Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Karakter door Ferdinand Bordewijk

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
Boekcover Karakter
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 5210 woorden
  • 20 mei 2001
  • 141 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
141 keer beoordeeld

Boekcover Karakter
Shadow

Katadreuffe is bezeten van het verlangen advocaat te worden. Als zoon van een arme ongehuwde moeder in het vooroorlogse Rotterdam zet hij alles op alles om zijn doel te bereiken. De machtige deurwaarder Dreverhaven, zijn vader, werkt hem in alle opzichten tegen. Waarom? Twee onbuigzame karakters in een strijd die tot het uiterste lijkt te gaan - zelfde de liefde wordt…

Katadreuffe is bezeten van het verlangen advocaat te worden. Als zoon van een arme ongehuwde moeder in het vooroorlogse Rotterdam zet hij alles op alles om zijn doel te bereiken. D…

Katadreuffe is bezeten van het verlangen advocaat te worden. Als zoon van een arme ongehuwde moeder in het vooroorlogse Rotterdam zet hij alles op alles om zijn doel te bereiken. De machtige deurwaarder Dreverhaven, zijn vader, werkt hem in alle opzichten tegen. Waarom? Twee onbuigzame karakters in een strijd die tot het uiterste lijkt te gaan - zelfde de liefde wordt eraan opgeofferd. 

Karakter geldt als het meestwerk van de advocaat/schrijver F. Bordewijk (1884-1965). Het boek heeft ruim vijfenzestig jaar na verschijnen nog steeds iets aan kracht en leesbaarheid ingeboet.

Karakter door Ferdinand Bordewijk
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
A. De schrijver en zijn werk Auteur : Ferdinand Bordewijk
Titel : Karakter
Eerste jaar van uitgave : 1938
Druk : 29
Uitgever : Nijgh en van Ditmar
Jaar van uitgave : 1991 De schrijver Ferdinand Johan Wilhelm Christiaan Karel Emiel Bordewijk werd op 10 oktober 1884 in Amsterdam geboren. Zijn vader was hier referendaris bij het departement van Waterstaat. Tot zijn tiende jaar woonde hij aan het Singel in het monumentale huis dat in het verhaal "Keizerrijk" werd beschreven. In 1894 verhuisde hij naar Den Haag waar hij tot zijn dood op heel wat verschillende adressen gewoond heeft. Na het Haagse lyceum te hebben bezocht, studeerde hij rechten in Leiden. In 1912 promoveerde hij tot doctor in de rechtswetenschappen. Een jaar later werd hij beëdigd als advocaat. Van 1913 tot 1919 werkte hij op een advocatenbureau in Rotterdam dat later in de roman "Karakter" geportretteerd zou worden. Van 1918 tot 1920 was hij als docent verbonden aan de Handelsschool die eveneens in Rotterdam stond. Dat gebouw zou model staan voor de school in de roman "Bint". In 1919 -het jaar waarin hij of-ficieel vijf van de zes voornamen vervallen liet verklaren- vestigde hij zich als zelfstandig advocaat in Schiedam, waar hij zijn verdere leven een praktijk zou blijven uitoefenen. In 1914 is hij getrouwd met de componiste Johanna Roepman. Met haar heeft hij twee kinderen gekregen. Bordewijk schreef ook werk onder de pseudoniemen Ton Ven en Emile Mandeau. In 1945 werd Bordewijk voorzitter van de ereraad voor letterkunde. Dit college was bevoegd om schrijvers die tijdens de oorlog op een bepaalde manier met de bezetter hadden samengewerkt, een tijdelijk publikatieverbod op te leggen. Van 1947 tot 1952 is hij voorzitter van de Jan Campertstichting geweest. Op 28 april 1965 overleed hij op 80-jarige leeftijd. Als schrijver heeft Bordewijk grote bekendheid gekregen. Hij publiceerde vijftien verhalenbundels (waarvan elf na 1954) en twaalf romans (waarvan zes na 1945). Daarnaast schreef hij nog andere soorten proza (parodieën, persiflages, impressies, schet-sen), poëzie, toneel, een operalibretto en literaire kritieken. Al wordt hij over het algemeen gerekend tot de grootste prozaschrij-vers van de Nederlandse letterkunde, zijn werk is weinig bekend. "Karakter" is echter èèn van de uitzonderingen. Zijn boek "Noorderlicht" (1948), is zijn meest geslaagde na-oorlogse roman. In deze "roman van tragedie" wordt de neergang van een Leidse groothandel in ijzerwaren, als de degeneratie van de eigenaren, de familie Valcoog, beschreven. Aga Valcoog, de direc-trice, is een "supernormaal" mens dat al haar vermogens op mania-kale wijze aanwendt om haar familie na de dood van haar ouders bij elkaar te houden. Ze slaagt daar wel in, maar het gevolg is wel dat haar geslacht, reeds door ondergang aangetast, zal uit-sterven. Johannes Valcoog, vergelijkt in het slot haar zuster met het Noorderlicht: "Het verschijnsel vult een immens vlak van de hemel, het aanblik is indrukwekkend, maar het lichtgevend vermogen blijft gering en het licht zelf is koud; ook werkt het niet bevruchtend en voor het leven is het onnodig." Het motief van de tucht of zelftucht als middel om de dreiging van het uiteenvallen te beteugelen, de chaos te overmeesteren en de angst te bedwingen, staat in Bordewijks proza centraal. Dik-wijls treffen we een buitenproportionele krachtfiguur aan, in wie angst en tucht (de twee "sleutelbegrippen" in het werk van Bor-dewijk) samengaan: Bijvoorbeeld Leeuwenkuijl (de naam zegt al een hoop) in "Eiken van Dodona" en Dreverhaven in "Karakter". Drever-haven is een tiran die mensen zonder pardon op straat gooit zonder medelij-den te hebben. Hij geniet er nog van ook. Bordewijks "Karakter" is èèn van zijn boeken dat erg veel succes heeft gehad. Het boek gaat over een jongen, Katadreuffe, die door z'n moeder alleen is op-gevoed en een tiran van een vader (Dreverhaven) heeft waar zijn moeder niets meet te maken wil hebben. Na een aantal mislukte pogingen tot slagen in de maatschappij, krijgt hij het eindelijk voor elkaar goed werk te vinden. Hij studeert enorm veel omdat hij uitein-delijk zijn vader voorbij wil streven. Deze blijft hem echter dwars zitten. Katadreuffe houdt vol en haalt zijn staat-sexamen. Katadreuffe studeert altijd zoveel dat hij zichzelf geen ontspan-ning gunt. Dit komt erg overeen met de personages in Bordewijks andere boeken en zelfs met Bordewijk zelf, die, als hij na een dag hard werken thuiskwam, bijna meteen weer aan het schrijven sloeg. Het verhaal "Leven op aarde van Willem VI" uit de bundel "De aktentas" Heeft ook weer overeenkomende factoren in zich. In dit verhaal vormt een plotseling rondmarcherend buiten-aards verschijnsel een ontwrich-tende bedreiging voor de omgeving. Als het na vijf maanden weer abrupt verdwenen is, wordt zijn verschij-ning eerst ontkend en later afgedaan als een hersenschim. Later groeit er een gevoel van ontevredenheid en breekt het inzicht door dat de angst een levens-noodzaak is. In de roman "Eiken van Dodona" komt de pianist Folkert Staalhof na het vertrek van zijn terroriserende rentmees-ter Leeuwenkuijl tot het besef dat de "dom der dreiging" die Leeuwenkuijl over het landgoed van Dadona legde, een noodzakelijke voorwaarde betekende voor zijn kunst en die van zijn broer Okko, de schilder. "Geen kunst zonder angst" denkt Folkert. B. Analyse van de inhoud en de structuur 1. Een korte inhoudsweergave Het boek "Karakter" heeft als ondertitel "Roman van zoon en vader". De vader in kwestie is de deurwaarder Dreverhaven, die bij zijn huishoudster, Jacoba Katadreuffe, een kind verwekt. Dit kind, een jongetje met de naam Jacob Willem Katadreuffe, groeit op bij z'n moeder, die van een huwelijk met Dreverhaven noch van enige geldelijke tegemoetkomingen iets wil weten. Deze onverzet-telijkheid is voor haar zoon het voorbeeld om iets te bereiken in de wereld. Hij wordt daarbij op velerlei wijze dwars gezeten door zijn vader, die de lezer(es) leert kennen als tiran van het zuiverste water, die het vooral op de maatschappelijk zwaksten gemunt lijkt te hebben. Een goed voorbeeld van het tegenwerken van Dreverhaven is wanneer Jacobs winkeltje in Den Haag failliet is gegaan en Dreverhaven bij Jacoba Katadreuffe de inboedel laat weghalen. Ondanks alle tegenwerking toont Jacob karakter, en zijn doorzet-tingsvermogen vindt een voorlopige bekroning in het behalen van de meestertitel. Zijn definitieve zege op Dreverhaven behaalt hij, als hij bij deze deurwaarder, die ook woekerleningen verstrekt, een fors bedrag aan geld leent. Dreverhaven weert alle kritiek op zijn hardvochtige gedrag af met de stelling, dat Jacob Katadreuffe juist door de ondervonden tegenwind zijn ware karakter heeft kunnen ontplooien. De zelftucht waarmee Jacob zijn doel heeft nagestreefd heeft echter ook iets anders tot stand gebracht. Door zich zo volledig op zijn maatschappelijke carrière te storten, heeft hij zijn sociale contacten verwaarloosd. Aan het slot van het boek komt hij dan ook tot het inzicht, dat hij weliswaar zijn vader weerstaan heeft, maar dat hij geen normaal menselijk contact met hem heeft kunnen sluiten, evenmin als met zijn moeder, die op het laatst overlijdt aan tering, een vriendin: Lorna te George en zijn vriend Jan Maan. Het boek eindigt daardoor met de -onuit-gesproken- vraag: Wat heeft Jacob nu eigenlijk bereikt.
2. Het vertelperspectief Het verhaal wordt verteld door de alwetende verteller. Hij voorziet de gebeurtenissen ook regelmatig van commentaar. Deze figuur is meestal Jacob Katadreuffe. Het verhaal wordt echter niet verteld door een echte ik-persoon. 3. De tijd en de ruimte Het verhaal wordt chronologisch verteld en speelt zich af van 1903 (de geboorte van Jacob Katadreuffe) tot 1931. Het eerste hoofdstuk bevat alleen wat voorgeschiedenis en een flashback. Deze gaat over het moment dat Jacoba Katadreuffe nog voor Drever-haven werkt en door hem zwanger gemaakt wordt. Als ze erachter komt dat ze in verwachting van hem is vertrekt ze. Het verhaal speelt zich grotendeels af in Rotterdam. Katadreuffe maakt echter enkele uitstapjes naar Den Haag. De lokaties zijn: De woning (of de verschillende woningen) van Joba, de voorschotbank (want hier heeft Dreverhaven zijn kantoor), en het advocatenbureau van de stroomkoning. Voor dit gebouw had Bordewijk tijdens het schrijven zijn eigen huis in gedachten. 4. De personages en hun relaties Dreverhaven is de vader van Jacob Katadreuffe. Zo ziet Kata-dreuffe hem echter niet. Joba Katadreuffe heeft namelijk nooit meer iets met hem te maken willen hebben nadat hij haar zwanger maakte. Dreverhaven is deurwaarder van beroep en door iedereen gevreesd. Hij is meedogenloos en lijkt om niemand iets te geven. Zelfs voor zijn zoon is hij niet milder dan voor anderen. Het lijkt een echte tiran maar op het eind van het verhaal zegt hij Katadreuffe te hebben willen helpen door hem zo te behandelen. Maar in ieders ogen blijft het een genadeloze en harteloze man. En iedereen die geld bij hem leent is "ten dode opgeschreven". Het is wel een verantwoordelijke man. Toen hij hoorde van de zwangerschap van Joba, heeft hij haar meteen ten huwelijk gevraagd. Joba weigert en ze wil ook geen geld van hem aannemen. In het totaal heeft hij haar zeven keer gevraagd maar zij blijft weigeren. Joba is het dienstmeisje van Dreverhaven. Als hij haar zwanger maakt vertrekt ze. Joba is een jong meisje dat niets meer hoeft te leren, maar alles al weet. Ze heeft sprekende ogen en een sterke wil. Maar de bevalling verandert haar karakter. De dokter zegt dat ze in een uur tijd haar volwassen- en kindertijd heeft overge-slagen. Ze wil nergens om vragen, niet eens naar haar kind. Ze is een goede moeder en zorgt dat haar zoon Jacob niets tekort komt. Ze vindt wel dat Jacob ervoor moet werken om iets te bereiken; want dat moest zij ook. Ze praat niet veel en dat haat Jacob wel eens. Zeker als hij toch wel graag een keer goedkeuring uit haar wil horen komen. Net zoals ze zeven keer nee heeft gezegd tegen de huwelijksaanzoeken van Dreverhaven, doet ze dat nog eens twee keer tegen bokschipper Knol. Ze kan zich niet voorstellen dat er iemand met haar zou willen trouwen. Jacob Katadreuffe is dus de zoon van Dreverhaven. Hij is erg ambitieus en wil niets liever dan zijn vader voorbij streven. Hij probeert advocaat te worden en studeert erg hard. Hij neemt haast geen tijd voor zichzelf en ontspant zich bijna nooit. Alleen met Jan Maan (een huurder in het huis van Joba en een goede vriend van Katadreuffe) maakt hij nog wel eens een wandeling of gaat mee naar het strand. De liefde vindt hij maar wat onzinnig en dat wil bij hem dan ook niet zo vlotten. Hij is star en toch wel emotioneel. Al zal hij daar niet snel iets van laten merken. Hij heeft een hekel aan veel mensen. Meestal zijn dit lelijke mensen. Sommigen vindt hij daardoor juist mooi. Hij is van nature ongeduldig en driftig. Hij wil graag leren, maar aanvaart nooit kritiekloos, hij is niet onderdanig maar ook nooit onbeleefd. Hij kan, tot zijn eigen verbazing, wel jaloers zijn en is gevoelig voor bepaalde mensen. Hij heeft een goede kijk op mannen en vrouwen maar ook op zich-zelf. Door anderen, zoals de Stroomkoning, wordt hij superieur genoemd. Echter nooit door zijn moeder. 5. Thema's (en motieven) Het thema is: De strijd die de mens moet leveren om zich los te maken van de invloed van zijn ouders, en op eigen kracht een positie in het leven te bereiken. Er zijn nogal wat motieven te bedenken. Maar een paar staan er centraal. De verhouding tussen vader en zoon is duidelijk een belangrijk motief. Er wordt overal in het boek de nadruk op gelegd. De vader is een tiran. Ook tegen zijn zoon. Tenminste zo lijkt het te zijn. De zoon is kwaad en wil hem voorbij streven. Daarbij provoceert de zoon hem ook nog eens een keer. Het boek draait er uiteindelijk om. Het verrassende einde geeft ook weer aan dat het echt om de verhouding tussen vader en zoon gaat. Dreverhaven "de deurwaarder" is niet voor niets de vader van Katadreuffe. Natuurlijk staat ook de moeder-zoon verhouding centraal. De manier van communiceren tussen de moeder en de zoon wordt vaak naar voren gebracht. De communicatie bestaat dan ook niet uit praten, maar uit niets zeggen. Voor hen betekent dat meer dan het letterlijk uitspreken van de gevoelens of gedachten. Een ander motief van het boek is natuurlijk het karak-ter op zich. Telkens komt het weer terug. Het boek is er omheen gebouwd. Alles is er op gebaseerd. Een ander motief is tucht, of zelftucht beter gezegd. Katadreuffe moet persé van zichzelf leren. Hij dwingt zichzelf ertoe niet te ontspannen, maar om door te gaan met leren en overdag weer hard te werken. Enkele andere motieven zijn: Ambitie (het voorbij willen streven van Dreverhaven door Katadreu-ffe), geld (bij alles speelt geld een rol: studie van Katadreuffe, het beroep van Dreverhaven, de lening door Katadreuffe bij Drever-haven enz.) en recht (Katadreuffe wil advocaat worden). 6. Uitleg titel Er zijn verschillende betekenissen van het woord karakter. Je kunt de titel van het boek dus ook op verschillende manieren verklaren. Ik zal op twee manieren proberen dit te doen. De karakter is je aard. Een karakter van iemand bevat de eigenschappen van die persoon. In het boek gaat het om deze eigenschap-pen. Hoe ze tot uiting komen, hoe ze overkomen op anderen, of ze kunnen veranderen of juist niet. Iedere persoon wordt door Bordewijk beschreven. Ook het uiterlijk wordt beschreven maar meer de eigenschappen van mensen en een interpretatie van hoe één persoon vindt hoe deze personen zouden moeten zijn en hoe ze zouden moeten veranderen. Wat hun fouten zijn dus. Het gaat dus om mensen en de eigenschappen van mensen, hun KARAKTER. Een andere uitleg van het woord karakter zou kunnen zijn je wil om door te zetten. Katadreuffe heeft enorm veel doorzet-tingsvermogen: hij toont karakter. Het motto van het boek staat voorin het boek aangegeven. Het zijn een paar engelse regels: "A sadder and a wiser man He rose the morrow morn
7. Stijlkenmerken De manier waarop Bordewijk schrijft is goed te beschrijven. Je zou het denk ik wel herkennen. Hij gebruikt in zijn zinnen een afwijkende woordvolgorde, bijvoorbeeld: ...haar zwart haar kortge-sneden naar achter... Ook gebruikt hij enorm veel metaforen en plastische vergelijkingen die af en toe wel erg ver gaan. Sommige woorden die hij gebruikt, worden nu nìet meer of haast niet meer gebrui-kt. Een voorbeeld is "schellen" wat aanbellen betekent, en meer van dat soort woorden. Hij schrijft erg objectief en zijn zinnen zijn over het algemeen kort. De hoofdstukken staan als vlakken met scherpe contouren naast elkaar en onthullen hun samenhang vaak pas later. C. De plaats in de literatuurgeschiedenis en de kritiek 1. Bordewijk heeft in veel verschillende vormen geschreven, en heeft wel drie keer gedebuteerd. Hij debuteerde voor de eerste keer met de dichtbundel "Paddestoelen". Deze bundel bevat zowel sonnetten en balladen als bespiegelingen. Het was, ook voor die tijd, erg traditionele poëzie en trok maar weinig aandacht. Zijn tweede debut was met de verhalenbundel "Fantastische vertellingen". Daarmee introduceerde Bordewijk het fantastische verhaal in Nederland. Wie zich aan dat genre waagde, laadde al gauw de verdenking op zich erg goed naar de grote voorbeelden gekeken te hebben zoals de griezelverhalen van Edgar Allen Poe en Hoffmanns Vertellingen. Bordewijk heeft een te grote invloed van deze voorgangers echter steeds ontkend. In een voorwoord van een in 1965 uitgebrachte nieuwe versie van "Fantastische Vertellingen" (F.V.) schreef hij: "Dat ik me hierbij een epigoon van Poe of Hoffmann zou hebben getoond moet ik steeds blijven betwisten.. Afgescheiden van het gewrongende om Poe en Hoffmann onder één noemer te brengen, afgescheiden ook van een waardevergelijking tussen hen en mij, ben ik in de F.V. nooit gegaan buiten het bestaanbare, al was het exceptioneel". Bordewijk kiest dus alleen voor dingen die in het dagelijks leven ook echt zouden kunnen gebeuren. Zijn derde debut wordt ook wel de periode na zijn bezinning genoemd. Dit werd zo genoemd omdat zijn werken, die hij na een korte periode van rust uitbracht, zo sterk van stijl en niveau verschil-den. Boeken zoals "Blokken" (1931), "Knorrende Beesten" (1933), "Bint" (1934) en natuurlijk "Karakter" (1938), worden beschouwd als zijn eerste serieuze schrijfwerk. Behalve met poëzie, fantastische vertellingen, novellen en romans heeft Bordewijk zich nog aan een aantal andere genres gewijd. Hij heeft toneelstukken geschreven en hij heeft soms zeer vermakelijke parodieën op een aantal Nederlandse auteurs, onder wie Louis Couperus, Frederik van Eeden, Multatuli en W.F. Hermans, gepubliceerd. Ook voor het werk van anderen had hij oog. Zijn talent voor het "ontdekken" van werk van andere blijkt uit het feit dat hij al vroeg het werk van onder andere Gerard van het Reve, Harry Mulisch en W.F. Hermans prees. 2. De kritiek Toen ik voor dit onderdeel van het leesdossier recensies aan het zoeken was, kwam ik een toch wel een beetje bijzondere tegen. Het is een toespraak die door Maarten 't Hart gehouden werd ter gelegenheid van de jubileumuitgave van het boek "Karakter" dat toen vijftig jaar bestond. Deze toespraak is dus opgeschreven en als recensie uitgegeven. De titel van de recensie is "Vijftig jaar karakter" en ik zal een aantal van de uitspraken in deze toespraak aanhalen. Zoals Maarten 't Hart stelt dat de roman "verbazend actueel" zou kunnen zijn, had ik het eigenlijk nog nooit bekeken. Ik begreep ook niet echt wat hij bedoelde voordat ik verder ging lezen. Toen hij dit eenmaal ging onderbouwen en uitlegde wat hij bedoelde snapte ik het. Hij praat over een onderwerp dat de laatste jaren eigenlijk pas echt ter sprake is gekomen. Namelijk, de BOM-moeder. Joba Katadreuffe is natuurlijk de persoon waarover het gaat. Zij weigerde verschillende huwelijksaanzoeken van zowel de vader van het kind als de bokschipper Harm Knol Hein. Maarten 't Hart wil duidelijk maken dat er vroeger nog haast niet van dat soort moeders bestonden, of in ieder geval dat er niet over gepraat werd of mocht worden. Hij wil de exclusiviteit van het onderwerp benadrukken door er steeds op terug te komen. Dat hij het niet altijd eens is met de houding van deze Bom-vrouwen laat hij toch wel duidelijk doorschemeren. De houding van Joba tegenover Jacob met betrekking op het niet trouwen met Dreverhaven, vindt hij niet kunnen omdat hij vindt dat een kind het recht heeft om te weten waarom zijn moeder niet met zijn vader wil trouwen. Hij zegt letterlijk: "Lijkt dat niet verdacht veel op de houding van hedendaagse BOM- en draagmoeders, zaaddonors en gynaecologen die totaal geen rekening lijken te houden met de zaken van de aan- staande boreli-ng?" Wat ik erg opvallend vind aan deze toespraak is de analyses die 't Hart steeds maakt van bepaalde situaties. Ze lijken wel te kloppen, maar ik zou er dus nooit op gekomen zijn om zo vreselijk ver door te denken. Bijvoorbeeld dat de situatie waarin Drever-haven voor de tweede keer probeert Jacob failliet te maken, samen-valt met het feit dat Jacob, juist in die tijd, besluit zijn moeder maandelijks met vijftien gulden te steunen. Als gevolg van die tweede faillissementsaanvraag moet Jacob ervan afzien om zijn moeder te helpen. Deze situatie brengt 't Hart in verband met dat Dreverhaven Joba op deze manier zou willen treiteren. In de toespraak staan meer van dit soort gedachten waar ik me meestal erg goed in kan vinden. Zelf zou ik er nog niet aan gedacht hebben om al die verschillende situaties met elkaar in verband te bren-gen. Wat ik ook erg leuk vind aan deze recensie, is dat de schrijver een soort voorspelling maakt van het niet gebeurde. Het klinkt misschien een beetje raar, maar wat ik er mee bedoel is erg duidelijk. 't Hart heeft het namelijk over wat er gebeurd zou kunnen zijn als Joba met Dreverhaven zou zijn getrouwd. Hij denkt dat Jacob (dan Dreverhaven geheten) getrouwd zou zijn met Lorna te George. Ik weet niet of dat zo zou zijn. Want misschien was Jacob dan wel helemaal niet op het advocatenkantoor van de stroomkoning gaan werken, en had hij Lorna te George nooit ontmoet. Maar dat blijven speculaties en niemand zal ooit weten wat er gebeurd zou zijn. De tweede recensie die ik heb gebruikt, is er eigenlijk één van het boek en de verfilming daarvan. Hij stond in de "Trouw" en heet ""Karakter" verfilmd als een echte "whodunnit"" en is geschreven door Onno Blom. Hij vindt van alle Nederlandse romans die "het oerconflict tussen vader en zoon" verbeelden, "Karakter" wel de meest krachtige. Daarmee begint hij zijn betoog. Of ik dat ook vind weet ik eigenlijk niet, omdat ik nog geen andere boeken met dat thema heb gelezen. Blom gebruikt niet alleen zijn eigen mening in deze bespreking, maar haalt er ook meningen van andere mensen bij. Van Diem is één van die personen (Hij heeft "Karakter" verfilmd). Hij vindt het een schitterend en bijzonder boek: "de structuur, die vreemde hoofdstukverdeling, de herhalingen en de monumentale karakters". Hij liet zich grijpen door de "even fijn-zinnige als dramatische spanning van het boek." Zijn letterlijke woorden waren: "Voor mijn gevoel heeft het iets surrealistisch, of beter: iets gothisch. Het spreekt mij aan op mijn Katholieke achtergrond. De beschrijvingen zijn "Larger than life". Zijn gevoel van grootsheid heeft mij geïnspireerd om echt uit te pakken." Ik vind dat van Diem het mooi weet te brengen, maar het boek spreekt mij toch op een andere manier aan. Over het slot van het boek zijn de meningen verdeeld. Maar in deze recensie komt toch duidelijk een gevoel van ontevredenheid boven drijven. Ter Braak vindt het slot "niet stijlvast" en ook
voor van Diem is het slot van het boek niet bevredigend. Deze twee compleet verschillende recensies tonen toch aan dat er over het algemeen in positieve zin over het boek gedacht wordt. Beide recensenten hebben het boek op een verschillende manier benaderd. Een toespraak is natuurlijk wel even wat anders dan een gewone boekbespreking, maar er wordt toch in duidelijk gemaakt hoe er over het boek gedacht wordt. D. De waardering Toen ik in dit boek begon te lezen dacht ik, wat is dit nou voor een boek, het lijkt wel een sprookje. Het begint namelijk met: "In het zwartst van de tijd, omtrent Kerstmis, werd op de Rotterdamse kraamzaal het kind Jacob Willem Katadreuffe met de sectio caesarea ter wereld geholpen..." Ik kreeg het gevoel alsof ik een kerstver-haal aan het lezen was, en dat maakt het lezen een stuk aan-genamer. Natuurlijk bleef het niet zo, maar dat was niet erg want ik begon het al een leuk boek te vinden. Over het thema van het boek had ik nog nooit op deze manier nagedacht. Misschien komt het omdat ik eigenlijk niemand ken met een gezinssituatie als deze. Je hoort er wel over, en je denkt wel van oooh wat erg, maar je bent er niet echt bij betrokken. Als je het boek leest zie je pas wat er dan in mensen omgaat. Ik vind de manier waarop Bordewijk de gevoelens van Katadreuffe laat zien erg mooi. Vooral omdat je dan echt te weten hoe Katadreuffe over zijn vader denkt. Het thema is diepgaand behandeld, maar dat is volgens mij ook de hele opzet van het boek geweest. Dat de gebeurtenissen in het verhaal chronologisch worden verteld (met uitzondering van een flashback in het begin van het boek), vind ik erg fijn. Maar ik denk ook dat het erg moeilijk is om met flash-backs te werken als de ene gebeurtenis uit de andere voortkomt, zoals hier het geval is. De gebeurtenissen volgen elkaar dan ook logisch op. Ik heb het gevoel alsof er in het hele verhaal weinig gebeurde. Maar ik vind het knap van Bordewijk dat hij het toch boeiend weet te houden. Sommige gebeurtenissen zijn wel een beetje dramatisch, maar het wordt het nooit te dik bovenop gelegd en daardoor lijkt het nooit ongeloofwaardig. Sommige hoofdstukken heb ik gedeeltelijk twee keer gelezen. Dat moest ik doen omdat ik af en toe te oppervlakkig las. Je moet wel goed opletten met lezen omdat bepaalde dingen misschien symbolisch bedoeld zijn. Af en toe had ik daar helemaal geen zin in, en wilde ik gewoon even relaxed lezen. Maar ik vind het ook wel weer wat hebben, want je bent echt met je boek bezig op die manier. Een voorbeeld hiervan is een vrouw die het hele verhaal door bij het advocaten-bureau komt om te scheiden. Zo lijkt het of het huwelijk niet voor mensen is weggelegd omdat het waarschijnlijk toch geen stand zal houden. Jacob Katadreuffe zal ook nooit trouwen. Ik vind het slot van het boek niet bevredigend omdat ik altijd wil weten wat er met een persoon of met personen in een boek gaat gebeuren. Dat heb ik bij films ook. Dat vind ik dan wel weer heel erg jammer en daar kan ik dan ook echt van balen. De gebeurtenis-sen in het boek gingen ook in dit boek weer voor me leven. Bijvoorbeeld als Jacob Katadreuffe bij Dreverhaven op bezoek gaat en Dreverhaven
wordt beschreven. Ik zag precies voor me hoe die twee tegenover elkaar stonden. Bor-dewijk beschrijft de situatie dan ook zo gedetail-leerd, dat je het je wel voor moet stellen. Bordewijk is echt goed in het realis-tisch beschrijven van situaties en personen. Want net als de gebeurtenissen, beschrijft Bordewijk personen ook enorm realistisch en gedetailleerd. Een van de vele voorbeel-den die ik zou kunnen geven is de beschrijving van Lorna te George: "Haar haar was van een gebronsd blond, de blik van haar ogen, weifelend tussen grijs en blauw, was zacht...". En dit is dan nog maar een zeer klein deel van haar uiterlijke beschrijving. Over sommige personen kan hij soms al een bladzijde vullen over het uiterlijk alleen. Bij deze beschrijvingen, zowel voor het uiterlijk als de eigenschappen, komt zeer vaak het woord karakter er bij kijken. In het boek lijken alle personen lelijk te zijn, behalve Jacob Katadreuffe en een enkele andere persoon. Jacob Katadreuffe is duidelijk de persoon waar je als lezer(es) het meest over te weten komt. Ik kan me voor een deel identificeren met hem. Ik wil ook leren maar aanvaard evenmin kritiekloos. Ik wil soms ook wel eens doorslaan met leren, maar nooit in zo'n hevige mate als Jacob dat doet. Verder lijk ik niet op hem of op een andere persoon in het boek. Ik vind het heel triest voor Jacob dat hij zo'n vader heeft. Maar ik vind het ook heel erg dat hij koste wat kost zijn vader wil wreken en daardoor eigenlijk nergens anders meer mee bezig is. Zo zou ik het niet aanpakken. Maar aan de andere kant; wat weet ik er nou van, ik ben tenslotte niet degene die in zijn schoenen staat. De opbouw van het boek is me pas na een aantal hoofdstukken duidelijk geworden. Ik kon de titels van de hoofdstukken in het begin nog niet erg duidelijk plaatsen. Pas later zag ik in de titels samen een samenhangend geheel. Ik vind het altijd leuk om dat soort dingen in een boek te ontdekken. Gelukkig liepen er niet echt veel verschillende verhaallijnen door elkaar heen want met een onderwerp als dit had ik er echt niet nog een verhaallijn extra bij kunnen hebben. Ik vind dat Bordewijk het prima gedoseerd heeft. Het taalgebruik in het boek is anders dan normaal. In het begin dacht ik dat er gewoon veel spelfouten in het boek staan omdat woorden als hondenhok, als hondehok werden geschreven. Maar er was toen nog geen nieuwe spelling. Verder gebruikt hij veel beeld-spraak, wat ik persoonlijk wel leuk vind. De vergelijkingen die hij maakt zijn soms echt heel grappig. Bordewijk gebruikt wel veel moeilijke woorden, zoals: badinerend, conjunctuur, mansoleum, simiësk etc. Over deze woorden lees je gewoon heen, want ze zijn niet van grote betekenis voor het vervolg van het verhaal. Af en toe gebruikt hij ook Engelse en Franse woorden. Dat vind ik een beetje raar, omdat hij ze op plaatsen gebruikt waar dat, volgens mij, helemaal niet nodig is. Wat me wel opvalt is het feit dat Bordewijk overal zoveel vanaf lijkt te weten. Bijvoorbeeld medische termen als sectio caeserea. Ook kun je merken dat hij thuis is in het recht. Want hij weet er allemaal moet gebeuren en gebeurt op een advocatenbureau. Hij beschrijft het allemaal erg gedetailleerd en dat is erg prettig lezen. Je ziet alles al in een soort film voor je. De tijdsperiode kan ik goed plaatsen. Als er bijvoorbeeld over het communisme gepraat wordt, weet ik wat ik me daar bij voor moet stellen. Al die verhalen over Rusland begrijp nu allemaal ook, omdat we bij geschiedenis pas een heel hoofdstuk over Rusland hebben gehad. Zoals ik al eerder zei, ik heb nog nooit een boek als deze gelezen. Ik heb wel boeken gelezen over advocatenbureau's. "The Client" van John Grisham, die ik voor mijn Engelse lijst heb gelezen, is één van die boeken. Maar om die twee vergelijkbaar te noemen, nee. De enige overeenkomst is dat er advocaten in voorko-men. Ook "Pastorale '43" kan ik niet tot echt overeenkomstig noemen. Tussen deze twee boeken komt alleen de tijd in de buurt van elkaar. "De moeder van David S." komt al meer in de buurt. Het thema van dit boek is ook één van de motieven van "Karakter". De moeder-zoon relatie staat in staat in alletwee de boeken centraal. Alleen is het grote verschil dat in "De moeder van David S." de moeder er juist alles aan doet om haar zoon te redden en te helpen. Terwijl In "Karakter" Joba Katadreuffe haar zoon juist niet probeert te helpen. Het resultaat van beiden boeken is tegengesteld. De moeder in het eerst genoemde boek komt verder van haar zoon af te staan en verliest hem op deze manier. En Jacob en Joba komen juist dichter bij elkaar te staan. Weliswaar niet voor lang, want Joba sterft. Maar dat maakt, even hard gezegd, niets uit omdat ze elkaar op tijd weer gevonden hebben. De moeder in de "De moeder van David S" vindt haar zoon niet meer en die is misschien ondertussen ook al dood zonder dat ze elkaar weer gevonden hebben. Een ander verhaal is het weer als je er zelf voor kiest om je familie op te geven. Dit is het geval bij een boek als "Men in black". Mensen die bij deze organisatie willen werken, krijgen een andere identiteit, of beter gezegd, gèèn identiteit. Zij kiezen ervoor om niemand van hun oude bestaan nog te kennen. Zij worden gewist uit alle bestanden en hebben zelfs geen vinger-afdrukken meer. Jacob wilde eigenlijk ook niets meer met wie dan ook te maken hebben. Hij wilde alleen maar zijn vader wreken. In "De kleine blonde dood" staat de vader-zoon verhouding ook cen-traal. Op twee manieren zelfs. De relatie van de hoofdpersoon met diens vader is niet echt goed. De hoofdpersoon is zelfs bang voor hem geweest. De relatie van de hoofdpersoon en diens zoontje is echter wel erg goed. Net als in "karakter" Joba, de moeder dus, doodgaat, gaat in "De kleine blonde dood" Mickey, het zoontje, dood net als het goed tussen hen gaat. De vergelijking is hier dus de verhouding tussen vader en zoon is slecht, en de vergelijking tussen de moeder-zoon verhouding in "Karakter" en de Vader-zoon verhouding (van de hoofdpersoon en diens zoontje) in "De kleine blonde dood". Ik vind dat dit laatste boek, in ieder geval qua thema, de meeste overeenkom-sten vertoond met "Karakter". Ik vind het een erg mooi boek en ik ben blij dat ik ook eens een keer een compleet ander boek heb gelezen dan ik normaal gesproken zou doen. Al zou ik van te veel van dat soort boeken toch wel een beetje gek worden ben ik bang. Maar het zit niet in m'n karakter om niet eens wat nieuws uit te willen proberen.

REACTIES

T.

T.

Mooi verslag van een zeer mooi boek!!

21 jaar geleden

M.

M.

wat zijn je bronnen van de plaats in lit geschiedenis?

21 jaar geleden

G.

G.

Het is aan te raden te '-' (streepjes) weg te halen alvorens uit dit verslag te citeren.

12 jaar geleden

E.

E.

Mooi verslag!

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Karakter door Ferdinand Bordewijk"