Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De val door Marga Minco

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
Boekcover De val
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 2778 woorden
  • 20 maart 2001
  • 165 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
165 keer beoordeeld

Boekcover De val
Shadow
Frieda Borgstein woont in een bejaardentehuis. Ze is 84 jaar oud. De gebeurtenis die haar leven heeft beheerst is het wegvoeren van haar man en kinderen tijdens de oorlog. Zelf was zij juist boven in huis toen de Duitsers kwamen. Waarom werd het huis niet verder doorzocht en waarom hebben ze haar niet meegenomen?
Frieda Borgstein woont in een bejaardentehuis. Ze is 84 jaar oud. De gebeurtenis die haar leven heeft beheerst is het wegvoeren van haar man en kinderen tijdens de oorlog. Zelf was…
Frieda Borgstein woont in een bejaardentehuis. Ze is 84 jaar oud. De gebeurtenis die haar leven heeft beheerst is het wegvoeren van haar man en kinderen tijdens de oorlog. Zelf was zij juist boven in huis toen de Duitsers kwamen. Waarom werd het huis niet verder doorzocht en waarom hebben ze haar niet meegenomen?
De val door Marga Minco
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
ZAKELIJKE GEGEVENS
Titel
De val, Bert Bakker, Amsterdam, 1983-4, 93 blz. (eerste druk 1983) Genre
Novelle
EERSTE REACTIE
Keuze
Ik hoorde van iemand die dit boek ook gelezen heeft, dat het een bijzonder boek is. Ik was benieuwd waar het over zou gaan door de wat vage kaft en titel. Ik wist hele-maal niet wat ik me bij dit boek voor moest stellen. Dat het boek van Marga Minco is, speelde ook mee bij mijn keuze. Ik heb al eerder boeken van Marga Minco gelezen en ik vond ze allemaal goed geschreven. En het boek is lekker dun, wat makkelijk leest. Inhoud
Eerst vond ik het verhaal erg rommelig en onoverzichtelijk. Ik snapte het verband niet helemaal. Later bleek dat er twee verhalen door elkaar heen liepen, die samen ko-men. Toen werd het allemaal veel logischer. Dat was ook het geval toen het over de hoofdpersoon ging. Eerst had ik niet door dat zij aan vroeger terugdacht, waardoor het verhaal heel vaag werd. Nadat het wel duidelijk is, is het heel bijzonder om op deze manier haar verleden te weten te komen. Het verhaal was heel erg voorspelbaar. Vaak wist ik al wat er ging gebeuren. Maar toch bleef de spanning omdat nog steeds de vraag van de hoofdpersoon niet beant-woord was: ‘Waarom ben ik niet meegenomen?’ Die vraag wordt pas aan het eind van het boek beantwoord. Hoewel het af en toe een beetje te toevallig is, vind ik het verhaal toch knap geschre-ven. Alles zit heel goed in elkaar. Je ontdekt steeds weer andere dingen, die beteke-nis hebben. VERDIEPING

Samenvatting
Frieda Borgstein woont in een bejaardentehuis. Haar man Jacob en kinderen Leo en Olga heeft ze in de Tweede Wereldoorlog verloren: Het gezin Borgstein zou op 21 april 1942 opgehaald worden door Hein Kessels, een kennis. Hij zou hen helpen om onder te duiken in Zwitserland. Toen ze in de gang op Kessels stonden te wachten, ging Frieda boven nog even een vestje voor Olga halen. Plotseling hoorde ze lawaai in de gang. Ze rende naar beneden, viel van de trap en zag nog net een auto wegrij-den. Haar gezin heeft ze nooit meer terug gezien. Na de oorlog heeft ze een boek-houdcursus gedaan en een baan aangenomen op een groot handelskantoor. Vanaf die tijd is ze helemaal gek van cijfers en werkt daar vaak mee. Aan haar man en kin- deren denkt ze nog veel. Ze gaat er van uit dat