Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Weerborstels door A.F.Th. van der Heijden

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
Boekcover Weerborstels
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 3019 woorden
  • 22 februari 2001
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
16 keer beoordeeld

Boekcover Weerborstels
Shadow
Weerborstels door A.F.Th. van der Heijden
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Onderdeel A
1.) Schrijver: A.F.Th. van der Heijden
Uitgegeven: Amsterdam, Boekenweekgeschenk 1992
2.) De weerborstels duiden op het haar van Robby, dat de ik-persoon doen denken aan weerborstels; de haren van Robby staan namelijk tegendraads. Dit kan de tweede betekenis van de titel zijn: Robby is altijd erg tegendraads, hij luistert nooit naar adviezen die hem gegeven worden. 3.) 1992, het boek is een Boekenweekgeschenk en het onderdeel uit een grotere serie, De Tandeloze Tijd. 4.) Op de kaft, voorzover dat in dit geval te zien is, staat een wieldop. Deze wieldop staat voor een aantal dingen: voor de snelheid die Robby tracht te bereiken m.b.v zijn auto, en voor de wieldop die Albert vinden op de plaats van het ongeluk. 5.) Het boek bestaat uit 84 blz’s, inhoudsopgave en verantwoording niet meegerekend. 6.) Een motto is niet aanwezig. 7.) Het boek is opgedragen aan Van der Heijdens zoon Tonio. 8.) Het boek is onderverdeeld in hoofdstukken, waarvan een aantal hoofdstukken (zoals bijvoorbeeld hoofdstuk 2) flashbacks zijn. Voor iedere ‘korte’ flashback staat er een witregel, evenals voor iedere nieuwe gebeurtenis en ‘toelichting’ van de ik-figuur; een beschrijving voor of zijn gevoelens of zijn gedachtes bij een bepaalde gebeurtenis. Ook staat er een gecursiveerd tekstje aan het begin van ieder hoofdstuk; een citaat uit de aansluitende boeken uit de serie ‘Tandeloze Tijd’ waartoe weerborstels behoort. Alle ‘bijzondere’ woorden (bijv. het woord tut, dat Alberts moeder altijd voor thee gebruikt) zijn gecursiveerd. Onderdeel B
1.) Het verhaal is in medias res, omdat hoofdstuk 2 bijvoorbeeld voor hoofdstuk 1 komt wat tijd betreft. Er is sprake van veel flashbacks. ‘Ik ben nooit een schoenenfetisjist geweest, god nee, verre van dat, ik heb niks met schoenen, althans niet meer dan de meeste mensen sinds onze voorouders hebben dat dat rechtop lopen van ze niet zomaar een gril was.’ (blz9, r1-5) Deze zin heeft niet echt een sturende functie voor de rest van het verhaal, alleen trekt het wel de aandacht van de lezer, die zich bij de eerste zin al afvraagt wat dit nu weer te betekenen heeft. 2.) Het verhaal heeft een gesloten einde. ‘Hij is niet dood.’ (blz 92, r22) Dit wijst erop dat de ik-persoon Robby zeer zeker niet zal vergeten, en op het feit dat Robie zo ‘naadloos’ van leven naar dood over is gegaan, dat hij waarschijnlijk ‘sneller’ was als de dood, en in zekere zin dus de dood overwonnen heeft. Als je dood gaat, zie je je leven in een flits aan je voorbijgaan. In deze herinneringen blijf je hangen, je maakt je eigen dood niet mee. Robby beleeft dus zijn herinneringen en weet niet dat hij dood is. (Uitspraak van van der Heijden: Iemand die echt het laatste ogenblik ingaat, ziet zijn leven oneindig ver in de breedte uitdijen. Het sterven wordt voor hemzelf onbereikbaar. Hij leeft eeuwig voort in zijn laatste moment.) Bovendien leeft Robby nog voort in de gedachten van Albert en doordat Albert over hem schrijft, zal hij blijven leven op het papier. 3) De angst van zowel Robbie als Albert speelt een grote rol. Eigenlijk wordt deze angst maar een keer in het verhaal echt uitgesproken, maar er zijn wel een hoop aan- en vooruitwijzingen: Blz 14: ‘Ik had het onaangename gevoel dat Robby niet alleen de schertsende ruwemannentaal van zijn vaders wielrennervrienden had overgenomen, maar er ook, anders dan zij in hun vrijblijvendheid, de uiterste consequentie aan verbond. Nog zonder dat hij het zelf wist: het was hem ernst, Robby.’ (r1-6) Hieruit blijkt dus al wel dat al op jonge leeftijd Robby een zekere angst voor de dood heeft. Met uiterste consequentie wordt in dit geval volgens mij namelijk het alleruiterste in een mensenleven, de dood bedoeld. Dit blijkt ook wel een beetje uit een andere zin op deze bladzijde: Blz 14: ‘Er had zich iets in gang gezet, waarschijnlijk eerder al.’ (r8-9) Robby wil ook steeds sneller, net als zijn vader maar eigenlijk om een andere reden als de reden die zijn vader heeft, Robbys reden wordt pas verderop in het boek verteld. (Ik zal hieruit delen opnemen, voor een wat samenhangender overzicht, zie blz 56-60) E = mc ‘Vertel me liever wat die formule met jouw vak snelheid te maken heeft?’ ‘Stel, ik heb een opgevoerde Volkswagen. Is dat massa of is dat geen massa? Massa Volkswagen. Staat dat ding stil, niks aan de hand. Massa rust. Goed, ik kruip achter het stuur en rij weg. Plankgas. Dan gebeurt er iets met de "E"… met de energie, zeg maar, van m’n Volkswagen. Sneller betekent meer "E", meer energie. Nou, wat zegt nou dat rekensommetje hier? De massa wordt vermenigvuldigd met licht in het kwadraat, want "c" is de lichtgroorheid. Dus, volgens Einstein en Bartjens… als m’n energie omhoog gaat, wordt m’n massa steeds lichter, en mijzelf erbij, want ik zit bij wijze van spreke in die vw. Achter het stuur.’ (Albert spreekt deze bewering vervolgens tegen, zegt dat alles zwaarder wordt, mits het met de snelheid van het licht gaat, wat zo’n vw natuurlijk nooit zal redden.) ‘Stel je voor dat alle materie vroeg of laat de lichtsnelheid kon evenaren… of overtreffen. Dan zou, op den duur, godweet, de wereld wel helemaal in licht zijn opgegaan.’ ‘Ja, precies, zo zou het godverdomme ook moeten gaan! Doorjakkeren totdat je helemaal van licht wordt!’ (Robby en Albert hebben daarna nog een gesprek waarin het onderwerp echt duidelijk naar voren komt.) ‘ ‘t Is wel een kwestie van in de rats zitten om de pijp uit te gaan, maar ‘m tegelijkertijd knijpen om niet…’ Robby geeft z’n angst nooit echt toe. Albert is degene die ermee moet komen. Blz65: ‘ ….maar kon zich niets herinneren van zijn kwaadheid toen het hem niet lukte zijn eigen doodsangst onder woorden te brengen.’ (r10-11). Vanwege de snelheid die Robby probeert te bereiken en zijn ‘gespeel’ met de dood krijgt hij een motorongeluk, dat hem bijna fataal wordt. Hij wordt klinisch dood verklaard. Toch komt hij weer bij en is een deel van zijn angst kwijt, hij denkt althans een soort oplossing gevonden te hebben: Blz 65: ‘Daarmee zou dan het probleem van de doodsangst opgelost zijn. Afglijden naar de rand is alleen maar lekker.’ En iets verderop: ‘ Veels te lekker. Ik vertrouw het voor geen cent. Het is lekkermakerij, dat is het. Ik ben veels te bang dat ik op het laatste moment toch nog m’n poot dwars zet.’ Hiermee wordt het de ik-persoon en de lezer helemaal duidelijk, voorzover dat het tenminste nog niet duidelijk was. Robby lijdt, net als Albert, de ik, aan doodsangst. Hij denkt er een oplossing voor gevonden te hebben. Deze oplossing heeft hij jaren daarvoor in de volgende uitspraak al eens geopenbaard: ‘Als je snel genoeg gaat, wordt je lichter, van licht en gaat het leven naadloos over in de dood.’ Als Robby later weer een ongeluk krijgt, dit keer alleen met de auto tijdens een achtervolging, is het hem allemaal ‘gelukt’. Hij is door zijn snelheid, naadloos van leven in dood gegleden. Albert blijft aan Robby denken. Hij is ‘jaloers’, omdat het Robby gelukt is om een deel van zijn angst te overwinnen, de dood onder ogen te zien. Albert is bang dat hij niet zo zal sterven, in een perfecte aansluiting van de dood op het leven, maar met pijn en moeite. Met behulp van tijdsversnellingen en –vertragingen is het thema nog eens extra duidelijk gemaakt; zij geven namelijk de snelheid weer, de snelheid van het leven en de uiteindelijke traagheid van de dood. 4) Er zijn geen pro- en geen epiloog. 5) Het boek is in verschillende hoofdstukken verdeeld die allen voorafgegaan worden door een stukje tekst uit een van de andere delen uit ‘De Tandeloze Tijd’. Er zijn negen hoofdstukken: o Robby’s weerborstels

o Als bruidjonker
o De zelfdoop
o Het viaduct
o Zwaarder, lichter
o Klinisch dood
o Met gedoofde lichten
o Een gebloemd stopcontact
o Het niemandsmoment
Bovendien worden nieuwe gebeurtenissen in aparte delen, voorafgegaan door een witregel gezet. 6) Robby: In het boek ken je hem van geboorte tot dood, een overigens erg vroege dood die ongeveer rond zijn 25e plaatsvindt. Hij heeft een aantal beroepen uitgeoefend, namelijk: wielrenner, stuntman, coureur, heler, misdadiger. Hij rookt al sinds z’n achste. Hij heeft blond haar dat de hoofdpersoon aan weerborstels doet denken. Albert: Neef van Robby, ik-persoon uit het verhaal zijn leeftijd loop in het boek van ongeveer vijf (bruiloft van grote Robert) tot ongeveer dertig jaar (dood van Robby). Hij heeft gestudeerd, wijsbegeerte, en woonde in die tijd op kamers. Robert: Vader van Robby, tijd wielrenner geweest. Hij en Robby’s moeder scheidden ongeveer halverwege het boek. Hij houdt nog steeds van haar en gaat eerst in een verlaten houten bouwkeet in de straat wonen en verkoopt daar pillen van een bevriende apotheker, later gaat hij in de garage van zijn ex-vrouw wonen. Hij is op jonge leeftij een keer door zij zuster met een haaknaald in zijn ogen gestoken, waardoor hij daar nu nog een wit puntje heeft zitten. Het hele boek draait eigenlijk zo’n beetje om Robby, al is Albert de ik-persoon en ook de hoofdpersoon in de overige delen van ‘De Tandeloze Tijd’. Albert en Robby zijn geen beste vrienden, daarvoor is in het begin van het boek het leeftijdsverschil ook nog te groot (vijf jaar), maar Albert vindt het fantastisch om naar Robby’s haar te kijken, zijn weerborstels. Ook hierom gaat hij op jonge leeftijd met hem om. Robert is helemaal geobsedeerd door zijn zoon Hij leidt hem op tot wielrenner. 7) Robby: Stoer, is niet gediend van ‘quatsch’ zoals hij het noemt, is op jonge leeftijd al serieus en heeft een sterke eigen wil. Een absolute waaghals, die maar een angst kent, de angst voor de dood. Albert: Een redelijk rustige jongen die jaloers is op Robby vanwege zijn lef. Robert: Doordrammer, geobsedeerd door zijn zoon. 8) Albert is in 1950 geboren. (blz 1: Mooie junidag in ‘61-ik was net elf geworden.) Op de bruiloft van Robert is hij ongeveer een jaar of 5 (1955). Robert zelf zal daar ongeveer zo’n 25 jaar geweest zijn. Er wordt in het verhaal een gebeurtenis uit Roberts vroege jeugd beschreven (het incident me de haaknaald). Daar zal Robert dus een jaar of 5 geweest zijn. Robert scheelt zo’n 20 jaar met Albert, en het vroegste moment in het boek is dus als hij ongeveer 5 is. 1950-20 jaar is ongeveer 1930. Het vroegste moment in het boek is dus rond 1930. Als Robby sterft is Albert al afgestudeerd. Albert is dan dus ongeveer 30. 1950+30= 1980. Het boek duurt dus van ca 1930 tot ca 1980. De vertelde tijd is dus zo’n 50 jaar. De auteur maakt heel veel gebruik van tijdsvertraging en –versnelling onder andere om het thema van het boek beter uit te laten komen. Om maar een voorbeeld te noemen, voor gesprekken tussen Robby en Albert neemt hij hele pagina’s, terwijl hij overige gebeurtenissen soms in een paar regels beschrijft. 9) Het verhaal speelt zich af in Geldrop, een plaatsje in Nederland. In principe had het verhaal zich ook ergens anders kunnen afspelen, het is niet echt bepalend voor de inhoud. De reden waarom Van der Heijden toch voor deze plaats heeft gekozen, is denk ik omdat hij hier zelf nog een tijdje gewoond heeft. 10) Er is hier sprake van een ik-vertelperspectief, nl Albert. 11) Epiek, evenals alle andere verhalende genres. 12) een novelle; o het boek heeft weinig blz’s
o er is sprake van een enkelvoudig intrige; Robby met iedereen om zich heen

o er wordt een langzame stijging naar een crisis beschreven
Eigenlijk is dit erg moeilijk te zeggen omdat dit boek een deel is van een veel groter geheel. Het boek op zich is een novelle, maar de hele cyclus is een romancyclus. 13) Pseudoniem: Patrizio Canaponi
Geboren: 15 oktober 1951
Debuut: Een gondel in de Herengracht (1978, verhalen) Genres: Roman, novelle, kort verhaal
Citaat: 'Als je het beroep van schrijver kiest, dan moet er ook flink worden geschreven.' (Diepzee 5, 1988) en: 'Ik voel geen enkele behoefte om zo karig mogelijk te schrijven; ik zie daar ook helemaal niet de verdienste van.' Recent werk: Het Hof van barmhartigheid. De tandeloze tijd 3.1 (1996, roman), Onder het plaveisel het moeras. De tandeloze tijd 3.2 (1996, roman), De gebroken pagaai (1997, novelle), Het onmogelijke boek: een kleine monoloog van de auteur (1999) A.F.Th. van der Heijden (1951) deed op 16-jarige leeftijd al pogingen om een roman te schrijven. Op 20- jarige leeftijd voltooide hij 'Het bejaardentehuis op het dak van de hemel', een nooit uitgegeven werk dat eigenlijk de oorspronkelijke vormt van het grote romanproject De tandeloze tijd waarvan de eerste delen verschenen in 1983 en waarvan ‘Weerborstels ook een deel is. Deel 3 uit deze serie is overigens pas veel later verschenen als deel 1, 2 en 4, maar telde dan ook twee boeken van ongeveer 1200 pagina’s. De Tandeloze tijd gaat over het leven van Albert Egberts. Wanneer je hem leert kennen in de proloog, is hij een randfiguur, verslaafd aan drugs en autodiefstallen. De Tandeloze Tijd vertelt zijn verhaal eigenlijk achterstevoren; het verhaal eindigt nl bij zijn jeugdjaren in Geldrop. Weerborstels is ook een van de delen uit de Tandeloze Tijd, zoals ik al meerdere malen gezegd heb. 14) Het verhaal begint eigenlijk, als je de flashback naar de jeugd van Robert niet meerekent, op het moment dat de Robert gaat trouwen met Karin. Karin zou onvruchtbaar zijn doordat zij op jonge leeftijd op een tak gevallen is, maar alles blijkt mee te vallen en na niet al te lange tijd is ze in verwachting. Er wordt een zoon geboren, Robby. Normaal gesproken is Robert erg stil en stug en houdt hij zich alleen maar met het wielrennen bezig, maar nu is hij door de dolle heen. Robby trekt al vanaf dat hij een klein jochie is veel met zijn vader op, gaat mee naar het wielrennersparcours en dit is ook te merken aan uitspraken van hem die hij heeft overgenomen van zijn vaders wielervrienden die bepaald geen blad voor de mond nemen. Zijn taalgebruik is dus niet alleen erg apart voor een jochie van die leeftijd, maar hij is ook al op zeer jonge leeftijd erg ernstig. Dit merkt Albert, zijn oudere neef op het moment dat hij met Robby staat te praten als diens vader een antenne voor de tv op het dak aan het zetten is. Robby en Albert zien hem opeens niet meer en zijn even bang dat hij gevallen is. Dan merkt Albert door de manier waarop Robby hierop reageert ineens dat deze erg ernstig en volwassen voor zijn leeftijd van 5 jaar is. Niet veel jaar daarna gaat het fout tussen Karin en Robert. Ze scheiden en Robert zoekt in eerste instantie een nieuwe baan die hem de mogelijkheid biedt beter te trainen en een kosthuis in Eindhoven. Karin trouwt met ‘Hendige Henny’. Op een zondag komt de achtjarige Robby op z’n fietsje naar Geldrop, op bezoek bij z’n oom en tante. Normaal gesproken is de zondag voor Albert de dag dat hij stiekem samen met een vriendje gaat roken. Robby moet nu dus mee en leert zelf ook roken van z’n oudere neef. Sinds die dag komt Robby iedere zondag terug. Robert wil Robby opleiden tot wielrenner. Hij koopt een hele mooie fiets voor hem en Robby blijkt een uitmuntend amateur-wielrenner te zijn. Het gelukt lacht hem toe en hij wint alles. Maar toch is hij het op een gegeven moment zat. Het gaat het allemaal niet snel genoeg meer en hij besluit om in de motorsport te gaan. Hierna verliest Albert Robby een tijd uit het oog. Wel hoort hij zo af en toe nog wat geruchten over Robby, bijvoorbeeld dat deze handelt in gestolen grammofoonplaten. Na verloop van tijd laat Henny het gezin weer in de steek. Robert krijgt de gemeente Eindhoven zo gek dat hij in een schaftkeet voor de deur van zijn ex-vrouw mag wonen. Hier verkoopt hij pillen die hij van een bevriende apotheker krijgt. Op een woensdag in ’72 haalt Robby voor het eerst de krant met een of andere carnavalsstunt. Hij en twee vrienden van hem klimmen ‘s nachts op het dak van de bus waarmee ze naar huis rijden. Een van hen heeft niet door dat er een viaduct aan komt en blijft op de bus staan. Dood. Na een aantal jaren komt Albert toevallig weer in contact met Robby. Alberts jas is namelijk gestolen en na de dief onder druk gezet te hebben bekend deze waar hij de gestolen jassen verkocht. Albert gaat erheen en komt daar tot zijn stomme verbazing Robby tegen. Robby is inmiddels een soort van stuntcarriere begonnen. Hij heeft een heel erg goed gesprek met Albert waardoor het voor laatsgenoemde in een klap duidelijk wordt wat er met Robby aan de hand is. Deze is namelijk als de dood om dood te gaan! Na dit gesprek gaat Albert er vandoor zonder ook nog maar iets over zijn jas te vragen. Natuurlijk kon het nooit lang goed blijven gaan met Robert en z’n illegale pillenhandeltje in de bouwkeet en na verloop van tijd wordt hij dan ook gesommeerd om de bouwkeet uit te gaan. Hij gaat nu in de garage schuin achter zijn oude huis wonen. Hij heeft er nog maar net zijn intrek genomen als er twee agenten op de stoep staan. Ze moeten hem iets vertellen, Robby is dood, althans; klinisch dood, vanwege een motorongeluk. Robert gelooft er niets van dat Robbie dood is en zijn gedachte blijkt later gelukkig ook uit te komen; Robbie overleeft het hele gebeuren. Albert zoekt hem op in het ziekenhuis en weer voeren ze een gesprek over de dood, alleen denkt Robby nu een oplossing voor deze angst gevonden te hebben. Niet veel later krijgt Robbie weer een ongeluk, deze keer met de auto en een die hem fataal wordt. Tijdens een wilde achtervolging met de politie knalt Robby tegen een boom aan. Dood. In eerste instantie gelooft Robert het weer niet, maar moet het later toch wel beseffen. Maar zelfs na de begrafenis hoort hij de jongen nog en weet hij zeker dat deze niet dood is. Hij wordt een beetje gek en denkt dat hij een soort helderziende is. Albert denkt veel aan Robbie. Robbie is dus in zekere zin ook niet dood. Hij blijft voortleven in de gedachtewereld van Albert.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Weerborstels door A.F.Th. van der Heijden"