Totten conic daer ghien vint.’ Het hele verhaal speelt zich dus af in ongeveer 24 uur. Plaats van handeling Het verhaal begint in het kasteel van Karel, kasteel Ingelheim aan de rijn, en iets daarna in het bos. Dan bij het kasteel van Eggerick, kasteel Eggermonde, en tenslotte weer bij het kasteel van Karel. ‘Als hi aldus ghewapent ‘Ende quam enen sonderlingen pat ‘Ende karel, die edel man, Ghinc hi door dat palas.’ Dwers riden doer den woude.’ Voer tynghelem in sijm casteel.’ Beschrijving/ karakter van de hoofdperso(o)n(en) Karel: Hij is koning van de Franken en heel trouw aan God want hij roept Hem steeds weer. Elegast: Hij is door Karel verbannen uit Karels rijk maar blijft hem trouw. Hij helpt hem met stelen. Hij steelt niet van de armen maar alleen van mensen die wel iets kunnen missen; hij is een hele goede dief. Eggerick: Hij is getrouwd met Karels zus (Karels zwager dus!) maar hij is Karel ontrouw: hij wil hem zelfs vermoorden. Samenvatting Op een avond werd Karel, toen hij lag te slapen, geroepen door een engel. Hij moest gaan stelen van God! Nadat de engel drie keer had geroepen deed hij het pas. Hij kan makkelijk zijn kasteel uit want alle wachters slapen (door God). Als hij in het bos rijdt met zijn paard, komt hij een ridder tegen. Beide willen ze hun naam niet vertellen en ze gaan vechten. Als de onbekende man een keer heel hard zwaait met zijn zwaard, verliest hij hem en Karel kan hem zo afmaken maar hij doet het niet. Dan vertelt de onbekende man zijn naam en geschiedenis: hij heet Elegast en is door Karel verbannen. Karel vertelt hem dus maar dat hij Adelbrecht heet. Dan besluiten ze samen om bij Eggerick (Karels zwager) te gaan stelen. Karel komt hier heel onhandig over omdat hij met een ploegijzer wil gaan inbreken! Elegast gaat alleen naar binnen en steelt een schat. Hij komt terug maar wil nog naar binnen om een zadel te stelen. Als hij dat doet wordt de vrouw van Eggerick wakker van het gerinkel van de bellen die aan het zadel zitten. Eggerick wordt ook wakker en stelt zijn vrouw gerust dat er niemand is. Dan vraagt zijn vrouw waarom hij al drie nachten niet kan slapen. Dan vertelt hij dat hij Karel gaat vermoorden de volgende morgen. De vrouw is het er niet mee eens en Eggerick slaat zijn vrouw zodat ze bloed. Elegast vangt wat bloed op als bewijs en spreekt een toverspreuk uit zodat ze allebei in slaap vallen. Hij vertelt alles aan Adelbrecht en die bedenkt dan dat God hiervoor gezorgd heeft. Elegast wil het aan Karel vertellen maar Adelbrecht zegt dat hij het wel tegen hem zegt en dat hij maar terug moet gaan naar zijn schuilplaats. Als hij terug komt op het kasteel, ’s morgens vroeg, slaapt iedereen nog. Dan wordt iedereen wakker gemaakt door de hoorn van de wachter omdat er weer een nieuwe dag is aangebroken. Karel roept zijn geheime raad bijeen en vertelt wat hij gehoord heeft. Bij de poort worden zestig mensen neergezet om de mensen van Eggerick te ontwapenen en op te sluiten. Dan komen ze in groepjes en worden per groepje opgesloten. Bij het laatste groepje zit Eggerick. Hij ontkent alles en daagt degene uit die het tegenovergestelde beweerd. Dan laat de koning Elegast komen. Hij pakt de uitdaging aan en bid God om te mogen vechten voor zijn heer. Karel belooft aan Elegast zijn zus als hij wint. Elegast slaat Eggerick van zijn paars maar weigert hem te doden en beveelt hem om op zijn paard te gaan. Karel bidt voor Elegast en snel komt er een eind aan het gevecht want Elegast slaat een deel van het hoofd van Eggerick af. Elegast trouwt met Karels zus. Alles komt goed door God. AMEN! Thema en motieven Thema: Trouw >de trouw aan de koning van Elegast maar ook de ontrouw van Eggerick aan de koning. ‘Als die coninc seghet Datti hem selven stelen wille, Ellegast en sweech niet stille. Hi seyde: “Dat moet mi God verbieden…Ic mochs mi scamen voor Gode.” Motieven: God >als er moeilijkheden zijn wordt God vaak aangeroepen. ‘Hi seide: “God hoede dit ghesinde, Den coninc ende dat ic hier vinde. Tovenarij >Elegast kon d.m.v. een poeder dieren verstaan en hij kon Eggerick en zijn vrouw laten slapen d.m.v. een toverspreuk. ‘Doe seyde Elegast een ghebede, Daer hi mede slapen dede. Duels >veel ruzies worden uitgevochten door duels. ‘Coemter mi goet af of miskief, Wy sullen desen strijt nu scheyden
Ende becorten tusschen ons beyden.’ Bedoeling van de auteur
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
C.
C.
heel goed verslag , bedankt, houdoe
22 jaar geleden
Antwoorden