2) Vraagjes: a) Waarom denkt vader dat hij niet naar de werkkampen zal moeten? - omdat hij een huiduitslag heeft, en hij denkt dat hij daardoor afgekeurd zal worden
b) “Onderduiken, het lijkt me zoiets als je terugtrekken uit het leven.” Leg uit! - onderduiken à zonder contact met oude vrienden, familieleden, weg uit je vertrouwde omgeving, eigenlijk even uit het normale leven verdwijnen
c) “Nu had het geen zin dat ze haar arm uit die auto stak. Als ze het deed, was het omdat er binnen geen plaats meer voor was, want er was niemand die haar van buiten af zijn hand zou reiken.” à situeer in het verhaal. - zie p. 29. à waaraan denkt ze terug? - aan een herinnering van vroeger: zij was 7 en Bettie 8. Toen ze een dagje aan de Dinkel doorbrachten waren ze pootje aan het baden en bloemen aan het plukken. Wanneer Bettie aan de overkant bloemen wou gaan plukken, zakte ze in het water en enkel haar arm bleef boven. Die arm herinnert zij zich nog zeer goed, en daaraan denkt zij nu terug. à Leg uit. - Bij de herinnering werd Bettie door haar vader gered, wanneer zij de arm boven water zag. Als ze het nu zou doen, zou er niemand haar te hulp schieten zoals toen. Dan zou het enkel zijn omdat er binnen geen plaats meer voor was… d) Heb je een mogelijke verklaring voor de titel? - ‘Het bittere kruid’. Dat slaat op een deel van het voedsel dat gegeten wordt tijdens een joods feest (Pesach/Israëlische paasdagen) om de bittere tijden van de joden in Egypte te herdenken. Nu beschrijft Marga Minco de bittere tijden als die ze tijdens de oorlog meemaakt. e) De leunstoel van de oom in Zeist staat op een speciale plaats. Waar? Waarom is dit zielig? - de stoel staat voor het raam, met uitzicht op het treinspoor. - Het is zielig omdat de oom er dagen aan een stuk voor zit en omdat hij al zolang aan het raam zit, weet hij telkens wanneer er een trein in het station gaat aankomen. Hij slijt dus zijn oude dagen met naar voorbijrijdende treinen te kijken… f) Op welke plaatsen speelt dit verhaal zich af? Kies 1 locatie en vertel kort wat er gebeurt. - hun eigen huis in Breda; in Amsterdam: in hun huis in de Sarphatistraat, en op de kamer van haar broer en haar broers vrouw, bij de oom van Wout; in Heemstede; In Zeist. - Op de kamer van haar broer in Amsterdam blijft hij eigenlijk maar heel even, omdat de huisbazin geen joden in haar huis wil en ze dus wegmoeten.