Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Erik of het kleine insectenboek-Godfried Bomans niveau 3

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 1376 woorden
  • 10 december 2016
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
4 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Erik of het kleine insectenboek
 
Titel: Erik of het kleine insectenboek
Auteur: Godfried Bomans
Uitgever: 1940 -Het Spectrum B.V.
    2006 -De Boekerij bv, Amsterdam
Jaar van uitgave: 1979
Druk: Vierenvijftigste druk 2006
Bladzijden: 143
Verslag geschreven op 2 oktober 2016
Genre: Sprookje   Samenvatting:
Het verhaal wordt verteld door een alwetende verteller.
Erik Pinksterblom ligt op een avond in bed om te gaan slapen. De volgende dag heeft Erik een toets over het insectenboek ‘Solms’ beknopte natuurlijke historie’ en probeert dus alle insectensoorten uit zijn hoofd te leren. Erik heeft een gevoel dat er iets gaat gebeuren en hij heeft gelijk, die nacht komt hij erachter dat alle schilderijen in zijn kamer leven.
Erik duikt in het schilderij van Wollewei. Als hij wakker wordt, is hij net zo klein als een insect. Hij komt een Wesp tegen die hij weps noemt. Hij blijft bij de familie (Van Vliesvleugels) eten en ze vertellen hem hoe belangrijk het is om van adel te zijn of hoe hen het zien, om een angel hebben. Erik draagt een gedicht voor over een nijvere bij (een bromvlieg van adel sterft hierdoor), die de wespen verachten, hierdoor gaat hij snel weer weg.

Hierna vliegt hij op de rug van een hommel, die claimt dat hij filosoof is, naar een hotel. Het hotel blijkt een groot slakkenhuis te zijn waar heel veel verschillende dieren wonen. De dieren vinden het maar al te interessant dat Erik zoveel van hen weet, dit komt natuurlijk door het insectenboek dat hij heeft geleerd. De insecten willen nu alles over henzelf weten en ondervragen Erik. Na een tijdje is hij er klaar mee en gaat op de rug van een vlinder terug de Wollewei in om de lijst van het schilderij te zoeken. De vlinder wordt verliefd en maakt een gedicht met Erik. Na een paar dagen komt er een diner, waar het huwelijk wordt goed gekeurd. Het bruidspaar vliegt weg en Erik is weer alleen.
Erik heeft het best moeilijk alleen en begint steeds meer honger te hebben. Erik komt vast te zitten in een spinnenweb maar weet zich los te trekken, waardoor de spin overlijdt en hijzelf flauwvalt. Doodgravers begraven de spin en Erik wordt uitgenodigd voor avondeten. Hij krijgt een gebraden paardenvlieg en wordt verteld dat er een dam in de buurt is waar de wereld stopt. Erik denkt dat dit de lijst van het schilderij moet zijn. Er komt een mol langs die alle doodgravers opeet, hierdoor is Erik weer alleen en kan de weg terug niet meer vinden. Een regenworm probeert te helpen maar dit is tevergeefs want hij raakt in de knoop. Erik is nog steeds in de tunnels verdwaalt, nu komt hij een mier tegen waarmee hij een gesprek voert. De mier komt erachter dat hij de beroemde Erik Pinksterblom is en verteld Erik dat iedereen wil weten wat er over hen in Solms’ boek staat geschreven. Erik beloofd de worm dat hij terugkomt om hem uit de knoop te halen.
Erik gaat samen met de mier naar het mierennest waar alles stil blijkt te liggen, na een tijdje gaan de mieren weer aan het werk en laat hij de worm uit de tunnels ophalen. Die mieren hadden hem niet goed begrepen want ze hadden hem in honderd stukjes teruggebracht. Erik stelt voor om samen de lijst te zoeken in ruil dat de mieren bij hem mogen logeren. Helaas komen ze op weg een ander mierenleger tegen en er ontstaat een enorme veldslag. Op het moment dat er hij in zijn ogen wil wrijven omdat er iets in werd gespoten, merkt hij op dat hij weer in zijn bed ligt.
Erik kleed zich aan en gaat naar beneden, waar helemaal niets is veranderd. Hij gaat naar school en maakt de toets met zijn eigen kennis, die de juf maar apart vindt waardoor hij na moest blijven. Aan het einde is Erik groot geworden en heeft nooit meer levende schilderijen meegemaakt, maar hij vergelijkt veel mensen in het dagelijks leven nog steeds met de insecten in de Wollewei.
Techniek:
Het boek speelt zich af in Eriks kamer en in het schilderij ‘’Wollewei’’. Het verhaal is geschreven in chronologische volgorde, er zijn weinig tijdsprongen (wel bijv. als hij lang reist) en geen flash-backs. In de realiteit speelt het zich af in één nacht maar in het sprookje is het een paar weken. Het is een alwetende verteller die het verhaal verteld.
 Erik is een round/rond personage. Erik is een emotionele en heel beleefde jongen. Hij is heel erg onpartijdig wat betreft beslissingen en andere dingen.
De insecten hebben allemaal een negatieve eigenschap, dit is te vergelijken met eigenschappen van de mens. De wespen zijn heel verwaand en vinden zich veel beter dan de bijen omdat ze van adel zijn. De slak vindt zichzelf veel belangrijker dan de rest omdat hij mooi genoeg is om naakt rond te lopen. De spin lijkt heel lief maar blijkt een vreselijk beest te zijn als je hem beter kent. De worm denkt dat hij alles weet en terwijl hij dat denkt komt hij met zichzelf in de knoop te zitten. De mieren denken alleen maar aan zichzelf, ze vinden zichzelf het sterkst en belangrijk omdat ze zo’n groot volk zijn.   Thema:
Het thema is gebaseerd op een citaat van Leonardo da Vinci dat hij zei in een brief aan Gabriele Piccolomini.

Het citaat luidt :’ Noi tutti siamo esiliati, viventi entro le cornici di uno strano quadro. Chi sa questo, vive da grande. Gli altri sono insetti.
Dit betekent Wij zijn alle ballingen, levend binnen de lijsten van een vreemd schilderij. Wie dit weet, leeft groot. De overige zijn insecten.
Erik leeft dus eigenlijk groot en alle insecten zijn ‘’insecten’’.
Het thema is ook fantasie en werkelijkheid omdat het boek de link legt tussen de karakters van de insecten en mensen in de werkelijkheid. Erik heeft wel degelijk iets geleerd over de werkelijkheid door zijn avonturen.
Titel:
De titel ‘’Erik of het kleine insectenboek’’ spreekt eigenlijk voor zich. De ‘’of’’ in de titel kan ook als ‘’oftewel’’ worden gezien. ‘’Het kleine insectenboek’’ kan als een alternatieve titel worden gezien. Plaats in de literatuurgeschiedenis:
Het boek is in 1941 voor het eerst uitgegeven, dit is in de tweede wereldoorlog. In de periode van 1930 tot 1945 was er in de literatuur een sombere en nuchtere manier van schrijven dit kwam denk ik deels door de oorlog die toen aan de hand was. Een sprookje is niet echt nuchter dus dit gaat eigenlijk niet op voor dit boek In deze tijd kwam het surrealisme tot uiting (volgens Sigmund Freud). De surrealisten dachten dat en via zijn onderbewustzijn kon ontsnappen aan de werkelijkheid en dat het onderbewustzijn liet zien hoe mensen werkelijk waren wat je ook in het boek terugvindt.   Beoordeling:
Ik vond dit een heel leuk boek waardoor het ook vrij snel uit was, dit komt misschien omdat ik van fantasie en sprookjes boeken houd of door het verhaal zelf. De manier van taalgebruik vond ik soms lastig te begrijpen door woorden die net wat raarder zijn geschreven of door het wisselen van taalgebruik.
Ik vind dat de personages heel goed ontwikkeld zijn doordat je bijvoorbeeld iets van hun verleden te weten komt of dat ze veel karaktereigenschappen hebben, waardoor het leuker wordt om het boek te lezen en kun je het verhaal makkelijker volgen. De dingen die er gebeuren in het boek doen me een beetje denken aan verschillende kleine verhaaltjes waardoor ik soms de draad snel kwijtraakte. Ik vond alle aparte gebeurtenissen leuk om te lezen maar als ik aan het gehele boek denk is de boodschap toch wel vrij duidelijk.   Vraag D:
Ik zou dit boek zeker aanraden voormensen die van fantasie/sprookjes houden of literatuur moeilijk vinden, omdat het een soort overstap is tussen kinderboeken en echte literatuur, wat ik heel fijn vond. Vraag B:

Het taalgebruik in dit boek was vrij lastig en raar, omdat er woorden waren die expres verkeerd waren geschreven of hele oude woorden die ik niet wist, maar na een tijdje was ik er weer aan gewent.  

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.