Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De kleine Johannes door Frederik van Eeden

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
Boekcover De kleine Johannes
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 1947 woorden
  • 14 maart 2001
  • 80 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
80 keer beoordeeld

Boekcover De kleine Johannes
Shadow

Ik zal je iets van de kleine Johannes vertellen. Het heeft veel van een sprookje, mijn verhaal, maar het is toch allemaal echt gebeurd. De kleine Johannes is een uniek hoogtepunt in de Nederlandse literatuur. Vertaald in tientallen talen, onderwerp van talloze studies en boekverslagen van scholieren heeft het zichzelf bewezen als een klassiek werk dat met het verstrij…

Ik zal je iets van de kleine Johannes vertellen. Het heeft veel van een sprookje, mijn verhaal, maar het is toch allemaal echt gebeurd. De kleine Johannes is een uniek hoogtepunt i…

Ik zal je iets van de kleine Johannes vertellen. Het heeft veel van een sprookje, mijn verhaal, maar het is toch allemaal echt gebeurd. De kleine Johannes is een uniek hoogtepunt in de Nederlandse literatuur. Vertaald in tientallen talen, onderwerp van talloze studies en boekverslagen van scholieren heeft het zichzelf bewezen als een klassiek werk dat met het verstrijken van de tijd zijn glans heeft behouden. Deze hertaling heeft de hindernissen die opgeworpen werden door het negentiende-eeuwse taalgebruik opgeheven. In sprankelende taal worden de ontwikkelingsfasen van de kleine Johannes verbeeld door personages die de natuur, de liefde, het geluk, de kennis, het spirituele en de vluchtigheid van het leven vertegenwoordigen. De herkenbaarheid en de diepte van dit klank- en kleurrijke sprookje is in al haar eenvoud zo schitterend dat het blijft fascineren.

De kleine Johannes door Frederik van Eeden
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Analyse
Titelbeschrijving
Frederik van Eeden, De kleine Johannes. Manteau, Brussel- Den Haag 1973 (eerste heruitgave als deel twee in de Marnixreeks). Het boek bevat geen motto. Titelverklaring
De titel heeft betrekking op de hoofdpersoon van het boek, Johannes. Hoofdstukken
Het boek bevat veertien hoofdstukken die zijn aangegeven met Romeinse cijfers. Personages
Johannes is de hoofdpersoon. Hij is een karakter. Hij is een kleine jongen van een jaar of twaalf met een grote fantasie en een grote liefde voor planten en dieren. Hij begint nu te leren hoe het er in de grotemensenwereld aan toe gaat, door de realiteit te combineren met een fantasie wereld waarin elfjes en andere sprookjesfiguren in voorkomen. Hij ervaart sommige gebeurtenissen als heel echt, terwijl het toch geen realiteit is. Dit blijkt bijvoorbeeld uit: “En langzamerhand zag hij uit die nevel twee donkere ogen schitteren, en een lichte ranke gestalte, in een tederblauw kleedje, zat op de plaats van de libel. In het blonde haar was een krans van witte winden en aan de schouders gazen haftvleugels, die als een zeepbel in duizend kleuren schitterden. Een huivering van geluk doortintelde Johannes. Dat was een wonder! ‘Wilt ge mijn vriend zijn?’, fluisterde hij.” De rest van de personages zijn types die allemaal een tijdelijke of blijvende invloed op hem uitoefenen: Windekind is een elf en de zoon van de zon en de maan. Hij leert Johannes de wereld van de natuur, dieren en elfen kennen. Hij vervreemdt Johannes van de mensen, omdat hij hen haat (behalve Johannes, want dat is zijn vriend). Wistik is de meest wijze van de kabouters, maar hij praat te veel. Wistik spoort Johannes aan om het ‘ware boekje’ te gaan zoeken, wat gedoemd is te mislukken. Wistik symboliseert de kinderlijke weetgierigheid. Pluizer symboliseert samen met dokter Cijfer de materialistische wetenschap. Ze ontkennen het bestaan van alles wat bovenmenselijk is, hebben minachting voor gevoelens en Pluizer vooral vindt het leven zinloos. Pluizer leert Johannes alles van de betekenis van leven en dood. Hein de Dood symboliseert de angst voor, en tegelijkertijd ook een verlangen naar de dood. Robinetta is een meisje dat Johannes in contact brengt met de kinderlijke liefde. Zij symboliseert de beginnende seksualiteit. Tijd
Het verhaal is chronologisch verteld. Soms zijn er flashbacks en er zijn enkele retroversies. De vertelde tijd is twee jaar, met sprongen in de tijd en tijdsverdichting. De verteller vertelt het verhaal achteraf, het is in de verleden tijd geschreven. Het verhaal speelt zich af in de negentiende eeuw, want er wordt over industrialisatie gesproken, maar er wordt nergens een duidelijke tijdsaanduiding gegeven. Structuur

