleutel had van het kamertje waar de maquette stond. Valeer stelt de voorzitter van Nog TIJd, Jos de Visser, op de hoogte, maar vertelt niks aan zijn familie. Als er een rondvaartocht van de Commissaris van de Koningin, burgemeesters, journalisten en medewerkers van de Deltawerken is om te laten zien hoe het met de Oosterschelde gaat, trommelt Nog TIJd alle mossel- en oestervisser uit de omgeving bij elkaar voor een demonstratie. Met veel spandoeken en getoeter maakt het een heel goede indruk bij de mensen voor een overweging tussen een open of een dichte Oosterschelde. Na een week komt de uitslag van de commissie die een onderzoek deed naar de Oosterschelde. De conclusie is dat er een blokken dam moet komen met kokers erin en schuiven, zodat hij alleen dicht hoeft met een hoge waterstand. Nog TIJd stemt na een vergadering voor evenals het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dat Ministerie stuurt een brief naar de regering. Na twee weken komt er een debat in de Tweede Kamer. De uitslag is dat het merendeel voor een dam met schuiven (stuwcassiondam) is.

7. Wat voor soort verhaal zou jij dit noemen?
Ik zou dit een combinatie tussen: liefderoman en avondurenroman

9. Heeft het verhaal een diepere betekenis? Wat wil de schrijver met dit verhaal vertellen?
Hij wil met dit verhaal vertellen hoe het was tijdens de watersnoodramp en de diepere betekenis is volgens mij dat hij over zichzelf verteld.

10. Wat vond jij van het boek?
Ik vind het een leuk boek om te lezen, omdat er allemaal spannende en afwisselende gebeurtenissen in voorkomen. Ook vind ik dat er leuke personages zijn gebruikt, verschillende leeftijdscategoriën. Ik zou best Valeer willen spelen in het tweede verhaal, omdat hij overal tegen in opstand komt. Het onderwerp is een stukje Nederlandse geschiedenis en dat vind ik wel interessant. Het verhaal bestaat uit een ingewikkelde bouw, omdat er veel terugblikken zijn en zo is het moeilijker te volgen en te begrijpen. Het is een makkelijk taalgebruik, dat moet ook wel, omdat het voor de jeugd is geschreven.

11. Wat kun je over het boek vertellen:
aantal pagina’s: -

aantal hoofdstukken: -
grote of klein letters: middelmatige

B. Belevingsopdrachten

1. Vertel wat jij het allerbelangrijkste stuk uit het boek vond en waarom.
Ik heb gekozen voor het midden van het boek omdat daar alle spanning in zit Hier wordt alles precies beschreven over het bezwijken van de dijken, het water dat de huizen verwoest, en dat er veel mensen het leven worden genomen. Verder wordt in het boek een oplossing gezocht naar hoe ze deze ramp in de toekomst kunnen voorkomen. De oplossing wordt in het eind gegeven.

C. Schrijfopdrachten

6. Schrijf een bladzijde uit het dagboek van de hoofdpersoon.

Lief dagboek 3-5-1958

Vandaag belde opa vanuit het huis van tante Loes dat we morgen niet naar zijn hui hoefen te komen om zijn verjaardag te vieren omdat de dijk vannacht is doorgebroken en zijn huis onder water staat. Morgen gaan we hem opzoeken en daarna met z'n allen kijken bij het huis als er nog wat van over is tenminste.
tot morgen.

REACTIES

N.

N.

hey man ,
bedankt voor je uittreksel you r the man!!!

22 jaar geleden

G.

G.

Superieur

22 jaar geleden

I.

I.

perfect boek verslag heel veel aan gehad

22 jaar geleden

M.

M.

Ik heb het boek ook gelezen maar ik wou even zeggen dat Hennie Strijen een meisje is en niet zoals bij 4.B. staat een Jongen
M.v.g Merijn

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Oosterschelde, windkracht 10 door Jan Terlouw"