Duur
De verteltijd is bij Tirza is 430 bladzijdes. De vertelde tijd is, denk ik, 24 tot 25 jaar. Tirza heeft net haar gymnasiumdiploma behaald, zij zal dan wel ongeveer 18 jaar zijn. Ibi, haar oudere zus, is 4 jaar ouder en dus ongeveer 22 jaar. Hofmeester denkt nog terug over de jaren dat Ibi en Tirza nog niet geboren zijn, dus dan zal de vertelde tijd ongeveer 25 jaar zijn. “Ibi is bijna vier jaar ouder dan Tirza, heeft haar studie natuurkunde opgegeven om in Frankrijk een Bed & Breakfast te beginnen.” (Blz. 81). Het verhaal speelt zich af in 2005. Tirza geeft haar examenfeest, waar het boek mee begint, in juni en Tirza gaat in juli naar Afrika. “Op zondag in de derde week van juli zal Tirza met haar vriendje vanaf Frankfurt naar Windhoek vliegen.” (Blz. 275). In augustus komt Hofmeester weer terug. De vertelde tijd is dus 3 maanden als je de flashbacks achterwege laat.
Het boek wordt panoramisch vertelt, er is een welbepalende tijdsduur, een eenduidige vaste ruimte en een aantal personages dat het woord voert. Deel 1 en 2 spelen zich af in de Van Eeghenstraat in Amsterdam. Het derde en ook laatste deel speelt zich als eerste af in een vakantiehuisje in de Betuwe en daarna in de woestijn van Namibië, helemaal als laatste eindigt het in Amsterdam.
Tijdsverloop
Er is geen sprake van een diffuus tijdsverloop, want er wordt op bepaalde momenten erg duidelijk aangegeven, waar ze zijn, wanneer het zich afspeelt, enzovoort. Er is dus sprake van een gemarkeerd tijdsverloop.
Spanning
Bij Tirza ligt de focalisatie de hele tijd bij Jörgen Hofmeester, er wordt dus geen spanning veroorzaakt door verandering van focalisator. Arnon Grunberg heeft ook niet echt open plekken gebruikt, de tijd die in het werkelijke verhaal verstrekt is niet heel erg lang. De dingen die anders open plekken geweest waren, werden duidelijk gemaakt door gedetailleerde terugblikken. Dit veroorzaakt enige spanning, omdat je als lezer niet alle informatie hebt. Het verhaal heeft een open einde. “’Hoi, dit is Tirza,’ hoort hij. Hij drukt de telefoon steviger tegen zijn oor. Geen woord wil hij missen, geen letter, geen ademhaling. ‘Ik ben er even niet. Maar laat een leuk berichtje achter.’” (Blz. 430). Dit zijn de laatste regels van het boek, zo eindigt het dus ook. Je weet niet wat er met Hofmeester gaat gebeuren en hoe het allemaal verder gaat.
Motieven
Wijn: Hofmeester raakt de controle kwijt in zijn leven door verschillende dingen. Hij kan de bovenwoning niet meer verhuren door het conflict met Ibi en de huurder, daarnaast verlaat zijn vrouw hem voor een lange tijd. Ibi, zijn dochter, vertrekt naar Frankrijk, hij verliest zijn baan en tenslotte gaat Tirza naar Afrika. Hij drinkt veel wijn, want dit is iets wat hem houvast biedt. De wijn die hij drinkt is Italiaanse gewürztraminer. Dit is de wijn die hij heeft uitgezocht samen met Tirza. Wijn is ook een “statussymbool”, Hofmeester is erg gesteld op status. Concreet motief
Beest: In het verhaal wordt vaak verwezen naar ‘het beest’. Wanneer hij seks had met de echtgenote, het moment dat Ibi seks had met Andreas, Tirza met Choukri, het moment dat hij zijn echtgenote slaat en zij vervolgens de politie belt. Telkens wordt verwezen naar het beest. Het beest is een ziekte, die sterker en slechter is dan hijzelf. “Het beest kent geen liefde, het kent hooguit razernij.” (Blz. 402) Ook vraagt zijn echtgenote in het begin van het boek of het beest in hem nog leeft. Ze hebben hier vervolgens een discussie over. Met het beest wordt, denk ik, bedoeld of het vuur in hem nog brand en in hoeverre iemand in is voor seks. Concreet motief
Woestijn: De woestijn is levenloze vlakte, dit lijkt op het gevoel van Hofmeester. Nu hij alles kwijt is geraakt in zijn leven, inclusief zijn dochter, zijn zonnekoningin, voelt hij zich leeg en levenloos. Hij wil verdwijnen in de woestijn en hij wil daar sterven. Concreet motief
Aktetas: Hofmeester neemt overal zijn aktetas mee naartoe die hij heeft gekregen van zijn echtgenote. Alles wat hij nodig heeft zit daarin. Hij stop daar ook het dagboek van Tirza bij, en neemt haar dus ‘met zich mee’ naar Afrika. Eigenlijk is de aktetas te vergelijken met zijn leven. Uiteindelijk laat hij de tas achter bij Kaisa op het vliegveld, hij laat dan dus zijn leven daar bij haar achter. Concreet motief
Zonnekoningin: Hofmeester noemt Tirza zijn zonnekoningin. Het karakteriseert Tirza, Hofmeester vindt Tirza een zonnestraal en een koningin. Ze kan niks fout doen en hij wil haar bij hem houden. Door dat hij haar zo krampachtig bij zich wil houden raakt hij haar juist kwijt. Leidmotief
Vader-dochter relatie/vaderliefde: Het boek gaat er helemaal over, hoe onvoorwaardelijk de liefde is van Hofmeester voor zijn dochter Tirza. Zo onvoorwaardelijk dat hij haar uiteindelijk vermoord zodat ze bij hem kan blijven. Abstract motief ik geloof ook dat dit het hoofdmotief is. Het hele boek draait om de liefde van Hofmeester voor Tirza.
Loslaten van geliefden: Als eerste is natuurlijk zijn echtgenote die hij moest loslaten, omdat zij hem verliet. Ook Ibi stopt met haar opleiding natuurkunde om vervolgens een Bed & Breakfast te beginnen in Frankrijk. Dit is niet wat Hofmeester voor ogen had, en hij moet haar dus loslaten. Hofmeester zijn ouders zijn overleden en daarnaast komt ook nog dat hij Tirza moet laten gaan naar Afrika. Uiteindelijk blijft hij alleen achter en dat kon hij niet accepteren. Nog een reden dat hij Tirza dus vermoordde, om haar toch nog bij zich te houden, zodat hij niet alleen zou zijn. Abstract motief
Ruimte
Deel 1 en deel 2 spelen zich af in het huis van Hofmeester dat staat in de Van Eeghenstraat in Amsterdam. Het derde en laatste deel speelt ze af in het vakantiehuisje in de Betuwe, daarna in de woestijnen van Namibië, en ook nog op Schiphol. Het verhaal eindigt zich weer terug in Amsterdam in de Van Eeghenstraat. Er wordt in het boek heel duidelijk aangeven waar het zich afspeelt. Dit is zodat je makkelijk kunt reconstrueren en je je een beeld kan voorstellen. De ruimtes versterken het verhaal niet per se, alleen ze geven wel een bepaalde sfeer bij de situatie. In dit geval is de ruimte gewoon als decor gebruikt. Het is een gemarkeerde ruimte, omdat de Van Eeghenstraat een aantal keer genoemd wordt, en dus gemarkeerd is. Het wordt door impliciete beschrijvingen duidelijk gemaakt. Door middel van het handelen wordt duidelijk hoe een ruimte er uitziet, het wordt niet superduidelijk beschreven.
Het huis in de Van Eeghenstraat is de meest besproken locatie, daar speelt het grootste deel van het verhaal zich af. Hofmeester heeft hier gewoond met zijn echtgenote, en zijn kinderen zijn hier opgegroeid. Hofmeester verhuurde de bovenverdieping aan zakenlui, voor wat extra inkomsten. Het was een redelijk groot huis, en gaf dus aan dat Hofmeester van een wat hogere stand was. Hij vond dit erg belangrijk.
De keuken in de Van Eeghenstraat is ook een belangrijke plek in het verhaal. Hofmeester is nadat zijn echtgenote verdween meer gaan koken en is daar ook steeds meer van gaan genieten. Vooral sinds dat Tirza een eetstoornis ontwikkelde was hij steeds meer te vinden in de keuken. Hij wilde niet dat mensen te kort kwamen. “De sushi en sashimi zijn gereed. Hij heeft royaal ingekocht; Hofmeester is voorbereid op hongerige gasten. Zoals altijd bij dit soort gelegenheden wordt hij geleid door de angst dat er te weinig zal zijn, dat ze met honger naar huis moesten of dat ze zullen zeggen: ‘Ze zijn wel erg zuinig bij de Hofmeesters.’” (Blz. 75). Hofmeester kookt altijd vanuit het kookboek en wil hier niet vanaf wijken. Wanneer een situatie te benauwd wordt dan vlucht hij naar de keuken, omdat dit zijn veilige plek is.
Het huis in de Betuwe, dit is het huis wat hij van zijn ouders heeft geërfd. Hij gaat hiernaartoe om de tuin te onderhouden. Hofmeester, Tirza en Choukri gaan voordat ze naar Afrika vertrekken een weekend naar dit huis. Ook geeft Choukri Tirza een ‘goede beurt’ (Blz. 402) en dit valt niet goed bij Hofmeester. Hij verliest hierdoor de controle en hij vermoordt Tirza en Choukri. Hij begraaft hen in de tuin van zijn ouderlijk huis.
Deze ruimtes zijn allemaal vrij impliciet duidelijk gemaakt en het zijn gemarkeerde ruimtes. Er wordt niet geheimzinnig gedaan over waar het moment zich afspeelt en dat is allemaal vrij duidelijk. Toch wordt de ruimte niet heel erg beschreven, dit is dus vrij impliciet.
Personages
Jörgen Hofmeester: Hij is de focalisator en de hoofdfiguur in dit verhaal. Hij is een volwassen man, van middelbare leeftijd, ongeveer 60 jaar. Hij heeft twee kinderen Ibi en Tirza en hij is getrouwd met ‘de echtgenote’. Hij heeft een rond karakter, omdat je alles mee krijgt van zijn gedachten, handelingen, opvattingen, emoties, enzovoort. De verteller volgt Jörgen Hofmeester en vertelt zijn verhaal. Je komt zo ook te weten dat hij aan schizofrenie lijdt. Hij is erg berust op status en wil het aller beste voor zijn jongste dochter Tirza. In het boek maakt hij vooral tegenslagen mee en is hij een ongelukkig persoon.
Tirza Hofmeester: Zij is een bijfiguur in het verhaal en een flat character. Ze is wel een heel belangrijk bijfiguur want eigenlijk gaat het hele boek over haar. Over de liefde van haar vader voor haar, zoveel liefde dat hij haar uiteindelijk vermoord om haar bij hem te houden. Tirza is net afgestudeerd van het gymnasium, is 18 jaar en ze heeft een vriendje Choukri. Ze geeft naar aanleiding van het behalen van haar gymnasiumdiploma een feestje voor haar vrienden en leraren. Ze belt veel met haar vriendinnen, en ze ligt lekker bij de jongens, want die blijven nog weleens slapen. Ze gaat na haar eindexamenfeestje naar Namibië met Choukri. Ze houdt veel van haar vader, alleen haar moeder verwijt ze heel erg dat zij haar in de steek heeft gelaten.
De echtgenote: Zij is ook een bijfiguur en een flat character, minder belangrijk dan Tirza. Je weet bijna niks over deze vrouw, zelfs niet haar naam. Ze heeft Hofmeester verlaten voor haar jeugdliefde op een woonboot. Na een tijdje komt ze weer terug bij Hofmeester. Ze schaamt zich niet voor zichzelf. De echtgenote ‘dwong’ Hofmeester om kinderen te nemen, want Hofmeester was zich er niet van bewust dat ze daaraan al zouden beginnen. Voornamelijk kraakt ze Hofmeester af en wil ze zijn leven kapot maken. Zelf is ze eigenlijk ook al kapot. Daarom benadrukt ze steeds dat ze het met elkaar moeten doen, omdat ze alleen elkaar nog hebben.
De echtgenote: Zij is ook een bijfiguur en een flat character, minder belangrijk dan Tirza. Je weet bijna niks over deze vrouw, zelfs niet haar naam. Ze heeft Hofmeester verlaten voor haar jeugdliefde op een woonboot. Na een tijdje komt ze weer terug bij Hofmeester. Ze schaamt zich niet voor zichzelf. De echtgenote ‘dwong’ Hofmeester om kinderen te nemen, want Hofmeester was zich er niet van bewust dat ze daaraan al zouden beginnen. Voornamelijk kraakt ze Hofmeester af en wil ze zijn leven kapot maken. Zelf is ze eigenlijk ook al kapot. Daarom benadrukt ze steeds dat ze het met elkaar moeten doen, omdat ze alleen elkaar nog hebben.
Ibi Hofmeester: Ook Ibi is een bijfiguur in het boek en een flat character. Ze is gestopt met haar studie natuurkunde om een Bed & Breakfast te beginnen in Frankrijk met haar vriend. Tot grote afschuw van haar vader. Dit is ook een van de redenen dat de verstandhouding tussen Ibi en haar vader niet optimaal is. De relatie tussen Ibi en Tirza of Ibi en de echtgenote, haar moeder dus, wordt heel erg achterwege gelaten.
Choukri: Ook een bijfiguur in het boek en een flat character. Choukri is het vriendje van Tirza en hij wordt door Hofmeester gezien als Mohammed Atta, het brein achter de aanslagen op 11 september. Choukri is Marokkaans en hij zou samen met Tirza naar Afrika gaan. Hij heeft geen tot weinig contact met zijn ouders en hij is godsdienstig.
Kaisa: Zij is de laatste bijfiguur en een flat character. Kaisa is een jong meisje uit Namibië die rondzwerft door de straten in Afrika. Ze heeft de hand gepakt van Hofmeester die ze niet meer loslaat. Ze is een prostituee en ze heeft een erg vlak karakter, het enige wat je over haar te weten komt is dat ze met toeristische mannen in Afrika naar bed gaat. Ze vraagt erg vaak: “Do you want company, sir?”. Ze heeft wel een belangrijke rol, omdat ze de tijd in Afrika samen met Hofmeester mee maakt. Hofmeester vertelt haar veel, en Kaisa houdt Hofmeester tegen wanneer hij wil verdwijnen in de woestijn.
De enige informatiekanalen die je dus hebt is de verteller die het leven van Jörgen Hofmeester volgt. Van andere personages kun je alleen de gevoelens te weten komen wanneer ze deze uitspreken.
Ik denk dat er voornamelijk gebruik gemaakt is van indirecte karakterisering. Je kunt uit de daden van Hofmeester halen dat hij ziek is en dat het absoluut niet goed met hem gaat. Hij vermoord zijn dochter, maar hij bekent zelf niet dat dit fout is. Door bijvoorbeeld deze gebeurtenis ga je nadenken of het allemaal wel goed met hem gaat. Ook door middel van de gedachten van Hofmeester kun je zijn karakter bepalen. Hofmeester heeft Tirza vermoord, maar maakt zich vervolgens nog wel zorgen of het allemaal wel goed gaat met haar tegenover zijn echtgenote. Ook gaat desondanks toch naar Afrika om haar te zoeken, terwijl hij al lang weet dat ze begraven ligt in de achtertuin van zijn ouderlijk huis.
De hoofdpersoon is in dit geval Jörgen Hofmeester zelf, maar ik ben ook van mening dat Tirza ook een erg grote rol speelt in het verhaal en dus ook wel eens een hoofdrolspeelster zou kunnen zijn.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden