Hoofdstuk 1
Uitwerking gemaakt van: Bint: roman van een zender
Auteur: Ferdinand Bordewijk
Jaar van uitgave: 1992, 27e druk
Korte samenvatting van de inhoud: De Bree wordt aangenomen op een middelbare school. Bint is de directeur. Volgens Bint is het huidige onderwijssysteem niet juist. Het sluit volgens hem slecht aan op de eisen van de maatschappij. Daarom verandert hij het onderwijssysteem op zijn school. Er heerst op de school dan ook een stalen tucht, die vijf jaar voordat de Bree er kwam was ingevoerd. De Bree komt in klas 4D ('de hel') terecht. Zijn voorganger was door de klas weggepest en de Bree verklaart dan ook de oorlog tussen hem en de leerlingen van 4D. Ook heeft de Bree nog drie andere klassen. De ‘bruine’ klas, de ‘bloemenklas’ en de 'grauwe' klas. De Bree past zich snel aan het onderwijssysteem Van Bint aan. Hij helpt mee aan de stalen tucht van schooldirecteur Bint. Na bekendmaking van de kerstrapporten pleegt een van de leerlingen (Van Beek) zelfmoord. Bint wist van tevoren dat, dat zou gaan gebeuren maar hij had geen maatregelen getroffen. Dan hebben ze een excursie naar Frankrijk. Op excursie worden twee leerlingen afgestraft omdat ze toch, tegen de regels in, hun eigen gang waren gegaan. En dat kon niet met het ‘stalen tucht’ onderwijssysteem van Bint. Kinderen behoren naar de leraren te luisteren! Aan het einde van het jaar besluit de Bree toch les te blijven geven, terwijl hij eigenlijk van plan was maar een jaar te blijven. Bint heft ontslag genomen vanwege de kwestie met leerling Van Beek. Hij had zich dit toch erg aangetrokken. Donkers neemt het van Bint over. Klas 4D gaat naar de examenklas en daar willen ze vrede sluiten met Van Bree, maar het is en blijft oorlog tussen De Bree en hen. Gedichten
Melancholieke scholier, Gerard Reve, 1940
verloochening van de middelbare school, Gerard Reve, 1940
Middelbare school, Nico Scheepmaker, 1987
Motivering
Ik heb het boek gekozen omdat ik graag boeken lees van wat bekendere schrijvers en Bordewijk is een wat bekendere schrijver. Bint sprak me voornamelijk aan omdat het over een school ging en verhalen die zich op school afspelen zijn meestal aangenaam om te lezen. De gedichten heb gekozen aan de hand van het boek. De plaats die in het boek voornamelijk voorkomt is de school. Over de school heb ik dan ook drie gedichten uitgezocht. Als was dit geen gemakkelijke opgave. Hoofdstuk 3
Thema
Het hoofdthema uit het boek was volgens mij Bint's onderwijssysteem: stalen tucht en een ijzeren hand. Makkelijker gezegd is het thema dictatuur en tucht. Dictatuur- omdat er op deze school een systeem van stalen tucht is ingebracht door Bint en deze vindt dat de leerlingen moeten gehoorzamen en naar de leraren moeten luisteren. Leraren zijn de baas en leerlingen hebben totaal geen inbreng. Tucht- door middel hiervan probeert en wil Bint echte mannen van de leerlingen maken, ook al is dit niet altijd de manier. “Toe maar (blz. 151)”zei de Bree dreigend, en grijnsde met een macht van dreiging. “ik eis een stalen tucht” (Blz.78) Het verband tussen de titel en het boek is dat de Bint de naam is van de schooldirecteur. Hij heeft een onderwijssysteem van stalen tucht ingevoerd op zijn school. Plaats en ruimte
Het verhaal draait om een school waar leerlingen door een streng systeem dingen wordt geleerd. Het grootste gedeelte van het verhaal speelt zich daarom ook af op school. De school wordt door van Bree beschreven als een oud schoolgebouw. Dit omdat het schoolplein een daktoren heeft met een groot uurwerk en hoge ramen in de klaslokalen. Dit komt op nieuwere scholen rond die tijd niet meer voor. De stad waarin de school staat wordt niet precies vermeld, maar het wordt wel beschreven als “De werkstad” en de “stad van werkelijkheid”. Ook speelt het verhaal zich af op een schoolreisje via Zeeuws-Vlaanderen en België naar Frankrijk. Een aantal plaatsen waar zij tijdens de reis langskomen zijn Bergen op Zoom, Aardenburg, Brugge, Kortrijk, Ronsse, Roubaix, Kemmelberg, Veurne, Gent en Brussel. De functie die de plaats en de school aangeven dan zie je dat er sprake is van symbolische ruimte; als je kijkt naar de school. Het uiterlijk van de school representeert de tucht van Bint. De school ziet er erg oud en vuil uit en heel somber en dat is de tucht ook: er heerst strikte discipline en de tucht zelf is een oude wijze om te onderwijzen, hoewel er door Bint wordt gezegd dat het uiterst modern is. Het lokaal waar De Hel in zit, is gelegen in het souterrain, dat ook al somber wordt beschreven en er wordt gezegd dat er haast geen licht doordringt. Al deze symbolische beschrijvingen wijzen erop dat het klaslokaal zelf zich ook al als een hel representeert. Het ligt onder de grond, er dringt geen licht door en er zitten allerlei uiterst vervelende figuren. Tijd
Het boek is geschreven in 1934. Het verhaalde speelde zich waarschijnlijk niet af in die tijd maar heeft wel een verband met dit jaartal. In 1934 was namelijk de tijd dat Hitler op komst was. Hij hanteerde het fascisme. Hier kun je al het eerste verband vinden. Bint hanteerde stalen tucht wat het fascisme in zekere zin ook is. Als je goed kijkt zie je meerdere vergelijkenissen tussen wat Hitler deed en wat Bint deed. Zo was Hitler leider, net zo als Bint. Hitler hield het volk onder de duim, net zoals Bint bij zijn leerlingen. In het boek zijn een aantal flashbacks te vinden. Belangrijke flashbacks zijn als verschillende leraren terugkijken op de dood van Van Beek: „Het is om Van Beek”. (blz. 148) En er wordt teruggekeken naar De Bree’s voorganger: „Die klas heeft je voorgang weggetreiterd”(blz.78). De functie hiervan is dat je extra informatie krijgt. Alles gebeurt in chronologische volgorde. Het verhaal wordt niet continu verteld, er is sprake van tijdsverdichting. Voorbeelden hiervan zijn: „Na een week van aanpassen gaf hij volgas.“ en „Iedere vierentwintig uur bracht hem dichter bij september.“ Hoofdstuk 2
Informatie over de schrijver
Ferdinand Bordewijk werd geboren op 10 oktober 1884 in Amsterdam. In 1894 verhuisde het gezin naar Den Haag. Hierna volgden nog vele andere verhuizingen. Bordewijk deed gymnasium. Na het gymnasium ging hij rechten studeren in Leiden. Hij verloofde zich in 1911 met componiste Johanna Roepman. Dat jaar kreeg hij ook promotie tot doctor in rechtswetenschappen.
Dat jaar erna werd hij advocaat bij een advocatenkantoor. Van 1918- 1920 was hij leraar handelsrecht aan de Handelsschool in Rotterdam. Hij eindigde als zelfstandig advocaat.
Bordewijk begon met schrijven in 1919. Hij was nog gewoon zelfstandig advocaat maar deed het schrijven erbij.
Zijn eerste boeken waren Fantastische vertellingen. Die bleven vrijwel onopgemerkt. Daarna volgenden de boeken Blokken(1931), Knorrende beesten (1933), en Bint(1934). Deze drie boeken werden onderworpen aan kritiek. In 1938 werd Karakter gepubliceerd. Het boek viel goed bij zowel de recenten als het publiek.
Vanaf toen was Bordewijk een van de belangrijkste prozisten van de eigentijdse Nederlandse literatuur.
In de tweede wereldoorlog werd er druk op hem gelegd om lid te worden van de Cultuurkamer. Dit deed hij niet. Wel verscheen in 1941 zijn boek Apollyon. Daarna verschenen er nog verschillende boeken van hem.
Ferdinand Bordewijk overleed op 25 april 1965.
