Poste', waar de tijd sinds de jaren dertig was blijven stilstaan, vertelde Lotte over de hobby van haar Hollandse vader. Hij bezat een grammofoon en kocht platen bij het leven. Regelmatig kwam personeel van de firma Grammophon en Polyphon bij moeder een rekening aanbieden, wat steevast tot grote ruzie in huis leidde. De honger van vader naar nieuwe muziek werd alleen overtroffen door zijn hang naar perfectie voor geluidsapparatuur. Zijn zelfgebouvde Chrystalphone overtrof die van de Edisonfabrieken. Zijn grammofoon had ook de nodige aanpassingen achter de rug, waarbij hij in wezen een stereoinstallatie 'avant la lettre' had gemaakt. Vaders' eigenlijke beroep was 'verantwoordelijke' voor de water en energievoorziening in het dorp. Op zijn Harley Davidson motor kon hij de uithoeken van de gemeente bereiken. Ook de watertoren viel onder zijn verantwoordelijkheid. Als goed stalinist en tegenstander van het Oranjehuis, weigerde hij op koninginnedag de vlag uit te steken op de toren. Dat deed moeder dan maar. Vader was gek op urenlange gesprekken over de toekomst van de arbeiders. Sommige gasten onttrokken zich daaraan, maar anderen genoten ervan en professor Koning raakte er zo aan verslaafd dat hij elke zaterdag terugkwam en bleef tot de bodem van de jeneverfies in zicht was. Anna kreeg per maand vijfendertig mark wezenrente. Toch deed Martha alsof ze een parasiet was. Ze voegde Anna toe dat zij toch vroeg zou sterven, hetzij aan borstkanker zoals haar moeder, hetzij aan tuberculose zoals haar vader. Melk kreeg Anna niet te drinken en hoestdrank werd te duur bevonden toen Anna aan een chronische verkoudheid leed. De dorpspastoor, Jacobsmeyer ging zo ver dat hij hoestdrank voor Anna meebracht naar de boerderij. Van Bemd Möller hoorde zij voor het eerst van Hitler. Heinrich was boos geweest toen zij hem vertelde over de man die Bemd zo bewonderde. Alleen domme mensen liepen achter die belachelijke figuur aan. Ze mocht Bemd niet meer zien, maar deed dat wel. De werktuigbouwer wilde voor haar een huis bouwen en haar als ze achttien was als zijn vrouw over de drempel dragen. Anne kreeg pas weerzin tegen Bemd toen zij hem in een bruin uniform ontmoette achter de Mariakapel bij de brug. Hij wilde haar omhelzen, maar ze stootte hem af en vluchtte naar huis. Helaas was het incident gezien en aan oom Heinrich verraden. Hij sloeg haar op een wijze die zij en waarschijnlijk ook hij, nooit voor mogelijk had gehouden. Nu was er geen ontkomen aan doktersbezoek. De arts constateerde dat haar baarmoeder gekanteld was. Toen kerkbezoek weer was toegestaan, smokkelde Anna een briefje naar de priester die beloofde haar te helpen toen hij zag hoe zij was mishandeld. 6. Lotte stelde vast dat die tante een pathologisch geval geweest moest zijn. Anna relativeerde; volgens de christelijke moraal was het een slechte vrouw, volgens de psychiatrie was ze ziek. Ze vond dat er nu maar weer iets leuks verteld moest worden, bijvoorbeeld uit het leven van Lotte. Haar zangloopbaan bijvoorbeeld. Lotte zong regelmatig solo voor de radio. Thuis was de familie dan geschaard rondom de Chrystalphone. Ze oogstte successen en ontving fanmail, onder andere van een berucht criticus die haar uitgebreid complimenteerde. Ze bezocht een christelijke middelbare school omdat er op de openbare geen plaats meer was. De bijbel had voor Lotte de aantrekkingskracht van het verbodene met zijn moord en doodslag, overspel en hoererij en verdiende volgens haar dan ook zeker het predikaat 'boven de achttien'. Hoewel zij uitblonk in de bijbelse geschiedenis werd haar het leven onmogelijk gemaakt door de rector die constateerde dat zij niet meedeed aan het gebed omdat zij haar ogen niet sloot. Bovendien stapte zij een keer 'onzedelijk' van een herenfiets af. Na dit lachwekkend intermezzo vervolgde Anna haar verhaal. De kinderbescherming had ingegrepen en Anna was geplaatst in een klein clarissenklooster waar zij een gelukkige tijd doorbracht. In de eerste maand van het jaar 1933 zag zij de nazivlag wapperen in het centrum van het dorp. Zij wist inmiddels goed wat de intenties van Hitler waren, maar zijn verkiezing tot kanselier was haar in de beslotenheid van het klooster ontgaan. Ze had de vlag in het dorp wel persoonlijk naar beneden willen halen. De abdis weerhield haar. Ze zou misschien de vlag kunnen weghalen, maar niet datgene waarvoor hij stond. Daartegen was zij machteloos. 7. Met weemoed dacht Anna terug aan de nonnen. Toen haar opleiding in het klooster was voltooid ze had er leren naaien en koken mocht ze terug naar de boerderij. Ze was vijftien kilo aangekomen en genezen van de tuberculeuze verkoudheid. De naziaanhang was enorm gegroeid tijdens haar afwezigheid. Op verzoek van de pastoor Jacobsmeyer werd zij met een groep betrouwbare meisjes lid van de Bund Deutscher Mdel, een afdeling van de Hitlerjugend. Zij zou hem op de hoogte houden van alles wat zich daar afspeelde. Het lukte haar inderdaad om binnen de afdeling van de BDM zoveel tweespalt te zaaien dat die zichzelf moest opheffen. De dames hadden hun diner afgerond. Het relaas van Anna en de overvloedige maaltijd misten hun uitwerking niet op Lotte. Ze verlangde naar koffie. Dat was karakteristiek voor de Nederlanders vond Lotte. Die hadden in de 17e eeuw de koffie ontdekt en ze waren er sindsdien aan verslaafd. Anna vertelde dat zij alleen maar een braaf lid van de katholieke Kerk had willen zijn, omdat ze geloofde wat de pastoor zei omdat hij zo aardig voor haar was, maar dat ze ook heel goed wist dat veel brave katholieken zich door Hitler hadden laten verleiden. 8. Soms voelde Lotte zich achtergesteld door haar Hollandse vader en dacht ze met weemoed terug aan haar eigen vader en aan haar zus. Via Bram Frinkel meende ze contact met Anna te hebben omdat Bram van Duitse afkomst was. Halverwege het schooljaar was hij uit Berlijn naar Nederland gekomen. Koen nam hem na schooltijd mee naar huis om te voetballen. Al snel was Lotte het Duits weer machtig als vanouds. Koen reageerde op het contact tussen zijn zus en Bram. Luchtig vertelde Bram aan Lotte waarom zijn ouders Duitsland hadden moeten verlaten. Daar was geen plaats meer voor joden. Inmiddels was moeder ziek geworden. Ze had een geslachtsziekte opgelopen die vader had meegebracht van de Amsterdamse hoeren. De verhoudingen in huis waren tijdenlang verstoord totdat de vrede weer getekend werd met een nakomertje, Bart. Niet lang daarna kreeg vader een ongeluk. Een onoplettende bromfietser reed tegen de motor op. De arts stelde de diagnose van schedelbasisfractuur. Daarbij kwamen later nog een dubbele longontsteking, een natte pleuris en trombose in zijn been. Normaal gesproken had vader niet kunnen herstellen, maar het leek wel of de wilskracht van moeder hem in leven hield. Vrienden kwamen nauwelijks meer langs in het huis. Professor Koning was eenmaal langs gekomen, op verzoek van moeder overigens, en had de ziekenkamer binnen vijf minuten weer verlaten. Uiteindelijk werd vader beter na een drastische noodingreep van een weekeindarts die een lange injectienaald in zijn hart leegspoot. Tijdens die ziekteperiode in 1936 dwaalde Lotte de boomgaard in en dacht zij aan haar zus en aan haar geboortestad. Ze fantaseerde over het weerzien met Anna en hoe gemakkelijk het zou zijn op de trein naar Keulen te stappen. Anna vond het grappig dat Lotte juist in die tijd naar Keulen had gewild. Bij haar was omstreeks dezelfde tijd ook een drang om terug te gaan naar die stad. Dankzij bemiddeling van Jacobsmeyer kon zij een opleiding volgen aan een school waar de dochters van gefortuneerde families een huishouden met dienstbodes en knechten leren leiden. Ze logeerde bij een neef van oom Heinrich die chef van de onderhoudsploeg in een ziekenhuis was. Martha had tot op het laatst moeite met het vertrek van haar onbetaalde arbeidskracht. Anna liet zich niet tot een .scène verleiden. Ze vertrok waardig en liet zich verbazen door de weelde die zij voor haar gevoel vond in het huishouden van haar oom en tante Vicki. De opleiding rondde zij snel af waarna zij een betrekking vond bij de familie Stolz. De vrouw des huizes had een fabrieksmatig systeem ontworpen om de huishoudelijke werkzaamheden zo doelmatig mogelijk te verrichten. Anna werd slachtoffer van dat systeem. Elke vorm van persoonlijk initiatief werd de kop ingedrukt. Toch was Frau Stolz niet onvriendelijk. Zij hielp Anna toen zij had geconstateerd dat deze niet menstrueerde. Bij het bezoek aan de gynaecoloog bleek dat de baarmoeder nog steeds gekanteld was en dat de eierstokken onderontwikkeld waren. Ze kreeg pillen mee en Frau Stolz zag er natuurlijk nauwlettend op toe dat ze die ook innam. Elke relatie met oom Heinrich en Martha had Anna inmiddels afgesneden, sinds zij ontdekt had dat die op de voogdijakte altijd hadden ingevuld dat Anna te zwakzinnig was om een verdere opleiding te volgen. Zo hadden zij haar jarenlang aan huis weten te binden zonder dat iemand er iets aan deed! De inhoud van die voogdijakte kwam haar later zelfs te staan op een bezoek van een aantal mysterieuze heren die meedeelden dat Anna Bamberg gesteriliseerd moest worden. In het Derde Rijk was immers geen plaats voor kinderen van zwakzinnige moeders. 9. De volgende dag wandelden de twee oude dames naar de Sauvenièrebron, een eind buiten het dorp. Anna vertelde dat 'die hele vrouwengeschiedenis' bij haar nooit meer goed was gekomen. Lotte zag in gedachten de groepsfoto voor zich waarop zij omringd werd door kinderen en kleinkinderen. Ze voelde zich heel even schuldig. Terug in het dorp, in de patisserie, ontspon zich weer een politiek gesprek. Lotte beweerde dat Hitler in Nederland geen poot aan de grond gekregen zou hebben. Anna wist wel beter. Niet alleen de Duitsers waren enthousiast over Hitler. Ook buitenlanders vielen voor zijn opmarsen, zijn partijdagen en zijn toespraken. Bij de Olympische Spelen was Herr Hitler de gastheer van de wereld. En ze kwamen allemaal. Het werd Lotte even allemaal te veel. Ze verliet de banketbakkerij en liep de straat op. Ze voelde zich bevrijd, want ze had het gevoel dat zij zich veel te veel door Anna had laten inpakken. Toch spraken zij elkaar de morgen daarop weer alsof er de middag daarvoor niets was gebeurd. Lotte vertelde hoe haar vader na zijn ziekte de sfeer in huis vaak had verknoeid. Er was iets in hem veranderd. Nog meer dan vroeger wilde hij in het centrum van ieders aandacht staan, vooral die van moeder. Ze beschreef ook hoe men in Nederland op de naderende oorlog had gereageerd, wat Anna de opmerking ontlokte dat de Nederlanders even onnozel waren geweest als de Duitsers. Zij had het begin van de oorlog overigens niet meegemaakt in dienst van de familie Stolz. Uiteindelijk had zij het keurslijf niet langer kunnen verdragen en zelf ontslag genomen. Frau Stolz had haar toegevoegd dat zij nooit tevreden zou zijn met haar positie in het leven en niet zou rusten totdat zij, bediend door twee knechten in de banketzaal bij Bayer zou eten. 10. De volgende baan van Anna liet niet lang op zich wachten. Een zekere gravin Charlotte von Garlitz Dublow reageerde op haar sollicitatiebrief met een persoonlijk bezoek aan het huis van oom en tante Vicky. Ze werd ter plekke aangenomen toen zij kon bevestigen de dochter van Johannes Bamberg te zijn. In heet verleden had haar vader de vader van de gravin grote diensten bewezen. Anna leefde nu in een voor haar ongekende luxe. Ze kreeg de zorg voor de garderobe van Frau von Garlitz toevertrouwd. Het huis in een comfortabele wijk van Keulen, wemelde van het bedienend personeel waarmee Anna goed overweg kon. Vooral met de kokkin werd zij vertrouwelijk. In de jaren vijftig had Anna nog eenmaal de familie Stolz bezocht. Ze had die dag in de banketzaal van Bayer gedineerd als lid van een delegatie van kinderbeschermers in verband met een werkverschaffingsproject voor ontspoorde kinderen. Deel 2 Oorlog 1. Op zondagochtend liepen Anna en Lotte over de rommelmarkt in Spa die vanaf de Place Royale diep doordrong in het Parc des Sept Heures. Ze verbaasden zich erover dat overal afgedankt oorlogstuig te koop was. In het café waar ze even uitrustten zagen ze een vader binnenkomen die kennelijk samen met zijn zoon een Duitse helm had gekocht. De oorlog was voor Anna in september 1939 begonnen met een nieuwe verantwoordelijkheid. Frau von Garlitz verzamelde haar kinderen, een deel van het personeel en droeg Anna op voor het huis te zorgen. De familie vertrok naar het Oosten. Enkele dagen las zij rustig in de bibliotheek, zich op gezette tijden voedend uit de grote voorraden in de kelder. Na de Poolse veldtocht stond de familie weer op de stoep en hervatte men de gewone routine. In dat jaar had Lotte het voor elkaar weten te krijgen dat ze een bezoek aan Anna kon brengen. Haar adres was ze te weten gekomen via een familielid dat Duitsland korte tijd had bezocht. De hernieuwde kennismaking van de zusjes die elkaar achttien jaar niet hadden gezien, viel verschrikkelijk tegen. Ze durfden elkaar geen emotie te tonen. Anna vluchtte weg in het werk dat de oudejaarsviering (Silvester) in het grote huis met zich meebracht. Lotte zag vol verbazing hoe een stel Duitse officieren at en dronk en aan het eind van de maaltijd niet schroomde om met pistolen te schieten op een wit badlaken dat over een laaghangende tak hing. Zo kreeg de vijand een gezicht en het was geen vriendelijk gezicht. Vlak voordat Lotte weer zou vertrekken uit het grote huis waar ze had mogen logeren, zag ze nog hoe Anna de Duitse officier die zich tijdens het 'feest' het meest misdragen had en die het ook nog nodig vond om denigrerende opmerkingen over boeren te maken, flink op zijn nummer zette. Ze bewonderde de manier waarop Anna voor niets terugdeinzend eerlijk was geweest. 2. Anna vertelde dat ze zich na het vertrek van Lotte wel voor het hoofd had kunnen slaan. Hoe was het mogelijk dat zij de kans niet had gegrepen om weer vertrouwelijk te worden met haar zus. Inmiddels had Frau von Garlitz een nieuwe beschermelinge, Hannelore, die afkomstig was uit een gehucht in NiederSchlesien. Het was aan Anna om haar in te wijden in het huishouden. Hannelore wilde per se op zondag gaan dansen in het casino dat voor dat soort doeleinden in gebruik was genomen. In dat casino, de plek waar zij vroeger gewoond en gespeeld had, leerde zij Martin kennen. Hij was een Oostenrijks soldaat die voor zijn nummer opkwam. Al vroeg werd hun ontluikende liefde door de oorlog verstoord. Ze zouden op pinksterdag samen de Drachenfels bezoeken, maar op 9 mei 1940 belde hij op dat alle verloven waren ingetrokken in verband met een naderende veldtocht. Frau von Garlitz vluchtte toen de inval in Nederland, België en Frankrijk begonnen was prompt weer naar het oosten. 3. Anna bleef nu met Hannelore achter om op het huis te passen. Ook nu leek de oorlog met een sisser af te lopen. De familie keerde weer terug en zelfs Martin stapte op een middag in de herfst uit de trein. Anna schrok wel van zijn fysieke verschijning. Ze had hem maar zo kort ontmoet en op papier was ook zijn uiterlijk een eigen leven gaan leiden. Martin werd vriendelijk opgenomen in het grote huis. Het bedienend personeel ging Anna met andere ogen bekijken toen zij haar verloving met Martin bekend maakte. Frau von Garlitz regelde zelfs een korte vakantie voor het paar. De eerste nacht in het hotel op het platteland bedreven ze voor het eerst de liefde. Later die nacht hoorden ze in de verte hoe Keulen gebombardeerd werd door de Engelsen. De familie vluchtte voor de derde maal. Deze maal werd Anna uitgenodigd om mee te komen naar het voorvaderlijke slot van Garlitz dat aan de Oder lag. Ze kreeg daar de taak om de onvoorstelbare verwaarlozing van het slot ongedaan te maken en de restauratie te leiden. Ze wierp zich op haar werk omdat ze op die manier haar ongerustheid over Martin kon verdringen. De twee oude dames zaten nog steeds in het café. Lotte wees erop dat de Duitsers begonnen waren met het bombarderen van Duitse steden. Het was immers iedereen bekend hoe het Rotterdam of Londen was vergaan. Anna had het gevoel dat Lotte de Duitsers alle menselijke gevoelens wilde ontzeggen. Zelfs de universele emotie van angst wilde ze bij Duitsers niet erkennen. De pogingen van Anna om uit te leggen hoe het arme domme volk zich had laten verblinden hadden geen succes. Lotte zei dat ze wilde vertellen waarom. Lotte ging in de eerste oorlogstijd vaak om met David, de zoon van een beroemde liedjeszanger. Ze waren bijna verloofd. Lotte wilde hem nog even laten wachten voordat ze zekerheid wilde geven. Daarom ging ze niet in op zijn uitnodiging om zaterdag 22 februari 1941 samen door te brengen. Die zaterdag werd hij door de Duitsers opgepakt in een nachtgelegenheid in de Amsterdamse jodenbuurt waar hij muziek maakte met een aantal vrienden. Hij was afgevoerd naar Buchenwald en later naar Mauthausen. Uit de postkaart die de familie van hem ontving, bleek dat hij besefte snel dood te zullen gaan. Lotte werd verteerd door schuldgevoelens. Als zij de afspraak op zaterdag niet om een, achteraf, onzinnige reden had afgezegd, zou David zich niet op het verkeerde moment op de verkeerde plek hebben bevonden. Zingen kon Lotte niet meer. Haar zanglerares stuurde haar naar huis met de raad eerst maar eens tot zichzelf te konen. as
4. Van de dode van Lotte naar de dode van Anna was maar een klein stapje. Die nacht vroeg zij zich af hoe zij Lotte het verhaal zou kunnen vertellen zonder de indruk te wekken dat zij tegen haar op wilde bieden. De volgende dag begon zij haar relaas: 'Mijn man is ook omgekomen in diezelfde Scheisseoorlog, nadat ik jarenlang in angst had gezeten...' (blz. 216) Eind oktober 1941 had Anna een telegram van Martin ontvangen met het verzoek om naar Wenen te komen. Ze zouden daar trouwen. Anna had al maandenlang haar koffer met bruidsjurk klaar staan. Ze vertrok in allerijl naar Wenen waar ze opgewacht werd door Martin, zijn vader en zijn moeder. De ouders van Martin bleken gescheiden te zijn. De moeder deed haar uiterste best om het huwelijk te voorkomen. Ze nam Anna apart om de nadelen van welk huwelijk dan ook uiteen te zetten. Ze haalde de bankrekening van Martin leeg vlak voordat hij geld wilde ophalen om de tijd in relatieve weelde te kunnen doorbrengen. Van een huwelijk kon geen sprake zijn omdat Martin eigenlijk illegaal op verlof was in Wenen. Door een officiële handeling die aan zijn meerderen gerapporteerd moest worden, zou zijn onrechtmatige afwezigheid in Rusland uitkomen. Ze hadden toch een goede tijd samen in Wenen. Samen met zijn vader bracht Anna hem naar de trein. Hij riep hen toe dat hij zich wel zou weten te redden. Die winter zat heel Europa in spanning wie de slag om Rusland zou winnen. Lotte zei dat ze zich nog goed herinnerde hoe bang de mensen in Nederland waren geweest dat de Russen zouden verliezen. Anna leefde van brief tot brief en stortte zich weer op het werk aan het slot. Alle vijfenveertig kamers nam ze onderhanden met de hulp van Poolse werklieden en poetsvrouwen. De Duitse pachters waren de oorlog ingestuurd en vervangen door Poolse dwangarbeiders en Russische krijgsgevangenen die, onder permanente bewaking van vier gewapende soldaten in de stallen waren ondergebracht. Het kostte Anna moeite om de medewerking van de arbeiders te krijgen. Uiteindelijk lukte haar dat omdat ze de Polen kleine gunsten toestond en af en toe voedsel naar de stallen liet smokkelen. In haar omgeving hoorde ze steeds vaker van gesneuvelde Duitse soldaten. Eerst waren het achterneven, studievrienden en kennissen die het leven lieten. Maar al snel werden het broers, verloofden en vaders. Martin bleef vrolijke brieven schrijven, waarin geen oorlog voorkwam. 5. en 6. Op een dag in de zomer had de familie Frinkel zich gemeld bij Lottes Hollandse ouders. Ze vroegen of ze mochten onderduiken. Het zou maar tijdelijk zijn. De noodzaak was urgent omdat alle Hilversumse joden zich in Amsterdam moesten melden. Ze werden opgenomen. Nog meer mensen klopten aan bij het afgelegen huis dat steeds voller raakte, zelfs nog vol was toen de Frinkels elders onderdak hadden gevonden, bij de dames Noteboom die ook achtenveertig katten hielden. De Frinkels zouden overigens later terugkeren. Ze hielden het niet uit tussen de katten die als gelijkwaardige bewoners van het huis werden beschouwd. Anna merkte dat Lotte, terwijl ze het verhaal van de onderduikers vertelde, nog steeds kwaad was. Ze nodigde haar zus uit om maar flink uit te razen. Bovendien had zij een verhaal dat zij aan Lotte kon vertellen over gebeurtenissen waarover zij zich nu nog steeds diep schaamde. Anna was inmiddels gehuwd. Martin had een paar weken officieel verlof gekregen en het paar trouwde in de Karlskirche. Zijn moeder was de grote afwezige. Een paar weken leefden ze in het huis van Martins overleden grootmoeder, alsof het geen oorlog was. Een keer zagen ze in het oude centrum, in de Mölker Bastei een grote groep mensen met een gele ster op hun jas. Ze liepen langzaam de versleten trappen af. Martin verstarde. Anna had hem meegetrokken en toegevoegd dat hij niet moest kijken. 'De hele dag verweet ze het de stoet op hun weg te zijn verschenen, als een sombere vingerwijzing.' (blz. 249) Terug op het slot, na een afscheid van Martin waarvoor geen vorm te vinden was geweest, maakte Anna mee dat een Russische krijgsgevangene in de rug werd doodgeschoten door een Duitse officier. Zogenaamd tijdens de vlucht! Von Garlitz was ook getuige van de moord, maar van hem kon geen ingrijpen verwacht worden. Hij had zich, ook tegenover zijn vrouw als een bijzonder onaangename persoon ontpopt. Op een feestavond had hij het bestaan zijn minnares uit te nodigen op het slot. Het feest was natuurlijk uit de hand gelopen. Frau von Garlitz had haar man een glas wijn in het gezicht gegooid en was dezelfde avond met paard en wagen naar het station vertrokken. De graaf werd ziek. Anna die hem moest verzorgen liet niet na de man te confronteren met zijn wandaden. Na veertien dagen was Frau von Garlitz weer teruggekeerd, een toon beeld van aristocratische zelfbeheersing waar een vleugje cynisme doorheen schemerde. De moeder van Lotte was ernstig ziek geweest en die ziekte leidde ertoe dat vader werd ontmaskerd. Na een ernstige operatie aan een gezwel in de baarmoeder had zij extra voedselbonnen ontvangen. De dokter had de voedselbonnen aan vader overhandigd, die ze had achtergehouden en ingezet voor eigen gebruik. Zo kon het zijn dat hij op een dag betrapt werd in zijn elektrotechnisch heiligdom te midden van vers brood, kaas, lever en roomboter. En dat terwijl moeder alle extra voedsel hard nodig had voor haar genezing. Bovendien hadden ze allemaal honger. Bij zoveel commotie kwam Lotte aan schuldgevoelens over David niet meer toe. Wel liet ze zijn foto een keer zien aan een helderziende. Die begon te trillen en te sidderen. Met ogen die bol stonden van angst keek hij gebiologeerd naar de foto. Hij zei dat hij Lotte niet kon vertellen wat hij zag en voelde. 7. De oude dames waren zo langzamerhand in een vast patroon terechtgekomen. Ze wandelden, ze aten en rakelden het verleden op en beleefden daarbij allerlei tegenstrijdige emoties. Anna vertelde over het eerste grote bombardement op Berlijn dat ze had meegemaakt. De ervaring was afschuwelijk geweest , ze had het alleen door toeval overleefd. Met een karavaan vluchtelingen was ze teruggekeerd op het landgoed. Korte tijd daarna moest zij een beslissing nemen die wellicht de wending van de oorlog had kunnen bepalen. Het was vreemd te denken dat de oorlog kon afhangen van een onnozele huishoudster in WestPruisen. Herr von Garlitz was omgekomen bij een vliegtuigongeluk. Boze tongen beweerden dat hij uit de weg was geruimd; er waren al vaker in diskrediet geraakte personen verongelukt. Maar Anna kon zich niet bedenken waarom men een militair vliegtuig zou offeren aan het leven van deze 'kwast'. Een avond na de dood van haar man ontving Frau von Garlitz merkwaardig bezoek. Anna's kamer was boven de grote hal waar zich een grote groep heren had verzameld. Sommigen waren in burger, anderen droegen een uniform. Anna hoorde via het kanaal van de grote haard die ook in haar kamer een opening had, dat de heren van plan waren Hitler te vermoorden. De militaire experts onder de nationalistische adel hadden doorgekregen dat de oorlog niet te winnen was en dat hun landgoederen gevaar liepen. Hun status liep gevaar. Frau von Garlitz had onder invloed van haar vader, een felle Pruis van de oude garde, haar diensten aangeboden. De eerste opwelling van Anna was om het complot openbaar te maken. Daar zag ze van af. Martin kwam de zondag daarop met verlof. Hij bezwoer haar te zwijgen. 8. Op een dag kwam Leon Stem in paniek bij het huis vol onderduikers. Hij riep dat er een razzia zou komen. De onderduikers vluchtten de speciaal voor hen gemaakte schuilkast in, op Ernst Goudriaan na. Lotte stond de afwas te doen, zogenaamd bezig met normale huishoudelijke werkzaamheden, toen Ernst plotseling de keuken binnenstapte. Hij vertikte het om opnieuw in de kast te kruipen. Lotte was ervan overtuigd dat hij zich zou overgeven aan de Duitsers die in de verte al te horen waren. Groot was haar verbazing toen zij even later merkte dat de officier zich van de soldaten had afgezonderd in de richting van het oude 'tbchuisje' van Lotte waar Ernst nu een vioolbouwerswerkplaats had ingericht. Zij zag de beide mannen zich verdiepen in de kwaliteiten van het hout en de lijm. Het geheel werd nog wonderlijker toen de officier in de open lucht een aantal passages uit een concert van Beethoven speelde. Daarna leek hij uit een droom te ontwaken en gaf hij zijn manschappen bevel om in te rukken. Het voorval herstelde de debetcreditbalans van Lotte. Ernst had haar verteld dat zij hem de kracht had gegeven terug te gaan naar zijn werkplaats. Als zij gewoon door kon gaan met de afwas terwijl het gezin het risico liep nog dezelfde dag tegen de muur gezet te worden, dan had hij de kracht om gewoon in zijn werkplaats te blijven. Vanaf die dag bood Lotte geen weerstand meer tegen het gevoel van verliefdheid. De aanslag op Adolf Hitler werd op de radio gemeld. Frau von Garlitz riep uit: 'Gott sei dank! Das Schwein ist tot.' Maar dat bleek een misrekening. Gelukkig had geen van de ingekwartierde vluchtelingen haar uitroep opgevangen. Nog op de dag van de aanslag vonden de daders een verschrikkelijke dood. De meesten werden opgehangen aan vleeshaken. Martin, die inmiddels officier was geworden, beleefde met Anna een korte periode van geluk toen hij gelegerd was in een Wehrmachtkazerne aan de Oostzee om daar een opleiding tot infanterist te krijgen, aangezien zijn verbindingsgroep was opgeheven. De echtgenotes kregen via een list van de inventieve conpagniechef de gelegenheid om de soldaten te bezoeken. Elke avond gingen ze allemaal zwemmen in de Oostzee. Een avond waagden Anna en Martin zich te ver in zee. Anna was eigenlijk best tevreden om op die plek in zee in de armen van Martin te sterven, maar ze werden gered. Aan de 'vakantie' kwam een eind toen de WaffenSS zijn oog liet vallen op de groep infanteristen in opleiding. Onmiddellijk transport naar Neurenberg volgde. Op het slot was de stemming inmiddels grimmig. Via haar contacten met de Russische krijgsgevangenen hoorde Anna dat de Polen van plan waren om alles wat Duits was te vermoorden op de dag dat de Russische bevrijders kwamen. Men zou haar niet krenken vanwege de goede behandeling. Toch achtte Anna het wijzer om de raad van Martin op te volgen. Ze ging naar Wenen. Later, na de oorlog zou ze het slot nog eenmaal weerzien. Het lag toen op Pools grondgebied. Er was een collectieve boerderij in gevestigd. Van de vroegere grandeur en van de restauraties die Anna in de oorlog had laten plegen, was niets over. Van Wenen was het niet ver naar Neurenberg, waar Martin gelegerd was. Eerst bracht zijn vader hem een bezoek en die overtuigde haar dat hij het goed naar zijn zin had bij de SS. Maar hij realiseerde zich permanent dat zijn geluk plotseling op kon zijn. Het paar sprak over haar leven na zijn dood. Hij liet haar beloven geen zelfmoord te plegen. Het beste kon zij dan als verpleegster gaan werken in een militair hospitaal. Toen Anna wegreed in de trein richting Wenen was het weer in een stralend contrast met haar stemming. De dag kwam dat zij met de post een pakketje ontving waarin de compagniechef haar op de hoogte stelde van de heldhaftige dood van haar man. Er volgde een periode van waanzinnige rouw. Ze was woedend, maar zat ook urenlang met het portret van Martin op haar knieën te wiegen. Vele jaren later zei Anna tegen haar zus: 'Hij heeft het allemaal zien aankomen toen, die nacht in Neurenberg. In plaats van bang te zijn voor de dood want hij was het toch die ging sterven was hij bezorgd om mij.' (blz. 318) 9. Voor de onderduikers en de gastfamilie werd het leven steeds nijpender. Er was een ernstig voedselgebrek. Lotte maakte met Sara Frinkel een desperate hongertocht richting Deventer. De stad werd net op de avond dat zij er verbleven zwaar gebombardeerd. Zij slaagden er toch in een kinderwagen met graan mee naar huis te krijgen. Er volgden meer van dat soort tochten. Eenmaal probeerde Lotte steenkool op te halen die nog op de kamer van Ernst in Utrecht zou liggen. Ze moest die tocht bijna met de dood bekopen. Ze was al langs de weg in de sneeuw gaan liggen. Als een onbekende man haar niet had gedwongen om door te lopen, was ze ingeslapen en bevroren. Er waren ook betere momenten, zoals tijdens het kerstfeest 1944, totdat het feestmaal waarvoor vader vlees en groenten had weten te bemachtigen, ruw werd verstoord door een verdwaalde bom die vlakbij insloeg. Anna had inmiddels in Wenen haar eigen lazaret. Ze was nu zuster Anna. Door bemiddeling van een SSofficier had ze zonder opleiding tot verpleegkundige toch toegang tot het beroep gekregen. Ze maakte in het ziekenhuis indringender dan ooit kennis met de realiteit van de oorlog toen zij per ongeluk een zaal betrad waar soldaten lagen die al hun ledematen waren kwijtgeraakt. De wonden waren genezen. Men had de rompen in leer gewikkeld zodat ze over de grond konden rollen als baby's. In de laatste weken van de oorlog werden de patiënten verplaatst naar Linz waar in een seminarie een noodhospitaal was ingericht. Anna was een van de weinige begeleiders van de vele gewonde soldaten. Aan slaap kwam ze zelden toe, tot één van de oudere officieren haar dwong om rust te nemen. In het noodhospitaal had haar zus goed werk gedaan, dat realiseerde Lotte zich, die moeite had om zich Anna voor te stellen als de verpleegster van zoveel gewonde mannen. Naïef was haar zus echter gebleven tot in 1944. Voor haar vertrek uit Wenen had Anna een beroep gedaan op de Gauleider om een onschuldige man uit de gevangenis vrij te laten. Ze had hem gezegd dat zij zich niet kon voorstellen dat de Führer kon toestaan dat er onder zijn verantwoording mensen gemarteld werden en ter dood veroordeeld. 10. Voor Anna werd het lijden van degenen die aan haar zorg waren toevertrouwd steeds moeilijker te verdragen. De soldaten die zich op den duur nog in het hospitaal bevonden, waren degenen voor wie het absoluut onmogelijk was te bewegen. De overigen vluchtten weg. Ook het personeel vluchtte. Op een nacht bleef Anna alleen achter met twaalf gewonden die ze niet aan hun gezicht, maar aan hun wonden herkende. Die nacht besloot ze toch zelfmoord te plegen door van de brug af te springen. Maar al te goed herinnerde zij zich wat ze Martin had beloofd. Misschien was het daarom dat het haar niet lukte om over de brugleuning heen te komen. 'Daarboven werd ze uitgelachen om haar potsierlijke pogingen: dat Anna, die altijd zo kordaat en efficiënt was, zo jammerlijk onhandig te werk ging bij haar eigen zelfmoord.' (blz. 351) De enige weg terug was die naar het noodhospitaal dat plotseling een fronthospitaal was geworden. Wel honderd nieuwe gewonden stroomden binnen. Jongens die uren daarvoor nog gezond waren geweest, lagen nu op de grond met een briefje waar opstond wat de aard van hun verwonding was en waaraan ze geopereerd moesten worden. Een arts die zag dat Anna de uitputting nabij was en haar een goed heenkomen naar de westerse zone gunde, zond haar met een marsbevel en vier licht gewonden naar München. De tocht was vreselijk. Op een avond was iedere meter lopen te veel geworden en kon zelfs een doorzakkend bed Anna niet uit haar slaap houden. De groep kreeg een lift van een vrachtwagenchauffeur in de richting van een nieuwe bestemming die hen was toegewezen in de Beierse Alpen. Onderweg werd de wagen geraakt door een jachtbommenwerper. Anna had zich nog net op tijd in een greppel in veiligheid kunnen brengen. Ten slotte belandde zij in een hospitaal waar veel gewonde kinderen waren opgenomen. Het waren de 'Lebensbornkinderen' de stamboek kinderen van het nationaalsocialisme. Tot voor kort hadden de kinderen van speciaal geselecteerde Duitse blonde mannen en vrouwen in een tehuis op de Obersalzberg gewoond. Zij zouden het 'Herrenras' vormen dat de opgeruimde zigeuners en joden moest vervangen. Aan dat misdadige ideaal kwam een eind toen ze door de Amerikanen werden gebombardeerd en werden gereduceerd tot zielige verminkte kinderen die in een shocktoestand verkeerden. Het duizelde Lotte. Het eind van de oorlog was voor haar ongecompliceerder geweest, maar wel ingrijpend. Vlak voor het eind van de oorlog was ze met Ernst getrouwd. Een bruiloft konden zij zich niet veroorloven want alles wat zij bezaten was in levensmiddelen omgezet. De formaliteiten werden zonder een glimp van feestelijkheid afgehandeld door de locoburgemeester die betrouwbaar was. Uiteindelijk waren de Duitsers nog niet definitief weg en was Ernst een onderduiker. Deel 3 Vrede, Aprés le déluge encore nous 1. Hitler was dood en de oorlog was nog een kwestie van dagen. De avond voor de capitulatie verliep voor Anna in dronkenschap want het hospitaal was gevestigd in een voormalig hotel waarvan de kelders vol stonden met drank. De zusters gaven de volgende dag de verslagen Duitse soldaten die langs het ziekenhuis trokken, te drinken tegen de zin van de Amerikaanse bewakers in, die echter niet te fel tegen de meisjes optraden. De Duitse soldaten hadden ook veel briefjes afgegeven aan de rodekruisverpleegsters die ze doorstuurden naar moeders, vaders, verloofden en vrienden. De comfortabele plek aan de Chiemsee, waar het hospitaal zich bevond, werd al snel gevorderd door het Amerikaanse leger. De verpleegsters werden naar een oude Wehrmachtkazerne in het nabije Traunstein afgevoerd. Daar wachtte hun minderwaardig werk en vooral weinig te eten. Een van de verpleegsters gaf zichzelf aan een bewaker in ruil voor voedsel. De gehele groep accepteerde uiteindelijk de chocolade en de kauwgum die de soldaten hen toewierpen toen ze een middag in een veld vol margrieten, boterbloemen en zuring mochten doorbrengen. Uiteindelijk werden de rodekruiszusters ingezet bij de verpleging van gewonden. Ze hadden nu wel het werk dat bij hen paste, maar nog steeds de status van gevangene. Al snel werden ze overgeplaatst naar een vliegveld bij München waar de 55soldaten die de eindstrijd overleefd hadden, op een veld bijeengebracht waren als koeien. Ze lagen daar in weer en wind terwijl de hogere luchtmachtofficieren op feestjes paradeerden als eregevangenen, terwijl de muziek van hun overwinnaars klonk. Anna had aan die periode een eeuwige haat aan Amerikanen overgehouden. Lotte die grote twijfels had bij de Amerikaanse politiek in Vietnam en bij andere gelegenheden, voelde zich tegenover Anna gedwongen de Amerikanen te eren als haar bevrijders. Bij de bevrijding was zij, zoals iedereen, gaan kijken naar de binnentrekkende troepen die van de abstractie 'bevrijders', mensen maakten. Ze had ook herinneringen aan Ruben, een van de onderduikers die naar zijn ouderlijk huis was teruggegaan voordat dat echt veilig was, en die bij de buren werd geconfronteerd met vijandigheid en teleurstelling omdat nu de in bewaring gegeven kostbaarheden ter discussie zouden komen te staan. Met genoegen had ze de troepen verslagen Duitse soldaten voorbij zien trekken en beschimpen door de toeschouwers. 2 De Amerikaanse autoriteiten hadden Anna vrijgelaten. Haar grootste wens was om het graf van Martin te bezoeken. Voorlopig zou ze onderdak zoeken bij de ouders van Ilsa, een excollega die in de buurt van de Eifel was geboren. De Eifel, het gebied waar Martin zijn heldhaftige dood was gestorven. Op de boerderij van de oude mensen werkte zij een tijdlang in de modder en de stront zoals ze ook in haar jeugd gewend was geweest. Na een tijd kreeg ze van een vriendelijke oude dame het advies om te solliciteren bij een gepensioneerde lerares van het gymnasium, Frau Schmidt. Deze vrouw zou haar materieel lang te kort doen, maar er wel voor zorgen dat zij werd toegelaten tot de opleiding voor sociaal werkster in de kinderbescherming. Die opleiding in het naoorlogse Duitsland, werd alleen gegeven vlakbij de boerderij waar oom Heinrich en tante Martha woonden. Voor haar vertrek bracht Anna het gewenste bezoek aan het graf van haar man. Ze ontmoette daar een jonge vrouw die haar de geschiedenis van het sneuvelen van Martin kon vertellen. Zijn vrachtwagen was getroffen door een granaat terwijl hij was stilgehouden om een aantal van zijn manschappen de gelegenheid te geven om appels te plukken in een boomgaard. Lotte was na de oorlog het vermogen om te zingen kwijtgeraakt. Bij haar eerste les bleek al dat er van haar stem niet veel over was. Haar moeder was onmiddellijk na de oorlog in het ziekenhuis opgenomen. Aanvankelijk had men geen idee wat er met haar aan de hand was. Later kregen de artsen door dat haar jarenlang gespannen zenuwen zich nu pas konden ontspannen. De zusters vertelden deze wederwaardigheden aan elkaar op een zaterdagavond in een café waar ook gedanst werd. Anna liet zich vragen en danste, want volgens haar hield de dans de dood op afstand. Inmiddels hadden beide dames al heel wat glaasjes Grand Marnier gedronken. Ze werden sentimenteel. Voor het eerst sinds hun ontmoeting liet Lotte wat jeugdherinneringen tot haar bewustzijn toe. Samen schuifelden ze arm in arm naar het hotel. 3. De volgende dag had Lotte spijt van de intimiteit van de vorige avond. Op de lange wandeling die zij maakten hield zij zich letterlijk op afstand. Beide vrouwen hadden inmiddels geconstateerd dat de veenbaden heilzaam waren zodat een flinke route, des Promenade de Artistes, tot de mogelijkheden behoorde. Anna vertelde over haar laatste confrontatie met tante Martha die zich, terwijl Heinrich aan het front vocht, had opgewerkt tot de meest beruchte zwarthandelaarster uit het district. Martha had haar streken nog niet verloren. Ze bood Anna en het Instituut waar zij haar opleiding volgde, extra voedsel aan, maar kwam haar belofte niet na. Wel verspreidde zij het verhaal dat zij de studie van Anna bekostigde. Anna dwong haar het een en ander in de krant de rectificeren. Oom Heinrich weigerde haar de boeken af te staan die oorspronkelijk aan vader hadden toebehoord. Ook hem kreeg ze klein. 'Ze liet niet meer met zich sollen, Anna Grosalie, oorlogsweduwe, Rodekruiszuster, in opleiding tot sociaal werkster bij de kinderbescherming. Het armzalig schepsel dat allang aan tuberculose, kanker of een bombardement bezweken had moeten zijn, liet niet meer met zich sollen. ze studeerde vakken waarvan tante Martha de naam niet eens kon uitspreken.' (blz. 413) Tijdens die laatste wandeling vertelde Anna ook hoe teleurgesteld ze was geweest toen ze Lotte na de oorlog in Den Haag had bezocht. Lotte had geweigerd Duits te spreken. Anna had niet alleen die afstand ervaren, maar ook gemerkt hoe vijandig de opstelling van Nederlanders was tegenover alle Duitsers. Was het bij de eerdere ontmoetingen Lotte geweest die de emotie nauwelijks aankon; deze keer was het Anna. Ze zocht de rust van haar hotelkamer op, maar kon tot diep in de nacht niet slapen. 4. De volgende dag lag Lotte in haar veenbad tot er een kreet klonk van een van de dames in witte jassen die hielpen bij het uitstappen en afdrogen. De vrouw kwam naar Lotte toe en vroeg haar mee te komen omdat er iets aan de hand was met de vriendin waarmee zij toch altijd optrok. In de belendende badkamer trof Lotte haar zuster dood in het bad aan. Ze realiseerde zich dat zij in de intensieve week van praten nooit de woorden over haar lippen had kunnen krijgen waar Anna op wachtte, op hoopte: 'Ik begrijp het...' Ze trok zich terug in de rustruimte waar ze even later werd aangesproken door de vrouw in het wit die vroeg of zij wist of haar vriendin familie had die het vervoer naar Keulen en de begrafenis zouden kunnen regelen. Het was niet mijn vriendin zei Lotte, '(...) ze is mijn zuster' (blz. 435) Vertelsituatie De tweeling is geschreven vanuit het perspectief van de alwetende verteller die de hoofdpersonen in een vertelheden verhalen laat vertellen over het verleden, waarbij de lezer deelgenoot wordt gemaakt van de manier waarop de dames op elkaar reageren. In het vertelheden zijn de zusters beide vierenzeventig jaar oud en is de oorlog die het onderwerp is van het gros van de verhalen, al lang voorbij. Op zich kan het boeiend zijn om van uit een dergelijk perspectief een dialoog vorm te geven rondom de centrale thematiek. Maar in De tweeling ontbreekt de afwisseling in de vormgeving. De dames wandelen maar, eten gebak
en doen zich steeds weer tegoed aan 'biefstukken op de wijze van de wijnhandelaar' of forel. Echte spanning ontbreekt. Als in het begin van het boek bijvoorbeeld, verteld wordt dat de jonge Lotte bijna verdrinkt nadat zij door het ijs is gezakt, weet de lezer al dat er een oude vrouw aan het woord is die de dertig minuten onder het ijs heeft overleefd. Opmerkelijk genoeg overigens.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
C.
C.
Het verhaal is helemaal niet chronologisch omdat er wordt gewerkt met flashbacks.
15 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
er is geen voorkant waar ze staan met 2 witte jurken
18 jaar geleden
AntwoordenG.
G.
hee. wat een lange samenvatting wat goed! ben ik precies nodig, niet alles klopt even goed! maar wel bedankt. ook al is dit al 10 jaar geleden. :O woow. xd
13 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Waauuww! Super goed!
Ik heb het zo druk met school dat ik niet het hele boek uit kan lezen...
Zo snap ik het toch nog, echt heel erg bedankt!!
13 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
dit is echt een super goede samenvatting echt respect dat je dit helemaal hebt gemaakt!
13 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Respect voor zo'n uitgebreide samenvatting!
12 jaar geleden
Antwoorden