een auto-ongeluk. Het gaat voornamelijk over zijn gevoelens. 2. EERSTE REACTIE Dit boek heb ik gekozen, omdat het mij best wel interessant leek om te zien hoe een mens omgaat met geheugenverlies. Toen ik het uit had vond ik het boek wel o.k. Het was anders dan ik had verwacht; namelijk veel oppervlakkiger. Ik had eigenlijk een heel erg diepzinnig verhaal verwacht over het nut van het leven. Nu ik het weer bekijk kan je eigenlijk niet veel diepzinnigs verwachten van een persoon met geheugenverlies. 3. VERDIEPING Samenvatting Als Kees Zomers op een dag op weg is naar een oud-collega van hem krijgt hij opeens een herenbloeding. Hij verliest de controle over zijn linker lichaamshelft en gezichtsvermogen aan zijn linkerkant. Hij rijdt rechtstreeks een vaart in. Wanneer hij met moeite aan wal is gekropen, weet hij niet meer wie hij is of waar en heeft hij bovendien de helft van zijn lichaamsvermogen. Opeens ziet hij een kantoorgebouw. Daar wordt hij opgemerkt door een bewaker. Deze vraagt wat hij daar doet. Kees wil hem antwoorden, maar wat hij denkt zegt hij niet. Dan wordt Kees weggejaagd. Na een tijdje lopen vindt Kees een huisje in een volkstuinencomplex. Deze gaat hij in en hij brengt daar ook nog de nacht door. Als Kees de volgende morgen wakker wordt, zijn de dingen er niet beter op. In het huisje vindt hij een radiootje. Hij zet het aan. Op de radio wordt klassieke muziek gespeeld en opeens begint hij weer delen van zijn linker lichaamshelft te voelen. Om dat radiootje altijd bij zich te hebben knoopt hij het om zijn nek. Dan komt de eigenaar van het huisje en Kees moet dus weer wegvluchten. Op een gegeven moment komt hij bij een snackbar uit. Daar ontmoet hij Toos, een zwerfster. Zij ‘adopteert’ hem en ze blijven die avond samen in een huis in de aanbouw slapen. De volgende dag neemt Toos Kees mee naar de vuilnisbelt, daar vindt ze een Singer naaimachine die ze in de stad wil verkopen. Zij vertrekt en laat Kees alleen achter. Plotseling hoort hij een auto naderen. Er zitten twee mannen in. Eerst zien ze hem niet en verbergt één van ze nummerplaten van auto’s in een vuilnisberg. Dan ontdekken zij hem en nemen hem mee naar hun huis. De twee mannen heten Cor en Karel, ze zijn broer van elkaar. Kees verblijft een tijdje bij deze mannen. Hij helpt ze met karweitjes opknappen. Op een nacht mag Kees mee met de broers om iets te stelen. Hij moet op de uitkijk staan. De diefstal verloopt goed en Kees herinnert zich zijn naam weer: Kees Zomers. Heel onverwachts pakt Karel Kees op en gooit hem uit de auto. Kees verliest zijn bewustzijn. Als hij weer bijkomt, blijkt dat hij de vorige nacht gevonden was door een oude man, IJe. Wanneer Kees IJe beter leert kennen, komt hij erachter dat de oude men doof is. IJe verstaat dus niets van wat Kees zegt en denkt dat hij een gek is. IJe is tegen de moderne maatschappij. In plaats van geldgebruiken doet hij aan ruilhandel. Op een gegeven moment ontmoet Kees het achtjarige vriendje van IJe, Jules. Jules heeft een geheime schuilplaats. Daarin heeft hij het boek Robinson Crusoe verstopt. Kees herkent het boek uit zijn verleden en probeert het te lezen. de volgende morgen klad hij een blaadje vol met alleen maar het woordje vrijdag. Ook gaan IJe en Kees op pad naar de begraafplaats om te douchen in het lijkenhuisje. Wanneer ze daar aankomen, gaat IJe eerst douchen. Kees wacht op het kerkhof. Als hij echter een grafsteen met de naam Kees tol leest, vlucht hij weg. Het dorp waarin hij terecht is gekomen, doet hem heel erg veel denken aan vroeger. hij heeft namelijk in dat dorp gewoond. Als hij denkt het winkeltje van zijn vader te zien, blijkt dat helaas niet zo te zijn. hij steelt dan een fiets en fietst er een ander dorp mee in. Daar gaat hij naar een boekhandel. De boekhandelaar Richard Fielemieg herkent hem als “meneer Zomers van uitgeverij Discus”. Kees heeft dan opeens een groot probleem, hij kan niet meer zeggen wat hij wil en praat iedereen na. Hij vindt de hele situatie maar raar en besluit te vertrekken. s’ Avonds loopt kees over het strand. Hij krijgt honger en zoekt eten in een vuilnisbak. Dan vallen een paar jongeren hem lastig, die de vuilnisbak in brand willen steken. Kees krijgt opeens zijn spraakvermogen terug en scheldt hen uit met alle mogelijke scheldwoorden. De jongeren gaan weg. Even plotseling als hij zijn spraakvermogen terug kreeg, herinnert hij zich zijn telefoonnummer en ook nog dat hij een vrouw heeft die Marion heet. Hij besluit om haar de volgende morgen weer terug te bellen. De volgende dag is Kees in topconditie, het enige “slechte” aan hem is dat hij zich de laatste paar dagen niet meer herinnert. Als Kees over het strand loopt, wordt hij opgemerkt door twee politieagenten. Deze nemen hem mee naar het politiebureau. Daar komt Kees tot de ontdekking dat hij tien dagen weg is geweest. Marion komt hem dan ophalen. Ze is erg blij, om hem gevonden te hebben en om te zien dat hij nog leeft. Kees schaamt zich dat hij zo lang is weggeweest zonder zich er nog iets te herinneren. Wouter, zijn zoon, heeft een beetje moeite met het feit dat zijn vader zo lang is weggeweest. Kees gaat na een klein gesprekje met Wouter zijn bed in en heeft het gevoel dat zijn leven gewoon weer verder gaat.
Eclips door J. Bernlef
7.3
Op weg naar een oud-collega krijgt Kees Zomer een hersenbloeding. Plotseling heeft hij geen gevoel meer in het linkergedeelte van zijn lichaam. Omdat hij de macht over het stuur verloren heeft, kan hij niet voorkomen dat zijn auto te water raakt. Met een uiterste krachtsinspanning weet hij aan de kant te komen en merkt dan tot zijn ontsteltenis dat de helft van de wer…
Op weg naar een oud-collega krijgt Kees Zomer een hersenbloeding. Plotseling heeft hij geen gevoel meer in het linkergedeelte van zijn lichaam. Omdat hij de macht over het stuur ve…
Op weg naar een oud-collega krijgt Kees Zomer een hersenbloeding. Plotseling heeft hij geen gevoel meer in het linkergedeelte van zijn lichaam. Omdat hij de macht over het stuur verloren heeft, kan hij niet voorkomen dat zijn auto te water raakt. Met een uiterste krachtsinspanning weet hij aan de kant te komen en merkt dan tot zijn ontsteltenis dat de helft van de wereld verdwenen is. Dat niet alleen: hij kan ineens niet meer op zijn eigen naam komen en er is ook iets in zijn spreken verschoven. In het contact met de omgeving is een storing opgetreden. Stukje bij beetje moet hij zich gaan herinneren wie, wat en waar hij is, moet hij de taal weer leren beheersen, en zich bewust worden van de simpelste dingen.
Oefenen voor je mondelingen?
Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
C.
C.
Hey,
hartstikke bedankt voor je boekverslaqg, ik heb er veel informatie van kunnen gebruiken.
Doei en bedankt, =xxx= Corné
21 jaar geleden
Antwoorden