Bibliografie van Ferdinand Bordewijk:
1919-1924 Fantastische vertellingen, drie verhalenbundels
1931 Blokken
1933 Knorrende beesten
1934 Bint
1936 Rood paleis
1938 Karakter
1941 Apollyon
1946 Eiken van Dodona
1948 Noorderlicht
1952 De doopvont
1955 Bloesemtak
1961 Tijd van ver
1982 Zeven fantastische vertellingen: nagelaten feuilletons
Eigen recensie
In de informatie die ik heb kunnen vinden kom ik erachter dat de critici vonden zij het werk van Bordewijk verwarrend. Hoe moesten zij zijn werk karakteriseren? De een ziet hem als een vertegenwoordiger van de nieuwe zakelijkheid en de ander ziet hem als een expressionistisch schrijver. Dit omdat hij met scherpe contrasten werkt. Ook heb ik nog een recensie gevonden van latere tijd. Hierin wordt duidelijk wat Bordewijk nou eigenlijk voor schrijver was. Waar hij op gericht was. Dat was dan toch de nieuwe zakelijkheid. Hierin wordt het boek wat meer positief bestempeld, omdat het veel gelezen wordt en dus niet mag ontbreken in een bibliotheek. Zelf vind ik het boek wel mooi en ik vind het ook niet nodig dat de schrijver speciaal ergens op gericht moet wezen. Wel wordt gezegd dat het boek Bint wat beter is dan de boeken Knorrende Beesten en Blokken. Hiermee ben ik het zelf ook wel eens, want van knorrende beesten begreep ik niet veel. Dit kwam omdat het verhaal totaal niet met elkaar samenhangt. Blokken was wel beter, maar vond ik minder leuk om te lezen dan Bint.
Uitwerking gemaakt van: Bint: roman van een zender
Auteur: Ferdinand Bordewijk
Jaar van uitgave: 1992, 27e druk
Korte samenvatting van de inhoud: De Bree wordt aangenomen op een middelbare school. Bint is de directeur. Volgens Bint is het huidige onderwijssysteem niet juist. Het sluit volgens hem slecht aan op de eisen van de maatschappij. Daarom verandert hij het onderwijssysteem op zijn school. Er heerst op de school dan ook een stalen tucht, die vijf jaar voordat de Bree er kwam was ingevoerd. De Bree komt in klas 4D ('de hel') terecht. Zijn voorganger was door de klas weggepest en de Bree verklaart dan ook de oorlog tussen hem en de leerlingen van 4D. Ook heeft de Bree nog drie andere klassen. De ‘bruine’ klas, de ‘bloemenklas’ en de 'grauwe' klas. De Bree past zich snel aan het onderwijssysteem Van Bint aan. Hij helpt mee aan de stalen tucht van schooldirecteur Bint. Na bekendmaking van de kerstrapporten pleegt een van de leerlingen (Van Beek) zelfmoord. Bint wist van tevoren dat, dat zou gaan gebeuren maar hij had geen maatregelen getroffen. Dan hebben ze een excursie naar Frankrijk. Op excursie worden twee leerlingen afgestraft omdat ze toch, tegen de regels in, hun eigen gang waren gegaan. En dat kon niet met het ‘stalen tucht’ onderwijssysteem van Bint. Kinderen behoren naar de leraren te luisteren! Aan het einde van het jaar besluit de Bree toch les te blijven geven, terwijl hij eigenlijk van plan was maar een jaar te blijven. Bint heft ontslag genomen vanwege de kwestie met leerling Van Beek. Hij had zich dit toch erg aangetrokken. Donkers neemt het van Bint over. Klas 4D gaat naar de examenklas en daar willen ze vrede sluiten met Van Bree, maar het is en blijft oorlog tussen De Bree en hen. Gedichten
Melancholieke scholier, Gerard Reve, 1940
Middelbare school, Nico Scheepmaker, 1987
Motivering
Ik heb het boek gekozen omdat ik graag boeken lees van wat bekendere schrijvers en Bordewijk is een wat bekendere schrijver. Bint sprak me voornamelijk aan omdat het over een school ging en verhalen die zich op school afspelen zijn meestal aangenaam om te lezen. De gedichten heb gekozen aan de hand van het boek. De plaats die in het boek voornamelijk voorkomt is de school. Over de school heb ik dan ook drie gedichten uitgezocht. Als was dit geen gemakkelijke opgave. Hoofdstuk 3
Thema
Het hoofdthema uit het boek was volgens mij Bint's onderwijssysteem: stalen tucht en een ijzeren hand. Makkelijker gezegd is het thema dictatuur en tucht. Dictatuur- omdat er op deze school een systeem van stalen tucht is ingebracht door Bint en deze vindt dat de leerlingen moeten gehoorzamen en naar de leraren moeten luisteren. Leraren zijn de baas en leerlingen hebben totaal geen inbreng. Tucht- door middel hiervan probeert en wil Bint echte mannen van de leerlingen maken, ook al is dit niet altijd de manier. “Toe maar (blz. 151)”zei de Bree dreigend, en grijnsde met een macht van dreiging. “ik eis een stalen tucht” (Blz.78) Het verband tussen de titel en het boek is dat de Bint de naam is van de schooldirecteur. Hij heeft een onderwijssysteem van stalen tucht ingevoerd op zijn school. Plaats en ruimte
Het verhaal draait om een school waar leerlingen door een streng systeem dingen wordt geleerd. Het grootste gedeelte van het verhaal speelt zich daarom ook af op school. De school wordt door van Bree beschreven als een oud schoolgebouw. Dit omdat het schoolplein een daktoren heeft met een groot uurwerk en hoge ramen in de klaslokalen. Dit komt op nieuwere scholen rond die tijd niet meer voor. De stad waarin de school staat wordt niet precies vermeld, maar het wordt wel beschreven als “De werkstad” en de “stad van werkelijkheid”. Ook speelt het verhaal zich af op een schoolreisje via Zeeuws-Vlaanderen en België naar Frankrijk. Een aantal plaatsen waar zij tijdens de reis langskomen zijn Bergen op Zoom, Aardenburg, Brugge, Kortrijk, Ronsse, Roubaix, Kemmelberg, Veurne, Gent en Brussel. De functie die de plaats en de school aangeven dan zie je dat er sprake is van symbolische ruimte; als je kijkt naar de school. Het uiterlijk van de school representeert de tucht van Bint. De school ziet er erg oud en vuil uit en heel somber en dat is de tucht ook: er heerst strikte discipline en de tucht zelf is een oude wijze om te onderwijzen, hoewel er door Bint wordt gezegd dat het uiterst modern is. Het lokaal waar De Hel in zit, is gelegen in het souterrain, dat ook al somber wordt beschreven en er wordt gezegd dat er haast geen licht doordringt. Al deze symbolische beschrijvingen wijzen erop dat het klaslokaal zelf zich ook al als een hel representeert. Het ligt onder de grond, er dringt geen licht door en er zitten allerlei uiterst vervelende figuren. Tijd
Het boek is geschreven in 1934. Het verhaalde speelde zich waarschijnlijk niet af in die tijd maar heeft wel een verband met dit jaartal. In 1934 was namelijk de tijd dat Hitler op komst was. Hij hanteerde het fascisme. Hier kun je al het eerste verband vinden. Bint hanteerde stalen tucht wat het fascisme in zekere zin ook is. Als je goed kijkt zie je meerdere vergelijkenissen tussen wat Hitler deed en wat Bint deed. Zo was Hitler leider, net zo als Bint. Hitler hield het volk onder de duim, net zoals Bint bij zijn leerlingen. In het boek zijn een aantal flashbacks te vinden. Belangrijke flashbacks zijn als verschillende leraren terugkijken op de dood van Van Beek: „Het is om Van Beek”. (blz. 148) En er wordt teruggekeken naar De Bree’s voorganger: „Die klas heeft je voorgang weggetreiterd”(blz.78). De functie hiervan is dat je extra informatie krijgt. Alles gebeurt in chronologische volgorde. Het verhaal wordt niet continu verteld, er is sprake van tijdsverdichting. Voorbeelden hiervan zijn: „Na een week van aanpassen gaf hij volgas.“ en „Iedere vierentwintig uur bracht hem dichter bij september.“ Hoofdstuk 2
Informatie over de schrijver
1931 Blokken
1933 Knorrende beesten
1934 Bint
1936 Rood paleis
1938 Karakter
1941 Apollyon
1946 Eiken van Dodona
1948 Noorderlicht
1952 De doopvont
1955 Bloesemtak
1961 Tijd van ver
1982 Zeven fantastische vertellingen: nagelaten feuilletons
Eigen recensie
In de informatie die ik heb kunnen vinden kom ik erachter dat de critici vonden zij het werk van Bordewijk verwarrend. Hoe moesten zij zijn werk karakteriseren? De een ziet hem als een vertegenwoordiger van de nieuwe zakelijkheid en de ander ziet hem als een expressionistisch schrijver. Dit omdat hij met scherpe contrasten werkt. Ook heb ik nog een recensie gevonden van latere tijd. Hierin wordt duidelijk wat Bordewijk nou eigenlijk voor schrijver was. Waar hij op gericht was. Dat was dan toch de nieuwe zakelijkheid. Hierin wordt het boek wat meer positief bestempeld, omdat het veel gelezen wordt en dus niet mag ontbreken in een bibliotheek. Zelf vind ik het boek wel mooi en ik vind het ook niet nodig dat de schrijver speciaal ergens op gericht moet wezen. Wel wordt gezegd dat het boek Bint wat beter is dan de boeken Knorrende Beesten en Blokken. Hiermee ben ik het zelf ook wel eens, want van knorrende beesten begreep ik niet veel. Dit kwam omdat het verhaal totaal niet met elkaar samenhangt. Blokken was wel beter, maar vond ik minder leuk om te lezen dan Bint.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden