Olsen kijkt het dossier over de moord op Karin Esbjerg nog eens door, en herinnert zich gesprekken met een ambtenaar in Kopenhagen en de gevangenisdirecteur van Kolding over deze zaak. Olsen gaat praten met de burgemeester en de commissaris, maar wordt niet veel wijzer van hen. De commissaris brengt hem bij Lina Krog, een tolk, die veel van de Groenlanders afweet. Van haar hoort hij dat Jón Eira een dichter was, en dat hij bij zijn dorpsgenoten in hoog aanzien stond. Lina laat Olsen de ijsfjord van Jakobshavn zien. Als hij terug komt in het hotel, ligt er een brief van zijn vrouw waarin zij schrijft dat zijn vader ernstig ziek is. Als hij even later zijn vrouw opbelt, blijkt dat zijn vader gestorven is. Lina was vroeger schooljuffrouw, maar ze is met dat werk opgehouden omdat ze erachter kwam dat het Deense onderwijs aan de Groenlandse kinderen voorbijging. Lina gaat naar het hotel om Olsen op te halen. Daar komt ze Nick Morello tegen, de man met wie ze een jaar geleden een verhouding had. Olsen gaat mee met Lina Krog en spreekt met haar over de zaak. Als Olsen weg is, denkt Lina aan haar vriend Jim, die nooit is teruggekomen uit Vietnam. Later heeft Nick haar getroost. Olsen drinkt een borrel bij de koster van Jakobshavn en later nog eens samen met Nick Morello. Als Olsen naar bed gaat, denkt de dronken Morello aan de krukkenmuziek die hij hier moet spelen. Vrijdag 4 juli 1975
Jakob Olsen koopt een zonnebril en gaat kijken naar de repetitie van het toneelstuk dat door Lina Krog geregisseerd wordt. Samen brengen ze een bezoek aan Nystrup, de grote garnalenfabriek van Jakobshavn, waar tegenwoordig veel Inuit werken. Nick komt bij Lina op bezoek en blijft bij haar slapen. Olsen heeft een gesprek met Sivertsen, de onderzoeksrechter uit Godthåb. Sivertsen heeft destijds grote moeilijkheden gehad met de ondervraging. De bewoners van Eqe waren exact over temperatuur, windkracht en weersgesteldheid, maar erg vaag als het over de beraadslagingen ging die tot de beslissing hadden geleid. Woorden als ‘misschien' en ‘ik weet het niet' komen vaak in het rapport voor. Olsen gaat samen met Sivertsen bij de burgemeester en zijn vrouw eten. Zaterdag 5 juli 1975
Olsen dwaalt rond in de mist als hij enveloppen gaat kopen. Lina komt Nick Morello tegen in het hotel. Morello vertelt haar dat hij haar in een seksclub in New York heeft gezien. Als Lina weer terug gaat, denkt ze aan de tijd die ze in New York heeft doorgebracht. Olsen komt in de supermarkt aan, en bedenkt dat het onmogelijk is een rapport te schrijven dat aan alle details recht doet. Hij wordt uitgenodigd door een Eskimovrouw, en koopt een tupilakbeeldje. Hij gaat terug naar het hotel en vindt een brief van zijn vrouw. Ze schrijft o.a. over de crematie van Olsens vader. Olsen schrijft nog even iets terug en ondertekent o.a. met ‘je weifelmoedige waarnemer'. `s Avonds praat Olsen met de vroegere dorpsgenoten van Jón Eira. Hij hoort dat Jón Eira Karin Esbjerg gedood heeft omdat hij de beste jager was. Ook nu zijn de Inuit weer erg vaag. Olsen krijgt het gevoel dat het belangrijkste in deze zaak niet onder woorden kan worden gebracht. Zondag 6 juli 1975
Olsen gaat met Umanatsiaq en zijn vader in een boot naar het voormalige dorp van Jón Eira, Eqe. Alle bewoners zijn vertrokken en werken nu in de stad. Als ze het uitgestorven dorp bezichtigd hebben, wil Umanatsiaq hem ook nog het eilandje laten zien waar de vrouw vermoord is. Daar doodt Umanatsiaq Jakob Olsen met een mes. Lina Krog heeft de band met de gesprekken met de Groenlanders uitgetypt en wil deze naar Jakob Olsen brengen. Olsen is vanzelfsprekend niet thuis. Lina gaat naar zijn hotelkamer en vindt daar de brief die Olsen nog aan zijn vrouw wilde sturen. Ze leest dat Olsen zich wel tot haar aangetrokken voelde. De burgemeester, de commissaris en de hoteleigenaar storen haar in haar stiekeme gelees, maar ze weet nog gauw de brief weg te frommelen voordat ze verdwijnt. De drie mannen nemen de spullen van Olsen mee en sluiten de gordijnen. Lina komt Nick Morello tegen. Ze laat hem de brief van Olsen lezen. Daarna verbranden ze de brief en gaan met elkaar naar bed. Ze weten nu zeker dat ze uit Groenland weg willen. (Soort epiloog) In deze kleine ‘uitweiding' vertelt de schrijver hoe het met de overige personages afliep. De première van het toneelstuk van Lina Krog werd een groot succes. De moordenaar van Jakob Olsen werd tot zeven jaar veroordeeld. Deze keer waren er geen oud-bewoners van Eqe in de rechtszaal aanwezig. De aantekeningen van Olsen werden opgeborgen, men beschouwde de zaak als afgedaan. Nick Morello ging terug naar New York, Lina Krog naar Kopenhagen. Inge Olsen woont drie straten van haar vandaan. Vertelsituatie Er is een overwegend personale vertelsituatie met auctoriale elementen. Vaak vernemen we de gedachten en gevoelens van Jakob Olsen, af en toe echter ook van Lina Krog en Nick Morello. Een auctoriaal element is de laatste bladzijde van het boek. Een niet met name genoemde vertelinstantie doet daar nog even uit de doeken hoe het verder met de personages verliep. Hoewel je zou verwachten dat we bij dit gekozen perspectief nu wel erg veel gedachten en gevoelens van de personages te weten zouden komen, valt dit toch zwaar tegen. De personen registreren meer gebeurtenissen dan gevoelens, ze blijven op een afstand. Zo kun je een parallel trekken met de bewoners van Eqe: ze zijn erg exact over uiterlijke dingen, maar erg vaag over wat er nu werkelijk in hen omgaat. De personages in Onder ijsbergen doen precies hetzelfde: ze registreren heel exact kleuren, het weer, hoe iemand er uit ziet, enz., maar wat er werkelijk in hen omgaat kom je bijna niet te weten, of alleen via een omweg. Een voorbeeld om dit te verduidelijken. Als Jakob Olsen bij Lina Krog op bezoek is, voelt hij zich tot haar aangetrokken, hij wil zich in haar verliezen. Maar dit komt de lezer pas te weten via de brief die Lina Krog later vindt, als Olsen al dood is. Het bezoek van Olsen aan Lina is ook beschreven, maar daar lezen we niet één keer dat hij zich aangetrokken voelt tot Lina. Er staan alleen wat vage aanduidingen als ‘Zijn handen beefden', ‘Hij voelde zijn bloed in zijn hoofd rondgaan', enz., die net zo goed betrekking kunnen hebben op het feit dat Olsen in de war is omdat hij net gehoord heeft dat zijn vader is overleden. We lezen wel precies wat er op de tekeningen staat die Olsen ziet, hoe de borrelglaasjes er uit zien, enz. Zo vergroot het perspectief zich als het ware naar de lezer toe; de lezer neemt de waarnemer Olsen waar, en zoals Olsen in feite niet achter de exacte motieven van de Groenlanders komt, zo tast de lezer ook in het duister omtrent de moord op Jakob Olsen. Tijd Het verhaal is bijna chronologisch verteld. De gebeurtenissen vinden chronologisch plaats in vijf achtereenvolgende dagen. Er zijn echter wel sprongen terug in de tijd, bijvoorbeeld als Olsen zich de gesprekken herinnert met de ambtenaar en de gevangenisdirecteur. De verteltijd is 167 bladzijden, en de vertelde tijd is zonder de epiloog vijf dagen. De epiloog zelf bestrijkt een langere tijdsperiode, ongeveer een paar maanden na de dood van Jakob Olsen. Op bladzijde 112 staat een vooruitwijzing: Bastiansen trekt de deur zacht achter zich dicht, ‘alsof hij de kamer van een stervende verliet'. Het tijdsperspectief is vision avec. In dit boek vinden we daar een mooi voorbeeld van: op blz. 60-61 denkt Olsen dat hij het gezicht van Lina, lang nadat hij uit Groenland weg zou zijn, zich zou weten te herinneren. Dit komt niet uit, Olsen zou Groenland nooit meer levend uit komen. Met een dergelijke zin wekt de schrijver de suggestie alsof dat wel zo is. Het verhaal speelt zich af in 1975. Het boek is geschreven in de verleden tijd, alleen de laatste zin (‘Inge Olsen woont drie straten van haar vandaan [...]’) staat in de tegenwoordige tijd. Hierdoor krijg je het gevoel dat Inge Olsen daar ‘in het echt' op dit moment nog woont. Ruimte Het verhaal speelt zich af op Groenland. Dat is een onherbergzaam eiland met grote sneeuw- en ijsvlakten. Dit illustreert de eenzaamheid en de ontheemding van de drie belangrijkste personages. Als Jakob Olsen aankomt is het nog helder weer. Olsen is dan nog de koele, zelfverzekerde waarnemer. Uiteindelijk komt hij in de mist terecht, wat gepaard gaat met zijn weifelmoedigheid en zijn desoriëntatie. Het dorp Jakobshavn (let op de naam: in deze haven strandt Jakob Olsen) is kil en onpersoonlijk, een indruk die nog versterkt wordt door het vele ijs. Ook de personages zijn koel en afstandelijk, evenals de stijl waarin het boek geschreven is.
zijn even verstandig: heel de mensheid is half. Ook dit motto verwijst ook naar de onmacht van de mens om zichzelf en de wereld te begrijpen. ‘Heel de mensheid is half’. Stijl De stijl waarin het boek geschreven is, is koel en afstandelijk. Ook hier dringt de vergelijking met een ijsberg zich op: onder de oppervlakte van de woorden zit veel verborgen. De zinsbouw is kort en zakelijk; er worden veel uiterlijke details en weinig gevoelens beschreven. Er is tamelijk veel dialoog, de gesprekken zijn natuurlijk.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden