Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Jugend ohne Gott door Ödön von Horváth

Beoordeling 8.1
Foto van een scholier
Boekcover Jugend ohne Gott
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 3959 woorden
  • 29 april 2018
  • 67 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
67 keer beoordeeld

Boekcover Jugend ohne Gott
Shadow
Jugend ohne Gott door Ödön von Horváth
Shadow

A    

Auteur:

Ödön von Horváth

Titel:

Jugend ohne Gott

Plaats van uitgave:

Groningen

Jaar van uitgave (1e druk):

1937

 

 

 

B      Samenvatting

 

Maak zelf een samenvatting of zoek een goede samenvatting op internet of maak (voor Nederlands) gebruik van het naslagwerk dat je kunt vinden op de site van de mediatheek op het netwerk van school. Vermeld je bron. (aantal woorden vermelden)

 

 

Het verhaal gaat over een geschiedenis/aardrijkskunde leraar, die eigenlijk als enige niet nationalistisch denkt. Zijn leerlingen denken wel allemaal nationalistisch, waardoor het niet altijd even goed gaat tussen hen. Als hij in een opstel een racistische opmerking van een leerling bekritiseert, krijgt hij ruzie met de vader van de leerling, de rector en de klas. Deze klas weigert les van hem te krijgen. Meteen krijgt hij de bijnaam ‘de neger’.

Kort hierna moet de leraar samen met die klas op kamp om militaire handigheidjes te leren ter voorbereiding van de oorlog. Tijdens dit kamp wordt het fototoestel van een leerling gestolen. Omdat er in de buurt een roversbende actief is, geven ze dat aan als oorzaak, maar ook de kampwachters krijgen op hun kop omdat ze niet goed opgelet hebben. Daarom worden de kampwachters vanaf nu gecontroleerd door de majoor, die ook de kinderen helpt. Ook de leraar helpt met het controleren.

Op een dag ziet hij dat Z. een brief krijgt van een vreemd jongen en ook ziet hij dat Z. en N. ruzie hebben om een dagboek waarin Z. zou schrijven. Wanneer hij de kans krijgt leest hij heel nieuwsgierig het dagboek van Z., maar hij beschadigt het kistje waar het in zat. In het dagboek staat dat Z. een relatie heeft met Eva, de leidster van de bende, en dat zij het fototoestel gestolen heeft. Ook ziet hij dat er achter in het dagboek staat dat iedereen die dit leest zal sterven. Als Z. zijn dagboek pakt, merkt hij at het kistje beschadigd is. Z. denkt dat N. het heeft gedaan. Later wordt N. dood gevonden in het bos en worden Z. en de roversbende gearresteerd. Z. bekent wel, maar het is wel duidelijk dat hij het niet gedaan heeft.

De leraar weet dat hij de schuldige eigenlijk is en bekent tijdens het proces, dat hij het dagboek van Z. gelezen heeft. Ook Eva, de vriendin van Z. wordt verhoord. Zij vertelt dat Z. en N. gingen vechten en hoe dit gevecht verder verliep. Ook vertelt ze hoe N. door een vreemde werd vermoord met een steen. Ze komen erachter dat Eva N. heeft laten vermoorden en dus klagen ze haar aan voor moord. De leraar heeft gevoelens voor Eva en besluit haar vrij te krijgen door de moord op te lossen. Hijzelf verdenkt T., een andere leerling. Nog steeds staat de leraar er alleen voor, totdat hij bezoek krijgt van leerling B. B. heeft samen met 3 anderen een club opgericht dat strijd voor gerechtigheid. Zij kwamen erachter dat het kompas, dat bij het lijk lag, van T. is. Het clubje gaat samen met de leraar T. bespioneren en vinden hem met een hoer. De leraar gaat met de hoer praten om meer te weten et komen, maar dan komen ze erachter dat de hoer alleen als lokaas diende, die ingehuurd is door Julius Caesar (een leraar van een meisjesschool, die net als de leraar alleen staat op zijn school). De leraar weet niet meer wat hij moet doen, misschien moet hij T. wel vermoorden. Maar voordat hij deze beslissing had genomen, werd hij opgehaald door de politie. T. had zich opgehangen met een briefje naast zich, waarop stond “Der Lehrer trieb mich in den Tod. Denn de Lehrer weiß, daß ich den N. erschlagen habe. Mit dem Stein.” Omdat ze nu weten wie het echt gedaan heeft, wordt Z. vrijgelaten en vertrekt de leraar naar een missionarispost in Afrika.

Bron: https://www.scholieren.com/boekverslag/50029

Aantal woorden: 571

 

 

C      Vorm

 

Beschrijf voor alle onderstaande punten zo objectief mogelijk hoe het werk is geschreven en waaruit dat blijkt. Het zijn objectieve punten over de manier waarop het werk geschreven is.

 

Gebruik het document ‘Boekverslag - extra informatie en literaire begrippen’ om te lezen hoe je onderstaande punten uit moet werken.

 

 

 

 

Uitwerking

1

verhaallijn(en)

(werk de verhaallijn(en) uit)

Het verhaal gaat over een leraar in Duitsland, de aardrijkskunde en geschiedenis geeft aan en klas jongens. Zijn werk wordt er tijdens het opkomend fascisme niet makkelijker op. De jongens in zijn klas worden door de media en ouders op allerlei manieren geïndoctrineerd. De meningen van hun omgeving nemen ze klakkeloos over. Wanneer één jongen in een opstel over het nut van koloniën voor Duitsland opmerkt dat negers minderwaardig zouden zijn, streept de leraar dit door maar komt hij vervolgens in de problemen met de vader van de jongen.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

De klas heeft geen vertrouwen meer in de leraar, omdat hij andere ideeën heeft dan de staat. De leraar laat zich echter niet wegjagen.

De klas gaat op militair kamp. Ze slapen daar in tenten op een plek ver buiten de stad. Zij zullen daar ook leren schieten met een geweer, iets waar ze zich bijzonder op verheugen. Dit verbittert de leraar een beetje.

De leraar constateert tijdens het kamp dat hij geen plezier meer beleeft aan zijn vak. Hij wil niet meer op deze manier lesgeven. Hij wil niet aan de ideeën van de staat toegeven.

Tijdens het kamp is de leraar getuige van een beroving van een oude, blinde vrouw door een groep jonge kinderen. Later verdwijnt er een fototoestel van één van zijn leerlingen uit het kamp. Door alle diefstal, die van buitenaf lijkt te komen, besluit het kamp om de wacht te houden bij de tenten.

Eén van de jongens, Z. , had tijdens een training de dief  ontmoet: een ‘roversmeisje’. Zij bleek ook de dief van de fotocamera. Z. wordt echter verliefd op het meisje en als hij de wacht moet houden, spreekt hij stiekem met haar af. Z. schrijft alles over het meisje, Eva, in zijn dagboek.

De leraar heeft vermoedens over de diefstal van de fotocamera, en leest daarom het dagboek van Z., waarin hij ook leest over Eva. Hierbij beschadigt hij echter het kistje waar het dagboek in zat, zodat Z. merkt dat er in zijn dagboek gelezen is. Z. beschuldigt N. hiervan, en vermoordt hem tijdens een volgende training in het bos.

Hij bekent wel zodra het lichaam van N. gevonden wordt. Er wordt vervolgens een rechtszaak opgezet. Z. blijft bekennen dat hij het gedaan heeft, terwijl er allerlei feiten zijn die het tegendeel beweren, zoals een kompas dat bij het lijk gevonden werd, en wat niet van Z. was.

Voordat de leraar moet getuigen, hoort hij de stem van God, die zegt ‘Kwel mij niet langer, vertel dat jíj dat boek hebt gelezen!’ En dus vertelt de leraar dit tijdens zijn getuigenis. Dit levert echter wel een aanklacht tegen hem op. Geïnspireerd door de eerlijkheid van de leraar bekent Eva dat zij bij de moord was.

Zij heeft het echter niet gedaan: ze beweert dat er nog een derde persoon was. In eerste instantie wordt zij niet geloofd, en de leraar gaat op zoek naar bewijs om haar te bevrijden. Dan blijkt dat noch Z., noch Eva de moord heeft gepleegd, maar T. een verwende jongen, die uiterst leergierig is.

Hij wilde, zo verklaarde een klasgenootje, alles weten en meemaken, waaronder de geboorte en dood van een mens. Wanneer de leraar voldoende bewijs heeft verzameld tegen T. en dit openbaar wil gaan maken, blijkt dat T. zichzelf heeft opgehangen in het bos. Op zijn afscheidsbrief staat dat ‘de leraar mij de dood in heeft gejaagd’. Zijn moeder had er echter een stuk van afgehaald: ‘omdat hij wist dat ik N. vermoord had’.

De moord is opgelost.

Zowel Eva als de leraar worden wel veroordeeld. De leraar wordt veroordeeld voor het verborgen houden van informatie over de diefstal. Zijn baan als leraar is hij kwijt, maar dat kan hem uiteindelijk weinig schelen. Hij krijgt van de geestelijke van het ‘kampdorp’ een betrekking aangeboden op een school in Afrika, die hij graag aanneemt.

2

gebruik van tijdsvolgorde

(chronologisch of niet? – voorbeelden)

 

Het verhaal is chronologisch, alles wordt namelijk op de chronologische manier verteld. Er zijn wel wat terug verwijzingen, maar er worden geen sprongen heen en weer gemaakt in de tijd.

3

vertelperspectief

(welk perspectief, waar zie je dat aan en wat is het effect)

Er is sprake van een belevend ik-perspectief.

“Ich weiβ es nicht, doch ich weiβ es! Ich will nich ihn glauben! Nein, ich will nicht!”

“Morgen fahre ich nach Afrika. Auf meinem Tische stehen Blumen. Sie sind von meiner braven Hausfrau zum Abschied. Meine Eltern habe mir geschrieben, sie sind froh, daβ ich eine Stellung habe, und traurig, daβ ich so weit weg muβ über das groβe Meer”

Er wordt constant vanuit de ik-persoon in de tegenwoordige tijd verteld. Het effect hiervan is dat je echt met de persoon meeleeft en zijn gedachten en gevoelens komt te weten. Zo worden de tegenstellingen tussen de ideeën van de staat en de ideeën van de leraar nog meer verscherpt. Je ziet echt dat de leraar een andere denkwijze heeft dan zijn omgeving en leest over zijn innerlijke gevecht.

4

titelverklaring

(titel, ondertitel en uitleg)

De titel van het boek is ‘Jugend ohne Gott’. Deze titel draait om de jeugd van de leraar én om de jeugd van de jongeren die hij lesgeeft. De hoofdpersoon, de leraar, gelooft sinds het uitbreken van de eerste wereldoorlog niet meer in god. Dit gebeurde in zijn jeugd. Hij kon zich niet voorstellen dat god oorlog toestond.

De scholieren worden opgevoed volgens het nationaal-socialisme. Ze worden opgeleid voor oorlog en worden helemaal geïndoctrineerd met de ideeën van Hitler. Zij hebben eigenlijk ook een jeugd zonder god, omdat hun jeugd alleen maar om oorlog draait.

5

verteltijd - vertelde tijd

(verhouding tussen beide en belang voor het verhaal)

De verteltijd is 119 bladzijden. De vertelde tijd is ongeveer een half jaar. De verteltijd en vertelde tijd zijn goed met elkaar in evenwicht. Gebeurtenissen worden niet super uitgebreid beschreven, maar gewoon kort en duidelijk. Het verhaal loopt hierdoor vrij vlot.

6

hoofdstukindeling

(indeling, titels en belang van deze indeling)

Er is geen inhoud in het begin van het boek waar zich alle hoofdstuktitels bevinden. Terwijl er wel een flink aantal hoofdstukken zijn. Al deze hoofdstukken hebben een titel, deze titel heeft met de inhoud van het hoofdstuk te maken. Dit geeft je dus alvast wat informatie waar het hoofdstuk over zal gaan. Soms zijn het hele kleine hoofdstukken met titels waar je eigenlijk niks mee kan. Bijvoorbeeld ‘Es regnet’. Dus het is niet zo dat de titels in dit boek alles zeggen.

7

overig

(andere opvallende zaken bijv. taalgebruik)

Er zijn geen andere opvallende zaken.

 

 

D      Inhoud

         

Werk onderstaande punten uitgebreid uit voor het boek dat je gelezen hebt. Dit zijn subjectieve punten die vooral gaan om jouw leeservaring; jouw interpretatie van het verhaal.

 

Gebruik het document ‘Boekverslag - extra informatie en literaire begrippen’ om te lezen hoe je onderstaande punten uit moet werken.

 

 

 

 

Uitwerking

1

belangrijkste personages

(geef uitgebreide karakterbeschrijvingen)

De leraar
De leraar is de ik-persoon in het verhaal. Hij is 34 jaar. Tijdens de eerste wereldoorlog is hij zijn geloof in god verloren en ook door zijn leerlingen vertrouwt hij god niet meer. Halverwege het verhaal bekeert hij zich toch weer. Hij ziet iedereen als één grote fascistische massa en zijn leerlingen ziet hij niet als mensen maar als namen, in het boek worden ze aangeduid met hoofdletters. Hij is constant bezig met een soort “zoektocht” naar god, waar houdt god zich mee bezig? Lesgeven in deze fascistische maatschappij geeft hem totaal geen voldoening meer. Hij kan de leerlingen niet meer de waarheid vertellen. Uiteindelijk, in het einde van het boek, roept god hem op om te bekennen dat hij het dagboek geopend heeft. Dit doet de leraar. Hij mag uiteindelijk niet meer lesgeven op zijn school, maar krijgt wel een baan aangeboden in Afrika om daar kinderen te gaan lesgeven.
Hij is een rond karakter, want hij ziet zijn leerlingen op een gegeven moment minder als mensen. Hij geeft het op. Iedereen in zijn omgeving wordt geïndoctrineerd door de staat. Toch pakt hij zijn geloof in god weer op, en dit heeft goede gevolgen: hij mag lesgeven in Afrika. Hij kan weg uit deze maatschappij en goede dingen doen.

Leerling T.
Hij staat symbool voor het opkomen fascisme. Hij wordt vergeleken met een vis, hij heeft namelijk een ongevoelige uitdrukking op zijn gezicht en gaat qua denken met de stroom mee. Hij is de jongen die N. heeft vermoordt en hij is geestelijk ook niet helemaal in orde. In het einde van het verhaal pleegt hij zelfmoord. Hij is een plat karakter.

Leerling Z.
Hij houdt het dagboek bij. Hij is verliefd op Eva. Eva manipuleert hem echter enorm. Hierdoor brengt hij zichzelf in de problemen. Hij werd verdacht op de moord van op N.
Hij wilde alleen Eva beschermen. Als Eva tijdens het proces vertelt dat ze nooit van Z. gehouden heeft, breekt zijn hart. Hij is een plat karakter, aangezien hij nooit echt een sterk karakter was en door Eva werd dat steeds erger.

Leerling N.
Deze leerling is sterk beïnvloed door het fascisme, net als zijn vader. Hij is dan ook de leerling die in zijn opstel de racistische opmerking schreef. Hij wordt later in het boek vermoord. Hij is een plat karakter.

Eva

Zij is de leidster van de roversbende die het fototoestel van een van de leerlingen steelt. Ze is de vriendin van Z. Later in het boek wordt zij aangeklaagd voor de moord op N., maar uiteindelijk wordt er bewezen dat T. de moord pleegde. Eva is vrij egoïstisch, ze denkt alleen maar aan haarzelf en maakt misbruik van anderen. Ze is een plat karakter.

2

belangrijkste gebeurtenissen
(minimaal 2)

(uitgebreid uitwerken)

De zelfmoord van T.
Er werd genoeg bewijsmateriaal gevonden om aan te tonen dat T. de moordenaar was. T. hing zichzelf vervolgens op met de boodschap dat de leraar hem de dood had ingejaagd. Deze gebeurtenis was een beetje symbolisch, want dit laat zien wat het fascisme met mensen doet. Dit zijn de gevolgen. Dit is naar mijn mening een ding wat de schrijver wou vertellen. Het fascisme is niet goed, het gaat niet goed zo met Duitsland.
Door deze gebeurtenis (onder andere) mocht de leraar niet meer lesgeven. Het positieve gevolg hiervan was echter wel dat hij naar Afrika mocht. Dus de hoofdpersoon heeft toch kunnen ontsnappen uit deze maatschappij.


De moord op N.
N. had ruzie gekregen met Z. Het was echter niet Z. of Eva die N. had vermoord, maar T. Dit is ook een hint van de schrijver, het fascisme leidt niet tot een vredige maatschappij. T. was helemaal bezeten door het fascisme, en dat ging niet goed samen met zijn geestelijke toestand. Dit is de gebeurtenis waar een groot deel van het boek om draait. Ze zochten namelijk naar de moordenaar. De leraar raakte helemaal betrokken in deze gebeurtenis en dat had grote gevolgen voor zijn toekomst.

3

tijd en ruimte

(waar en wanneer speelt het verhaal en waarom is dat belangrijk)

Het verhaal speelt zich af in de tijd tussen de eerste en de tweede wereldoorlog, het interbellum dus. Het vindt verder plaats in Duitsland. Dit heeft grote invloed op het verhaal. Je merkt echt dat er een oorlog opkomst was. Veertienjarigen leren schieten, gaan op een soort van trainingskamp en haast iedereen is bezeten door de propaganda van Hitler. Verder speelt het verhaal zich vooral af op school en kamp. In omgevingen met jongeren. Je leest hoe sterk jongeren beïnvloed worden door hun ouders en verdere omgeving.

4

Motieven (minimaal 4)

(Uitgebreid uitwerken waarom dit motieven zijn – voorbeelden)

Fascisme
Haast iedereen in het boek is bezeten door het fascisme van Hitler. Dit heeft een grote invloed op de personages, dus ook op het verhaal. De hoofdpersoon wil zijn leerlingen het goede bijbrengen, maar ziet dat dit niet werkt. De leerlingen vinden de denkbeelden van hun leraar maar niets. Het fascisme en de politiek in Duitsland toentertijd worden door de schrijver als slecht weergegeven, als het kwaad.


Moord
N. wordt vermoord en T. pleegt zelfmoord. Dit zijn een paar van de belangrijkste gebeurtenissen in het boek. Dit is ook volgens de schrijver waar het fascisme naartoe leidt. Het fascisme haalt het ergste uit de mens naar boven. Het is erg gewelddadig, jongens leren schieten en worden eigenlijk voorbereid voor een oorlog.

Het dagboek/geheimen
Dit is waar Z. en N. ruzie over maakten. Z. schreef in zijn dagboek onder andere over zijn verliefdheid op Eva. De leraar had stiekem in het dagboek gelezen. De leraar hield geheim dat hij het dagboek open had gemaakt, dit zorgde voor valse beschuldigingen naar andere leerlingen. Dit geheim blijft de leraar achtervolgen, totdat hij uiteindelijk door god geopperd wordt om te bekennen.


God(sdienst)
De leraar was tijdens de eerste wereldoorlog zijn geloof in god verloren. In het midden van dit verhaal pakte hij het toch weer op. De hoofdpersoon is constant in een soort tweestrijd met god. Waarom zou god oorlog toestaan? Hij ziet ook dat god bij zijn leerlingen ontbreekt. Uiteindelijk vertelt god hem op een gegeven moment dat hij moet toegeven dat hij het dagboek had gelezen. Hij moest toegeven. In het einde van het boek mag de leraar naar Afrika toe om daar les te geven. Dit is een betere plek voor hem, hij wordt niet meer omgeven door de negatieve invloeden van het fascisme. Hij kan iets goeds doen. Hiermee was zijn zoektocht naar god voltooid.

5

symboliek

(uitgebreid uitwerken wat de symboliek is – voorbeelden)

Dagboek
Z. schreef in zijn dagboek zijn geheimen op. Ook dat hij verliefd was op Eva. De leraar stal het dagboek, maar gaf dat eerst niet toe. Hij hield dat geheim. Het dagboek staat dus symbool voor geheimen.

Kompas
Het kompas wat gevonden wordt bij het lijk van N. zou symbool kunnen staan voor de zoektocht naar god, de zoektocht naar jezelf en de reis naar Afrika.


Vissen
Er wordt in het boek vaak verwezen naar vissen. T. wordt vergeleken met een vis en de mensen leven in “het tijdperk van de vissen”. Vissen gaan mee met de stroming, wijken niet af van hun school, zijn koud en emotieloos en denken niet voor zichzelf. Zo ziet de schrijver de mensen die het nationaalsocialisme volgen.

 

God
Het verhaal verwijst naar god, maar niet persé heel erg naar het geloof. God draait niet om de kerk, het bidden en om het “goede christen-zijn”. God staat in dit boek gelijk aan het goede. God staat voor de waarheid en voor het geweten van de individu. De jeugd worden als goddeloos weergegeven, omdat ze opgroeien zonder de waarheid, zonder een gevoel van rechtvaardigheid en zonder moed. De leraar is dus bezig met zijn reis om een goed mens te zijn. Die kan hij echter in Duitsland nauwelijks uitvoeren door de omgeving om zich heen.

6

motto

(citeer het motto en leg uit waarom de auteur het heeft gekozen)

Er is geen motto.

7

eind

(beschrijf het einde van het boek – open, gesloten, passend?)

Op het einde vertelt de leraar dat hij naar Afrika gaat. Eva is beschuldigd van diefstal, niet van moord, en Z. is vrijgekomen. De laatste zin van het verhaal luidt: “Der Neger fährt zu den Negern”. Dit vond ik een mooie symbolische zin. In het begin van het verhaal las je namelijk dat de kinderen negers minderwaardig vonden. De leraar was het daar niet mee eens. Hij vond dat iedereen gelijk was. De leraar zelf was afwijkend door zijn denkwijzen, hij wordt daardoor ook wat uitgespuugd door zijn omgeving. Hij is dus in dit verhaal vergelijkbaar met een neger: minderwaardig. De leraar vind het niet erg om met de neger vergeleken te worden, hij gaat zelfs naar de negers toe. Naar Afrika. Zo laat hij maar weten: ieder mens is gelijk.
Ik vind dit een mooi, passend einde. Het is gesloten, want je weet dat het goed afloopt met de leraar. Hij wordt niet te grazen genomen door de invloeden van het nationaalsocialisme. Hij blijft een goed mens en zijn zoektocht naar god is voltooid (of hij is in ieder geval op het goede pad).

Op het einde vertelt de leraar dat hij naar Afrika gaat. Eva is beschuldigd van diefstal, niet van moord, en Z. is vrijgekomen. De laatste zin van het verhaal luidt: “Der Neger fährt zu den Negern”. Dit vond ik een mooie symbolische zin. In het begin van het verhaal las je namelijk dat de kinderen negers minderwaardig vonden. De leraar was het daar niet mee eens. Hij vond dat iedereen gelijk was. De leraar zelf was afwijkend door zijn denkwijzen, hij wordt daardoor ook wat uitgespuugd door zijn omgeving. Hij is dus in dit verhaal vergelijkbaar met een neger: minderwaardig. De leraar vind het niet erg om met de neger vergeleken te worden, hij gaat zelfs naar de negers toe. Naar Afrika. Zo laat hij maar weten: ieder mens is gelijk.
Ik vind dit een mooi, passend einde. Het is gesloten, want je weet dat het goed afloopt met de leraar. Hij wordt niet te grazen genomen door de invloeden van het nationaalsocialisme. Hij blijft een goed mens en zijn zoektocht naar god is voltooid (of hij is in ieder geval op het goede pad).

8

overig

(andere opvallende zaken)

De leerlingen hebben geen namen. Althans, die hebben ze wel, maar ze worden beschreven met letters. Dit zou kunnen zijn omdat de leraar zijn leerlingen als onmenselijk ziet. Het zijn wel mensen, maar het zijn  allemaal kuddedieren die zich laten beïnvloeden door het fascisme. Door de namen van de leerlingen niet te vertellen, valt in mijn optiek iets van hun persoonlijkheid, van hun menselijkheid, weg. Dit is hoe de leraar zijn leerlingen zag.

 

 

E      Beoordeling

 

Geef je persoonlijke beoordeling in 140 tot 160 woorden. Gebruik minimaal vier verschillende beoordelingswoorden en werk deze voldoende uit met behulp van de inhoud van het boek. (aantal woorden vermelden)

 

De beoordelingswoorden vind je ook in het document ‘Boekverslag - extra informatie en literaire begrippen’

 

 

Ik vond het een mooi boek, omdat naast alle negativiteit van het fascisme en nationaalsocialisme ook nog iets positiefs wordt weergegeven: iemand die tegen de stroming ingaat. Ik vond het ook een interessant boek, want het was fascinerend voor mij om te lezen hoe de maatschappij in Duitsland zo’n beetje in elkaar zat en hoe erg de mensen werden beïnvloed door de propaganda. Het verhaal zet me zeker aan het denken. Normaal hoor je alleen maar verhalen over de tweede of eerste wereldoorlog met Duitsers als de slechteriken. Het is daarom zeer verfrissend en boeiend om naar het Duitse volk te kijken in die tijd en wat er onder hun gaande was. Ten slotte vond ik dit een waardevol boek. Het is een simpel boek maar heeft toch diepere betekenissen en geeft waardevolle boodschappen mee. Ieder mens is gelijk, zwem niet altijd met de stroming mee en doe het goede.

 

150 woorden

 

F       Thema en uitleg

 

Omschrijf, los van het verhaal, het thema van het boek (de centrale gedachte, de dieper liggende idee).

Leg vervolgens uit waarom denkt dat dit het thema is. Bij die uitleg mag je wel gebruik maken van de inhoud. Gebruik 80 tot 120 woorden. (aantal woorden vermelden)

 

De zoektocht naar jezelf en het goede
De leraar had een soort zoektocht naar god. God stond voor hem gelijk aan het goede: rechtvaardigheid, eerlijkheid, moed, etc. Dat ontbraken zijn leerlingen. Zijn leerlingen en een groot deel van de rest van zijn omgeving waren als vissen: zij volgden klakkeloos wat de overheid wilde. Zelfs als dat tegen het goede in is. Uiteindelijk kwam de leraar eruit dat hij zijn leerlingen niet kon helpen, hij zag zijn vak niet meer zitten. Door gods wil te volgen is hij uiteindelijk op reis naar Afrika gegaan/gestuurd. Hier kan hij doen wat goed is en heeft hij zichzelf en god gevonden.

107 woorden

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Jugend ohne Gott door Ödön von Horváth"