Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Le petit Nicolas door René Goscinny & Sempé

Beoordeling 8.7
Foto van Carolien
Boekcover Le petit Nicolas
Shadow
  • Boekverslag door Carolien
  • 4e klas vwo | 4072 woorden
  • 29 juni 2018
  • 104 keer beoordeeld
Cijfer 8.7
104 keer beoordeeld

Boekcover Le petit Nicolas
Shadow
Een nieuwe vertaling van het eerste deel uit de reeks 'Le petit Nicolas', voor het laatst in het Nederlands uitgegeven in 1981*. De ik-figuur, de kleine Nicolaas (7), haalt veel ondeugende streken uit met zijn vrienden en klasgenoten. Daarmee drijft hij veel volwassenen tot wanhoop, maar hij blijkt ook een klein hartje te hebben. De karaktertekening van Nicola…
Een nieuwe vertaling van het eerste deel uit de reeks 'Le petit Nicolas', voor het laatst in het Nederlands uitgegeven in 1981*. De ik-figuur, de kleine Nicolaas (7), haalt…
Een nieuwe vertaling van het eerste deel uit de reeks 'Le petit Nicolas', voor het laatst in het Nederlands uitgegeven in 1981*. De ik-figuur, de kleine Nicolaas (7), haalt veel ondeugende streken uit met zijn vrienden en klasgenoten. Daarmee drijft hij veel volwassenen tot wanhoop, maar hij blijkt ook een klein hartje te hebben. De karaktertekening van Nicolaas en zijn vriendjes is soms ongenuanceerd, maar altijd zeer raak: Alcestus ('mijn vriendje, hij is heel dik en hij eet de hele tijd') en Agnanus ('die de beste van de klas is en het lievelingetje van de juf'). Opvallend zijn de gelatiniseerde namen in deze vertaling. Dolkomisch verteld in toegankelijke, slapstickachtige stijl. In het woord vooraf vertelt tekenaar Sempé over de ontmoeting en de samenwerking tussen de schrijver (vooral bekend van strips, met name 'Asterix' en 'Lucky Luke') en de tekenaar/cartoonist van 'Paris-Match' en 'The New Yorker'. Geïllustreerd met de originele, karikaturale cartoons uit 1960 die ook heden ten dage zeer zullen aanspreken. Aanwinst om voor te lezen aan kinderen vanaf ca. 7 jaar, zelf lezen vanaf ca. 9 jaar. Maar ook volwassenen zullen een aantal plezierige uurtjes met dit boek willen doorbrengen.
Le petit Nicolas door René Goscinny & Sempé
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

De klassenfoto (La photo de la classe)

’s Ochtends kwam iedereen blij op school, want een fotograaf zou een foto maken. De lerares had gezegd dat iedereen zich netjes moest kleden, Geoffrey had zich verkleed als marsmannetje. Zijn vader is rijk en geeft hem wat hij maar wil. De foto wordt gemaakt tijdens rekenen, dit vind Agnan (slimste van de klas en lievelingetje van lerares) niet leuk want hij had zijn huiswerk juist zo goed gemaakt. Eudes wil hem op zijn neus slaan, maar Agnan draagt een bril. Iedereen moet kalm worden van de fotograaf en juf. Het lijkt de fotograaf een goed idee om drie rijen kinderen neer te zetten. Eerst de kleinsten (zitten) dan die van middelmatige lengte (staan) en dan de grootsten (staan op kisten). De kinderen moeten de kisten uit de kelder halen, ze hebben daar plezier. Rufus zet een zak op zijn hoofd en zegt: ‘ik ben een geest.’ Als de lerares komt is ze niet blij, maar Rufus houdt niet op. De kinderen waren helemaal zwart (van vuil). De fotograaf ging de kisten goed neerzetten en de kinderen hadden wat tijd voor zichzelf. Iedereen moest zich omkleden behalve Geoffrey en Agnan (zij waren schoon). Als iedereen moet gaan staan/zitten wil Eudes gaan staan op de kisten,

Geoffrey vraag wat voor een camera de fotograaf heeft, hij denk dat zijn vader hem een betere had gegeven. De fotograaf is boos/ niet blij en Geoffrey moet weer op zijn plaats zitten. Alceste eet altijd, nu eet hij een boterham met jam die op zijn borst valt. Daarom moet hij nu ergens anders staan (zodat je het niet ziet). Hij moet ruilen met Eudes, maar Eudes wil zijn plaats niet weg geven. Uiteindelijk wisselen ze wel, maar Eudes sloeg Alceste eerst op zijn neus. “Je neemt een mooie pose aan en lacht, dan zal de fotograaf een mooie foto maken,” schreeuwde de juf. Maar het was al te laat, de fotograaf was vertrokken zonder iets te zeggen.

De cowboys (Les cowboys)

Nicolas had zijn vrienden uitgenodigd om cowboy te spelen die middag. Ze kwamen verkleed, Rufus als agent (gekregen van zijn vader, die is agent). Eudes heeft een scoutinghoed en een riem met twee holsters, met daarin pistolen. Alceste was een indiaan, hij leek op een dikke kip. Geoffrey had een volledige cowboy outfit, met alles erop en eraan. Nicolas heeft een zwart masker, een rode sjaal en een pijl en boog. Nicolas stelt voor de jonge man te zijn met een wit paard en de rest moest dieven zijn. De rest is het er niet mee eens en wil ook de jonge man zijn. Rufus wil de agent wel zijn, maar dat kan niet volgens Geoffrey want agenten dragen niet zulke képi’s (hoedje). Ze krijgen ruzie en Rufus geeft Geoffrey een klap, Geoffrey doet alsof hij Rufus neer schiet en Rufus geeft hem nog een klap. Nicolas galoppeert door de tuin, Eudes houdt hem tegen en wil zijn paard stelen. Dan krijgt Eudes een goed idee, iedereen is een cowboy behalve Alceste (hij is een indiaan), hij neemt een cowboy gevangen en dan komt de rest de gevangene redden en Alceste verslaan. Iedereen, behalve Alceste, vind het een goed idee. Hij wil de gevangene niet zijn dus stopt hij met spelen en gaat een chocolade broodje eten. Uiteindelijk doet Alceste toch mee, maar op de voorwaarde dat hij een goede indiaan is, iedereen gaat akkoord maar wie wordt de gevangene? Ze komen er niet uit en maken zoveel herrie dat de vader van Nicolas naar buiten komt. Hij vind het prima om de gevangene te zijn, ze binden hem vast aan de boom met een waslijn. Op dat moment sprong de buurman over de heg, de buurman houdt van papa plagen. Hij is ook een roodhuid genaamd het rechtopstaande stier. Terwijl de vader zich los probeert te maken roept Nicolas zijn moeder de jongens naar binnen voor wat lekkers. Daarna gaan ze naar Nicolas zijn kamer om met de elektrische trein te spelen. Als Nicolas die avond naar beneden gaat ziet hij zijn vader en meneer Blédurt nog steeds cowboy spelen.

De Bouillon (Le Bouillon)

De juffrouw was niet op school (ziek), dus was er een invaldocent: meneer Dubon. De leerlingen noemen hem surveillant Bouillon omdat zijn ogen lijken op de vetoogjes die in soep zitten. Meneer Bouillon heeft een dikke snor en straft vaak. Bouillon moet even weg, omdat hij moet werken met de directeur. Iedereen moet beloven om braaf te zijn en Bouillon wees de beste leerling (Agnan) aan om op de klas te letten. Hij geeft Agnan de leiding en belooft om van tijd tot tijd even terug te komen om te kijken hoe het gaat. Ze moeten bezig gaan met school, dus Agnan pakt een rekenprobleem de rest van de klas denkt daar echter anders over. Clotaire vraagt dan of Agnan gek is, waarop Agnan roept dat hij zijn mond moet houden, en dan zegt Clotaire weer dat hij niet naar Agnan luistert. Dan komt meneer Bouillon binnen. Hij zegt dat hij de hele tijd heeft staan luisteren en de kinderen moeten voor straf een hele lange zin herhalen. Joachim stelt voor om bij de deur te staan om zo te kijken of Bouillon terug komt. Clotaire vraagt of Joachim iemand ziet en hij zegt van niet. Clotaire wil dat Agnan het rekenboek gaat opeten (kan niet door bril). Dan stelt Geoffrey voor om met de bal te spelen, maar Agnan wil rekenen doen. Iedereen negeert Agnan en gaat de bal overspelen. Dan gaat de deur open, Joachim huilt want de deur kwam tegen ze neus en die is nu opgezwollen, en Bouillon komt binnen. Bouillon zegt dan dat hij er genoeg van heeft en vraagt waarom ze het voorbeeld van hun klasgenootje Agnan niet volgen. Daarna vertrekt hij weer. Vervolgens legt Joachim uit dat hij in slaap gesukkeld was en daarom Bouillon niet aan zag komen. Agnan gaat ondertussen verder met zijn wiskundeprobleem, maar dan roept Joachim dat het de schuld van Agnan is dat zijn neus pijn doet. Clotaire wil nog steeds dat Agnan zijn wiskundeboek gaat opeten. Dan begint Agnan te huilen, en komt Bouillon weer binnen. “jullie maken me gek en moeten allemaal nakomen,” dan vertrekt Bouillon weer. De deur gaat langzaam open en iemand roept dat het ‘Bouillon’ is. Bouillon wil weten wie hem zo noemde en dan begint de hele klas door elkaar te schreeuwen, door het lawaai komt de directeur. “Wat gebeurt er meneer Bouill- Dubon?” vraag hij. Bouillon weet het ook niet, hij heeft nog nooit zoiets meegemaakt. De volgende dag was juf weer nog school, niemand heeft ooit nog wat gehoord van Dubon.

Het bezoek van de inspecteur (La visite de l’inspecteur)

De juf kwam nerveus de klas binnen en meldde dat de inspecteur vandaag langs zou komen, dus dat iedereen een goede indruk moest maken. Ze zegt tegen de kinderen dat ze niet mogen praten als hij vragen stelt, ze mogen niet lachen zonder toestemming en ze moeten hun knikkers niet op de grond laten vallen. Ze vraagt aan Alceste om niet te eten en Clotaire mag geen opmerkingen maken, omdat hij de slechtste van de klas is. Dan vraagt ze aan Agnan om inkt in de potjes te doen voor het geval dat de inspecteur een dictee wil geven. Agnan schenkt de inkt in de potjes van de voorste tafel waar Cyrille en Joachim zitten. Dan roept er iemand voor de grap dat de inspecteur eraan komt. Daardoor morst Agnan de inkt overal over de bank. De juf wilde snel die tafel naar achter schuiven. Dan komt de inspecteur eraan met de directeur. Hij zet zijn handen op de tafel en vraagt waarom Cyrille en Joachim hun tafel aan het verschuiven waren, “door de inkt”. De handen van de inspecteur zijn helemaal blauw. Hij vindt dat de kinderen weinig discipline hebben, dan verteld hij een grappig grapje, maar niemand lachte want ze hadden geen toestemming. Ze zouden die dag verder gaan met het verhaal van Le Corbeau et le Renard, de juf geeft Agnan de beurt, maar de inspecteur wijst Clotaire aan. Clotaire begint te huilen, hij is heel verlegen volgens de juf, dus geeft de inspecteur de beurt aan Rufus. Die weet het niet uit zijn hoofd maar wel dat het gaat over een raaf en vos en dat de raaf een stuk roquefort in zijn bek had. Toen begon er een discussie over welke kaas de raaf in zijn bek had. Dan roepen de directeur en de inspecteur dat iedereen stil moet zijn. De inspecteur wrijft over zijn gezicht, maar vergeet de inkt op zijn handen. Hij zegt dat hij sympathie heeft voor de juf en dat ze het goed doet en zo door moet gaan. Dan gaat hij snel weg met de directeur.

Djodjo

Die middag kwam de lerares aanzetten met een jongetje met rood haar, sproeten en blauwe ogen. Hij komt uit het buitenland met zijn ouders en komt naar hun school om Frans te leren spreken. Ze vraag aan hem of hij zich voor wil stellen, maar hij verstaat er niet en lacht alleen (met lelijke tanden Alceste is jaloers want hij kan er grote stukken mee afbijten). De juf stelt hem dan maar voor als Georges Macintosh, ze spreekt het uit als Dgeorges. Maixent stelt voor om hem Jojo te noemen, maar dat kan niet volgens Joachim, dus noemen ze hem Djodjo. Georges moet bij Agnan in de hoek zitten, Agnan zegt dat hij (een beetje) Engels spreekt. Georges lacht hem uit. In de pauze mag iedereen naar buiten behalve Clotaire. Iedereen gaat rondom Georges staan om hem vragen te stellen. Hij antwoord niet, maar laat wel zijn tanden zien, maar als hij wel sprak begreep niemand hem. Geoffrey zegt dat Georges een film is die ondertitelt moet worden, Agnan zegt dat hij kan vertalen. Rufus noemt Agnan gek, Georges houdt van het woord ‘gek’ en roept het over en over. Dan praten ze over de sporten in zijn land, Georges snap het niet en herhaal ‘gek’. Geoffrey zegt dat de Engelsen veel tennissen, Eudes roept dat hij een idioot is. Dit herhaalt Djodjo ook. Geoffrey is niet blij en noemt Eudes een idioot, dan slaat Eudes Geoffrey op zijn neus. Djodjo vind het leuk als ze gaan boxen en doet alsof hij ook een boxer is en slaat Eudes. Dan is de pauze voorbij, als ze de klas binnen komen vraagt de juf of Djodjo het leuk had gehad. Djodjo reageerde met allemaal vieze woorden. Clotaire is verdrietig/boos dat hij er niet bij was in de pauze. De lerares wordt boos: “hoe kunnen jullie zo misbruik maken van jullie klasgenoot die de taal niet spreekt?” Djodjo houdt niet op met slechte woorden zeggen. Agnan geeft de rest van de klas de schuld, Eudes zegt: vieze klikspaan; dit herhaalt Djodjo ook. Djodjo is niet meer terug gekomen op school, Nicolas denkt dat zijn ouders vinden dat hij wel weer genoeg heeft geleerd.

De rapporten (Les carnets)

Die middag was iedereen verdrietig, omdat de directeur de rapporten had uitgedeeld. De directeur zei: “Ik werk hier al vele jaren, maar nog nooit ben ik zo’n onoplettende klas tegen gekomen, jullie rapporten zijn om te huilen.” Clotaire begon echt te huilen. Op het rapport van Nicolas stond: drukke leerling, vaak afgeleid en zou beter kunnen doen. Op het rapport van Eudes stond: slordige leerling, vecht veel met klasgenoten en kan beter doen. Op die van Rufus stond: speelt nog steeds in de les en kan beter doen. Alleen bij Agnan stond niet dat hij beter kon doen. Bij hem stond: slimme leerling en een goed voorbeeld voor de rest. Thuis moeten ze hun rapport laten ondertekenen, onderweg naar huis liepen ze erg langzaam want Alceste moest nog 6 broodjes naar binnen werken voor het geval hij geen toetje krijgt. Op het rapport van Alceste staat: als deze student evenveel energie in zijn school stopt als in het eten was hij de beste leerling van de klas en dat hij beter kon doen. Op de hoek gingen de jongens uit elkaar, Clotaire vertrok huilend, Alceste etend en Rufus laag fluitend. Nicolas kon nog een stukje verder met Eudes lopen, hij leek niet bang/verdrietig (over zijn rapport). Eudes zei dat Nicolas wel bij hem kon logeren, hoe dichter ze bij het huis van Eudes kwamen hoe bezorgder hij leek. Ze bleven voor zijn deur nog even wachten, toen zei Eudes: “Wacht even, ik kom je zo halen.” Hij ging zijn huis binnen en eerst sloeg een deur dicht en toen klonk geschreeuw. Dan gaat hij toch maar naar huis, hij denkt aan wat zijn vader wel niet zou zeggen. Zijn vader was de beste van de klas en kreeg vaak een maandelijks toegekende onderscheiding (voor leerlingen met mooie cijfers). Maar die zijn ze tijdens de verhuizing kwijt geraakt. Dan zal hij gaan vertellen dat hij zijn laatste centen aan Nicolas uitgeeft en dat hij een goede opvoeding krijgt, maar Nicolas is alleen maar ondankbaar. Waarschijnlijk zal hij ook niet meer naar de bioscoop mogen. Het is donker als hij thuis komt, papa en mama zijn aan het praten over de kosten van het huis. Ze zien er niet blij uit. Hij geeft zijn rapport aan zijn vader, hij opende het, tekende het en gaf het terug, toen ging hij weer verder met praten. Moeder zegt dat hij boven op zijn kamer moet spelen. Hij gaat naar bed/boven met de gedachte: als mijn ouders echt van mij hielden, zouden ze zich ook wel met mij bezig houden.

De repetitie (La répétition)

De directeur kwam om te vertellen dat een/de minister naar school zou komen. Het is een oud leerling en een voorbeeld voor alle huidige leerlingen, als je goed en hard werkt kom je ergens. Joachim en Clotaire moesten in de hoek staan; ze hadden gevochten. Na zijn aankondiging verzamelde hij de leraren en surveillanten om het ontvangst van de minister te bespreken. Eerst moeten ze bij zijn binnenkomst het volkslied zingen. Dan krijgt de minister drie bosjes bloemen aangeboden. Mevrouw Vanderblergue is de zanglerares, zij gaat helpen bij het oefenen van het volkslied. Ze is niet tevreden, maar toch hadden ze een grappig geluid. Alle vrienden zongen, behalve Rufus en Alceste. Rufus kende de woorden niet en Alceste zong niet omdat hij een croissant aan het eten was. Venderblergue maakte grote gebaren met haar armen en werd boos op Rufus omdat hij tijdens het zingen zijn ogen sloot en niet wist wanneer hij moest stoppen. Ze ging praten met de directeur, hij zei: alleen de ‘groten’ gaan zingen de ‘kleintjes’ doen alsof. Vervolgens gingen ze verder met oefenen, de directeur zei tegen Alceste dat hij tijdens het nep zingen geen gekke bekken moes trekken. Alceste deed dat niet, hij was aan het kauwen. Toen ging de directeur drie jongens kiezen om de bloemboeketjes ge geven. Hij koos voor Eudes, Agnan en Nicolas. “als het meiden waren konden we ze kleden in blauw, wit en rood. Met een lintje in het haar,” zei de directeur. Eudes zei toen dat als hij dat moest doen hij een klacht in zou dienen bij de minister. De directeur vroeg wat hij zei, de lerares zei snel: hij hoestte, toen zei de directeur: nee ik hoorde hem praten. Toen wilde de lerares weer wat zeggen maar ze mocht haar zin niet afmaken, toen begon Eudes te huilen. Daarna wilde de directeur het bloemen geven gaan oefenen. Surveillant Bouillon kwam met een rekwisiet, een plumeau, en gaf ieder kind een. De directeur deed alsof hij de minister was, maar toen begon Geoffrey te lachen: hij dacht aan de jongens met lintjes in hun haar. Eudes vroeg of Geoffrey een klap op zijn neus wilde, Nicolas zei: ja doe dat, toen gaf Geoffrey Nicolas en klap. Iedereen, behalve Agnan, begon te vechten. De directeur zei dat ze moesten stoppen en mevrouw Vanderblergue was onwel geworden. Uiteindelijk hadden de kinderen niks meegemaakt van de minister, want ze waren opgesloten in een washok. Hij heeft goede ideeën, die directeur.

Klein duimpje (Le Petit Poucet)

De directeur gaan met pensioen en zal dus de school verlaten. Een grote ceremonie zal worden gehouden, voor de ouders en leraren. Elke klas bereidt iets voor, een groep gaat dansen en de oudsten doen iets van gymnastiek dat ze vorig jaar ook bij een prijs uitreiking hadden gedaan. De klas van Nicolas gaat een stuk opvoeren; het stuk van klein duimpje en de gelaarsde kat. Vandaag gaan ze voor het eerst oefenen, Geoffrey kwam gekleed als een cobwoy en de juf vond het niks. Er zitten namelijk geen cowboys in het stuk, “geen cowboys? En jij noemt dit een stuk?”. De lerares had het verhaal verteld, maar Nicolas had het niet helemaal begrepen, dit gedeelte wel: klein duimpje is opzoek naar zijn broers en komt de gelaarsde kat tegen. Er is ook een markies van Carabas en een boeman die de broers van klein duimpje wil opeten. De gelaarsde kat helpt klein duimpje en samen verslaan ze de boeman, die uiteindelijk de broers van klein duimpje niet heeft op kunnen eten. Nu moeten ze de rollen verdelen, Agnan wil klein duimpje wel zijn hier is Eudes het niet mee eens. Agnan huilt en de juf zet Eudes in de hoek. Dan zoekt ze de boeman die klein duimpje wel zou willen eten. Nicolas vindt Alceste wel een goede keuze, hij eet de hele dag door, Alceste vindt dit niet en wordt uit eindelijk een dorpsbewoner. Maixent mocht de gelaarsde kat spelen, hij keek uit naar de snorharen, het pak en vooral het zwaard maar de staart wilde hij niet. Dan zou hij op een aap lijken, Joachim zei dat er dus niks zou veranderen. Maixent schopte hem, Joachim sloeg terug en de juf strafte beide. Toen moest Nicolas maar de gelaarsde kat zijn. Rufus wordt de boeman en Clotaire de markies van Carabas. Agnan mag beginnen: hij zoekt zijn broers in het bos en komt de gelaarsde kat tegen. De dorpsbewoners moeten zeggen: maar, het is de gelaarsde kat en klein duimpje. Alceste neemt het op zich om souffleur te zijn, hij herhaalt Agnan telkens en dit vind hij vervelend. Stukjes biscuit komen op de bril van Agnan, omdat Alceste er net een aan het eten was, hij doet hem af om hem schoon te maken. Op het moment dat hij zijn bril af doet geeft Alceste Agnan een klap, het mag want zijn bril is af. Agnan gaat huilen. Maixent, Joachim en Geoffrey gaan verder met hun rol als dorpsbewoners. Rufus vecht met Nicolas. De juf roept dat iedereen moet zitten, ze gaan geen stukje meer opvoeren. Het is de eerste keer dat de lerares de directeur straft!

Ik ben ziek (Je suis malade)

Nicolas is ziek omdat hij te veel had gesnoept. De dokter was langs gekomen en Nicolas moet rusten en op dieet. Als de dokter weg gaat pakt Nicolas een boek en begint te lezen. Het verhaal gaat over een kleine beer die verdwaalt was in het bos. Hij wordt achter na gezeten door jagers. Hij vind cowboy verhalen leuker, maar tante Pulchérie geeft hem elke verjaardag boeken over kleine dieren. Dan komt zijn moeder met Alceste binnen. Moeder zag dat Alceste wat mee had genomen, dus vroeg ze erna. “het zijn chocolatjes,” ze Alceste, moeder zei dat het een aardig gebaar was, maar dat Nicolas op dieet was en dus geen chocola mocht. Maar Agnan had ze voor zichzelf meegenomen zei hij. Toen ze alleen waren begon Alceste te eten, Nicolas kreeg ook wel trek en vroeg om een chocolatje. “ik dacht dat je ziek was?” “jij bent niet aardig” Alceste stopte nog twee chocolatjes in zijn mond. Toen gingen ze vechten, moeder kwam en was boos. Ze haalde ze uit elkaar en stuurde Alceste naar huis. Alceste schudde zijn hand zei doeg en vertrok. Moeder keek om zich heen en zag dat er tijdens het gevecht chocolatjes in de lakens, in zijn pyjama en in zijn haren waren geplet. Boos ging ze zijn lakens wassen en trok ze hem mee naar de badkamer. Toen hij schoon was ging hij verder met het lezen van zijn boek. De lelijke wolf had de kleine beer niet opgegeten omdat de jager de wolf had gedood. Nu wilde de leeuw de kleine beer eten, dit had de beer niet door omdat hij honing at. Dit gaf Nicolas alleen maar meer honger. Hij ging kijken over iets goeds in de koelkast zat, hij nam een kippenpoot, slagroomtaart en een fles melk mee. “Nicolas,” schreeuwde zijn moeder van achter hem. Hij was bang en liet alles los, toen moest hij weer schoon gemaakt worden. Moeder zei niks, maar waste hem gewoon en maakte toen de keuken schoon. Terug in bed wilde hij niet zijn boek gaan halen, dus besloot hij te gaan tekenen. Hij haalde een oude pen en wat papier uit het bureau van vader. Hij begon schitterende dingen te tekenen en maakte geen geluid, dus besloot moeder even te komen kijken. Nicolas keek om zich heen en realiseerde zich waarom het een oude pen was, de vulpen verloor flink wat inkt. Alles zat er weer onder. Moeder veranderde weer de lakens en nam hem weer mee naar de badkamer waar ze hem waste. ’s Avonds kwam de dokter weer, hij zei dat Nicolas genezen was. De dokter ontdekte dat moeder er slecht uitzag en hij zei dat ze naar bet moest gaan en het dieet volgen.

Meneer Bordenave houdt niet van de zomer (Monsier Bordenave n’aime pas le soleil)

Ik begrijp meneer Bordenave niet wanneer hij zegt dat hij niet van goed weer houdt. Natuurlijk kun je ook plezier hebben als het regent, je kan in de stroom lopen en water vangen in je mond. Thuis is het ook leuk want het is heet. Nicolas speelt met de elektrische trein en zijn moeder maakt chocolade gebak. Maar als het regent kan je niet naar buiten in de pauze, want dan mag je niet in de tuin. Dat is waarom Nicolas Bordenave niet begrijpt. Bordenave moet op de klas letten tijdens de pauze. Rufus wilde politie spelen, Eudes wilde voetballen dus gingen ze vechten. Rufus wil Eudes slaan, maar Eudes duikt aan de kant waardoor Rufus Alceste raakt. Zijn broodje met jam valt op de grond. Alceste begon te schreeuwen dus kwam Bordenave aangelopen. Hij haalt Rufus en Eudes uit elkaar, maar dat is niet genoeg want Alceste wil zijn broodje terug. Mr. Bordenave kan niet lang blijven want Maixent en Joachim zijn aan het vechten. Maixent had de bal afgepakt omdat Joachim niet tegen zijn verlies kan. Hij zet ze allemaal in de hoek. Alceste wil nog steeds zijn broodje, hij had er vier gesmeerd dus vier zal hij eten ook. Meneer heeft niet veel tijd om te reageren want hij krijgt een bal tegen zijn hoofd. Agnan zei dat het Nicolas was. Nicolas vertelde dat het een ongeluk was dat gebeurde tijdens het voetballen. Bordenave nam de bal in beslag en zette Nicolas in de hoek. Agnan zag er blij uit en ging verder in zijn boek lezen. Alceste vroeg weer voor zijn broodje, Bordenave stond op het punt om te antwoorde maar Geoffrey duwde Agnan en zijn bril viel. Eudes zei dat Agnan zelf viel. Eudes (moest terug) en Geoffrey moesten in de hoek. Toen pakte Bordenave Agnan op en bracht hem naar een ziekenboeg, Alceste volgde om te vertellen over zijn jamsandwich. Toen ze weg waren ging iedereen uit de hoek en voetballen met de hoge klas, iedereen vocht. Ondanks het lawaai hoorden ze meneer Bordenave aankomen. Agnan zei: “kijk, ze staan niet meer in de hoek!” Bordenave kwam eraan rennen, maar gleed uit over de sandwich van Alceste. Iedereen ging verder met vechten, Bordenave keek op zo’n horloge en zag dat pauze voorbij is. “Hoe ging het,” vroeg Bouillon aan Bordenave, “zoals gewoonlijk, ik word wakker, zie mooi weer en word wanhopig.” Nee, Nicolas snapt nog steeds niet waarom Bordenave zo’n hekel heeft aan mooi weer.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Le petit Nicolas door René Goscinny & Sempé"

Ook geschreven door Carolien