De kroongetuige door Maarten 't Hart

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
Boekcover De kroongetuige
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 4722 woorden
  • 20 april 2001
  • 49 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
49 keer beoordeeld

Boekcover De kroongetuige
Shadow

In het interview met Bibeb van september 1979 vertelde Maarten ’t Hart dat hij werkte aan een misdaadroman. Nu, ruim drie jaar later, is het werk voltooid. Hoewel de oorspronkelijke opzet gehandhaafd bleef, is De kroongetuige in de eerste plaats een roman over (vergeefse) liefde, over jaloezie en over een huwelijk dat wordt bedreigd door kinderloosheid.

Pas i…

In het interview met Bibeb van september 1979 vertelde Maarten ’t Hart dat hij werkte aan een misdaadroman. Nu, ruim drie jaar later, is het werk voltooid. Hoewel de oorspron…

In het interview met Bibeb van september 1979 vertelde Maarten ’t Hart dat hij werkte aan een misdaadroman. Nu, ruim drie jaar later, is het werk voltooid. Hoewel de oorspronkelijke opzet gehandhaafd bleef, is De kroongetuige in de eerste plaats een roman over (vergeefse) liefde, over jaloezie en over een huwelijk dat wordt bedreigd door kinderloosheid.

Pas in de tweede plaats handelt het over iemand die van een moord beschuldigd wordt. Anders dan in Ik had een wapenbroeder, waarmee deze roman enige verwantschap vertoont, gaat het hier niet zozeer om de vraag hoe de schuldige (?) zelf de beschuldiging ervaart, maar om hoe zijn omgeving en met name zijn echtgenote daarop reageert. Zij is dan ook de werkelijke hoofdpersoon van het boek, een kroongetuige die niet wordt gehoord.

De kroongetuige door Maarten 't Hart
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Voorwerk: Titelbeschrijving: Maarten ’t Hart
De kroongetuige
De Arbeiderspers, Amsterdam, 1983, 17e druk
Uiterlijke beschrijving: De kroongetuige is een boek van 212 bladzijden, het boek telt 5 delen, waarvan de eerste drie delen in aparte hoofdstukken verdeeld zijn. Het boek bevat geen motto’s. Op de voorkant van het boek zie je een jongen die ouderwetse kleding draagt. De jongen staat voor de zoon van Thomas en Leonie, die ze niet kunnen krijgen. De ouderwetse kleding staat in verband met hun liefde voor opera’s, de een van Verdi en de ander van Schumann. Samenvatting: Het boek bestaat uit vijf delen: 1: De muizentorensagen, 2: Een korte briefwisseling, 3: Het dagboek van Leonie, 4: Het proces, 5: De zwarte vogels. Thomas en Leonie hadden niet bepaald een goed huwelijk omdat Leonie onvruchtbaar bleek te zijn. Leonie logeert een week bij haar moeder, terwijl Thomas in die week met Jenny vele kroegen langs gaat. De laatste avond voor de terugkeer van Leonie gaat Thomas weer met Jenny naar de kroeg. Als de ze gaat sluiten gaan ze naar buiten en wil Jenny naar huis, maar Thomas probeert haar over te halen met hem mee te gaan. Ze gaat toch naar huis. In het donker ziet hij alleen haar witte laarsjes, voordat het hevige onweer losbarst. Een paar dagen later komen Lambert en Meuldijk, twee rechercheurs, naar het laboratorium waar Thomas werkt. Ze komen hem vragen stellen, want Jenny is verdwenen in die nacht van het vreselijke onweer, Thomas is de laatste die haar gezien zou hebben. Hij vertelt hier niets over aan Leonie, zelfs niet als ze het bericht leest in de krant. Thomas en Leonie hebben ’s nachts een fikse ruzie. Thomas ging naar beneden omdat hij niet kon slapen en zette zijn lievelings opera op, Otello van Verdi. Toen Leonie ook beneden kwam kraakte ze Verdi’s opera’s helemaal af, ze houdt zelf veel van Schumann. Ze verwijten elkaar dingen: Thomas verwijt Leonie dat zij hem alleen maar gebruikt als fokstier. Lambert vond dat Thomas steeds verdachter werd, hij wilde zelfs Thomas’ huis en tuin onderzoeken, en ook de kleren die hij die avond gedragen had. Leonie was ook thuis, dus werd Lambert voorgesteld als een nieuwe collega. Aan het huis en de tuin kon Lambert niets speciaals ontdekken, maar aan de kleren wel, Thomas wist dit. Hij moest de volgende dag op het bureau komen. Lambert zei dat er iets aan het licht gekomen was. Thomas vult Lambert echter aan: “Er zijn bloedvlekjes gevonden op mijn kleren.” Hij kon Lambert ook duidelijk maken dat die vlekjes rattenbloed waren, hij werkt namelijk met ratten en als hij die onthooft spat er bloed op zijn kleding. Thomas laat de ratten hongeren om te kijken of er een drugs is dat ze sneller tot kannibalisme aanzet. Zijn hulpje Alex zegt tegen de rechercheurs dat de ratten die morgen na het onweer de ratten volgevreten waren en dat er niet een weg was. Ook woonde er een man tegenover het laboratorium die Thomas en nog een vrouw naar binnen had zien gaan in die onweersnacht. Lambert vond dit voldoende bewijs om Thomas te arresteren. Thomas mag Leonie opbellen om te zeggen dat hij gearresteerd is, maar ze mogen elkaar niet zien, daarom schrijven ze elkaar. Thomas schrijft Leonie in zijn brieven dat hij verliefd is geworden op het spiegelbeeld van Jenny. Hij heeft haar het laboratorium laten zien en ook het museum dat er aan vast is gebouwd, onder andere met de foetussen van ongeboren kinderen. Die vond ze interessant, omdat ze zich twee keer heeft laten aborteren. Pas in de week dat Leonie bij haar moeder logeerde ging Thomas regelmatig met Jenny om, ze gingen naar kroegen en ze waren twee keer uit eten geweest. Toen had zij met Thomas’ portemonnee betaald omdat ze niet wilde dat hij voor haar betaalde, en zo leek het of zij betaalde. Toen hij op een avond naar de bibliotheek gegaan was en Jenny daar niet zag ging hij naar haar kamer boven de bibliotheek, en ontmoette daar Robert, een jurist die binnenkort naar Zuid-Amerika zou vertrekken. Leonie vertelt dat ze er probeert achter te komen of twee honderd ratten een lijk op konden eten in twee uur. Want ze dachten dat Thomas dat met Jenny had gedaan. Ook denkt Leonie dat Jenny met Robert naar Zuid-Amerika is gegaan. Thomas en Leonie mogen nu ook niet meer schrijven omdat Thomas nog steeds niets gezegd heeft. Leonie gaat de zaak nu grondig onderzoeken. Ze gaat naar de kroegen waar Thomas en Jenny kwamen, en ook ging ze naar de oude man toe, die tegenover het laboratorium woonde en beweerde Thomas gezien te hebben in die onweersnacht. Hij weet niet zeker of het Thomas was, ook had hij een grote vrouw gezien. De man was later alleen naar buiten gekomen en in een auto weggereden. Leonie brengt ook een bezoek aan de zoldergenote van Jenny, Arianne genaamd. Van Arianne komt ze niet zo veel te weten, behalve dan dat Jenny heeft gelogen tegen Thomas, ze zou naar een familiereünie en het vrouwenhuis geweest zijn, maar die dagen is Robert bij haar geweest. Uit de theebladeren in een kopje ziet ze dat Lambert hier ook al geweest is, voordat Jenny verdwenen is. Leonie had in een kroeg gehoord dat Robert in het Loridaanhof woonde en ze ging naar zijn buurvrouw. Die zei dat ze vertrokken waren toen het sneeuwde en dat haar buurvrouw een mutsje en een das droeg. Samen met Arianne gaat Leonie naar het vrouwenhuis, de vrouwen willen, als Leonie vertelt dat ze in Thomas’ onschuld gelooft, niets meer met haar te maken hebben. Leonie en Alex, een medewerker uit het laboratorium, tonen aan dat twee honderd ratten in twee uur geen vijftig kilo kunnen eten, het is dus onmogelijk dat ze Jenny opgegeten hebben. De vorige avond waren de kleren van Jenny gevonden in een spoelbak van een toilet in het laboratorium. Lambert was niet overtuigd van Thomas’ onschuld, en hij vraagt naar aanwijzingen, dan denkt Leonie ineens aan een filmpje, ‘Moord in het laboratorium’, maar ze vertelt hier niets over aan Lambert. Toen ze thuis dit filmpje bekeek wist ze ineens hoe het gegaan was. Thomas had haar vermoord en in een pot met zeekoeien, op sterk water, gedaan. De zeekoeien lijken erg veel op mensen, vooral de vrouwtjes. Leonie ging in het museum, bij het laboratorium, kijken en zag inderdaad in een van de potten een lichaam, ze schrok hier toch erg van. Ze vertelt dit niet aan de politie. Thomas wordt tijdens het proces van twee dingen beschuldigd. Hij zou Jenny vermoord hebben en farmaceutische preparaten (=drugs) gestolen hebben. De meneer die tegenover het laboratorium woont wordt de kroongetuige genoemd, terwijl Leonie vindt dat zij dat eigenlijk is omdat zij meent te weten hoe het allemaal in elkaar steekt. Van de verklaring van deze meneer laat Thomas’ advocaat niets heel, omdat hij gezegd had dat hij Thomas in een auto had horen stappen, en zien wegrijden. Maar Thomas heeft geen auto en ook geen rijbewijs. Dus het kan Thomas niet geweest zijn. Ook de baas van Thomas werd verhoord. Maar hij acht het uitgesloten dat Jenny door de ratten is opgegeten, zonder een spoor achter te laten. De uitslag zou over veertien dagen volgen. Een paar dagen voor Kerstmis kwam Thomas thuis. Hij had een nieuwe plaat van Schumann bij voor Leonie. Thomas was al eerder vrijgesproken omdat er niet genoeg bewijs was. Leonie vertelde Thomas dat er een lijk tussen de zeekoeien zat. Thomas geloofde er niets van en ontkende nog dat hij Jenny vermoord had. Hij zei zelfs dat het enige dat hem in die maanden overeind heeft gehouden was dat hij dacht dat Leonie in zijn onschuld geloofde. Nog dezelfde avond gingen ze naar het laboratorium om te kijken, toen Thomas terugkwam uit de zaal waar het lijk verstopt was kwam Lambert binnen, want die dacht nog steeds dat Thomas Jenny vermoord had. Er was inderdaad een lijk, maar niet dat van Jenny. Toen klopte het in een keer allemaal voor Leonie, het was de vrouw van Robert en Jenny was met Robert naar Zuid-Amerika gegaan. Het lijk werd naar het politiebureau gebracht en de buurvrouw van Robert werd opgehaald om het lijk te identificeren, het was inderdaad de vrouw van Robert. Ineens bleek alles te kloppen, zelfs de sneeuw, midden in de zomer, het was populierenpluis. Ook de drugs, Jenny had toen ze uit Thomas’ portemonnee betaald had, de sleutels meegenomen en er een bij laten maken, zodat ze de drugs kon stelen. Toch gelooft Lambert nog steeds dat Thomas op een of andere manier schuldig is, anders had hij niet zo gezwegen, maar hij laat het rusten. Thomas had een krantenberichtje bij voor Leonie waarin stond dat je ook bevrucht kon worden met een reageerbuis, er was dus toch nog hoop. Eigen mening: Voor dit boekverslag heb ik ‘De kroongetuige’ van Maarten ’t Hart gelezen. Ik vond dit een goed boek, mijn argumenten volgen hieronder. Het is duidelijk waar het boek over gaat. Er zijn twee onderwerpen, waardoor het ingewikkelder wordt, maar daardoor wordt het lezen ook prettiger. De twee onderwerpen zijn huwelijk en moord. Deze twee onderwerpen worden heel goed gecombineerd, want uit het ene komt als het ware het andere voort, denkt men. Thomas is namelijk getrouwd met Leonie en Leonie kan geen kinderen krijgen en daarom gaat Thomas vreemd, als zijn maîtresse daarna vermist wordt, wordt Thomas verdacht van moord. Dit onderwerp heeft me aan het denken gezet, onder andere over de doodstraf. Thomas bleek onschuldig na de rechtszaak, maar als er nu voldoende bewijzen tegen hem waren zou er in bepaalde landen de doodstraf kunnen volgen. Als dan achteraf bleek dat hij onschuldig was, zou hij al dood zijn. In dit boek ligt de nadruk op de gevoelens, Thomas gaat vreemd omdat hij zich niet meer op zijn gemak voelt bij zijn vrouw en Leonies jaloezie. De gebeurtenissen in het boek komen geloofwaardig over, omdat alles in de werkelijkheid gebeurd zou kunnen zijn en alles zich nog niet zo heel erg lang geleden afgespeeld zou hebben, zodat alles lijkt of het echt gebeurd en je het je allemaal voor kunt stellen. De gebeurtenissen zelf zijn niet echt spannend, wel worden ze op een spannende manier vertelt en ook volgen ze elkaar op een spannende manier op. Er gebeurt vaak iets dat je niet verwacht. Ik verwachtte bijvoorbeeld niet dat Leonie speurneus zou gaan spelen, ook verwachtte ik niet dat er echt een lijk tussen de zeekoeien zou zitten. De afloop van het verhaal is goed naar mijn zin. Ik vind dat het boek een goed einde heeft omdat Thomas niet meer verdacht wordt en de moord opgelost is. Toch had Leonie op het einde van het boek zwanger mogen raken, want nu staat er alleen dat er nog hoop is, omdat er vanaf toen ook reageerbuisbaby’s waren. De tijd in het boek verloopt zoals in de werkelijkheid, wel zijn er enkele terugblikken. Zoals de brieven die Thomas aan Leonie schrijft. Daarin vertelt hij wat er gebeurd is in de week dat Leonie bij haar moeder was en hij met Jenny omging. Het verhaal is niet ingewikkeld opgebouwd, omdat er een informatieve opening is weet je al vanaf het begin wat er gaande is. Ook volgen de verschillende delen van het boek elkaar logisch op waardoor de bouw ook begrijpelijker wordt. Thomas en Leonie gingen voor me leven, dat komt omdat alles wat ze meemaakten zo levensecht was dat het moeilijk anders kon. Ook worden ze heel goed beschreven, niet qua uiterlijk, maar qua innerlijk. Je weet eigenlijk hoe iemand is en toch kun je er zelf nog iets van verzinnen, iets aan je verbeelding over laten. Dat vind ik fijn, want je wordt niet helemaal door het boek geleid en je hebt ook nog een eigen inbreng. Het taalgebruik in het boek was ook niet moeilijk, je wist meteen wat de schrijver bedoelde, waardoor het lezen leuker werd en ook alles wat in het boek beschreven werd, was levendiger. Gedachtes worden veel weergegeven, want ongeveer tweederde deel van het boek wordt geschreven in de vorm van een dagboek, daar staan dus veel gedachtes en gevoelens in. Het boek bevat, voor een boek, redelijk wat dialoog, vooral in het eerste en in het laatste hoofdstuk, daarin is Thomas vrij en praat hij met Leonie, maar ook in de andere hoofdstukken staat dialoog. Daar gaat Leonie op onderzoek uit en ‘ondervraagt’ verschillende mensen. Al met al een goed boek dus, ik heb het met plezier gelezen. Analyse en interpretatie: Titel- en ondertitelverklaring: In de titel komen twee thematische lijnen samen. Leonie leest bij Nietzsche: ‘Zijn niet de meeste huwelijken van dien aard dat men geen derde als kroongetuige wenst? En juist deze derde ontbreekt vrijwel nooit – het kind – en dat is meer dan een kroongetuige, namelijk een zondebok’ (blz. 144) Tijdens het proces wordt mijnheer ‘Sommig Mens’ (de meneer die tegenover het laboratorium woont) de kroongetuige genoemd. Leonie is daar verontwaardigd over, want zij vindt dat zij zelf de echte kroongetuige is, omdat zij weet waar het lijk zich bevindt. Er zijn dus drie kroongetuigen in het boek, waarvan het kind misschien wel de belangrijkste is (zie de omslag van het boek). (bron: Prisma uittrekselboek) Motto: Het boek bevat geen motto’s. Genre: ‘De Kroongetuige’ is niet alleen maar een detectiveroman. Van groot belang is ook het huwelijk van Leonie en Thomas en de problemen die ze hebben. Daarom is het boek ook een huwelijksroman met grote aandacht voor de karakterstructuur van de hoofdpersonen. (bron: Literama modern) Thema: Het boek bevat twee thematische lijnen, de ene lijn is de misdaadlijn en de andere lijn is de huwelijkslijn. Alles in het boek hangt met deze twee lijnen samen. (bron: Prisma uittrekselboek) Idee: Maarten ’t Hart wil in dit boek kritiek uiten op bepaalde maatschappelijke verschijnselen. Bijvoorbeeld: -de subsidieverlening voor wetenschappelijk onderzoek. -het optreden van de feministen in het vrouwenhuis. (bron: Literama modern) Motieven: -de muziek: vooral de componisten Schumann en Verdi ( Leonie contra Thomas) spelen een
belangrijke rol. -het spiegelbeeld: Thomas is verliefd geworden op het spiegelbeeld van Jenny. -het belang van de dichtregel: De regel ‘Jenny kissed me when we met’ van Leigh Hunt speelt

een belangrijke rol. (bron: Literama modern) Thematiek: In dit boek zitten twee thematische lijnen die nauw met elkaar verweven zijn. De eerste lijn is de misdaadkant van de roman en de tweede het huwelijk van Thomas en Leonie en alles wat daarmee samenhangt, voornamelijk de kinderloosheid en de jaloezie van Leonie. Thomas’ omgang met Jenny (en alle verwikkelingen die daarop volgen) is min of meer het gevolg van de kinderloosheid van Leonie. Het feit dat de criminele verwikkelingen nauw samenhangen, en zelfs voortvloeien uit de huwelijksverwikkelingen, rechtvaardigt de uitspraak van ’t Hart dat hij geen misdaadroman heeft geschreven, maar een huwelijksroman. De sensationele gebeurtenissen geven het boek een zekere dramatiek, maar in feite gaat het over het huwelijk: overspel, trouw, jaloezie en kinderen. Het seksuele leven van Thomas was iet geweldig, eigenlijk walgde hij ervan en wilde hij wel eens met een meisje naar bed dat niet zo nodig kinderen moest. Jenny had zelfs al twee keer een abortus gehad, waardoor Leonies jaloezie nog eens versterkt werd. Thomas is dan misschien onschuldig voor wat betreft de criminele kant van de zaak, in een ander opzicht is hij wel schuldig, want hij is ontrouw geweest. Later vertelt hij Leonie waarom. Leonie blijft Thomas wel trouw; omdat zij nog steeds van hem houdt, begint ze haar speurtocht. Maar zij voelt zich weer op een andere manier schuldig: ze is onvruchtbaar. Haar kinderloosheid wordt tot een obsessie. Dit is ook de reden dat ze zo tekeergaat tegen abortus. Andere elementen in het boek wijzen ook telkens weer naar kinderen, kinderloosheid en kindermoord: het schilderij van Chardin, het aapje dat van zijn moeder is weggehaald, Kerstmis enzovoorts. (bron: Prisma uittrekselboek) Volgorde van de gebeurtenissen: De volgorde van de gebeurtenissen is grotendeels de volgorde waarin het verhaal zich afspeelt. De brieven van Thomas aan Leonie wijken daar echter van af. Daarin vertelt hij wat hij met Jenny gedaan heeft voor de laatste avond met Jenny, die wel gewoon in het boek beschreven staat. Ook de gesprekken die Leonie met verschillende mensen over Jenny en de nacht van de verdwijning had waren vaak terugblikken. Bijvoorbeeld het gesprek met de meneer die Thomas het laboratorium binnen zou hebben zien gaan. Samenhang: Het boek bevat vrij veel samenhang, de twee thematische lijnen worden goed met elkaar verbonden. Door het slechte huwelijk (Thomas en Leonie konden geen kinderen krijgen), ging Thomas vreemd, toen zijn maîtresse vermist werd, werd Thomas verdacht van moord. Verhaallijn: Het boek bevat twee verhaallijnen. De eerste is alleen het eerste hoofdstuk, daarin beleeft Thomas alles. In het tweede hoofdstuk gaat deze eerste verhaallijn door, ook al beleeft Thomas niet meer veel omdat hij in de gevangenis zit, hij vertelt dan vooral wat hij gedaan heeft met Jenny. In dit hoofdstuk begint ook de tweede verhaallijn, daarin is Leonie de hoofdpersoon. In dit hoofdstuk schrijft zij brieven terug aan Thomas. In de drie hoofdstukken die daarop volgen is alleen de verhaallijn van Leonie nog aanwezig. Zij schrijft dan in haar dagboek. Spanning: Het boek bevat een klein portie spanning, omdat je niet weet wat er gaat gebeuren. Vaak is het dan nog onverwacht ook. Iedere keer als Thomas vrij zou komen, wordt er weer meer bewijs gevonden, waardoor ze hem nog langer vast kunnen houden, dat verwacht je niet. Ook komt Leonie zeer langzaam dichter bij de waarheid, waardoor er ook spanning opgebouwd wordt. Begin en einde van een verhaal: Het boek heeft een opening in de handeling, maar toch kom je al zeer snel te weten wat er van tevoren gebeurd is. Het boek begint op het moment dat Jenny en Thomas in het café zitten op de laatste avond, voor de vermissing van Jenny en de terugkeer van Leonie. Maar al snel kom je te weten dat Thomas en Jenny een verhouding hebben, terwijl Thomas getrouwd is en zijn vrouw een gynaecoloog bezoekt omdat ze geen kinderen kan krijgen. Het einde is gesloten, de moord is opgelost. Toch zou er nog een vervolg kunnen komen, omdat Lambert er nog niet van overtuigt is dat Thomas niets met de moord te maken had. Maar ook omdat Leonie op het eind van het boek toch weer hoop krijgt op kinderen, omdat Thomas een krantenberichtje meebracht over reageerbuisbevruchting. Personages: Thomas en Leonie zijn round characters; trek voor trek worden ze voor ons neergezet. Thomas is ongelovig en cynisch. Soms kan hij nogal hard zijn tegen zijn vrouw. Hij is zwartgallig en af en toe behoorlijk koppig. Aan de andere kant is hij ook gevoelig, getuige zijn belangstelling voor de muziek van Verdi en de gedichten van Leigh Hunt. Leonie is gevoelig en gelovig. De romantische muziek van Schumann spreekt haar sterk aan. Ze is echter ook nuchter en intelligent. Dit blijkt zonneklaar als ze haar speurderswerk verricht. Haar ongewilde kinderloosheid trekt ze zich erg aan en haar liefde voor Thomas is hecht en ontroerend. Lambert is het type van de zeer van zijn eigen kunnen overtuigende rechercheur. Hij heeft ook iets van ‘de versierder’. Jenny is een verlopen vrouw die om bepaalde redenen voor sommige mannen toch nog aantrekkelijk is: haar lange zwarte nagels, haar grilligheid en prikkelbaarheid en haar sex-appeal. Het is opvallend dat Jenny en Leonie bepaalde trekken met elkaar gemeen hebben (bijvoorbeeld de oogopslag, zie pagina 103). (bron: Literama modern) Periode waarin het verhaal zich afspeelt: Het boek speelt zich af in de jaren zeventig. De vermelde data komen overeen met de kalender van 1974, maar dat wil nog niet zeggen dat dit boek zich precies in dat jaar zou afspelen. Maarten ’t Hart heeft er al eens op gewezen dat men realiteit en fictie niet moet verwarren. (bron: Prisma uittrekselboek) Vertelde tijd: Tussen het begin en het einde van het verhaal verloopt ongeveer 5 maanden. De laatste nacht dat Thomas met Jenny omging (het eind van het boek) was de nacht van 31 juli op 1 augustus. De dag dat Thomas thuiskwam was een paar dagen voor Kerstmis, dus eind december. Verteltijd: De verteltijd van het boek, uitgaande van een gemiddelde leessnelheid van 40 bladzijden per uur, is ongeveer 5 uur, want het boek telt 212 bladzijden. Deze tijd klopt redelijk, want je kunt het boek vlot uitlezen, omdat er geen moeilijke woorden en zinsconstructies in staan. De verhouding tussen verteltijd en vertelde tijd: De verteltijd is korter dan de vertelde tijd. Het boek is niet samenvattend verteld, maar er worden stukjes weggelaten, waarin niets bijzonders gebeurt. Tijdsvolgorde: Het boek is niet-chronologisch verteld, want er staan verschillende terugblikken in. Bijvoorbeeld de brieven van Thomas, waarin hij vertelt wat hij met Jenny gedaan heeft in de week dat Leonie bij haar moeder was. Ook is de oplossing van de moord een soort van terugblik, want Leonie komt erachter wat er die nacht is gebeurd, ook al heeft ze het niet meegemaakt. Tijdsperspectief: De briefwisseling en het dagboek van Leonie zijn vision par derrière: ze zijn later opgeschreven. In de rest van het boek wordt met het verhaal meevertelt, er is dus een vision avec. (bron: Prisma uittrekselboek) Perspectief en vertelsituatie: In het eerste hoofdstuk is Thomas de ik-verteller. In het tweede hoofdstuk schrijven Thomas en Leonie allebei brieven in de ik-vorm. In hoofdstuk 3 tot en met 5 is Leonie de ik-verteller. Het wisselend perspectief wordt ook gebruikt in de klassieke misdaadliteratuur. Ook fragmenten, brieven en dagboeken zijn daar bekende elementen. Daardoor wordt de spanning opgevoerd: allerlei raadselen blijven voorlopig onopgelost. In hoofdstuk 1 onthoudt Thomas de lezer belangrijke informatie: hij vertelt niet wat er verder in de onweersnacht gebeurde. (bron: Prisma uittrekselboek) Ruimte: Het boek speelt zich af in Leiden, maar allerlei straten, cafés en gebouwen, die in het boek worden beschreven, blijken in het echt niet of niet meer te bestaan. (bron: Prisma uittrekselboek) Taalgebruik en stijl: Maarten ’t Harts proza is realistisch. Hij schrijft een directe, vlot leesbare stijl. Vooral zijn dialogen zijn goed geschreven. (bron: Literama modern) De meeste recensenten vinden de stijl van Maarten ’t Hart niet geweldig. Toch is het boek goed leesbaar, alhoewel je soms rare dingen tegenkomt, zoals de zin ‘Die daarginds, was ik dat wat zo heette’ op blz. 7. De gesprekken die worden gevoerd zijn niet erg natuurlijk. Opvallend zin de vele beelden die ontleend zijn aan de natuur. Vooral vogels en planten worden vaak genoemd. Zelfs in zijn dromen heeft Thomas Kuyper het nog over reigers die tegen elkaar invliegen. De regenwulpen ontbreken ditmaal. (bron: Prisma uittrekselboek) Het taalgebruik is, net als de stijl, niet ingewikkeld. Maarten ’t Hart gebruikt makkelijke woorden, en zet ze ook op een logische plaats in de zin, waardoor het ook niet moeilijker wordt. Achtergrond van de schrijver: Biografische gegevens: Maarten ’t Hart, die zijn romans en verhalen aanvankelijk publiceerde onder het pseudoniem Martin Hart, werd op 25 november 1944 te Maassluis geboren als zoon van Paulus ’t Hart en Magdalena van der Giessen. Uit dit huwelijk werden nog twee andere kinderen geboren. Na het doorlopen van lagere school en hbs-B ging hij in 1962 biologie studeren aan de rijksuniversiteit te Leiden, een vak van zijn tweede keus, want tot de studie Nederlands werd hij niet toegelaten omdat hij niet in het bezit was van een gymnasiumdiploma. Na het doctoraal examen in 1968 vervulde hij tot eind 1969 zin militaire diensplicht, gedetacheerd bij de rijksverdedigingsorganisatie TNO te Rijswijk als wetenschappelijk hoofdmedewerker verbonden aan de Rijksuniversiteit te Leiden, waar hij op 16 november 1978 de doctorsgraad behaalde. Sinds 14 juli 1967 is hij gehuwd met Hanneke van den Muyzenberg. Hij bewoont het bij Warmond gelegen buiten ‘Teylingerhof’. Maarten ’t Hart debuteerde in 1971. Hij publiceerde onder andere in Maatstaf, De Gids, Bzzlletin en Tirade, en in diverse dag- en weekbladen. Voor zijn eerste roman Stenen voor een ransuil kreeg hij een eervolle vermelding van de jury voor de Reina Prinsen Geerligsprijs. Het vrome volk werd bekroond met de Multatuliprijs, en De som van misverstanden met de Jan Greshoffprijs. ’t Hart is in verschillende talen vertaald, onder meer in het Zweeds. De roman De aansprekers werd onder de titel Bearers of Bad Tidings succesvol onthaald in Groot-Brittannië. (bron: Kritisch literatuurlexicon) Beeld van het schrijverschap: Thematiek: Het oeuvre van ’t Hart laat een grote mate van samenhang zien, Zijn romans, verhalen, essays en wetenschappelijk werk staan in het teken van al dan niet beroepsmatige preoccupaties en belangstellingssferen: vrouwen, dieren, muziek en literatuur zijn de vaste elementen van zijn universum. (bron: Kritisch literatuur lexicon) Stijl: ’t Harts verteltrant is gelijkmatig en weinig markant. Hij schrijft een zeer levendige dialoog, en heeft vooral na Mammoet op zondag een sterke voorkeur voor beschrijvingen van flora en fauna, dikwijls met symbolische intenties. (bron: Kritisch literatuur lexicon) Ontwikkeling + relatie leven – werk: In zijn beide eerste romans gaat ’t Hart nog schuil achter zijn personages, al valt achteraf een autobiografische inslag gemakkelijk te onderkennen. De verhalen uit Het vrome volk komen veel meer overeen met eigen ervaringen, en deze tendens zet in Mammoet op zondag en De zaterdagvliegers door, al valt de ik van deze verhalen niet altijd zonder meer te identificeren met de auteur. In de latere romans wisselt het quantum autobiografie: zeer sterk in De aansprekers, minder in Een vlucht regenwulpen, het minst in De droomkoningin. Afwezig is het echter nooit. Onverhuld autobiografisch is Het roer kan nog zesmaal om. Die steeds groter wordende waarheidsgetrouwheid hangt samen met de persoonlijke bevrijding die het schrijverschap voor ’t Hart zelf betekent. Dat leidt tot een toenemende vrijmoedigheid en onafhankelijkheid van oordeel in zijn essays. Het is typerend dat hij na De kritisch afstand dat hij onder eigen naam liet verschijnen, besloot het pseudoniem dat hij voordien voor zijn fictionele werk gebruikte, te laten vallen. Herdrukken van zijn eerste drie boeken werden dan ook onder eigen naam uitgebracht. Die naamsverandering markeert de stap naar het uitgesproken autobiografisch schrijven. Van een thematische ontwikkeling is, gezien het steeds weer gebruik maken van vaste gegevens, minder duidelijk sprake. (bron: Kritisch literatuur lexicon) Kunstopvatting: De functie die ’t Hart voor zichzelf aan de schrijven toekent, speelt de factor bevrijding een belangrijke rol. ‘Ik schrijf omdat ik van obsessies af wil, maar ik geloof niet dat ik door het schrijven mijn problemen oplos. Misschien blijf ik door het schrijven psychisch gezond.’ (interview met Jan Brokken) In het algemeen kent hij aan de literatuur, en met meer redenen aan de kunst, het vermogen toe het eigenlijk onaanvaardbare acceptabel te maken. Kunst verzoent met de tragische aspecten van het leven door ze tot schoonheid te transformeren. Complementair met het gevoel van zelfbevrijding is de sensatie van autonomie en eigenmachtigheid die het schrijven geeft. (bron: Kritisch literatuur lexicon) Plaats in traditie en verwantschap: ’T Hart staat op het standpunt dat de literatuur gedurende de laatste honderd jaar minder is geëvolueerd dan andere vormen van kunst. Dat vergemakkelijkt de aansluiting bij de door hem bewonderde grote vertellers uit de vorige eeuw: Dickens, Trollope, Fontane, Raabe en anderen. De invloed die Vestdijk op hem heeft uitgeoefend kan moeilijk overschat worden. Zo valt in Stenen voor een ransuil het voorbeeld van De koperen tuin, en in Een vlucht regenwulpen het model Terug tot Ina Damman te ontdekken. Op die laatstgenoemde roman van ’t Hart heeft ook Dokter glas van de Zweedse auteur Hjalmer Söderberg invloed gehad. (bron: Kritisch literatuur lexicon) Kritiek en publieke belangstelling: Hoewel Maarten ’t Harts eerste boek Stenen voor een ransuil in 1971 verscheen, duurde het tot 1977 voor hij tot een brede kring van lezers doordrong. In dat jaar werd zijn tweede verhalenbundel, Mammoet op zondag, gepubliceerd. Tot het verkrijgen van landelijke bekendheid heeft ongetwijfeld bijgedragen dat hij vanaf 1976 in een hoog tempo essays, kritieken op het gebied van literatuur en muziek, en columns ging schrijven voor dag- en weekbladen als N.R.C. Handelsblad, Hollands Diep, Haagse Post en Vrij Nederland. Volgens eigen opgave publiceerde hij in 1976 71 lange en korte artikelen, het jaar daarop 130. Het zich zo veelvuldig en veelzijdig manifesteren in de massamedia bezorgde ’t Hart de status van bekende Nederlander, maar wekte hier en daar ook irritatie. (bron: Kritisch literatuur lexicon) Achtergronden van het boek: Maarten ’t Hart heeft veel elementen uit historische misdaadromans gebruikt in zijn boek De kroongetuige. Ook sluit dit boek goed aan bij de algemene thematiek van ’t Hart, de vaste elementen komen ook in dit boek terug. (bron: Kritisch literatuur lexicon) Secundaire literatuur: 1: Prisma uittrekselboek Nederlandse literatuur 1980-1990
2: Literama modern
3: Kritisch literatuur lexicon

REACTIES

R.

R.

Ik vind jouw uitreksel niet kloppen enkele onderdelen mis ik. en er staan veel fouten in. Eigenlijk is het dus gewoon maar een baggersamenvatting. stelt niks voor.

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De kroongetuige door Maarten 't Hart"