- Japin, A. (2012). Maar buiten is het feest. Amsterdam: Arbeiderspers.
- Hoofdpersonage in het boek is Zonne (Weijntje).
Ik heb gelezen dat je je zusje boven alles wilde beschermen. Hierdoor liet je je stiefvader jou misbruiken. Ook liet je hem misbruiken door de foto’s die hij van jou in zijn bezit had. Hij speelde dit uit op jouw gevoel. Mijn vraag is: waren er misschien andere manieren geweest om jouw zusje te beschermen en het vele misbruik had kunnen voorkomen? Of was dit het enige wat in de situatie waarin je zat goed was? Ik denk namelijk dat ik anders had gereageerd dan dat jij deed. Ik had dit nooit zo laten gebeuren. Ik denk dat dat komt omdat ik anders in mekaar zit dan jij. Ik word over het algemeen namelijk heel boos als iemand iets doet wat ik niet wil. Ook zou ik denk ik iemand in vertrouwen nemen om aan te geven dat er iets niet klopt met het gedrag van m’n stiefvader. Ik kan wel begrijpen dat als je heel erg bang bent dat het moeilijk is om je te verzetten en andere erbij te betrekken, ook omdat je je misschien schaamt. Maar ik weet niet hoe het is om in zo’n situatie te zitten. Ik vind het wel knap dat ondanks alles je je nog zo blij tegenover de buitenwereld hebt laten zien en dat je zo bekend geworden bent.
- A) Het boek begint eigenlijk al met een open plek. Het begint in de toekomst, in de eerste alinea wordt de naam Zonne genoemd. Je weet nog niet wie ze is. Het begint meteen over de rechtszaak je hebt nog geen idee waarom Zonne zo graag de voogdij over Lotte wilt, hier kom je door het boek heen langzamerhand achter.
B) Het boek eindigt ook met een open plek, de rechtszaak is gedaan, maar er komt goed uitspraak. Je weet dus niet of het Zonne is gelukt de voogdij over Lotte te krijgen.
- A) Nee het boek loopt niet chronologisch. Je leest over de tijd van Weijntje/Zonne als kind en als volwassene, je springt de hele tijd van het heden naar de jeugd en weer terug.
B) Versnelling en vertraging. Het verhaal gaat over de tijd van ongeveer 16 jaar. Versnelling wordt bijvoorbeeld gebruikt wanneer
Vertraging wordt gebruikt met de rechtszaak. Het boek begint met een soort introductie van de rechtszaak, terwijl daarna er allemaal flashbacks en verhalen komen over Zonne haar jeugd en tussendoor weer dat ze bij de rechtbank zit.
C) Ja heel veel flashbacks en terugwijzingen. Het hele boek door lees je eigenlijk flashbacks van Zonne. Ook in het nu komt ervoor dat ze iets over vroeger zegt of eraan denkt.
D) Het boek heeft 2 verhaallijnen. De eerste is Zonne in het heden en de tweede is Weijntje/Zonne haar verleden.
5. Weijntje/Zonne is een meisje/vrouw. Ze is in haar jeugd misbruikt door haar stiefvader, Weijntje is bang voor hem en heeft weinig zelfvertrouwen. Ze kan heel goed zingen en wordt als ze ouder is ook een bekende theaterpersoonlijkheid onder de naam Zonne. Ze wordt een sterke vrouw, ondanks haar jeugd. In haar jeugd is er niet echt een duidelijk doel, misschien haar echt ik ontdekken? Als ze ouder is, is er wel een duidelijk doel: de rechtszaak over de voogdij van Lotte te winnen.
6. Sijmen is de grote tegenstander van dit doel. Hij wil de voogdij van Lotte behouden en doet daar alles aan om Zonne niet te laten winnen.
7. Het boek heeft afwisselende vertelinstanties. De hoofdstukken over Zonne in het deel Vaders is de personale verteller, de hoofdstukken Weijntje de ik-verteller. Het deel Weijntjes opkomst is ook vanuit het ik-perspectief. Zonnes opkomst is weer vanuit de personale verteller. In het laatste deel Moeders zijn Zonnes hoofdstukken geschreven vanuit de ik-persoon en Weijntjes hoofdstukken de personale verteller. De vertelsituatie vind ik redelijk betrouwbaar, je weet alleen niet helemaal wat de andere personages’ gedachtes zijn.
8. ‘De beste camouflage is je eigen persoonlijkheid omdat niemand zal willen geloven dat die echt is.’ Dit is een citaat van de Russische schrijver Fjodor Dostojevski. Hij wil hiermee zeggen dat je jezelf niet anders moet voordoen dan je bent, mensen denken toch dat je dit doet.
“Een fotograaf wordt net zo min bij toeval fotograaf als een leeuwentemmer leeuwentemmer.”
Een citaat van Dorethea Lange: Oftewel een fotograaf heeft de neiging om mensen te bestuderen en hen vast te leggen.
9. Er zijn best een aantal motieven in het boek te vinden, bijvoorbeeld het foto motief. De foto’s zijn een heel belangrijk motief in het verhaal omdat zij de reden zijn dat Sijmen macht over heel veel mensen krijgt en zo zijn slechte acties kan voortzetten. En in hun winkel verkopen ze veel dingen die met foto’s te maken hebben, ook leert Sijmen Weijntje van alles over fotografie en is de passie die zij samen delen fotografie. Zo heb je ook nog het erotisch motief, jaarmarkt motief en nog een aantal andere.
10. Het centrale thema is seksueel misbruik (in het gezin). Sijmen begint met het misbruiken van de zus van Wijntje en misbruikt later ook Wijntje zelf. Sijmen is zo gestoord dat hij van als zijn seksuele ‘veroveringen’ foto’s maakt die hij in een dossier stopt. Hierdoor krijgt hij macht over alle vrouwen met wie hij seks heeft (gehad). Hij kan ze manipuleren en zo in hun macht houden. Daardoor kan het misbruik zo lang doorgaan, de vrouwen willen namelijk niet dat de foto’s uitkomen en houden daarom allemaal hun mond dicht
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden