Indische duinen door Adriaan van Dis

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
Boekcover Indische duinen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 3284 woorden
  • 20 maart 1999
  • 321 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
321 keer beoordeeld

Boekcover Indische duinen
Shadow

Een gezin keert terug uit het oude Indië. Een Japans kamp ligt achter hen, maar Nederland biedt geen vrede. De repatrianten vestigen zich in een koloniehuis in de duinen: een zoon wordt geboren: hij is de buitenstaander die in een sfeer van verzwegen leed wordt opgevoed. Zijn vader wil hem harden voor de volgende oorlog. Zesenveertig jaar later ontrafelt de zoon …

Een gezin keert terug uit het oude Indië. Een Japans kamp ligt achter hen, maar Nederland biedt geen vrede. De repatrianten vestigen zich in een koloniehuis in de duinen: een …

Een gezin keert terug uit het oude Indië. Een Japans kamp ligt achter hen, maar Nederland biedt geen vrede. De repatrianten vestigen zich in een koloniehuis in de duinen: een zoon wordt geboren: hij is de buitenstaander die in een sfeer van verzwegen leed wordt opgevoed. Zijn vader wil hem harden voor de volgende oorlog. Zesenveertig jaar later ontrafelt de zoon de geheimen en de leugens van zijn familie.

Indische duinen door Adriaan van Dis
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel Indische Duinen Auteur Adriaan Van Dis Biografische schets van de auteur Adriaan Van Dis (1946) is de zoon van een blanke ex-militair uit het Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en een Indische vrouw. Hij groeide op in Bergen aan Zee waar nog meer Nederlands-Indische families woonden. Indië speelde in deze gemeenschap een belangrijke rol, bv. de oorlogsherinneringen van zijn vader die als gevangene van de Japanners aan de Sumatra-spoorweg had gewerkt. De blanke Adriaan die Indië niet kende voelde zich in dit milieu altijd een buitenstaander. Hij is zeer streng opgevoed en mocht van zijn vader niet omgaan met kinderen die van 'lagere' afkomst waren. Toen hij elf jaar oud was, verloor van Dis zijn vader. In het gezin werd toen drastisch gebroken met het Indische leven dat men al die jaren ook in Nederland nog had geleid. Na zijn Hbo-opleiding in Hilversum (1967), volgde hij in Amsterdam de Mbo- opleiding Nederlands. Hij haalde zijn MO-A-akte en vertrok in maart 1969 voor een reis 'richting India'. In november van hetzelfde jaar keerde hij terug, na niet in India maar wel in Afghanistan te zijn geweest. Vervolgens voltooide hij zijn Mbo-opleiding en ging Zuid-Afrikaans studeren. Vanaf 1974 schreef hij tevens regelmatig voor NRC Handelsblad. In 1978 studeerde hij af op een scriptie over een boek van Breyten Breytenbach , een auteur die hij als voorbeeld beschouwde en wiens werk hij later ook zou vertalen. Na zijn afstuderen was hij tot 1982 aan NRC Handelsblad verbonden als chef van het zaterdags bijvoegsel. Op 16 maart 1983 presenteerde hij het televisieprogramma 'Hier is... Adriaan Van Dis' waarmee hij bekendheid kreeg in Nederland. In 1986 kreeg hij voor dit programma, waarin hij uitgebreide en soms opschudding veroorzakende gesprekken met schrijvers voerde, de Nipkowschijf voor het beste televisieprogramma. De laatste paar jaar heeft hij zich echter geheel aan het schrijven gewijd. In 1983 publiceerde Van Dis zijn literair debuut, de novelle Nathan Sid (bekroond met de prijs voor het best verkochte literaire debuut, het Gouden Ezelsoor, in '84). In 1986 schreef hij De rat van Arras en een collectie van verhalen, Casablanca. Nog enkel belangrijke werken zijn: Zilver (1988), In Afrika (1991) en Indische duinen (1994, bekroond met de Gouden Uil). Situering van de roman in de literatuurgeschiedenis Het is een sterk autobiografische roman die zich in de jaren '90 afspeelt. Het is dus een hedendaagse roman. Het leunt het dichtste aan bij het realisme. De zoon verteld het verleden zoals hij het zich herinnert en vanuit de interpretatie uit zijn omgeving. Hij vertelt wat hij achtereenvolgens doet, met daartussen enkele flashbacks (bv. dingen die zijn vader deed, zei, …). Er komen pijnlijke, ontroerende, lachwekkende en hartverscheurende taferelen in voor.
Korte inhoud Met Indische duinen (1994) schreef Van Dis zijn eerste grote roman. Het is een sterk autobiografische roman waarin hij terugkeert naar het Indische milieu van zijn jeugd, zoals hij dat ook in zijn debuut Nathan Sid deed. Maar de jongen Nathan is in Indische Duinen een 'anonieme' man van 46 geworden. Indische Duinen is een verhaal over een gezin, een moeder en drie dochters (Jana, Ada en Saskia), dat terugkeert uit het oude Indië. Samen met Justin. De oorlog en het Japans kamp liggen achter hen, maar Nederland biedt geen vrede. Al die tijd op het schip en in het kamp, heeft hen zwak gemaakt. Ze bezitten niets om een bestaan op te richten. Ze vestigen zich in een koloniehuis in de duinen. Er wordt een zoon geboren. Een buitenstaander die in een sfeer van verzwegen leed wordt opgevoed. Zijn vader (Justin) wil hem harden voor de volgende oorlog. Hij sterft wanneer de zoon 11 jaar is. Zijn vader was, een ex-militair van het KNIL. Ook hij had het in het dagelijks leven vaak moeilijk met zijn Indisch verleden. Dit was te merken aan de manier waarop hij zijn kinderen behandelde en zelfs mishandelde. Na 46 jaar ontrafelt hij de geheimen en leugens van zijn familie. Bij de dood van zijn halfzuster Ada vindt hij haar dagboeken waardoor hij gaat na-denken over het Indische verleden van zijn ouders en de band die hij had met zijn vader. De man 'wiens naam hij zelfs had afgezworen'. De man die zoveel wrok bij hem opwekt, maar tegelijk ook zoveel genegenheid. De zoektocht van de hoofdpersoon leidt ons door het heden en zijn Indische verleden, waardoor hij verloren familieleden ontdekt (de band met hen blijkt achteraf vrij ingewikkeld te zijn). Maar handelt vooral over de grote innerlijke tweestrijd tussen zijn gevoelens van zowel haat als liefde voor zijn vader. Maar hoe meer hij over diens verleden en het leed dat hij heeft doorgemaakt te weten komt, hoe meer hij beseft dat hij toch wel van hem hield, ondanks de slagen en de vernederingen die hij hem bezorgde. Langzamerhand ontstaat er een beeld van de man, waardoor je hem begrijpt. De pakken slaag die de zoon krijgt zijn beter te begrijpen wanneer hij het harde leven van zijn vader kent. Dan is hij niet meer de boeman, maar een man die zijn zoon wilde harden tegen het leven. Hij komt ook veel over zijn zussen en moeder te weten en ziet in dat familie hebben belangrijk is, zelfs al kan hij er niet goed mee opschieten. Hij is nogal sceptisch over de krachten die zijn moeder en zusters toekennen aan allerlei mystieke zaken. Hij staat voor de problemen van de tweede-generatie. De generatie die niet in Indië geboren is, maar wel te maken krijgt met de frustraties van hun ouders. De roman die vooral ook om zijn stilistische rijkdom geprezen werd, werd genomi-neerd voor verschillende grote literaire prijzen en uiteindelijk bekroond met de Gouden Uil (1995) en de Trouw Publieksprijs voor het Nederlandse Boek (1995). Indische duinen was ook bij het lezerspubliek een groot succes. Het was het best verkochte boek van 1994-1995 en wordt gerekend tot de moderne, Indische literatuur. Enkele citaten: - "Eén ding is zeker: Indië en de hele nasleep van Indië is weer dichterbij gehaald en van het Grote Vergeten over ons koloniale verleden heeft Van dis weer mooi een stuk afgeknabbeld."

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

Doeschka Meijsing in Elsevier - "Een genadeloze autobiografische roman."

Carel Peeters in Vrij Nederland Voorstelling van de belangrijkste personages De 'anonieme' zoon (waarschijnlijk Adriaan zelf): Een man van 47, waarvan we de naam nooit te weten komen. Een beetje gezet en kalend op het achterhoofd. Hij is de ikfiguur in het verhaal. Door het overlijden van zijn halfzuster Ada komen er allerlei herinneringen boven aan het Indische verleden van zijn ouders en zussen. Maar hij gaat vooral nadenken over de band die hij had met zijn nu overleden vader. Vanaf zijn geboorte wordt hij opgevoed in een sfeer van verzwegen leed. Hij zit in de knoop met zijn gedachten. Hij kan zijn verleden en zijn harde opvoeding niet loslaten. Wanneer hij op een korte tijd meer over zijn vader hoort en veel met zijn zussen en andere familieleden praat (meestal over 'vroeger'), raakt hij nog meer in de war. Hij zoekt rust aan de kust waar hij vroeger woonde. De hele zoektocht is een grote innerlijke tweestrijd tussen zijn gevoelens van haat en liefde voor dezelfde man, die hij desondanks de slagen en de vernederingen toch ook blijkt te bezitten. Hij laat het heden en Indische verleden van zijn familie zien. Hij heeft het gevoel dat hij zeer veel op zijn vader lijkt en denkt daarom dat hij zeer agressief is. Dat is ook de reden waarom hij het niet aandurft om Aram, de zoon van Ada en Maarten (zie later), in huis nemen. Hij deugt niet voor de regelmaat van kinderen, en hij woont te klein, vindt hij. De vader (Justin): Justin speelt een grote rol in het leven van de zoon. Hij identificeert zich met hem, maar veracht hem tegelijk. Hij wil zijn verleden doorgronden, en tegelijk vergeten. Justin is niet getrouwd met de moeder, omdat zijn ex-echtgenote geen scheiding toestaat. Voor hij met de moeder samenleefde heeft hij een andere vrouw en 2 kinderen gehad (Roeliana en Roediono). Justin was een ex-militair voor het KNIL (Koninklijk Nederlands Indisch leger). Hij heeft vaak erg moeilijk met zijn koloniaal verleden. Dit was te merken aan de autoritaire manier waarop hij zijn kinderen behandelde. Hij wil zijn zoon harden voor de volgende oorlog. Hij kon niet goed aarden in Nederland. Hij had ook een zeer zwak hart. Hij sterft dus zeer vroeg: wanneer de zoon 11 jaar is. Hij heeft een telmanie, alles wat er gebeurt in zijn leven telt hij. In de oorlog telde hij alle doden, vandaar. De moeder: Ze was vroeger een sterke vrouw, die opgegroeid was in een boeren gezin. Al die tijd op het schip op weg naar Nederland en in het Japans kamp, had haar zwak gemaakt. (Eigenlijk is iedereen in dit boek verzwakt door de oorlog.) Ze bezaten niets om een bestaan op te richten, waar ze erg onzeker door werd. Ze was in verwachting van Justin, een man die ze in het Japans kamp heeft leren kennen. In het begin is alles gezien vanuit het perspectief van de moeder. Daarna uit dat van de zoon. Op het einde nog even vanuit dat van de moeder. (Zie bespreking ruimte) Voor ze met Justin samenwoonde heeft ze nog een andere man gehad. Hij is gestorven in Indië. Hij heette ook Justin en is de vader van Jana, Ada en Saskia. Ze is een wat oudere vrouw die al haar emoties en dingen die ze meegemaakt heeft in Indië opkropt. Zelfs wanneer haar dochters sterven toont ze geen enkele emotie. Ze wil ook niet toegeven dat Justin de zoon geslagen heeft. Ze praat liever niet over het verleden. Saskia: Een halfzuster van de zoon. Ze is rijk, maar ongelukkig getrouwd. Ze geeft, voor alles wat verkeerd loopt in haar leven, de schuld aan de oorlog. Ze zit in een praatgroep. De zoon zegt dat de praatgroep dringend toe is aan nieuwe leden en daarom mensen als Saskia een oorlogstrauma aanpraat. Eigenlijk was ze nog te klein toen ze in Indië waren. Ze haalt al haar verhalen van haar oudste zus Jana. De zoon is erg sceptisch over de krachten die Saskia (en eigenlijk ook de moeder) aan allerlei mystieke zaken toekent. Tante Edmee: Een zuster van Justin. De zoon ontmoet haar een paar keer nadat zij hem een brief heeft geschreven. De zoon kent haar niet en staat er dus wat afstandelijk tegenover, maar hij wil het verleden van zijn vader leren kennen dus luistert hij naar haar. Justin en zij waren volgens haar met veel kinderen thuis. Ze hadden een moeder die veel flirtte met andere mannen, zodat het niet duidelijk was van wie die kinderen waren. Hun vader stond daar weerloos tegenover. Ze zagen hen beiden zeer zelden. Edmee is een gefrustreerde vrouw die niet kan aarden in Nederland en die het erg spijtig vindt dat Justin gestorven is. Ze beweert dat zij tweeën zeer dik waren met elkaar. Ze was getrouwd met Engelsman, waardoor ze soms nog een paar engelse woorden gebruikt. Ze moet eigenlijk niet veel weten van de moeder en de zusters de zoon . Zij zijn niet van het zuivere ras. Ze is dus sinds de dood van Justin niet meer bij hen op bezoek geweest. Het is dus logisch dat de zoon haar niet als de lieve tante gaat beschouwen, wanneer zij dit vraagt. Jana: Een halfzuster van de zoon die naar Canada geëmigreerd is. Ze is getrouwd met Erol en heeft 2 kinderen. Ze heeft kanker en ligt op sterven. Saskia en de moeder gaan erheen na de dood van Ada (later ook de zoon). Saskia valt haar steeds weer lastig met het verleden en dit is echt het laatste waar Jana op dit moment nood aan heeft. Het komt tot een fikse uitbarsting. Aram: Hij is de 14-jarige zoon van Ada en Maarten, een neefje van de zoon. Een belezen eitje, zo vriendelijk en voorkomend, met zijn pagekop, zesteens juchtleren handschoenen en slonzige kleren. Hij moet na de dood van zijn moeder alleen voor zijn psychisch gestoorde vader zorgen. De zoon overweegt om hem in huis op te nemen, maar ziet zichzelf als té agressief en niet capabel om een jongen van 14 op te voeden. Aram wil zelf ook niet, hij wil bij zijn vader blijven. Hij houdt van heavy metal . Maar Arams moeder vindt het fascistisch geschreeuw. De zoon neemt hem een keer mee naar een concert, waar hij opslag de populaire oom wordt. Maarten: Hij is de man van de zoons gestorven halfzuster Ada. Hij is psychisch gestoord en kan bij gevolg niet voor zichzelf zorgen. Eigenlijk moet hij naar een instelling, maar behalve dat de zoon vindt dat hij naar een instelling moet, wordt daar in het boek niet erg veel over gesproken. Het is niet duidelijk hoe hij met de dood van zijn vrouw omgaat, zijn toestand verslechterd wel naar het einde toe. Bespreking ruimte Het sterfbed van Ada: Buiten wuift het onkruid achter de gordijnen, kinderstemmen klonken in de zomertuinen. Ada’s reutel vrat door alles heen. Aram hield wijdbeens de wacht aan haar voeteind. Hij huilde hard. De ouderen snotterden maar wat, of lieten helemaal geen traan. Saskia verzorgde Ada liefdevol en getraind, ze was vroeger verpleegster. Na haar dood trokken ze zich terug in de voorkamer en sloten de glazen schuifdeuren. De zoon gaat er in de laden snuffelen om iets op te zoeken voor de begrafenisonder-nemer en vindt haar dagboeken, zijn zoektocht naar het verleden begint. Japans kamp: We krijgen doorheen het hele boek beschrijvingen van Japanse kampen. Ze leefden er in barakken bij elkaar. De straten waren vuil, het stonk er naar pies. Je deed er geen oog dicht van het gebulder van de zee. Er was een ziekenhuisje midden op het terrein. Meisjes werden soms misbruikt door de Japanners. De japanners waren niet te vergelijken met de Duitsers. Ze zaten niet in concentratiekampen, maar in interneringskampen. ‘Slaan is iets anders dan vergassen’, zegt Saskia. Er komen zeer veel herinneringen aan het Japans kamp in voor. vb. De verhalen die zijn vader vertelde over de oorlog, hoewel je niet zeker weet of ze wel helemaal juist zijn. De echtelijke slaapkamer van Ada & Maarten: Ongelezen kranten, stapels niet-geopende post en een aan één kant beslapen dubbelbed. Ook hier kale planken, stof vlokte tussen de kieren. De kamer had in geen weken een werkster gezien. De onbeslapen kant lag vol met kladblokvellen: voornemens van Maartens wormstekig geheugen. De zoon beseft dat hij Aram niet alleen kan laten met Maarten. Er hing een grote tekening aan de muur, een antieke prent leek het wel, geel en schurftig. Een uitvergrote foto van een tekening, onhandig in perspectief, een studie in soberheid: een plankenvloer, vier opgerolde matjes, rieten wanden, vier blikken, een emmer en een bezem. ‘Onze tampat in Bakinang’ stond eronder. Je herkende de eenvoud van Ada’s huis. De kamer van Aram: Het rook er naar ongewassen voeten en niet-verschoonde lakens, de grond lag bezaaid met boeken, bouwplaten en schoolschriften, de laatste bewijzen van zijn brave leven. Boven zijn schrijftafel hing een prent van koning Arthur en de ridders van de tafelronde en een affiche van een Romeinse vesting. Boven zijn bed hingen de wapenfeiten van zijn stoute leven: een afgerukt verkeersbord, affiches van Guns n’ Roses en heavy-metalgroepen met veel bloot, tatoeages en leer. Hij was ook met een spuitbus in de weer geweest. Het was te zien dat Ada de laatste weken geen trappen meer kon lopen. Hij had zelf het heft in handen genomen. Er lagen zelfs stripboeken op zijn bed. Alleen een in gebroken letters geschreven plakkaat bij zijn hoofdeinde herinnerde nog aan het tanend gezag van zijn ouders: "Aardiger tegen papa en mama doen!" Hier besluit de zoon dat hij Aram onder zijn hoede wil nemen. Het koloniehuis – het strand – de duinen. Een leeg en lelijk huis met een breed rood dak tegen de duinenrij, met een bos achter de duinen. Op de nok staat een groen koperen klokhuis. De voortuin is geheel verzand. Voor de oorlog was het een Duits koloniehuis geweest, vandaar de bel boven het dak. De zoon komt hier vaak heen. ‘Voor mij is er maar één strand. Ik houd van dit landschap, de bruingroene helm achter de duinen, de plukken zandhaver, blauwe distels, gele teunisbloem, het zilver van de abelen, het zwart van de dennen. Als ik niet kan slapen concentreer ik me op dit landschap.’ In de duinen was hij niet ongelukkig. Hier vond hij een horizon onder mensen. Hij kan er in stilte nadenken. Hij komt er ook een keer met Aram heen. Op deze plaats komt hij vooral als hij in d knoop zit met gedachten over zijn vader of andere familieleden. ‘En voor mij zwom mijn vader, naakt, niemand kon ons zien, onze kleren lagen onder een handdoek op het strand. Straks zouden we elkaar droogrossen. De wisseling van warm en koud was goed voor zijn hart. Ik voelde zijn armen langs mijn benen strijken, zijn haartjes deinden in de stroming. De golfslag dreef ons uit elkaar en duwde ons weer samen. Zacht was mijn vader in zee, waar water ons omringde kon hij mij niet slaan. Ik zwom het verleden in en zag de oude beelden komen.’ Het heavy metal-optreden: ‘We deinden in het schip van de kerk. De kansel was een lichtmachine en de donder spatte over onze hoofden. Ik zat gevangen in een bak vol wier, armen krioelden om en onder mij, stilstaan was onmogelijk, we werden opgestuwd. De grond verdween onder mijn voeten, witte rook slingerde om onze kuiten. Ik danste op de golven. Mijn ogen zochten houvast, iets hards wat niet bewoog en waar ik tegenaan kon leunen, maar een bliksem spleet de pilaren en het dak ging aan en uit en op en neer, licht en donker blèrden om ons heen.’ De zoon gaat met zijn neefje Aram naar een optreden van één of andere Gothic band. Ze ontmoeten er een meisje en gaan er wat mee eten. De zoon stelt voor om Aram onder zijn hoede te nemen, maar beseft dat hij gewoon de populaire oom zal blijven en dat Aram kost wat kost bij zijn vader wil blijven. Canada: De zoon , Saskia en de moeder gaan naar Canada, waar Jana, de oudste halzuster van de zoon op sterven ligt. Ze heeft ook kanker. De begrafenis van Ada wordt nog eens overgedaan en uitvoerig verteld aan haar sterfbed. Saskia en de moeder zien in van alles en nog wat tekens. De zoon probeert zijn ergernis te verbergen. Ze zijn niet echt welkom voor de man van Jana, Errol. Hij wil niets meer te maken hebben met Nederland, of Jana’s familie. Daarom slapen ze in een hotel in de buurt. Ze gaan elke dag bij Jana op bezoek, er wordt na een tijd niet veel meer gepraat, er worden couponnen (kortingsbonnen) uit de kranten geknipt. Jana heeft 2 kinderen: een dochter en een zoon, ze zijn niet zo verstandig. De dochter is zwanger en werkt in een supermarkt. Ze zijn alle vier struis gebouwd, typisch Amerikaans dus. Saskia blijft Jana maar ondervragen, waar ze dan ook horendol van wordt. Het loopt op een flinke uitbarsting wanneer Saskia met haar alleen is. Jana heeft alle foto’s die zo dierbaar voor haar waren, verscheurd. De zoon moet hen uit elkaar halen en vertrekt met Saskia en zijn moeder weer naar huis voor Jana’s dood. Saskia wil nooit meer iets met Jana te maken hebben. De zoon heeft nog een gesprek met zijn moeder voor ze vertrekken, voor de eerste maal over zijn vader. De moeder wil niet toegeven dat hij de zoon bijna elke dag sloeg. Jana is in de serre (een soort veranda) overleden, de moeder komt over voor de bescheiden begrafenis. In het vliegtuig op weg naar huis krijgen we weer het verhaal verteld uit het perspectief van de moeder. Vooral door herinneringen aan vroeger.

Carel Peeters in Vrij Nederland Voorstelling van de belangrijkste personages De 'anonieme' zoon (waarschijnlijk Adriaan zelf): Een man van 47, waarvan we de naam nooit te weten komen. Een beetje gezet en kalend op het achterhoofd. Hij is de ikfiguur in het verhaal. Door het overlijden van zijn halfzuster Ada komen er allerlei herinneringen boven aan het Indische verleden van zijn ouders en zussen. Maar hij gaat vooral nadenken over de band die hij had met zijn nu overleden vader. Vanaf zijn geboorte wordt hij opgevoed in een sfeer van verzwegen leed. Hij zit in de knoop met zijn gedachten. Hij kan zijn verleden en zijn harde opvoeding niet loslaten. Wanneer hij op een korte tijd meer over zijn vader hoort en veel met zijn zussen en andere familieleden praat (meestal over 'vroeger'), raakt hij nog meer in de war. Hij zoekt rust aan de kust waar hij vroeger woonde. De hele zoektocht is een grote innerlijke tweestrijd tussen zijn gevoelens van haat en liefde voor dezelfde man, die hij desondanks de slagen en de vernederingen toch ook blijkt te bezitten. Hij laat het heden en Indische verleden van zijn familie zien. Hij heeft het gevoel dat hij zeer veel op zijn vader lijkt en denkt daarom dat hij zeer agressief is. Dat is ook de reden waarom hij het niet aandurft om Aram, de zoon van Ada en Maarten (zie later), in huis nemen. Hij deugt niet voor de regelmaat van kinderen, en hij woont te klein, vindt hij. De vader (Justin): Justin speelt een grote rol in het leven van de zoon. Hij identificeert zich met hem, maar veracht hem tegelijk. Hij wil zijn verleden doorgronden, en tegelijk vergeten. Justin is niet getrouwd met de moeder, omdat zijn ex-echtgenote geen scheiding toestaat. Voor hij met de moeder samenleefde heeft hij een andere vrouw en 2 kinderen gehad (Roeliana en Roediono). Justin was een ex-militair voor het KNIL (Koninklijk Nederlands Indisch leger). Hij heeft vaak erg moeilijk met zijn koloniaal verleden. Dit was te merken aan de autoritaire manier waarop hij zijn kinderen behandelde. Hij wil zijn zoon harden voor de volgende oorlog. Hij kon niet goed aarden in Nederland. Hij had ook een zeer zwak hart. Hij sterft dus zeer vroeg: wanneer de zoon 11 jaar is. Hij heeft een telmanie, alles wat er gebeurt in zijn leven telt hij. In de oorlog telde hij alle doden, vandaar. De moeder: Ze was vroeger een sterke vrouw, die opgegroeid was in een boeren gezin. Al die tijd op het schip op weg naar Nederland en in het Japans kamp, had haar zwak gemaakt. (Eigenlijk is iedereen in dit boek verzwakt door de oorlog.) Ze bezaten niets om een bestaan op te richten, waar ze erg onzeker door werd. Ze was in verwachting van Justin, een man die ze in het Japans kamp heeft leren kennen. In het begin is alles gezien vanuit het perspectief van de moeder. Daarna uit dat van de zoon. Op het einde nog even vanuit dat van de moeder. (Zie bespreking ruimte) Voor ze met Justin samenwoonde heeft ze nog een andere man gehad. Hij is gestorven in Indië. Hij heette ook Justin en is de vader van Jana, Ada en Saskia. Ze is een wat oudere vrouw die al haar emoties en dingen die ze meegemaakt heeft in Indië opkropt. Zelfs wanneer haar dochters sterven toont ze geen enkele emotie. Ze wil ook niet toegeven dat Justin de zoon geslagen heeft. Ze praat liever niet over het verleden. Saskia: Een halfzuster van de zoon. Ze is rijk, maar ongelukkig getrouwd. Ze geeft, voor alles wat verkeerd loopt in haar leven, de schuld aan de oorlog. Ze zit in een praatgroep. De zoon zegt dat de praatgroep dringend toe is aan nieuwe leden en daarom mensen als Saskia een oorlogstrauma aanpraat. Eigenlijk was ze nog te klein toen ze in Indië waren. Ze haalt al haar verhalen van haar oudste zus Jana. De zoon is erg sceptisch over de krachten die Saskia (en eigenlijk ook de moeder) aan allerlei mystieke zaken toekent. Tante Edmee: Een zuster van Justin. De zoon ontmoet haar een paar keer nadat zij hem een brief heeft geschreven. De zoon kent haar niet en staat er dus wat afstandelijk tegenover, maar hij wil het verleden van zijn vader leren kennen dus luistert hij naar haar. Justin en zij waren volgens haar met veel kinderen thuis. Ze hadden een moeder die veel flirtte met andere mannen, zodat het niet duidelijk was van wie die kinderen waren. Hun vader stond daar weerloos tegenover. Ze zagen hen beiden zeer zelden. Edmee is een gefrustreerde vrouw die niet kan aarden in Nederland en die het erg spijtig vindt dat Justin gestorven is. Ze beweert dat zij tweeën zeer dik waren met elkaar. Ze was getrouwd met Engelsman, waardoor ze soms nog een paar engelse woorden gebruikt. Ze moet eigenlijk niet veel weten van de moeder en de zusters de zoon . Zij zijn niet van het zuivere ras. Ze is dus sinds de dood van Justin niet meer bij hen op bezoek geweest. Het is dus logisch dat de zoon haar niet als de lieve tante gaat beschouwen, wanneer zij dit vraagt. Jana: Een halfzuster van de zoon die naar Canada geëmigreerd is. Ze is getrouwd met Erol en heeft 2 kinderen. Ze heeft kanker en ligt op sterven. Saskia en de moeder gaan erheen na de dood van Ada (later ook de zoon). Saskia valt haar steeds weer lastig met het verleden en dit is echt het laatste waar Jana op dit moment nood aan heeft. Het komt tot een fikse uitbarsting. Aram: Hij is de 14-jarige zoon van Ada en Maarten, een neefje van de zoon. Een belezen eitje, zo vriendelijk en voorkomend, met zijn pagekop, zesteens juchtleren handschoenen en slonzige kleren. Hij moet na de dood van zijn moeder alleen voor zijn psychisch gestoorde vader zorgen. De zoon overweegt om hem in huis op te nemen, maar ziet zichzelf als té agressief en niet capabel om een jongen van 14 op te voeden. Aram wil zelf ook niet, hij wil bij zijn vader blijven. Hij houdt van heavy metal . Maar Arams moeder vindt het fascistisch geschreeuw. De zoon neemt hem een keer mee naar een concert, waar hij opslag de populaire oom wordt. Maarten: Hij is de man van de zoons gestorven halfzuster Ada. Hij is psychisch gestoord en kan bij gevolg niet voor zichzelf zorgen. Eigenlijk moet hij naar een instelling, maar behalve dat de zoon vindt dat hij naar een instelling moet, wordt daar in het boek niet erg veel over gesproken. Het is niet duidelijk hoe hij met de dood van zijn vrouw omgaat, zijn toestand verslechterd wel naar het einde toe. Bespreking ruimte Het sterfbed van Ada: Buiten wuift het onkruid achter de gordijnen, kinderstemmen klonken in de zomertuinen. Ada’s reutel vrat door alles heen. Aram hield wijdbeens de wacht aan haar voeteind. Hij huilde hard. De ouderen snotterden maar wat, of lieten helemaal geen traan. Saskia verzorgde Ada liefdevol en getraind, ze was vroeger verpleegster. Na haar dood trokken ze zich terug in de voorkamer en sloten de glazen schuifdeuren. De zoon gaat er in de laden snuffelen om iets op te zoeken voor de begrafenisonder-nemer en vindt haar dagboeken, zijn zoektocht naar het verleden begint. Japans kamp: We krijgen doorheen het hele boek beschrijvingen van Japanse kampen. Ze leefden er in barakken bij elkaar. De straten waren vuil, het stonk er naar pies. Je deed er geen oog dicht van het gebulder van de zee. Er was een ziekenhuisje midden op het terrein. Meisjes werden soms misbruikt door de Japanners. De japanners waren niet te vergelijken met de Duitsers. Ze zaten niet in concentratiekampen, maar in interneringskampen. ‘Slaan is iets anders dan vergassen’, zegt Saskia. Er komen zeer veel herinneringen aan het Japans kamp in voor. vb. De verhalen die zijn vader vertelde over de oorlog, hoewel je niet zeker weet of ze wel helemaal juist zijn. De echtelijke slaapkamer van Ada & Maarten: Ongelezen kranten, stapels niet-geopende post en een aan één kant beslapen dubbelbed. Ook hier kale planken, stof vlokte tussen de kieren. De kamer had in geen weken een werkster gezien. De onbeslapen kant lag vol met kladblokvellen: voornemens van Maartens wormstekig geheugen. De zoon beseft dat hij Aram niet alleen kan laten met Maarten. Er hing een grote tekening aan de muur, een antieke prent leek het wel, geel en schurftig. Een uitvergrote foto van een tekening, onhandig in perspectief, een studie in soberheid: een plankenvloer, vier opgerolde matjes, rieten wanden, vier blikken, een emmer en een bezem. ‘Onze tampat in Bakinang’ stond eronder. Je herkende de eenvoud van Ada’s huis. De kamer van Aram: Het rook er naar ongewassen voeten en niet-verschoonde lakens, de grond lag bezaaid met boeken, bouwplaten en schoolschriften, de laatste bewijzen van zijn brave leven. Boven zijn schrijftafel hing een prent van koning Arthur en de ridders van de tafelronde en een affiche van een Romeinse vesting. Boven zijn bed hingen de wapenfeiten van zijn stoute leven: een afgerukt verkeersbord, affiches van Guns n’ Roses en heavy-metalgroepen met veel bloot, tatoeages en leer. Hij was ook met een spuitbus in de weer geweest. Het was te zien dat Ada de laatste weken geen trappen meer kon lopen. Hij had zelf het heft in handen genomen. Er lagen zelfs stripboeken op zijn bed. Alleen een in gebroken letters geschreven plakkaat bij zijn hoofdeinde herinnerde nog aan het tanend gezag van zijn ouders: "Aardiger tegen papa en mama doen!" Hier besluit de zoon dat hij Aram onder zijn hoede wil nemen. Het koloniehuis – het strand – de duinen. Een leeg en lelijk huis met een breed rood dak tegen de duinenrij, met een bos achter de duinen. Op de nok staat een groen koperen klokhuis. De voortuin is geheel verzand. Voor de oorlog was het een Duits koloniehuis geweest, vandaar de bel boven het dak. De zoon komt hier vaak heen. ‘Voor mij is er maar één strand. Ik houd van dit landschap, de bruingroene helm achter de duinen, de plukken zandhaver, blauwe distels, gele teunisbloem, het zilver van de abelen, het zwart van de dennen. Als ik niet kan slapen concentreer ik me op dit landschap.’ In de duinen was hij niet ongelukkig. Hier vond hij een horizon onder mensen. Hij kan er in stilte nadenken. Hij komt er ook een keer met Aram heen. Op deze plaats komt hij vooral als hij in d knoop zit met gedachten over zijn vader of andere familieleden. ‘En voor mij zwom mijn vader, naakt, niemand kon ons zien, onze kleren lagen onder een handdoek op het strand. Straks zouden we elkaar droogrossen. De wisseling van warm en koud was goed voor zijn hart. Ik voelde zijn armen langs mijn benen strijken, zijn haartjes deinden in de stroming. De golfslag dreef ons uit elkaar en duwde ons weer samen. Zacht was mijn vader in zee, waar water ons omringde kon hij mij niet slaan. Ik zwom het verleden in en zag de oude beelden komen.’ Het heavy metal-optreden: ‘We deinden in het schip van de kerk. De kansel was een lichtmachine en de donder spatte over onze hoofden. Ik zat gevangen in een bak vol wier, armen krioelden om en onder mij, stilstaan was onmogelijk, we werden opgestuwd. De grond verdween onder mijn voeten, witte rook slingerde om onze kuiten. Ik danste op de golven. Mijn ogen zochten houvast, iets hards wat niet bewoog en waar ik tegenaan kon leunen, maar een bliksem spleet de pilaren en het dak ging aan en uit en op en neer, licht en donker blèrden om ons heen.’ De zoon gaat met zijn neefje Aram naar een optreden van één of andere Gothic band. Ze ontmoeten er een meisje en gaan er wat mee eten. De zoon stelt voor om Aram onder zijn hoede te nemen, maar beseft dat hij gewoon de populaire oom zal blijven en dat Aram kost wat kost bij zijn vader wil blijven. Canada: De zoon , Saskia en de moeder gaan naar Canada, waar Jana, de oudste halzuster van de zoon op sterven ligt. Ze heeft ook kanker. De begrafenis van Ada wordt nog eens overgedaan en uitvoerig verteld aan haar sterfbed. Saskia en de moeder zien in van alles en nog wat tekens. De zoon probeert zijn ergernis te verbergen. Ze zijn niet echt welkom voor de man van Jana, Errol. Hij wil niets meer te maken hebben met Nederland, of Jana’s familie. Daarom slapen ze in een hotel in de buurt. Ze gaan elke dag bij Jana op bezoek, er wordt na een tijd niet veel meer gepraat, er worden couponnen (kortingsbonnen) uit de kranten geknipt. Jana heeft 2 kinderen: een dochter en een zoon, ze zijn niet zo verstandig. De dochter is zwanger en werkt in een supermarkt. Ze zijn alle vier struis gebouwd, typisch Amerikaans dus. Saskia blijft Jana maar ondervragen, waar ze dan ook horendol van wordt. Het loopt op een flinke uitbarsting wanneer Saskia met haar alleen is. Jana heeft alle foto’s die zo dierbaar voor haar waren, verscheurd. De zoon moet hen uit elkaar halen en vertrekt met Saskia en zijn moeder weer naar huis voor Jana’s dood. Saskia wil nooit meer iets met Jana te maken hebben. De zoon heeft nog een gesprek met zijn moeder voor ze vertrekken, voor de eerste maal over zijn vader. De moeder wil niet toegeven dat hij de zoon bijna elke dag sloeg. Jana is in de serre (een soort veranda) overleden, de moeder komt over voor de bescheiden begrafenis. In het vliegtuig op weg naar huis krijgen we weer het verhaal verteld uit het perspectief van de moeder. Vooral door herinneringen aan vroeger.

REACTIES

K.

K.

ik vind het een goede uittreksel ik heb hem goed gebruikt

22 jaar geleden

C.

C.

Hoi,

geef de tekst de je letterlijk uit het boek citeert duidelijk aan. Je springt te gemakkelijk om met citaten. Soms geef je niet aan dat je citeert en soms geef je d.m.v. aanhalingstekens aan dat je wel citeert, maar dan citeer je niet zelden onnauwkeurig...

groet,

22 jaar geleden

S.

S.

Jij zegt bij "voorstelling van de belangrijkste personages" dat we de naam van de hoofdpersoon nooit te weten komen, maar op blz 263 (van de versie van het boek met 315 blz) staat dat hij zijn naam "danst". Eerst doet hij de N, dan de A, T,H,A,N. Nathan dus.

13 jaar geleden

M.

M.

Hoi Pipo de clown

4 jaar geleden

T.

T.

je kunt hier niets in vinden! Graag een iets betere layout. Zo weet ik aan het begin niet of je iets over de schrijver vertelt of een samenvatting geeft

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Indische duinen door Adriaan van Dis"