Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Het bittere kruid door Marga Minco

Beoordeling 6
Foto van een scholier
Boekcover Het bittere kruid
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 867 woorden
  • 28 mei 2001
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 6
6 keer beoordeeld

Boekcover Het bittere kruid
Shadow

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerheid en angst. Zelfs als de bezetter toeslaat, blijft er nog een spoor van hoop om aan het lot te ontkomen. Met kleine middelen roept de schrijfster een sfeer op van dreiging, ongegronde hoop …

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerhe…

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerheid en angst. Zelfs als de bezetter toeslaat, blijft er nog een spoor van hoop om aan het lot te ontkomen. Met kleine middelen roept de schrijfster een sfeer op van dreiging, ongegronde hoop en verwachting, die precies weergeeft wat in die jaren in de harten van de vervolgden leefde. Sober omslag, duidelijke druk.

Het bittere kruid door Marga Minco
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Het bittere kruid is de titel van het boek en van hoofdstuk 16. Het boek is zo getiteld omdat de hoofdpersonen uit het boek altijd ongezuurd brood met bittere kruiden aten op Seideravond. Het slaat ook op de uittocht van de slaven uit Egypte, zij aten toen ook brood met bittere kruiden. De ondertitel: De kleine Kroniek. Dit zijn twee boeken uit het oude testament die de joodse geschiedenis bevatten. Samenvatting: Als in 1940 de oorlog uitbreekt vlucht de joodse familie Minco weg uit hun woonplaats Breda. Als de rust na een paar dagen is teruggekeerd keert ook de familie Minco terug. Marga heeft het na haar terugkomst in Breda erg moeilijk, ze wordt vaak uitgescholden en gepest omdat ze joods is. In het eerste jaar van de oorlog wordt Marga ziek ze moet kuren in Utrecht. Ondertussen gaan haar ouders inwonen bij haar getrouwde broer in Amersfoort. Nadat ze hersteld is gaat ook zij naar Amersfoort. Als de oorlog al een paar maanden bezig is wordt de familie Minco opgeroepen voor werkkampen. Marga en haar broer Dave krijgen echter een attest. Haar ouders moeten in Amsterdam in een joodse wijk gaan wonen. Als Marga een tijd allen met haar broer en zijn vrouw woont, wil ze naar haar ouders. Als ze daar aankomt zijn haar ouders dolblij haar te zien. Een paar dagen later wordt het huis naast hun leeggehaald. Marga en haar ouders verbergen zich en worden niet gevonden. Dan gaan ze erover denken om onder te duiken maar Marga’s vader wil liever wachten. Als Marga enkele dagen later door de Lepelstraat loopt, worden de huizen daar net leeggehaald, ze willen Marga ook meenemen. Zij zegt dat ze er niet woont, als ze haar persoonsbewijs heeft laten zien kan ze gaan. Op een dag ontdekt ze in de tuin achter de schutting een smalle geul waar ze zich heel goed zou kunnen verbergen. Als op een dag een paar soldaten hun huis komen binnenvallen vlucht ze via de smalle geul en ontsnapt. Ze gaat naar de Weteringschans waar haar broer Dave en zijn vrouw Lotte zijn ondergedoken. Daar is ze enige tijd veilig. Maar als ze hun haar gaan blonderen komt de huurbaas erachter dat ze joods zijn en moeten ze vertrekken. Ze besluiten met de trein naar Utrecht te gaan. Maar op het station worden Dave en Lotte aan gehouden bij de controle. Marga reist door naar het onderduik adres in Utrecht. Maar daar is geen plaatts voor haar en ze reist naar vrienden in Amsterdam. Via vele tussenstations komt ze bij een arbeiders gezin terecht. Hier kan ze enige tijd onderduiken. Maar als haar geld opraakt wil ze het arme gezin niet meer tot last zijn. Ze kan naar een adres in Heemstede. Als daar een tijdje zit komt er een einde aan de oorlog. Ze gaat bij haar oom in Zeist langs. Hij had niet hoeven onderduiken omdat hij met een niet-joodse vrouw was getrouwd. Het lot van zijn broer heeft hem erg aangegrepen. Hij wacht elke dag bij de tramhalte in de hoop dat zijn broer er in zit. Na enige tijd krijgt ze bericht dat haar oom is overleden. Dan beseft ze dat ze haar familie nooit meer terug zal zien.
Personages: De hoofdpersoon van het boek heet Marga Minco. Ze woont samen met haar ouders en haar broer en zijn vrouw in een normaal huis. Marga Minco is een joods meisje met zwart haar en blauwe ogen. Ze is nogal bescheiden en best braaf. Ze krijgt tijdens het verhaal steeds meer door hoe alles in elkaar zit. Ze wordt steeds verstandiger en zelfstandiger. Andere belangrijke personages: Haar vader: Marga’s vader is een vroom man die zich zoveel mogelijk aan de joodse gewoontes probeert te houden. Als zijn kinderen deze gewoontes gaan ontlopen vindt hij het erg moeilijk. Hij is altijd erg optimistisch. Haar moeder: Zij is altijd erg bezorgd, zij wil ook al snel onderduiken maar vader wil nog wachten. Vertelstandpunt en vertelwijze: Het is een ik verhaal, het wordt verteld door de ogen van Marga Minco. Het verhaal wordt in chronologische vorgorde verteld. Plaats en tijd: Het verhaal speelt zich af in Nederland en vooral in de steden: Breda, Amsterdam en Amersfoort. Het verhaal speelt zich af van het begin van de oorlog tot vlak na de bevrijding. Thema: Het thema van het boek is de tweede wereld oorlog en de vervolging van de joden tijdens die tijd. Motieven: Oorlog: Het verhaal speelt zich af in de oorlog. Joden: Zij zijn joden er heerste jodenhaat. Jodensterren: Deze moesten ze op hun kleren dragen, dat vonden ze erg vervelend want daardoor mochten ze op heel veel plaatsen niet naar binnen. Eenzaamheid: Nadat haar familie was opgepakt voelde ze zich erg eenzaam omdat ze eigenlijk bij niemand echt meer terecht kon en steeds maar bij onbekende mensen zat ondergedoken. Angst: Ze had in het begin steeds de angst dat zij of haar familie opgepakt zou worden. Later toen haar familie was opgepakt, was ze bang dat ze haar familie nooit meer terug zou zien. Geluk: Voordat de oorlog begon had Marga een leuk leven en haar ouders ook. In de oorlog had ze steeds geluk dat ze niet opgepakt werd.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het bittere kruid door Marga Minco"