Wonderkinderen door Thea Beckman

Hoofdpersonen: Wijntje
Meisje van tien jaar oud met bijzondere kwaliteiten. Ze kan heel goed leren. Haar moeder is lerares en haar vader is striptekenaar
Tom
Jongen van 10 jaar oud met bijzondere kwaliteiten. Kan heel goed leren. Zijn vader is elektricien en zijn moeder doet het huishouden. Heeft twee broers. Thema
Schoolkeus
Titelverklaring
De twee hoofdpersonen kunnen extreem goed leren en worden daardoor gezien als wonderkinderen. Tijd
Een jaar tijd met enkele flash-backs

Kritiek
Kritiek op eigenwijze ouders die vasthouden aan oude principes en geen rekening houden met de wensen van hun kinderen
Genre
Opgroei-probleemboek
Plaats
Een stad in Nederland
Motieven
Schoolkeus, brugklas, leerprestaties
Samenvatting
Wijntje komt voor het eerst op haar nieuwe school in de brugklas. Eerst wordt er vreemd tegen haar aangekeken, want ze is pas tien jaar oud. Op de basisschool heeft ze twee keer een klas overgeslagen omdat ze zo goed kon leren. Nu gaat ze naar het gymnasium. Op de basisschool deed ze alles samen met Tom, net zo goed in leren was als zij. Samen leerden ze en samen brachten ze hun vrije tijd door. De meester van de basisschool wilde dat ze allebei naar het gymnasium gingen, maar de vader van Tom wil dat niet. Hij is elektricien, en Toms oudere broer leert daar ook voor. Dat vindt hij een uitstekend beroep en dus moet Tom dat ook gaan doen, tegen iedereens advies in. Hij vindt dat Tom het maar hoog in zijn bol heeft en geeft Wijntje en haar ouders de schuld daarvan. Die wonen, in zijn ogen, in de rijke buurt en vinden hun maar minderwaardig. Tom heeft soms goede ideeën voor de strip van de vader van Wijntje. Wijntje went al snel op school, ze heeft weinig vrienden, maar dat vindt ze niet erg. Ze mist Tom wel erg, want hij zat op de dezelfde golflengte als zij. Tom heeft het totaal niet naar zijn zin. De theoretische vakken zijn te makkelijk, de praktijkvakken liggen hem niet. Zijn vader wordt boos als hij met een slecht rapport thuis komt. Verder wordt hij op school nog wel eens te grazen genomen, hij is pas tien en dus klein. De vader van Wijntje heeft ook nog geprobeerd de vader van Tom over te halen, maar deze is en blijft eigenwijs. Tom besluit zelf het heft in handen te nemen en een hongerstaking te beginnen. Zijn ouders nemen hem daarbij niet serieus totdat hij bij de dokter flauw valt van de honger. Hij moet opgenomen worden in het ziekenhuis. Zijn ouders begrijpen langzaam dat ze een verkeerde keus hebben gemaakt, zeker na een gesprek met de kinderpsycholoog. Deze heeft uitgebreid met Tom gepraat en erachter gekomen wat de problemen zijn. Ook hij is ervan overtuigd dat hij naar het gymnasium moet. ook de omgang met Wijntje juicht hij toe omdat het beiden bijzondere kinderen zijn. Ze kunnen goed met elkaar opschieten omdat ze een zelfde soort wonderkind zijn. Tom mag na de zomervakantie naar het gymnasium, hij wil geoloog worden, maar wil dit nog niet aan zijn ouders vertellen omdat deze nu ideeën hebben dat hun zoon minister of dokter wordt. Wijntje wil pianiste worden, ze oefent al jaren. Ook zij heeft dat nog niet aan haar ouders verteld want ze denkt dat haar moeder, die wiskundelerares is, haar de exacte kant op wil hebben.