Het verhaal begint ab ovo. Het verhaal bevat één verhaallijn. Ruimte
Het verhaal speelt zich af op twee plekken: in de duinen, zee, bos en in de stad. Deze twee ruimten zorgen voor een duidelijk tegenstelling: de duinen, zee en bos zijn de plekken waar Johannes zich op zijn gemak voelt. Hier kan hij zijn fantasieën de vrije loop laten. In de stad daarentegen voelt Johannes zich ongelukkig, hij ervaart het er als groot, druk, armoedig en vol ziekte. Kortom, een plek waar geen mens gelukkig kan zijn. Perspectief
De vertelsituatie in het verhaal is de alwetende vertelsituatie. Thematiek
Het thema is: een jongetje dat in een sprookjeswereld terechtkomt en de ontwikkeling van een kind tot een volwassene. De motieven zijn: tegenstellingen tussen stad en natuur, tussen mens en dier, en tussen fantasie en werkelijkheid spelen een belangrijke rol. Wat elke figuur voorstelt, bijvoorbeeld Windekind als de kinderfantasie en Robinetta als de jeugderotiek. Veel zaken hebben dus een dubbele betekenis. Samenvatting
Johannes woont met zijn vader in een oud huis met een grote tuin. Als hij en zijn vader gaan wandelen stelt Johannes veel vragen die zijn vader maar dom vind. Johannes bid vaak om een wonder, en hij is er van overtuigd dat het ooit zal gebeuren. Op een dag drijft Johannes met zijn hond Presto in een bootje op de vijver en opeens komt er een blauwe waterjuffer aanvliegen die in een elf verandert. Hij heet Windekind en hij is de zoon van de zon en de maan. Hij wil wel de vriend van Johannes zijn, op voorwaarde dat Johannes nooit de naam van Windekind aan een mens zal vertellen. Door een kus van Windekind wordt Johannes kleiner en verstaat hij de taal van de planten en de dieren. Windekind vertelt hem dat hij dat hij Johannes de dingen van de natuur zal leren, veel beter dan leraren dat doen. In een krekelschool leert Johannes dat krekels de belangrijkste dieren zijn, omdat zij kunnen vliegen, springen en kruipen. Ze leren daar ook dat de mens heel laag staat, omdat zij dat niet kan. Hierna brengt Windekind hem naar een feest in een konijnenhol, het is een soort ‘fancyfair’ voor dieren die slachtoffer zijn geworden van de mens. Daar krijgt hij van elfenkoning Oberon een gouden sleuteltje waarbij Oberon zegt: “Dat sleuteltje kan Uw geluk zijn. Het past op een gouden kistje dat kostbare schatten bevat. Maar wie dat heeft, kan ik U niet zeggen. Gij moet ijverig zoeken. Als Gij goede vrienden met mij en Windekind blijft en standvastig trouw zijt, zal het U gelukken.” Ze verlaten het feest als Johannes de dieren begint uit te lachen om de manier waarop zij dansen. Ze vallen buiten in slaap. De volgende dag gaat Presto Johannes zoeken, hij vindt hem in de duinen. Die dag moet Johannes op school strafwerk maken. Dan komt Windekind hem weer halen om het sleuteltje op te bergen, omdat zijn wasdag eraan komt en dan zou het sleuteltje zichtbaar zijn voor zijn vader. Na drie weken wil Johannes Windekind weer zien en een duif geeft hem een veertje waardoor hij kan vliegen. Duiven leiden hem naar Windekind en samen gaan ze naar de Vredemieren. Ze hebben oorlog met de Strijdmieren. Daar ziet Johannes hoe een groep mensen in het bos de rust verstoort. Dat maakt hem bedroefd en hij besluit bij Windekind te blijven. Dan ontmoet Johannes Wistik die het ‘ware boekje’ kent. Windekind zegt dat het boekje niet bestaat en dat hij niet naar Wistik moet luisteren, maar nadat Wistik verdwenen is gaat Johannes toch weer naar Wistik op zoek. Johannes denkt dan dat hij het kistje (van het gouden sleuteltje) kan vinden en hij wil terug naar Windekind, maar hij kan hem niet vinden. Johannes dwaalt verdrietig door het bos. Dan komt hij bij een tuinman, waar hij gedurende de winter mag blijven. Daar lezen ze uit ‘een boek waarover God gesproken wordt’, maar dit is volgens Johannes niet het ‘ware boekje’. In de lente ontmoet hij een meisje, Robinetta. Met haar brengt Johannes een leuke tijd door. Robinetta denkt te weten wat het ‘ware boekje’ is. Haar vader laat hem de Bijbel zien, maar als Johannes zegt dat het niet het ‘ware boekje’ is, wordt haar vader kwaad en stuurt hij Johannes weg. Dan ontmoet hij Pluizer. Pluizer zegt dat Johannes alles gedroomd heeft en dat alleen hij echt is. Bij Pluizer thuis ontmoet Johannes Hein (de Dood). Dan gaan naar dokter Cijfer. Hij wil Johannes wel helpen met het boekje zoeken, als hij sterk is en niet teerhartig. Pluizer laat Johannes de armoede en ellende van de mensen in de stad zien. Dan gaan ze naar het kerkhof. Daar is het een eeuw later, want voor Pluizer bestaat gen tijd. Als Johannes dan zijn eigen graf ziet, valt hij flauw. Dan gaat Johannes maandenlang leren en langzamerhand vergeet hij Windekind en Robinetta. Hij moet net zo worden als dokter Cijfer. In de lente verlangt Johannes weer naar de duinen en hij gaat naar zijn vader…die opsterven ligt. Als zijn vader dood is wil Pluizer hem ontleden. Op dat moment verzet Johannes zich voor het eerst tegen Pluizer en Pluizer vlucht weg. Hein prijst Johannes daarmee en Johannes wil mee met Hein, maar die weigert: Johannes hield veel van de mensen hoewel hij dat zelf niet wist. Buiten ziet Johannes Windekind met het gouden sleuteltje en hij rent hem achterna naar het strand. Daar ziet hij Windekind en Hein in een boot zitten, van de andere kant komt een mens aan. Johannes moet kiezen naar het Grote Licht of naar de mensheid te gaan. Hij kiest voor het laatste. “Wellicht vertel ik u eenmaal meer van de kleinen Johannes, doch op een sprookje zal het dan niet meer gelijken.” Eigen mening
Persoonlijke reactie
Toe ik de achterkant van het boek las, verwachtte ik in eerste instantie een romantisch sprookje. Dat van een sprookje klopte wel, maar romantisch vond ik het in de verste verte niet. Ik vond het onderwerp, een jongetje dat in een sprookjeswereld leeft, heel origineel. In elk geval, ik had nog nooit zoiets gelezen. Het is een onderwerp waar ik me vroeger redelijk goed in kon verplaatsen, omdat je als je klein bent vaak nog in sprookjes(werelden) gelooft. Op deze leeftijd (17) is dat toch wat moeilijker. De schrijver heeft het onderwerp erg goed uitgewerkt, want ik kan me toch wel voorstellen dat een sprookjeswereld van een kind er op die manier uit zou kunnen zien. De gebeurtenissen in dit verhaal worden erg uitgebreid en nauwkeurig beschreven en dat maakt het verhaal ook erg leuk om te lezen. De belangrijkste gebeurtenissen uit het boek zijn, ten eerste wanneer Johannes klein gemaakt wordt door Windekind, want dat is de aanzet tot alle verdere gebeurtenissen. Ten tweede de gebeurtenis waarin Johannes het gouden sleuteltje krijgt, want dat geeft hem een doel en dus een reden om in de sprookjeswereld te blijven. En ten derde, en dat is ook meteen de meest belangrijke naar mijn idee, de gebeurtenis waarin Johannes voor de mensheid kiest. Dit is voor mij de belangrijkste gebeurtenis, omdat je hier ziet dat Johannes toch een eigen mening heeft en het suggereert ook dat Johannes niet zijn hele leven achter anderen aan zal blijven lopen. De hoofdpersoon Johannes wordt door de schrijver erg goed beschreven. Johannes is dan ook een karakter. De hoofdpersoon en de vader zijn de enige figuren in het boek die ik levensecht vind, de verdere personages zie ik (inclusief Robinetta) als fictionele figuren. Ik kan me niet goed verplaatsen in een van de personages, misschien een heel klein beetje in Johannes. Ik vind de meeste handelingen van Johannes te impulsief. Hij denkt niet na voordat hij wat doet, behalve in het laatste hoofdstuk. De opbouw van het boek is niet ingewikkeld en dus makkelijk te lezen, afgezien van het ouderwetse taalgebruik. Het boek bevat een paar flashbacks, maar ze zijn niet nodig voor een beter begrip van het verhaal. Er is een alwetende verteller die alle gebeurtenissen beschrijft en dat is wel makkelijk, want dan weet je alles wat er te weten valt. Het taalgebruik is ouderwets, maar het past uitstekend bij dit verhaal en daarom vind ik het niet storend. Tekstfragmenten met een speciale betekenis “De niet dansenden…verschrikte Johannes van.”(blz. 21 + 22) Ik vond dit een leuk en grappig fragment en daarom wel de moeite waard om hier neer te zetten. “Toen kwamen zij…het konijntje strikken.”(blz. 105 t/m 107
Ik vond dit een zielig fragment, wat betreft het konijntje dan. Je ziet ook heel duidelijk de zogenaamde onverschilligheid van ‘de mens’. Je ziet ook dat Johannes hier nog helemaal geen eigen mening heeft. Hij doet alles wat hem gezegd wordt. “Toen zag hij…en haar weedom.” (blz. 149 t/m 151) Dot vond ik toch wel het mooiste gedeelte van heel het boek. Hier laat de schrijver heel duidelijk zien dat Johannes volwassener is geworden en dat hij een eigen mening heeft ontwikkeld. En ik houd over het algemeen wel van een ‘happy end’, dus daarom vind ik dit ook een mooi fragment (in mijn ogen is het in elk geval een ‘happy end’).

REACTIES

S.

S.

Watheel een goed boekverslag over De kleine Johannes heb jij gemaakt, zeg. Mijn complimenten.
Ik had er erg veel aan.
Wij mogen de analyse van een boek altijd van internet halen, dus het mocht ook nog eens wat ik doe.
Hartelijk bedankt.

Sven

18 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De kleine Johannes door Frederik van Eeden"