De aanslag door Harry Mulisch

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
Boekcover De aanslag
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 3807 woorden
  • 28 februari 2001
  • 56 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
56 keer beoordeeld

Boekcover De aanslag
Shadow

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen. Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van de…

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond kl…

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen. Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van deze gebeurtenis zullen de dan twaalfjarige Anton Steenwijk zijn hele leven lang blijven achtervolgen.

De aanslag door Harry Mulisch
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
I ZAKELIJKE GEGEVENS auteur: H.K.V. Mulisch
titel: De Aanslag
plaats van uitgave: Amsterdam
jaar van uitgave: 1987, 19e druk (1982) aantal bladzijden: 254 2. motto
Overal was het al dag, maar hier was het nacht, neen, meer dan nacht. C. PLINIUS CAECILIUS SECUNDUS
Epistulae, VI, 16 3. korte inhoud
Aan de rand van Haarlem staan langs het Spaarne vier villa's. In 'Buitenrust' woont de familie Steenwijk. Links van hun villa staat de villa van de familie Beumer en rechts staat de villa van meneer Korteweg en zijn dochter Karin, daar weer naast stond de villa van de familie Aarts. In de straat van Anton wordt Fake Ploeg, commissaris van politie, doodgeschoten waarna hij door de buren bij hen voor de deur wordt gelegd. Peter wil hem terugleggen, dit lukt niet, hij neemt Ploegs pistool en vlucht. De familie Steenwijk wordt uit hun huis gesleept en hun huis wordt verwoest. Anton komt dan in een cel terecht waarna hij naar zijn oom en tante in Amsterdam mag. Na de oorlog wordt hij door een studievriend uitgenodigd voor een feestje in Haarlem waar hij sinds de oorlog niet meer geweest was. Hij gaat vervroegd weg op het feestje en gaat een kijkje in zijn oude straat nemen waar mevrouw Beumer hem binnenvraagt. In 1956 zijn er rellen in Amsterdam omtrent het communisme. In de portiek van zijn kamer ontmoet hij Fake Ploeg jr. die hij mee naar binnen vraagt waar een hevig gesprek plaatsvindt. Anton trouwt met Saskia waarvan hij een kind krijgt, Sandra. Op een begrafenis ontmoet hij Cor Takes (Gijs) die Ploeg blijkt te hebben doodgeschoten. Anton wil er eigenlijk niet over praten maar Cor wil toch z'n verhaal kwijt. De vriendin van Cor, Truus, die is doodgeschoten door de Duitsers, blijkt bij Anton in de cel te hebben gezeten. Later komt hij Karin Korteweg tegen, die hem verteld dat haar vader het lijk versleept heeft omwille van zijn hagedissen. Het mocht niet bij de familie Aarts voor de deur komen te liggen omdat die Joden hadden. Nu weet Anton alles omtrent de aanslag. II ANALYSE
4. structuur

De opbouw van De Aanslag is te vergelijken met die van een klassieke tragedie: een proloog gevolgd door vijf episodes; deze volgen elkaar chronologisch op en omvatten een periode van bijna 37 jaar. Elke episode duurt één of enkele dagen en historische gebeurtenissen uit die periode hebben een min of meer belangrijke functie in het verhaal. Eerste episode: 1945, één avond en een deel van de volgende dag.Tweede episode: 1952, één dag. Verwijzing naar oorlog in Korea. Derde episode: 1956, één dag. Russische inval in Hongarije. Vierde episode: 1966, twee dagen. Provo’s; Vietnam. Vijfde episode: 1981, één dag. Vredesdemonstratie in Amsterdam. Deze episodes zijn weer verdeeld in hoofdstukken. Deze hoofdstukken zijn genummerd. De episodes hebben zoals hierboven te zien jaartallen als titels. Kenmerkend voor de tweede tot en met de vijfde episode, door Mulisch naspel genoemd, is een ontmoeting met iemand die nauw betrokken was bij de aanslag, achtereenvolgens mevrouw Beumer, Fake Ploeg, Cor Takes en Karin Korteweg. Na elke ontmoeting moet Anton het beeld herzien dat hij heeft van de gebeurtenissen in 1945. Zijn leven wordt steeds nader bepaald doordat hij het verleden leert kennen en het interpreteert. Deze structuur heeft op mij, als lezer het volgende effect: Het is moeilijk om je goed in te leven in de hoofdpersoon van het boek, Anton Steenwijk. Dit komt omdat je steeds maar kleine, momenten uit zijn hele leven meemaakt. Het zijn wel belangrijke momenten, maar het is niet genoeg om helemaal tot hem door te dringen. Dit zal voor lezers die de oorlog meegemaakt hebben waarschijnlijk niet zo zijn, maar voor mij als jongere lezer is het een stuk moeilijker. 4. verhaalfiguren
De hoofdpersoon van het boek is Anton Steenwijk. Zijn leven wordt geschetst van zijn tienerjaren tot zijn vijftigste, zestigste jaar. Anton is rustig, beschouwend en intelligent. Hij is gevoelig en interesseert zich voor kunst. Voor geschiedenis en politiek heeft hij geen belangstelling. Hij heeft geen vijanden, maar eigenlijk ook geen vrienden. Agressief of haatdragend is hij niet, zelfs niet ten opzichte van de Duitsers, of Fake Ploeg. Door de eigenschappen van Anton en zijn opvattingen, wordt duidelijk dat we te maken hebben met een round character. Dat blijkt eveneens uit het feit dat hij een ontwikkeling doormaakt. Zoals iedereen verandert hij, doordat hij ouder wordt. Aanvankelijk is hij volgzaam, later wordt hij zelfstandiger, zelfbewuster. Hij ontwikkelt eveneens een zeker gevoel voor humor, waardoor hij bijvoorbeeld bepaalde emoties in de hand kan houden. Opvallend is verder dat hij langzamerhand meer waarde gaat hechten aan materiële zaken. Andere ontwikkelingen in zijn persoonlijkheid zijn een gevolg van het steeds completer wordende beeld van de aanslag. Zijn handelen wordt hier soms direct door beïnvloed, zoals bij de scheiding van Saskia. Ondanks zijn rustige karakter bleek uit zijn migraine dat al het duistere rond de aanslag toch aan hem vrat. Ten gevolge van de laatste gebeurtenissen raakt de a-politieke Anton geïnteresseerd in de wereldpolitiek, hij beseft dat er samenhang bestaat tussen zijn eigen lot en dat van de wereld. Vader Steenwijk is griffier bij de rechtbank. Dit beroep symboliseert zijn houding bij de aanslag: hij kan alleen toekijken (registreren wat er gebeurt), maar niet ingrijpen in de situatie. We hebben hier misschien te maken met een verwijzing naar Toth, de Egyptische god die griffier is bij het dodengericht van de maangod Osiris. Vader Steenwijk is een flat character. Moeder Steenwijk en Antons broer Peter zijn ook flat characters. Zij sterven in de eerste episode, al komt Anton daar pas later achter. De eerste vrouw van Anton is Saskia de Graaff. Hij ontmoet haar in 1960 in Londen. In 1961 trouwen ze. Zij is ook een flat character, net als haar vader. Meneer de Graaff zijn opvattingen over politieke gebeurtenissen worden volledig bepaald door de normen die hij in de tweede wereldoorlog hanteerde: de Amerikanen zijn goed en dus zijn hun tegenstanders slecht. Zijn vrouw, mevrouw de Graaff is ook een flat character. De dochter die Anton van zijn eerst vrouw krijgt is Sandra Steenwijk. Zij is ook een flat character. Ze staat model voor de generatie die omstreeks 1980 volwassen wordt: wonen in een kraakpand, ongehuwd moeder worden. De tweede vrouw van Anton is Liesbeth. Zij is weer een flat character. Ze geeft Anton in tegenstelling tot Saskia, het gevoel los te kunnen komen van de oorlog, omdat zij na de oorlog geboren is. Truus Coster handhaaft ook in de diepste ellende hoge ethische waarden. Zij worstelt met de vraag hoever iemand kan gaan bij de bestrijding van de fascisten zonder zo te worden als zij. Takes vertelt bijvoorbeeld dat zij heeft geweigerd de kinderen van Seyss Inquart te ontvoeren. Heel kenmerkend zijn ook haar uitspraken over de uitstralende kracht van de liefde op degene die bemind wordt. Ze is een onopvallend, vriendelijk meisje van een jaar of drieëntwintig. Ze heeft dik, golvend haar tot op haar schouders, donkerblond vermoedelijk. Zij is ook een flat character. Cor Takes kijkt alleen naar het heden voor zover dat rechtstreeks te maken heeft met de tweede wereldoorlog. Hij heeft zichzelf buiten de maatschappij geplaatst, is aan de drank en woont boven een voormalig hoofdkwartier van het verzet, een soort heiligdom. Zijn normen zijn niet genuanceerd, zoals die van Truus Coster. De oorlog duurt voor hem nog steeds voort. Hij is wederom een flat character. Fake Ploeg Jr. heeft zich omhoog gewerkt uit de vernederingen die hij als zoon van een NSB-er na de oorlog heeft moeten ondergaan. Zijn houding tegenover actuele gebeurtenissen wordt niet door de actualiteit bepaald, maar door die vernederingen en de wil zijn vader te rechtvaardigen. In tegenstelling tot Anton is hij niets vergeten, wil ook niets vergeten. Hij lijkt uiterlijk op zijn vader, en heeft ook diens ideeën overgenomen, maar Mulisch heeft van hem geen simpel type gemaakt, hij komt heel menselijk over in zijn emoties en is oprecht in zijn erkentelijkheid voor Antons houding in de klas. Hij is al weer een flat character. Karin Kortewegs levensloop is volledig bepaald door haar schuldcomplex en dat van haar vader, ze is niet getrouwd, leeft van de steun en zelfs haar biecht verlost haar niet: Anton laat haar hulpeloos achter. Zij is zeker een flat character. 5. tijd
De periodes waarin het verhaal zich afspeelt zijn achtereenvolgens: 1945, 1952, 1956, 1966 en 1981. De vertelde tijd is bijna 37 jaar. Het verhaal wordt chronologisch verteld, maar er zijn af en toe wel verwijzingen naar vroegere of latere gebeurtenissen. Je zou dit flashbacks kunnen noemen, maar het is niet zo dat Anton iets in het verleden beleeft. Dit is bijvoorbeeld zo in hoofdstuk 3 van de tweede episode (p 100), als hij met mevrouw Beumer over de oorlog praat. Uit de genoemde periodes worden telkens maar één of twee dagen detaillistisch beschreven. Er zitten dus grote hiaten in t verhaal. In elk eerste hoofdstuk van een episode wordt de tijd tussen de vorige en de nieuwe episode samengevat, om deze hiaten te overbruggen. Dit noemt men tijdsverdichting. 6. ruimte
De aanslag, de belangrijkste gebeurtenis uit de roman, wordt gepleegd in Haarlem. De kade in Haarlem, waaraan Anton woonde, wordt in de proloog uitvoerig beschreven. In 1952 gaat Anton voor het eerst na de aanslag terug naar Haarlem. Anton voelt overeenkomst tussen hemzelf en de stad: "Wat hij zag, was geen stad als zoveel andere op aarde: zij verschilde er van zoals hij van andere mensen" (blz. 82). Anton wil nooit meer terug naar Haarlem, niet meer herinnerd worden aan de aanslag. Later gaat hij er echter nog een keer met Sandra naar toe. Na de aanslag woonde Anton bij zijn oom en tante aan de Apollolaan in Amsterdam. Apollo is de god van het licht. Dit staat in tegenstelling tot de duistere gebeurtenis in Haarlem. Toen Anton in 1953 op kamers ging wonen, "verdween dat Haarlem van januari 1945 nog ver achter de horizon" (blz. 109). In 1969 kocht Anton een huis in Toscane, waar hij de vakanties doorbracht. Hij kwam er erg graag, wilde zich er later zelfs permanent vestigen. Hij genoot vaak van het uitzicht op het landschap dat in ieder geval ver verwijderd was van Haarlem, 1945. Toch maakt Anton juist in Toscane een crisis door. Daarna hadden het huis en het uitzicht hun volmaaktheid verloren, "zoals een mooi gezicht ontsierd wordt door een litteken"(blz. 214). De donkere cel, waar Anton praatte met het meisje, was heel belangrijk voor hem. Het symboliseert de duisternis en het isolement waarin Anton na de aanslag verkeerde. In die donkere cel was één lichtpuntje, de vingertoppen van het meisje over Antons gezicht. Naar dat licht is Anton zijn hele leven op zoek. Verder verdient het huis van Takes vermelding. Het souterrain leek op een ondergronds hoofdkwartier. Voor Takes was het nog steeds oorlog. 7. perspectief
Er is een auctoriale vertelwijze, een alwetende, zichtbare verteller, die het verhaal over Anton vertelt, wat objectief is, en een personaal perspectief, via Anton, wat subjectief is. Vooral in de proloog en op de laatste bladzijde van de roman zien we de zichtbare verteller duidelijk aan het woord. Hij maakt algemene opmerkingen, bijvoorbeeld (op blz. 20) over de namen Anton en Adolf. Hij geeft af en toe uitleg, zoals over het liedje dat Anton zong (blz. 21). De vertelinstantie weet wat er later gebeurde(o.a. op blz. 60) als Anton van de Duitsers brood met beleg krijgt. Hij maakt af en toe opmerkingen tussen haakjes(bijvoorbeeld op blz. 71). De alwetende verteller weet meer dan Anton (zie blz. 65). Vooral bij de eerste episode is dat belangrijk omdat de twaalfjarige Anton nog te jong is om alles te begrijpen. We zien later, vooral bij de gesprekken tussen Anton en Takes, dat Anton veel uit 1945 vergeten is, voornamelijk het gesprek met het meisje in de cel. Dit vertelperspectief is heel belangrijk voor de scène in de cel. Grotendeels via Anton, die er weinig van begrijpt, verneemt de lezer nauwkeurig wat het meisje vertelt en betoogt. De lezer zal haar woorden onthouden, maar het tegelijk heel natuurlijk vinden dat Anton die op dat moment pas twaalf jaar is, ze later vergeten is. Dit verschil in herinnering tussen de lezer en Anton wekt spanningsverhogend, want de lezer vraagt zich af of, en zo ja hoe de geheugenblokkade bij Anton zal worden opgeheven. III INTERPRETATIE 8. titeluitleg
Er werd een aanslag gepleegd op Fake Ploeg en die aanslag heeft het leven van de familie Ploeg, Cor Takes, Truus Coster, de familie Steenwijk en anderen, maar vóóral Anton Steenwijk, voor de rest van hun leven (hoe kort dan ook) getekend. 9. motto-uitleg
Het motto van dit boek is ontleend aan een brief die deze Romeinse senator schreef aan de geschiedschrijver Tacitus, waarin hij verslag doet van de rampzalige uitbarsting van de Vesuvius in het jaar 79, waardoor Pompeji werd bedolven. De aanslag is ook zo’n ramp waardoor Anton in een diepe duisternis terechtkomt, ook letterlijk: in de duisternis van de cel. Net als van de vulkaanuitbarsting zijn de gevolgen van de aanslag langdurig, of zoals Mulisch aan het begin van de tweede episode schrijft: “De aswolk uit de vulkaan stijgt naar de stratosfeer, draait om de aarde en regent nog jaren later op alle continenten neer.” In een radiogesprek vertelde Mulisch dat hij het citaat al lang geleden had gevonden in de catalogus van een tentoonstelling over Pompeji. Het had hem getroffen en hij had het genoteerd met de bedoeling het eens te gebruiken als motto. 10. motieven
Verhaal motieven: dobbelsteen; dit symbool van het lot komt een aantal malen voor als Antons leven een belslissende wending neemt, bijvoorbeeld vlak voor de aanslag en aan het begin van de crisis die hij doormaakt in Italië (p. 23, 27, 73, 212). cryptogram; Anton heeft een bijzondere voorliefde voor het oplossen van cryptogrammen (p.112); in de laatste episode zoekt hij een woord voor ‘puinhoop’. Dat woord, ‘ravage’, is van toepassing op zijn eigen leven: hij heeft zojuist gehoord dat de oorzaak van de dood van Peter en zijn ouders de hagedissen van Korteweg waren; zijn raadsel is opgelost, maar de reeks oorzaken en gevolgen die hij nu kent, kun je met recht een ravage noemen (p. 225, 252). Algemene motieven: -onzekerheid -tegenstellingen -schuld -verantwoordelijkheid 11. thema
Het belangrijkste thema is ongetwijfeld het onderscheid tussen schuld en verantwoordelijkheid. Mulisch wil zeggen dat iemand verantwoordelijk is voor wat hij gedaan heeft, voor de handeling zelf, niet voor de reactie van anderen daarop. Schuldig is degene die verkeerd handelt, maar iemand kan niet schuldig worden verklaard aan handelingen van een ander. In het boek duikt de schuldvraag steeds weer op, steeds blijkt ook dat het moeilijk is te zeggen of iemand schuld heeft, omdat grenzen tussen goed en kwaad moeilijk te trekken zijn. Het gaat te ver te zeggen dat ook Anton zich schuldig voelt, toch ervaart hij soms iets dat omschreven zou kunnen worden als zich niet helemaal onschuldig voelen. 12. auteur

Op 29 juli 1927 wordt Harry Kurt Victor Mulisch in Haarlem geboren. Hij is de enige zoon van Karl Victor Kurt Mulisch en Alice Schwarz. Wanneer zijn ouders in 1936 scheiden, blijft hij bij zijn vader in Haarlem wonen. Daar zorgt Frieda Falk, een Poolse van geboorte voor de huishouding en zijn opvoeding. In het jaar dat Nederland door Duitsland wordt bezet, ontstaat voor hem een merkwaardige situatie: zijn joodse moeder werkt bij de Joodsche Raad en zijn vader is directeur van Lippman-Rosenthal, de bank die joodse bezittingen ‘beheert’. Vanwege die functie is hij na de oorlog ook drie jaar opgesloten geweest. Onder andere deze toestand heeft veroorzaakt dat de tweede wereldoorlog in veel van zijn boeken een belangrijke rol speelt. Overigens houdt hij zich tijdens de oorlog nauwelijks met literatuur bezig. Dat begint pas een jaar voordat hij in Elseviers Weekblad debuteert met het korte verhaal ‘De kamer’ (1947). In 1951 krijgt hij de Reina Prinsen Geerligsprijs voor zijn roman Archibald Strohalm. Vanaf dat tijdstip publiceert hij regelmatig. In 1958 wordt hij redacteur van het tijdschrift Podium. Uit onvrede met dat blad richt hij in 1962 Randstad op; drie jaar later wordt hij redacteur van De Gids. In Voer voor Psychologen schrijft Mulisch dat hij als jongen al uitvinder wilde worden (scheikundige, alchemist) om de sleutel van het menselijk bestaan te vinden, inzicht te krijgen in de menselijke geest. Daarom verdiepte en verdiept hij zich niet alleen in cultuurgeschiedenis en filosofie, maar ook in natuurwetenschappen en vooral in de geschiedenis daarvan. Aanvankelijk interesseert hij zich niet voor politiek: actuele politieke gebeurtenissen staan niet in verhouding tot wat er in de tweede wereldoorlog voorgevallen is. Pas in de jaren zestig verandert dit. Mulisch ambieert een ‘totaal’ schrijverschap en zijn oeuvre omvat dan ook romans, toneelstukken, verhalen, wetenschappelijke werken libretto’s en gedichten. Hij wil met dit werk de wereld beschrijven, maar vooral ook van zichzelf een ‘nabeeld’ scheppen voor het nageslacht. In 1971 trouwt hij met Sjoerdje Woudenberg. Er worden twee dochters geboren, Anna in 1971 en Frieda in 1974. Hij wordt in 1977 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Hij heeft een groot aantal literaire prijzen ontvangen, o.a.: de Constantijn Huygensprijs (1977) en de P.C. Hooftprijs, de Nederlandse staatsprijs voor letterkunde (1978). Bijna al zijn boeken worden goed verkocht en vele beleven meer dan tien herdrukken. Dit geldt zeker voor De Aanslag: binnen een jaar tien drukken (tweehonderdduizend exemplaren). Met zijn achtergrond is het niet verwonderlijk dat Mulisch geobsedeerd werd door de problemen van fascisme en collaboratie, van schuld en van de verwerking van het verleden. In 1959 uit hij dit in het boek ‘Het stenen bruidsbed’. Later kwam er het veel bekendere boek ‘De aanslag’. De betekenis van het boek voor de Nederlandse literatuur is dat dit boek een stukje vertelt over de geschiedenis van Nederland. Harry Mulisch zegt ook nog "alleen de boeken blijven hoor, niet de echte realiteit”. In vergelijking met andere schrijvers nemen de gedachten van Harry Mulisch vaak een wijde vlucht. Het is niet de werkelijkheid dat in zijn werk regeert, maar de fantasie, of misschien de samenhang die door de creatieve fantasie in de werkelijkheid gevonden kunnen worden. Het boek is een psychologische roman. Het gaat over het leven van Anton en hoe hij de oorlog verwerkt en dit gepaard gaande met de psychologische littekens die hij draagt. Tevens is dit boek ook een oorlogsroman. Het gaat over de Tweede Wereldoorlog. De vele romans, verhalen, toneelstukken, gedichten, essays en reportages van Mulisch vertonen een opvallende eenheid. Ze beginnen vaak met een herkenbare wereld, die langzaam verandert in een magisch-mythische wereld. In het werk van Mulisch komen twee mythen voortdurend terug, namelijk de mythe van Oedipous en de mythe van Orpheus en Eurydice. In allerlei verhalen reikt Mulisch de lezer deze mythe aan om de diepere achtergrond van de gebeurtenissen te verduidelijken. Ook in het werk van Harry Mulisch is een aantal periodes te onderscheiden. In de eerste periode die samenvalt met de vijftiger jaren, worden magische en mythische elementen aan de realiteit toegevoegd. In de zestiger jaren wordt Mulisch een maatschappelijk geëngageerd schrijver. Zijn literaire werken uit die tijd zijn journalistieke documenten, zoals ‘De zaak 40/61’ (1962) en ‘Bericht aan de rattenkoning’ (1966). Vanaf de zeventiger jaren keert Mulisch als schrijver weer terug naar de wereld van de verbeelding. De realiteit en de daarachterliggende mythe worden weer het belangrijkste in zijn werk. Veel succes boekt hij met zijn roman ‘Twee vrouwen’(1975), een verhaal over een fatale lesbische relatie. In 1982 verschijnt ‘De Aanslag’ verreweg de meest gelezen roman uit het totale oeuvre van Mulisch, die ook is verfilmd. In de lijvige roman ‘De ontdekking van de hemel’(1992), tenslotte, komen alle thema’s motieven, mythologische, filosofische en historische aspecten bijeen. Deze roman kan gezien worden als het hoogtepunt in zijn werk. IV EIGEN MENING
Voordat ik De aanslag gelezen had, had ik al veel over het boek gehoord. Het moest een goed boek zijn dat iedereen gelezen moest hebben. Maar het boek viel me erg tegen. Ik kon me niet goed inleven in de hoofdpersoon, het boek was voorspelbaar, en naar mijn mening saai. De vele verwijzingen naar de oudheid die de schrijver gebruikt vond ik vaak niet toepasselijk en storend. Ik heb ze denk ik ook niet altijd begrepen. Er was weinig spanning in het verhaal, ik had niet het gevoel dat ik het boek uit wilde lezen. Het verhaal was wel geloofwaardig, maar gewoon een standaard oorlogsverhaal. Het was denk ik een realistisch verhaal, maar omdat ik de oorlog niet meegemaakt heb, weet ik niet hoe goed ik dat kan beoordelen. Dat mensen daar zo’n groot trauma aan overhouden kan ik wel heel goed begrijpen. Het verhaal is als je puur naar de Tweede Wereldoorlog kijkt niet actueel meer, maar er is nog genoeg oorlog in de wereld, dus als je het zo bekijkt is het trauma van Anton nog wel actueel. Voor jongeren in Nederland is het misschien niet zo’n actueel verhaal, omdat zij weinig tot niet met de oorlog te maken hebben. Ik ben het eens met het thema van dit verhaal. Je bent verantwoordelijk voor je eigen daden, en je kunt niet veroordeeld worden voor de daden van anderen. Toch is dit iets dat nog steeds vaak gebeurt. En dit zal waarschijnlijk ook altijd zo blijven. Dit zal positief bijdragen aan de actualiteit van het boek. Ik herken geen situaties of gevoelens uit het boek. Ik vind het daarom ook moeilijk om me in te leven in de hoofdpersoon. Ik kan me het best inleven in de figuur van Truus Coster. Ook al komt zij maar kort voor in het boek, haar manier van denken, en haar gevoelens kan ik heel goed begrijpen. Als je later, als Anton bij Takes op bezoek is, nog meer over haar te weten komt, wordt dit alleen maar sterker. Ze komt bij mij als de meest menselijke persoon over. Over dit onderwerp heb ik onbewust wel eens nagedacht. Ik heb er alleen nooit echt bij stil gestaan. Hij lijkt zo logisch om aan te nemen dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen daden, en dat je niet verantwoordelijk bent voor andermans daden, maar dit boek laat zien dat dit echt niet zo vanzelfsprekend is. Voor mij persoonlijk heeft dit boek niet veel te betekenen. Ik vind het fijn dat ik dit boek gelezen heb, omdat het toch een heel bekend boek is, maar het heeft me lang niet zo erg geboeid als ik gedacht had. Misschien dat dit verandert als ik het boek nog een keer lees als ik ouder ben, maar op dit moment is het boek niet echt aan mij besteed. V GERAADPLEEGDE LITERATUUR - -het boek De Aanslag van Harry Mulisch, titelpagina, bibliografie op de laatste bladzijde, (titelbeschrijving, auteur) - - het boekje Harry Mulisch De Aanslag – de analyse en samenvatting van literaire werken, memoreeks van Jan Heerze, p. 35-19-20-27-28-29-30-25-26-33-34-31-5-6 ( motto, structuur, verhaalfiguren, perspectief, motto-uitleg, motieven, thema, auteur) - -de internetpagina http://huiswerk.scholieren.com/uittreksels/view.php3?naam=1599.html (korte inhoud, tijd, titeluitleg) - -de internetpagina http://huiswerk.scholieren.com/uittreksels/view.php3?naam=aanslagmulisch14.html ( titeluitleg, perspectief, ruimte, auteur) - -het boek Literatuur zonder grenzen van Lily Coenen, Ton Kox en Bram Noot, p.308&309

REACTIES

P.

P.

dit is egt slecht man!
veel te lang

12 jaar geleden

S.

S.

Allemaal leuk en aardig maar je hebt delen klakkeloos overgetypt uit de literaire analyse van Jan Heerze die bij je bronnenlijst staat.

7 jaar geleden

S.

S.

En van typografische kenmerken heb je ook geen kaas gegeten...

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De aanslag door Harry Mulisch"