Kessels hen heeft verraden en nog steeds snapt ze niet waarom zíj niet meegenomen is. Dat is de grote vraag in haar leven. Bij bijna alles wat ze doet, denkt ze terug aan een gebeurtenis van vroeger. Frieda is deze dag, donderdag, al vroeg voorbereidingen aan het treffen voor haar 85e verjaardag die zij de volgende dag wil vieren. Omdat ze al 40 jaar niets aan haar verjaardag heeft gedaan, wil ze er een groot feest van maken. Baltus en Verstrijen, twee gemeentewerkers, waren ook al vroeg onderweg. Ze moe-ten in de Uiterwaardenstraat, tegenover het bejaardentehuis waar Frieda Borgstein woont, drie putten met kokend grondwater leegpompen. Baltus en Verstrijen hebben niet veel zin in het werk. Frieda wil boodschappen gaan doen voor haar verjaardag. Iedereen raadt haar aan niet te gaan vanwege het slechte weer. Maar ze wil persé. Voor de koffie praat ze nog met Ben Abels. Hij is de klusjesman van het tehuis en werkte vroeger bij Jacob. Ze kunnen goed met elkaar overweg. Na de koffie vertrekt ze. Buiten wordt ze gelijk overvallen door de harde wind. Baltus en Verstrijen hebben inmiddels met veel tegenzin twee putten leeggepompt. Terwijl Baltus ergens naar de wc gaat, loopt Verstrijen te mopperen dat hij niet op-schiet en hij er alleen voor moet opdraaien. Opeens hoort hij een kreet en ziet dat een oude vrouw in de put valt. In de haast had Baltus er geen hekken om gezet. Frieda dacht dat ze makkelijk langs de put kon, maar door een rukwind viel ze erin. Verstrijen probeert haar nog uit het hete water te halen, maar het lukt niet. In het bejaardentehuis waren ze intussen bezig met alles klaar te maken voor het bezoek dat die morgen moest komen. Vlonder, twee Zweden en een man van de provinciale bejaardenzorg komen kijken in het tehuis. Er was gebeld dat ze eerder zouden komen, dus moest er gehaast worden. Daardoor duurde het even voordat ze wisten wat er met Frieda was gebeurd. Tijdens Frieda’s begrafenis denkt Ben Abels terug aan het gesprek dat hij de vorige dag had met Hein Kessels. Kessels was één van de bezoekers van het tehuis op de dag van Frieda’s val. Hij had Abels verteld dat hij het gezin Borgstein niet had verra-den, maar dat de SD hem waarschijnlijk had gevolgd. Kessels had Frieda nooit op durven zoeken. Nu was het dus eindelijk duidelijk waarom Frieda niet meegenomen was. Vermoede-lijk wist de SD helemaal niet van haar bestaan af. De verhaaltechniek
Schrijfstijl: Het verhaal is heel zakelijk geschreven, zoals alle boeken van Marga Min-co. Emoties en gevoelens worden eigenlijk niet beschreven, maar die zijn als het wa-re verborgen in de zakelijke zinnen. Het is een bijzondere manier van schrijven. Het boek leest verder best makkelijk omdat het niet zo dik is. Door het aandachtig te le-zen, ontdek je er veel meer in dan er in lijkt te staan. Er worden geen moeilijke woor-den gebruikt. Ruimte: Het verhaal speelt zich voornamelijk in en rondom het bejaardentehuis af. Het bejaardentehuis staat in de Uiterwaardenstraat. De plaats is niet duidelijk, maar in ieder geval is het een stad in Nederland, in de buurt van een rivier. Er is ook spra-ke van een belangenruimte: het is heel slecht weer als Frieda in de put valt. Dit vind ik trouwens heel opvallend. Hoe verder je leest, hoe slechter het weer wordt. Het gaat steeds harder waaien en de lucht wordt steeds dreigender. Op het hoogtepunt van het slechte weer valt Frieda in de put. Dit is heel knap gedaan door de schrijfster. Het gebeurt ongeveer in 1982. Frieda had sinds haar gezin in 1942 is meegenomen haar verjaardag niet meer gevierd. En dat was 40 jaar geleden. Het verhaal begint met een opening-in-de-handeling. In het begin snap je even niet waar het over gaat, omdat je midden in het verhaal valt. Het boek heeft een gesloten einde: Aan het einde van het boek is de grote vraag van Frieda beantwoord. Het verhaal is niet-chronologisch. Er komen heel veel flash-backs in voor. In een heel groot gedeelte van het verhaal kijkt Frieda terug naar het verleden. Het verhaal speelt zich ongeveer in 4 dagen tijd af. Eerst de dag van Frieda’s val en daarna de dag van de begrafenis. Er is dus een versnelling van zo’n 3 dagen. Verhaalfiguren: Omdat het boek dun is, komen er niet veel verhaalfiguren in voor. Frieda Borgstein: Zij is de hoofdpersoon. Ze is weduwe en woont in een bejaarden-tehuis. De volgende dag zou ze 85 jaar worden. Ze is behoorlijk koppig en eigenwijs, want ze luistert niet naar de raad van anderen, maar zet haar zin door. De enige persoon waar ze echt contact mee heeft, is Ben Abels. Hij noemt haar eigengereid, soms wat autoritair, maar ook hartelijk, attent en bereid hem te helpen. In de oorlog heeft ze haar man Jacob en kinderen Leo en Olga verloren. Haar hele leven wordt beheerst door het denken aan hen. In alle kleine gebeurtenissen vindt ze iets terug van vroeger. Overal zoekt ze verklaringen voor. Ze doet dit ook m.b.v. cijfers. Dat komt, omdat ze na de oorlog een boekhoudcursus heeft gedaan (round character). De rest van de verhaalfiguren zijn bijfiguren (flat characters). Baltus: Hij is een gemeentewerker. Zijn werk doet hij erg onverschillig. Verstrijen: Hij is ook een gemeentewerker en werkt samen met Baltus. Hij doet zijn werk minder onverschillig. Hij heeft huwelijksproblemen. Ben Abels: Vroeger werkte hij op kantoor bij Jacob Borgstein. Nu is hij de klusjesman in het tehuis. Hij is eenvoudig en hartelijk en begrijpt Frieda goed. In de oorlog heeft hij ook zijn familie verloren. Rena van Straten: Zij is de directrice van het bejaardentehuis. Ze houdt van haar bewoners. Ze is een beetje ijdel. Bien Hijmans: Zij is het hoofd van de huishouding in het bejaardentehuis. Ze is erg emotioneel. Hein Kessels: Hij zou het gezin Borgstein helpen om naar Zwitserland te komen. Hij was toen nog onervaren. Frieda heeft hem altijd als verrader gezien. Dit was hij niet. Situaties: In het boek gaat het eigenlijk om 2 situaties, 2 gebeurtenissen die het verhaal bepalen. De eerste situatie is de val waarin het gezin Borgstein (behalve Frieda) liep, toen ze opgehaald werden door de SD. Daar denkt Frieda heel de tijd aan terug. En de tweede situatie is de val waar Frieda inliep en die haar dood als gevolg had. Vertelwijze: Het is grotendeels een auctoriaal verhaal. De schrijfster overziet alle gebeurtenissen en kent de gedachten en gevoelens van alle verhaalfiguren. Het verhaal wordt afgewisseld door een personaal verhaal, als Frieda’s gedachten beschreven worden. De thematiek
Het thema is de toeval, die een grote rol speelt in het leven van Frieda. De motieven hiervoor zijn alle toevallige gebeurtenissen: Dat Frieda een vestje voor Olga moest halen en struikelde op de trap waardoor zij niet in de val van de SD viel, dat Frieda voor het eerst na 40 jaar haar verjaardag wil vieren, dat Baltus geen hekje om de put zette zodat Frieda er in viel, dat Hein Kessels bij de bezoekers hoorde, enz. Zo zijn er nog veel meer, ook heel onopvallende, toevalligheden in het boek te vinden. Ook een motief is het vele denken van Frieda aan de val van haar gezin. Zo merk je dat die gebeurtenis een grote rol in haar leven speelt. Het verhaal staat vol met flashbacks over de tijd dat Frieda nog bij haar gezin was. De titel is heel toepasselijk. In het boek is er drie keer sprake van een val: De val waar het gezin Borgstein in liep, toen ze door de SD opgepakt werden, de val die Frieda maakte op de trap, toen ze een vestje voor Olga had gehaald en de val in de put, die een eind aan haar leven maakte. Opvallend is dat door de tweede val Frieda de eerste val bespaard blijft. Maar dat de derde val haar leven kost. Uiteindelijk komt ze dan toch in een val. Als je naar het thema en de motieven kijkt, zou je het boek ook ‘De toeval’ kunnen noemen. Plaats in literatuurgeschiedenis
De schrijfster is op 31 maart 1920 in Ginniken geboren in een joods gezin. Marga is haar pseudoniem, ze heet eigenlijk Sara. Ze is van orthodox-joodse afkomst. Als ze 5 jaar is, verhuist het gezin naar Breda. Na de lagere school gaat Marga naar de Nutsschool voor meisjes. Als ze later bij de Bredasche Courant werkt, leert ze de schrijver en dichter Bert Voeten kennen. Haar ouders willen dat zij hem vergeet en sturen haar, nadat ze na de capitulatie is ontslagen, naar familie in Assen. Haar zus Bettie en haar zwager Hans worden bij een razzia opgepakt. In september 1942 gaat ze met haar ouders in een ghetto in Amsterdam wonen. Als ze in april opgepakt worden, ontsnapt Marga. Ze gaat samenwonen met Bert Voeten en krijgt in 1944 haar eerste
dochtertje: Bettie. In 1945 trouwt ze. Haar ouders, broer Dave en schoonzus Lotte, zus Bettie en zwager Hans zijn in de oorlog omgekomen. In 1956 wordt haar tweede dochtertje geboren: Jessica. Na de oorlog is ze begonnen met schrijven van romans, verhalen met humor, losse verhalen, jeugdboeken en tv-spelen. Haar eerste boek is ‘Het bittere kruid’, uitgegeven in 1957. Bijna al haar werk gaat over oorlogservaringen. Marga Minco schreef in 1983 ‘De val’ n.a.v. het vallen van de oude schoonmoeder van Lotte in een stadsverwarmingsput in Arnhem wat de dood tot gevolg had. Tot een paar jaar geleden was Marga Minco nog steeds actief op het gebied van schrijven en af en toe zelfs van dichten. Het boek is in 1983 voor het eerst gepubliceerd. De literatuur van de jaren ’80 en ’90 kan niet in één bepaalde stroming worden onderverdeeld. Want de literatuur uit deze periode kent veel verschillende genres. Daarom wordt de literatuur vanaf de jaren ’60 ingedeeld bij de Moderne Nederlandse literatuur. Dit werk is typerend voor de schrijfster. Bijna al haar boeken gaan over de oorlog. Daarin spelen de schuldvraag, eenzaamheid en isolement een rol. Ook in dit boek komt dat duidelijk naar voren. Een verschil met de meeste boeken van Minco is, dat dit boek vermoedelijk niet autobiografisch is. De oude vrouw is gebaseerd op de schoonmoeder van Lotte, en niet op Marga zelf. Een overeenkomst met bijvoorbeeld ‘Een leeg huis’ en ‘De glazen brug’ is de thematiek van het vraagstuk van het overleven en het daarmee verbonden schuldgevoel. In romans uit de Moderne Nederlandse literatuur wordt geëxperimenteerd met de kenmerken van een ‘gewone’ roman. Een paar kenmerken van de Experimentele Roman zijn: door elkaar lopende handelingen, collages van verschillende soorten teksten, onduidelijke personages, ontbreken van herkenbare tijd/ruimte/tijdsduur/ chronologische volgorde en het gebruik van afwisselende perspectieven. De door elkaar lopende handelingen, ontbreken van chronologische volgorde en een afwisselend perspectief vind je ook in ‘De val’ terug. Het werk is dus typerend voor de tijd waarin het ontstaan is. BEOORDELING
De gedeelten van het verhaal waarin Frieda terugkijkt naar de tijd waarin het gezin nog samen was, vond ik aangrijpend. Hoewel het heel zakelijk wordt beschreven, voel je het verdriet van Frieda heel goed. Het gedeelte waar Frieda de SD-auto weg ziet rijden, vond ik ook aangrijpend. Dat moet een hele grote schok voor Frieda geweest zijn. Het moment dat ze bijna in de put valt, vind ik best spannend. Ik had gelijk in de gaten toen Baltus geen hekjes neerzette, dat ze in de put zou vallen. Maar ik had geen idee hoe het zou gebeuren en wat de reacties zouden zijn. Wat mij geboeid hield, was de vraag van Frieda ‘Waarom ben ik toen niet meegenomen?’ Dit vroeg ik me ook af en ik wist dat er een antwoord zou komen, dus las ik het hele boek geboeid door. De passage van de verklaring van Hein Kessels spreekt mij het meest aan. Frieda was heel haar leven bezig met de vraag en toen ze heel dicht bij het antwoord was, overleed ze. Ze was heel dicht bij de dood geweest in de oorlog, had de oorlog overleefd, wordt bijna 85 jaar en overlijdt dan als ze boodschappen gaat doen. Als ze even later was geweest, had ze Kessels ontmoet en alles geweten. Hoewel het verhaal heel goed in elkaar zit, vind ik sommige dingen wat té toevallig. Bijvoorbeeld de krantenkop die Frieda leest waarin staat: ‘In de bouw wordt met mensen gesold’. Ze rekende uit dat het 7 woorden en 28 letters zijn. Toen ze die van elkaar aftrok, kwam er 21 uit. Ze dacht er op dat moment gelijk weer aan, dat haar gezin op de 21e opgepakt was. Ik vind de woordspeling ‘In de bouw wordt met mensen gesold’ wel goed gevonden van de schrijfster, maar het getal 21 is wat te vergezocht. Ik weet geen boek of film die ik met dit boek kan vergelijken. Wel heeft Marga Minco zelf een schilderij gemaakt, dat met het boek te maken heeft. Op het schilderij zie je een oude vrouw en een beeld binnen een beeld. Daarop zie je een gelukkig jong gezin aan een tafel zitten. Boven de tafel hangt een schilderij met een vrouw erop. Marga Minco heeft hier zelf bij uitgelegd dat dit de herinneringen van de oude vrouw zijn. Dus net als in ‘De val’ denkt deze oude vrouw ook terug aan vroeger, Eigenlijk ben ik het niet met het thema eens. Ik heb het nu wel steeds over toeval, maar toeval bestaat helemaal niet. Alle dingen geschieden bij geval (HC, Zondag 10). Ik zeg zelf ook wel eens ‘Wat toevallig!’ Dit is natuurlijk onjuist. Maar daarover in de verdiepingsopdracht meer. Het taalgebruik is niet moeilijk. Het is ook niet heel makkelijk, want soms moet je iets twee keer lezen voordat je het begrijpt. Er worden goed bedachte woordspelingen gebruikt. Mijn eindoordeel is positief. Ik vond het een heel bijzonder boek om te lezen. De schrijfster gebruikt een hele aparte manier van schrijven, die me boeit. Het verhaal zat, ondanks alle toeval, erg goed in elkaar. En al is het zakelijk geschreven, het is toch aangrijpend. Ik zou anderen ook aanraden om het boek te lezen om dezelfde argumenten als bij mijn eindoordeel. En nog om een heel praktisch argument: Het boek is dun, leest gemakkelijk en is toch 3 punten waard! BRONVERMELDING
Johan P. Snapper, ‘De wegen van Marga Minco’, Bert Bakker, Amsterdam, 1999-1, 349 blz. (eerste druk 1999, Verenigde Staten) Piet Calis, ‘Onze literatuur vanaf 1916’, Meulenhoff Educatief, Amsterdam, 1988-2, 108 blz. (eerste druk 1984)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De val door Marga Minco"