In dit boek speelden de gebeurtenissen en de gevoelens en gedachten van personen een belangrijke rol. De gebeurtenissen vond ik wel geloofwaardig, want de liefde tussen leraar en leerling zal heus wel eens in het echt voorkomen. Er vonden geen schokkende gebeurtenissen plaats, wel vond Barbara het incident met het doolhof niet echt prettig; voor haar was dit wellicht schokkend. Ze was vooral bang voor mannen zoals Beverman: 'Voor Guido keerde zich nu alles ten goede. Op een dag zou hij haar verlaten. Beverman niet. Waar ze ook ging, altijd zou een Beverman haar weten te vinden.' Door bepaalde dingen die Guido zei, ging Barbara erg twijfelen aan hun relatie: was het voor hem maar een dolletje? In het fragment hieronder blijkt dit duidelijk. 'Op een avond lag hij vermoeid naast haar, beroofd van zijn vitaliteit. Ze spraken over 'La Nausée' van Sartre, dat hij kort daarvoor gelezen had. Hij had veel herkend, zei hij, het gevoel van walging en zinloosheid week haast nooit van zijn zijde. Barbara was verontwaardigd. Dit was een belediging van haar en het leven zelf! Deze bekentenis moest voortkomen uit jeugdige dweepzucht, uit zijn neiging tot romantiek met een nihilistisch tintje. 'Het bestaan is niet zinloos,' zei ze fel, 'de liefde is de rechtvaardiging ervan.' Guido haalde zijn schouders op. 'We worden geboren om te sterven,' zei hij mat, 'meer is er niet. Daarom spelen we het leven. We spelen het alsof we erin geloven.' Barbara zweeg. Wat betekende zij dan voor hem?' Alle gebeurtenissen waren heel goed te raden, omdat het verhaal achterstevoren verteld is. Dit maakte het verhaal en de gebeurtenissen erin dus ook niet spannend of boeiend. Ze waren wel allemaal met elkaar verbonden, zodat die eenheid duidelijk werd. Ik heb wel eens een film over dit onderwerp gezien, maar daar waren vooral de gebeurtenissen veel interessanter in, omdat het chronologisch verfilmd was en dat is ook een echt minpunt van dit boek. Echter, ik vind het wel erg knap dat de schrijver op deze manier een boek geschreven heeft, want iets soortgelijks heb ik nog nooit gelezen. De bouw
Samenvatting
Barbara is lerares Frans. In haar klas zit Guido, die te perfect en te mooi is om waar te zijn. Ze mag hem daarom eerst niet, maar dan raken ze aan de praat over het boek 'Chéri'. Het gaat over een jongeman, die een verhouding heeft met een oudere vrouw. Hij verlaat haar voor een leeftijdgenote, maar kan zijn ex niet vergeten en wordt doodongelukkig. Zo worden ze toch nog vrienden. Hij leent boeken van haar, ze bespreken ze en hij speelt stukjes na. Op Kerstavond gaan ze dobbelen, drinken wijn en wie een spelletje dobbelen verliest moet iets uittrekken. Ze belanden in bed en zo begint een verhouding, waar niemand ooit achter mag komen. Als Guido wordt geschorst wegens roken in de school, gaat hij overdag bij Barbara thuis zitten, zodat zijn ouders er niet achter komen. Na drie dagen mag hij weer naar school, maar hij wordt later weer geschorst. Dit keer laat de school niets van zich horen en hij is daardoor erg chagrijnig. Barbara moet op een avond naar een schoolfeest en Beverman, leraar aardrijkskunde, probeert haar te versieren. Door leerlingen wordt ze samen met hem in een doolhof geduwd. Ze is bang dat hij haar iets zal aandoen als de gang doodloopt, maar hij is daar helemaal niet, omdat hij de uitgang allang heeft gevonden. Hij stelt Barbara voor, als hij haar 's avonds heeft thuisgebracht, om de volgende dag een fietstocht te maken en geeft haar niet de kans om 'nee' te zeggen. De volgende ochtend belt hij aan, maar ze doet niet open. Ze haalt Guido over om de schorsing aan zijn ouders op te biechten. Er komt een lerarenvergadering waarin ze moeten stemmen of Guido weer op school mag komen. De leraren beslissen met één stem voor dat hij toch weer terug mag komen. De winnende stem komt van Barbara, terwijl zij altijd actie heeft gevoerd tegen roken in de school. Tijdens de vergadering is het haar wel duidelijk geworden dat Beverman Guido op haar balkon heeft zien staan toen hij haar op kwam halen voor de fietstocht. Nu Guido zijn eindexamen mag doen, moet Barbara hem zijn mondeling afnemen en brengt ze het onderwerp op Chéri. Ze wil hem waarschuwen dat hij ongelukkig wordt als hij haar verlaat, omdat Chéri ook ongelukkig werd. Beverman, die voor de schorsing van Guido was, heeft er de pest in dat hij de stemming heeft verloren en vertelt op de volgende vergadering dat Barbara en Guido een relatie hebben. Nu dat is uitgekomen laat iedereen haar links liggen en komt Guido ook niet meer bij haar thuis. Ze krijgt brieven vol klachten en beschuldigingen van boze ouders en vieze foto's met jongemannen erop. Guido komt op een avond bij haar langs om te vertellen dat hij niet meer zal komen, omdat hij moet leren voor zijn eindexamen. Op school negeert hij haar. Barbara wordt natuurlijk ontslagen. Een paar maanden later komt Guido langs om nog wat boeken terug te brengen. Hij voert een toneelstukje op uit Chéri, waar Chéri zijn oudere minnares verlaat. Guido blijft die nacht wel slapen, maar sluipt 's ochtends weg als hij denkt dat Barbara nog slaapt. Titel, ondertitel en motto: Je kunt de titel op twee manieren verklaren: ? de titel wil zeggen dat de liefde tussen Guido en Barbara uit komt door Guido's rookgedrag, namelijk als Beverman Guido op het balkon van Barbara een sigaret ziet roken, omdat ze niet wil dat hij dat binnen doet. ? de titel heeft te maken met het feit dat Guido geschorst wordt, omdat hij rookte in de school. Tijdens de stemming op de lerarenvergadering stemt Barbara in het voordeel van Guido, terwijl ze eigenlijk fel tegen roken is. Ze offert haar principes op voor haar geliefde. Genre: Dit boek is een novelle, dat over de liefde gaat. Thema, motief, idee en wereldbeeld: Het thema, dat in dit boek naar voren komt is: het streven naar vrijheid en het verlangen zichzelf te zijn. Dit kun je ook omschrijven als een onmogelijke liefde tussen een leerling en zijn lerares. Het motief van het verhaal is het toneelstuk Chéri, want Barbara laat het dienst doen als een spiegel. Zoals het de twee geliefden in het toneelstuk vergaat, zo vergaat het ook tussen Guido en Barbara. Het idee van het verhaal is de onmogelijke liefde tussen Barbara en Guido, die vroeger en nu niet geaccepteerd zijn. Hiermee kom je op het wereldbeeld, dat er regels zijn (normen en waarden) voor liefde tussen twee personen, waarbij de leeftijd en functie een belangrijke rol spelen. Symbolen, beelden en verhaallagen: Heel veel gebeurtenissen zijn afgeleid van en gebaseerd op de toneelstukken uit het verhaal, met name het toneelstuk Chéri. De verhaallagen zijn volgens mij als volgt: 1 de onmogelijke liefde tussen een leerling en een lerares; 2 het streven naar vrijheid en het verlangen zichzelf te zijn in een werkelijkheid, die door de persoon zelf gewild is; 3 de gelijkenis met het verhaal van het toneelstuk Chéri en het verhaal in het boek; en 4 de stukken uit het toneelstuk Chéri, die voorgedragen worden, om punt 3 duidelijker te laten zien. Opbouw, structuur en spanning: Ik heb al eerder verteld, dat het verhaal omgekeerd chronologisch verteld is, waardoor het einde eerst duidelijk is en later de uitwerking ervan te zien is. Het verhaal is opgedeeld in 12 geledingen, die elk een maand voorstellen, dus de tijd die in het verhaal verloopt is duidelijk te volgen. De samenhang is erg groot en zoals ik al eerder verteld heb is het verhaal heel goed wat betreft structuur en opbouw. De spanning laat te wensen over, omdat je de uitkomst van het verhaal aan het begin al weet en de gebeurtenissen verliezen hierdoor hun functie, omdat ze achteraf zijn verteld. Personages: Barbara Rozemeyer is een 36?jarige lerares Frans en nog maagd in de liefde, omdat haar huwelijk niets voorstelde, totdat ze Guido leert kennen. Ze houdt heel erg veel van hem, maar ze weet dat ze hem na zijn eindexamen zal verliezen. Guido Maenhout is een jongen van 18 jaar die bij Barbara in de eindexamenklas zit. Hij is veel slimmer, knapper en brutaler dan de rest van zijn klasgenoten en daarom laten ze hem links liggen. Verder is hij een geboren toneelspeler. Beverman is leraar aardrijkskunde en hij heeft een oogje op Barbara. Als hij erachter komt dat ze een relatie heeft met Guido, wordt hij zo jaloers, dat hij haar en Guido kapot wil maken. Tijd: Het begin is in medias res en de vertelde tijd omvat ongeveer één schooljaar. De tijd verloopt gewoon, maar wel achterstevoren, omdat het verhaal achterstevoren is verteld. Perspectief: Het boek wordt geheel beschreven vanuit Barbara (ik?verteller). Dit noem je een belevend-ik persoon. Het verhaal wordt achterstevoren verteld, dus eerst de afloop en dan chronologisch omgekeerd de gebeurtenissen. Dit geeft als effect op het verhaal, dat je Guido’s gevoelens helemaal niet weet en dus geen idee hebt hoe zo’n verliefde jongen zich tegenover een oudere geliefde voelt, die ook nog eens zijn leraar is. Ruimte: Het verhaal speelt zich af in een stadje onder de grote rivieren, dicht bij de grens, maar dat is niet echt belangrijk. De belangrijkste plaats is denk ik het huis van Barbara, want daar ontmoeten zij elkaar altijd en voert Guido zijn toneelstukjes op. Taalgebruik en stijl: De zinsbouw was erg makkelijk, doordat er simpele korte zinnen waren verwerkt in het verhaal. Het woordgebruik in het verhaal was ook erg makkelijk, wat het verhaal goed te lezen maakt. Er waren behoorlijk veel dialogen en dan bedoel ik met name tussen Guido en Barbara. Er werden door Guido ook stukken voorgedragen uit toneelstukken, maar dat reken ik ookm onder dialogen, omdat ze gericht waren naar Barbara. Echt veel beschrijvingen bevatte het verhaal niet, maar er werd ook niets vaag achterwege gelaten. Het verhaal bleef hierdoor kort en helder en makkelijk te lezen. Het lag in ieder geval niet aan deze aspecten dat het verhaal saai was om te lezen, want ik vind het een erg goede stijl van deze schrijfster. Hoofdstuk 3. De schrijfster: Tessa de Loo is een pseudoniem van Johanna Martina (Tineke) Duyvené de Wit. Zij is op 15 oktober 1946 geboren in Bussum. Op haar 37e gaf ze haar eerste verhalenbundel uit, dat meteen een succes werd, want een jaar later kreeg zeer de Ezelsoorprijs voor. Er waren 46.000 exemplaren van verkocht. Ze heeft eerst een pseudoniem gebruikt, omdat ze zich niet volledig durfde in te zetten. Martin Ros van de Arbeiderspers stimuleerde haar om op korte termijn een aantal verhalen persklaar te maken. In 1983 kreeg zij daardoor met haar prozadebuut 'De meisjes van de suikerwerkfabriek' veel succes en ontving zij de Anton Wachterprijs en het Gouden Ezelsoor. In 1986 schreef zij 'Meander', waar alleen het lezerspubliek opgetogen over is. Ook over 'Het Rookoffer' (1987), 'Isabelle' (1989) en 'De Tweeling (1994) zijn de kritieken niet goed, maar het publiek is lovend. Ze krijgt in 1994 voor 'De Tweeling' de Publieksprijs voor het Nederlandse Boek. De thema’s in haar verhalen zijn: onbegrip, falende communicatie en isolement, die thema’s krijgt ze door haar personages in de verhalen een eigen verhaal mee te geven en door de grote mildheid in het verhaal. Centraal staat vooral de constructie van de samenloop van de omstandigheden en het karakteriseren daarvan. In het slot gaat meestal ieder zijn eigen weg. Tessa de Loo schrijft afwisselend, spannend, speelt met de tijd, verteld sprongsgewijs, verspringend in de tijd en naar verschillende plaatsen. In 1980 verhuisde ze naar het Groningse Pieterburen, waar de vele verhalen nog rondwaarden uit de tijd van de jaren-70, over een alternatieve leefgroep genaamd Impuls. In 1985 verliet ze het Groninger dorp en ploeterde vervolgens, naar eigen zeggen, anderhalf jaar als een non in een cel op dat materiaal, met resultaat. In november 1986 kwam het tweede boek de roman “Neander” uit en in 1987 werd “Het Rookoffer” het boekenweek geschenk
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden