Schrijver Jan (Jan Cornelis) Terlouw is op 15 November 1931 in Kamperveen (Overijssel) geboren. Zijn vader was dominee en dat betekende dat het gezin vaak moest verhuizen. Als kind woonde Jan onder meer in Garderen, een dorp op de Veluwe, waar hij naar school ging. Dit dorp beschreef hij in "Bij ons in Caddum", een van zijn eerste kinderboeken. In de oorlog woonde Jan Terlouw in Wezep, het dorp dat hij in 'Oorlogswinter' De Hank heeft genoemd. Na de middelbare school studeerde hij eerst wiskunde, later koos hij Natuurkunde als hoofdvak. Hij werkte als onderzoeker voor instellingen in Nederland, Amerika en Zweden. In 1964 promoveerde hij op een onderwerp uit de kernfysica. Vrijwel vanaf de oprichting in 1966 was Jan Terlouw lid van de politieke partij D'66. Hij was een tijdje raadslid in Utrecht en stapte in 1971 over naar de landelijke politiek. Hij was onder meer lid van de Tweede Kamer, fractievoorzitter van zijn partij en minister van Economische zaken. Na een tussenstop in parijs, waar hij werkte voor de Europese Conferentie van Ministers van transport, werd hij benoemd tot Commissaris van de Koningin van de provincie Gelderland. In 1996 ging Jan Terlouw met pensioen. Het eerste jeugdboek van jan Terlouw kwam in 1970 uit: "Pjotr: Het verhaal van een Russische jongen". Hij had een reis naar Siberië gemaakt en verwerkte zijn indrukken in het verhaal over een jongen die zijn vader in een gevangenkamp in het onherbergzame Siberië gaat zoeken. Eerder al had Terlouw 'De avonturen van Oom Williebrord' geschreven, dat kort na 'Pjotr" in 1971 verscheen. Het meest succesvolle boek van Jan Terlouw is wellicht 'Koning van Katoren'. Hij kreeg voor dit boek in 1972 een Gouden Griffel en in 1973 een aantal belangrijke buitenlandse prijzen. In datzelfde jaar ontving hij zijn tweede Gouden Griffel, voor 'Oorlogswinter'. Voor volwassenen schreef Terlouw 'Derde Kamer' (1978). In 1993 kwam 'De Uitdaging en andere verhalen' uit, dat hij samen met zijn dochter Asley maakte. Eerder al verzorgde zij de illustraties bij 'Hoogspanning', een boek dat Terlouw schreef in opdracht van het Provinciaal Energiebedrijf Friesland. Het begon eigenlijk allemaal met het vertellen van verhaaltjes aan zijn kinderen, zo voor het slapen gaan. Omdat niet alleen zijn vier kinderen, maar ook zijn vrouw enthousiast reageerden besloot Jan Terlouw zijn verhalen op te gaan schrijven. Terlouw vond het niet alleen leuk om verhalen te vertellen, hij kan het niet laten zijn lezers meteen een boodschap te geven: ' Mijn boeken gaan altijd over een thema waar ik een menig over wil geven. Dat vind ik belangrijk. Ik schrijf om een discussie los te maken.' Hij wil niet zeggen: zo zit het, maar hij wil de lezers aan het denken zetten. Op de vraag of hij de wereld wil verbeteren antwoordde hij ooit:' Ik ben nu eenmaal een domineeszoon…..' Als hij met een boek begint te schrijven bedenkt hij eerst een onderwerp, welke boodschap hij wil doorgeven. Dan verzint hij de personages en begint te schrijven, vaak aan een stuk door. Bij hem groeit het verhaal terwijl hij schrijft. En dat doet hij snel; meestal staat de ruwe versie van een verhaal in ongeveer zes weken op papier. De verhalen van Jan Terlouw gaan vaak over macht: hoe gaan mensen om met macht, vinden ze het belangrijk, maken ze er misbruik van? Daar tegenover zet hij personen die een natuurlijk gezag uitstralen. Enkele boeken die Jan Terlouw geschreven heeft, zijn: - Briefgeheim - Gevangenis met open deur - De Kloof - Oorlogswinter en - Oosterschelde: Windkracht 10 Samenvatting Eerst zal ik u wat over de hoofdpersoon en de achtergrondfiguren vertellen: De hoofdpersoon is Michiel van Beusekom, hij is een stille behulpzame jongen. Over zijn gevoelens praten kan hij heel moeilijk. Dit komt hem van pas in een situatie waarin hij verzeild raakt. Want in het verzet moet je zo min mogelijk praten over de dingen waar je mee bezig bent.
De achtergrondfiguren zijn: Dirk, een buurjongen van Michiel de in het verzet zit, Jack, een Engelse piloot die met zijn vliegtuig is neergestort in de bossen, Oom Ben, hij is een 'oom' van Michiel, maar later komt Michiel erachter dat zijn 'oom' een lid is van het Duitse leger, De moeder van Michiel, ze ziet de ellende van de Oorlog en is bezorgde over Michiel. Het verhaal speelt zich af in de laatste Oorlogwinter. In het dorp De Vlank, woont de bijna zestienjarige Michiel. Zijn vader is burgemeester. Het zoontje van de buurman zit bij het verzet. Hij vertelde Michiel op een avond dat hij een overval ging plegen op het distributie- kantoor in de buurt en dat hij, Michiel, een brief moest bewaren. Als hij niet terugkwam, moest Michiel de brief brengen aan Bertus Hardhorend. Dirk (zo heet de buurjongen) en drie anderen pleegden de overval en werden opgepakt door de Duitsers. Michiel moest de brief wegbrengen maar de dag ging alles zo'n beetje mis. De brief moest maar wachten tot de volgende dag. Toen hij de brief weg wou brengen, hoorde Michiel van de vrouw van Bertus dat hij was opgepakt. Michiel ging weg, maar na een tijd ging hij tegen een boom aanzitten om na de denken hoe toch alles mis kon gaan. Na lang aarzelen besloot Michiel de brief toch maar te openen. Tot zijn grote verbazing las hij dat Dirk een Engelse piloot verborgen hield in het bos. Het is dus nu de taak van Michiel om hem te verzorgen. Toen hij er voor de eerste keer heenging met wat eten, want in de brief stond dat de piloot, die Jack heette, niet kon lopen dus als Michiel geen eten meebracht, zou hij verhongeren. Hij was bang om gezien te worden, maar dat gebeurde niet en nu was hij vlak bij het hol. Maar hij kon het niet makkelijk vinden. Maar opeens hoorde hij een stem die zei: "Who are you?". Michiel schrok zich kapot. Maar zodra hij vertelt dat hij een vriend van Dirk is, wil de piloot weten wat er met Dirk aan de hand is. 'Dirk is in handen van de Duitsers', vertelt Michiel. De piloot, die bijna geen Nederlands kent, begrijpt wat hij bedoeld. Ze spreken af dat Michiel om de dag komt met voedsel. Kort daarna vinden de Duitsers een soldaat in het bos, die vermoord is. Ze willen dat de dader zich meldt. Daarom nemen ze tien gijzelaars. Onder die tien is Michiel's vader. Als niemand zich meldt, zullen ze de gijzelaars doodschieten. De volgende dag heeft nog niemand zich gemeld, dus er worden 4 gijzelaars doodgeschoten. De anderen zullen de volgende dag doodgeschoten worden, maar de Duitsers besluiten dat ze nog een gijzelaar dood zullen schieten: Michiel's vader. De anderen worden vrijgelaten. Nu raakt Michiel nog meer bij het verzet betrokken. Een tijdje later komen er een paar mensen bij hen binnen en vertellen dat ze de IJssel willen oversteken. Het zijn eigenlijk Joden. Michiel zegt dat hij hen wil helpen de IJssel over te steken. Hij vermomt de mensen als Zeeuwse meisjes en brengt ze naar de overkant in de koets van de barones. Later worden de hulpverleners gepakt. Vreemd genoeg wordt Michiel niet opgepakt. Ondertussen is Dirk ontsnapt. Hij duikt onder bij de piloot in het bos. De piloot is flink opgeknapt en wil proberen bevrijd gebied te bereiken. Michiel schakelt Oom Ben in, een huisvriend, die al lang in het verzet zit. Maar door een toevallige gebeurtenis komt hij erachter dat Oom Ben een vriend van de Duitsers is. Hij kan nog net voorkomen dat alles verkeerd afloopt, anders was Jack in de handen van de Duitsers gelopen…….. Achteraf bleken al die fouten te zijn veroorzaakt door verraad. Jack gaat terug naar Engeland en in Nederland wordt het leven weer gewoon. Dirk is weer bij zijn ouders en Michiel zei tegen Dirk: 'Ik vecht nooit meer in een oorlog, alleen nog tegen een oorlog!!' Samenvatting van de recensie Het gaat over een jongen, zijn naam is Michiel, die in de oorlog leeft. Het is winter en overal vandaan komen mensen voedsel halen in het dorp van Michiel. Dat dorp ligt ergens aan de IJssel. Michiel heeft een buurjongen die Dirk heet, en bij de ondergrondse zit. Op een zeker dag gaat de ondergrondse een kantoor overvallen in een naburig dorp. Dirk besluit Michiel in vertrouwen te nemen en hem alles te vertellen. Daarna krijgt Michiel een brief, die hij aan Bertus Hardhorend moet geven, als Dirk niet terugkomt. Die weet dan wat hij moet doen. Maar Dirk en Bertus zijn allebei opgepakt en uit de brief blijkt, dat hij de zorg krijgt over een Engelse piloot die in het bos verborgen zit. Michiel en zijn zusje verzorgen hem. Bij hun thuis logeert een kennis, Oom Ben, en twee Joden. De twee joden willen naar de overkant van de IJssel en Michiel brengt hem met de koets van de barones, tussen 3 en half 4, want dan staan er geen wachten op de pont. Als Michiel ze heeft afgezet, gaat hij terug en ziet een paar Duitsers, ook met paard en wagen. Ze houden een paardenrazzia. Hij rijdt hard weg. De volgende dag ziet hij Dirk, hij is erg toegetakeld door de SS-ers. Toen hij met de trein werd vervoerd is hij eruit gesprongen. Nu moet Michiel dus 2 mensen verzorgen. Na een tijdje vertelt hij alles aan Oom Ben (die is landverrader) en Oom Ben zal wel overal voor zorgen. Hij maakt een vals paspoort zodat de Piloot Jack de grens overkant. Gelukkig komt Michiel er tijdig achter dat Oom Ben alles verraden heeft. Nu komt alles op tijd in orde. Mijn mening Mijn mening is dat het een mooi boek dat in het begin saai lijkt, maar later toch wel spannend is zodat je bijna niet kunt stoppen met lezen!! De gevoelens en karakters komen goed naar voren en ook de sfeer van de oorlog komt naar voren; iedereen helpt iedereen.