Onder de paramariboom door Johan Fretz

Zeker Weten Goed
Foto van Cees
Boekcover Onder de paramariboom
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Zeker Weten Goed
  • 8 februari 2018
Zeker Weten Goed

Boekcover Onder de paramariboom
Shadow
Onder de paramariboom door Johan Fretz
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Feitelijke gegevens

  • 1e druk, 2018
  • 270 pagina's
  • Uitgeverij: Lewboski

Flaptekst

Johannes Fretz is een Nederlander. Dat hij gemengd bloed heeft, is hem tot nu toe nauwelijks opgevallen; vooral anderen lijken zich tegenwoordig druk te maken over zijn afkomst. Daar komt verandering in als hij oude gedichten van zijn Surinaamse grootvader ontvangt, en wordt uitgenodigd om op te treden in Paramaribo in het kader van de verkiezingen. Samen met zijn moeder vliegt hij naar haar geboortegrond. Daar wordt niet alleen duidelijk dat het land meer herkenning in hem oproept dan hij voor mogelijk had gehouden, maar ook dat het tijd is om de demonen van zijn familie eens en voor altijd te begraven. Onder de paramariboom is behalve een ontwapenende en geestige roadtrip door Paramaribo, een ontroerend verhaal over een moeder en een zoon, identiteit en hoop.

Eerste zin

Wanneer de volwassenen naar me keken, met de wrange bewondering voor iets wat we zelf waren kwijtgeraakt, vroegen ze: "Waar kom je vandaan?" "Dordrecht", zei ik dan.

Samenvatting

Proloog
Johannes Fretz weet eigenlijk weinig van zijn afkomst. Hij heeft een Haagse vader Jan (Van Duitse voorouders) en een Surinaamse moeder Virginia. Hij krijgt een uitnodiging van de Wereldomroep om een lezing over zijn werk te komen houden en daarom maakt hij de reis naar Suriname. Maar ook omdat hij nieuwsgierig is geworden door een gedichtenbundel van zijn opa. Hij is 29 jaar en zijn moeder is 60. Hij reist een paar dagen eerder af dan zijn moeder.

Dag 0
Het vliegtuig brengt hem naar Suriname. Daarna wordt hij door twee medewerkers van zijn uitgever naar zijn hotel gebracht. Maar het is niet het luxe hotel dat beoogd werd. Zijn kamer zal over een dag klaar zijn. Johannes doet daar niet zo moeilijk over.

Dag 1
Johannes is een laat-slaper. Hij ziet al op de eerste dag dat Paramaribo anders (veel kleiner bijv.) dan dat hij gedacht heeft. Hij ontmoet er zijn tante Enilda en haar man Jimmy. Allerhartelijkste mensen. Jimmy was vroeger een tegenstander van Desi Bouterse, maar nu is hij min of meer als adviseur bij de president in dienst. Tante vertelt over de uitdrukking: je navelstreng is hier geboren. Johannes ziet Fort Zeelandia dat een rol heeft gespeeld bij de 10 December Moorden. Maar het gebouw zelf stelt niet zo veel voor. Ook ziet Johannes het backpackmeisje dat in zijn vliegtuig zat terug. Blijkbaar gaat ze niet backpacken.

Dag 2
Ook op dag 2 ontmoet Johannes weer andere mensen o.a. zijn oom Purperhart. Die vertelt hem over zijn opa en over de mooie gedichten die hij schreef. Toen hij die thuis gelezen had, wilde hij wel de reis naar Suriname maken. Opnieuw ontmoet Johannes het backpackmeisje. Ze blijkt een onderzoekster te zijn. Ze is Nederlands, maar haar moeder komt uit Hongarije. Hij begint haar heel sympathiek te vinden. Johannes vertelt aan de lezer ook enkele anekdotes over discriminatie in Nederland, zoals hij dat heeft meegemaakt. Hij is namelijk gekleurd van huid en men verwart hem wel eens met de Molukse voetballer Giovanni van Bronckhorst.

Dag 3
Het luxe hotel is nog steeds niet klaar, maar opnieuw vindt hij het niet erg. Het backpackmeisje dat 'Jaantje' heet, verblijft ook in zijn minder luxe hotel. Hij gaat met zijn oom en tante lunchen. 
In een flashback vertelt hij over de verkering van zijn moeder die als jonge vrouw naar Nederland vertrok en daar als het ware in een koelcel werd ontvangen. Die derde dag komt zijn moeder aan op het vliegveld en ze is ook meteen 'aanwezig'. Ook worden er wel enkele passages verteld over de verhouding tussen zijn vader en moeder. Zijn vader Jan was ook erg blij dat Johannes zijn moeder ene paar dagen meenam naar Suriname.

Dag 4
Johannes denkt terug aan zijn jeugd: zijn moeder kreeg een post-natale depressie . Ook later vertoont ze kuren, waardoor de vader van Johannes, Jan, het beter vindt gescheiden van haar verder te leven. Jan zorgt dan voor zijn zoon. Later komen ze weer bij elkaar, maar Johannes maakt ook mee dat zijn moeder enkele keren van huis is weggelopen. Ze wordt door de politie teruggebracht.

In Suriname ontmoet Virginia ook haar zus Enilda. Johannes maakt mee dat een synagoge en een moskee naast elkaar staan en dat de gelovigen van beide kerken prima met elkaar omgaan. Dat kan juist wel in Suriname. Met zijn moeder en tante Wonny bezoekt hij het ouderlijk huis en daar doet zich een bizar ritueel voor. Moeder heeft het stukje navelstreng van Johannes bij zich en dat begraaft ze 'onder de paramariboom'. Zo hij is nu echt teruggekeerd in zijn land.
Die avond heeft Jaantje Johannes uitgenodigd om roti te eten. Het is erg gezellig aan tafel en Johannes voelt zich verliefd. Ze kussen elkaar voor het eerst. Meer gebeurt er nog niet.

Dag 5
Moeder Virginia en Johannes gaan weer naar familieleden . Ze zingen op bezoek samen liedjes. Een favoriet lied van moeder is "Bonnie kom je buiten spelen" wat voor haar erg symbolisch is (het betreft de zwangerschap van Johannes). Er wordt een anekdote verteld van opa's verhalen die later in Nederland door een andere schrijver werden uitgegeven. Opa had zich daar niet zo druk over gemaakt en was gewoon weer nieuwe verhalen gaan schrijven.
Een flashback gaat over de EK halve finale in 1988 toen Nederland tegen Duitsland speelde. Vader Jan is dan toch voor de Nederlanders, hoewel moeder Virgina hem uitdaagt.

Dag 6
Johannes praat met zijn moeder over zijn identiteit. Later bezoeken ze het graf van opa Miel. Ze vinden het met enige moeite terug. Er staat een mooie spreuk op zijn grafsteen. ("Er is geen dood. Wel Eeuwig leven") Het is tijd voor het optreden van Johannes. Natuurlijk gaat moeder Virginia mee: ze maakt zelf ook de blitz met haar gedrag. Het optreden van Johannes is prima. Na afloop ontmoet moeder Virginia het mooie meisje Jaantje. Ze hoopt dat ze gauw oma wordt. Ze gaan ook nog naar de politieke massameetings waar voor-en tegenstanders van Desi Bouterse het woord voeren.
Jaantje nodigt Johannes uit voor een tegenbezoek aan het land van haar moeder, Hongarije. Moeder Virginia vindt het allemaal prachtig. Als ze maar snel oma woont. Op dag 7 (geen hoofdstuk aan gewijd) lummelen ze wat bij het zwembad.

Dag 8
Johannes vliegt met zijn moeder per KLM terug naar Nederland. Het is precies de dag van de Surinaamse parlementsverkiezingen. Ze zitten met een tevreden gevoel naast elkaar. Johannes heeft zijn identiteit gevonden en hij weet ook dat hij in zijn karakter een zachte (lees: Surinaamse) kant heeft.

Dit verslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

Personages

Jaantje

Jaantje komt over een slim en lief meisje. Eerst denkt Johannes dat ze een backpackster is. Maar ze studeert politicologie en moest een onderzoek doen voor de afronding van haar studie. Ze neemt zelf enkele keren het initiatief tot toenadering. Ook nodigt ze Johannes uit om het land van moeder te komen bezoeken. Uit het dankwoord blijkt dat 'Jaantje' een blijvertje is geworden.

Johannes

Johannes heeft als kind vrij veel ellende meegemaakt. De relatie tussen vader Jan en zijn moeder was niet echt ideaal. Het is niet zo gek dat hij liever bij zijn vader dan bij zijn moeder was. Lang heeft hij het tegen gehouden het land van zijn moeder te bezoeken. In 2015 komt het zo ver. Hij moet bekennen dat het land hem heel erg meevalt en dat de bewoners in het algemeen warme, hartelijk mensen die zijn die veel relaxter met elkaar omgaan dan de mensen in Nederland. Zo leert Johannes door zijn queeste dat hij eigenlijk ook veel zachtmoediger is dan hij zich in Nederland gedraagt.

Virginia

Virginia heeft het als jonge moeder in Nederland erg moeilijk gehad: ze leed aan een post-natale depressie en deed ook nog een aantal gekke dingen. Ze liep een aantal keer weg van huis, waardoor zij en haar man Jan een tijdje gescheiden van elkaar voortleefden. Vader Jan nam toen de zorg voor Johannes op zich. Toch kwamen ze weer bij elkaar en hebben in de bizarre relatie tussen een harde/cynische en een vrolijke/optimistische Surinaamse 'een modus vivendi' gevonden. Dat levert enkele keren kostelijke dialogen op. Virginia is een echt familiemens en kan eigenlijk niet wachten totdat ze oma wordt van Jaantje en Johannes.

Quotes

"André Emiel Gilbert Brouwn Geboren 6-6-1912 Overleden 10-11-1977 Er is geen dood. Wel eeuwig leven." Bladzijde 243
"Wanneer ik mijn ogen weer opendoe, kijken we elkaar aan met de reddeloze openheid van twee mensen die nu al, na één zoen, volledig van elkaar afhankelijk zijn geworden. Ik weet niet wat ik moet zeggen, maar voel wel dat we ieder naar onze eigen kamer gaan. Het hoeft niet allemaal tegelijk." Bladzijde 201
"Ik neem het schepje aan. Ze haalt nog iets uit de rugzak: een klein houten kistje. Ze houdt het vast alsof het een kostbare schat is. Ze kijkt me glunderend aan, schuift de deksel van het kistje. Ik kijk erin. Een keutel. Of nee, een verschrompelde garnaal, of nee, iets wat is verhard, versteend of in gips gegoten. Huidkleurig is het, roodbruin. Ik heb geen idee waar ik naar kijk. "Schat", zegt mijn moeder. "Mag ik je voorstellen aan je navelstreng. Nou ja, aan een heel klein overblijfsel ervan."" Bladzijde 194
"Als een kameleon neem ik de kleur aan van iemands verbeelding. En hoewel dat in deze tijd meestal leidt tot de droefgeestige conclusie dat je dan helemaal nergens bij hoort, met een grote identiteitscrisis tot gevolg, doe ik er juist mijn voordeel mee. Omdat ze me niet kunnen definiëren, kunnen ze me ook niet vastpinnen en daarom bestempelen ze me dus nooit als de Ander, want welke vooroordelen moet je projecteren op iemand wiens oorsprong je niet kent? Zo glip ik overal moeiteloos tussendoor. Ik ben ergens thuis, dus ben ik overal." Bladzijde 60
"Dus, ik land in Paramaribo. Het heeft negenentwintig jaar geduurd, voordat ik hiernaartoe ben gekomen, en tot voor kort was de reden heel simpel: ik had hier niks te zoeken. Ik was gemengd, half, gewoon Hollands dus en dat wilde ik ook zijn. Toch zegt de zwarte piloot die bij de uitgang van het vliegtuig staat: ‘Welkom thuis, jongen.’" Bladzijde 13
"Terwijl ik bij de bagageband op mijn koff er wacht, passeert het backpackmeisje me. Ze zat bij me in het vliegtuig, twee rijen schuin voor me en viel me meteen al op. Eén van de weinige blanke reizigers op de vlucht. Ze staat aan de vooravond van een zelfontplooiingsreis: een bloem in haar haren, een broek met felle hippiekleuren en een wijd zittend t-shirt. Tijdens het diner vroeg ze om een vegetarische optie. Toen de stewardess haar stoïcijns mededeelde dat er alleen kip of vis was, besloot het meisje maar helemaal niets te eten" Bladzijde 15

Thematiek

Queeste

De roman is een queeste naar de identiteit van Johannes Fretz. Hij is tot 2015 nog nooit in Suriname geweest, het land van zijn moeder. In de roman maakt hij de reis wel en hij komt tot verrassende conclusies. Suriname is een veel 'warmer' land dan hij zich kon voorstellen. Hij is het kind van een Haagse vader en een Surinaamse moeder. Je zou kunnen zeggen: hij is een 'halfbloed' maar hij vindt de term 'dubbelbloed' beter. Op blz. 60 zegt Johannes: Als een kameleon neem ik de kleur aan van iemands verbeelding. En hoewel dat in deze tijd meestal leidt tot de droefgeestige conclusie dat je dan helemaal nergens bij hoort, met een grote identiteitscrisis tot gevolg, doe ik er juist mijn voordeel mee. Omdat ze me niet kunnen definiëren, kunnen ze me ook niet vastpinnen en daarom bestempelen ze me dus nooit als de Ander, want welke vooroordelen moet je projecteren op iemand wiens oorsprong je niet kent? Zo glip ik overal moeiteloos tussendoor. Ik ben ergens thuis, dus ben ik overal. In het begin van de roman vindt hij zich nergens bij horen, maar aan het einde heeft hij zijn roots gevonden en hij is er in feite erg blij mee. De queeste naar zijn identiteit is voltooid. Hij kan terug naar huis maar zal zeker naar het land terugkeren. In ene interview in het NRC zegt Fretz hierover: "Ik denk dat ik word gekenmerkt door een zekere zachtmoedigheid. Vóór ik naar Suriname ging, schaamde ik me daarvoor. Ik leef in een land waar ik soms het gevoel heb dat ik moet kiezen tussen hoofd en onderbuik. Maar daartussen zit het hart. Dat wordt vaak overgeslagen maar in Suriname leerde ik dat het hart er mag zijn en meetelt. Daarom durf ik nu radicaler voor mijn zachtmoedigheid te staan.”

Motieven

Liefde

Er bloeit in de periode dat Johannes de reis naar Suriname maakt een liefdesrelatie tussen hem en Jaantje op. Eerst ontmoeten ze elkaar alleen (bij toeval), later gaan ze uit eten en zoenen ze voor het eerst. Ze bezoekt ook zijn optreden en ze spreken met elkaar af dat ze een week later ook het moederland van Jaantje zullen bezoeken. Uit het dankwoord kun je opmaken dat Jaantje de liefdespartner van Johannes is geworden.

Queestemotief

De roman heeft een queeste motief. Johannes zoekt naar zijn identiteit en zijn afkomst. Hij moet daarvoor naar de roots van zijn familie. Hij vindt de plek onder de paramariboom. Bovendien herstelt de reis zijn relatie met zijn moeder.De queeste wordt voltooid als Johannes en zijn moeder Virginia terugvliegen naar Nederland.

Godsdienst

Johannes leert tijdens zijn reis dat men in Suriname heel soepel omgaat met de verschillen tussen de godsdiensten. Er wordt een heel hoofdstuk aan gewijd over de relatie tussen joden en islamieten. Maar ook de Hindoestanen en de Christenen kunnen op een soepele manier met elkaar overweg. Er is geen sprake van een godsdienststrijd.

Moeder-zoonrelatie

Omdat de moeder aan het begin van Johannes leven depressieve verschijnselen vertoonde en vader en moeder ook enige tijd gescheiden van elkaar leefden, was de band van Johannes aanvankelijk beter met zijn vader dan die met zijn moeder. Tijdens de reis begrijpt hij (wanneer hij kennismaakt met het warme land) zijn moeder veel beter. Dat verstevigt de band tussen moeder en zoon.

Kindertijd & kinderleed

In zijn jeugd heeft Johannes wel verdrietige dingen meegemaakt. Zijn moeder die zich niet zo thuis voelde in het koude Nederland, leed aan post-natale depressies. Ook later deed ze gek en ze liep enkele keren van huis weg. De band tussen vader en zoon was aanmerkelijk beter dan die tussen moeder en zoon. Er was veel ruzie thuis en vader dronk bovendien nogal wat.

Politiek

Op de achtergrond speelt wel de politieke situatie in Suriname een rol. Suriname wordt verdeeld in voor-en tegenstanders van Desi Bouterse. Johannes is net in Suriname op het moment dat er verkiezingen worden gehouden.

Motto

Het motto is een weergave van een korte dialoog tussen meoder en zoon.

Virginia: "Waka manga koni"
Johannes: "Wat betekent dat?"
Virginia: "Letterlijk, loop met wijsheid".
Johannes: "En figuurlijk?"
Virginia: "Houd je hoofd erbij. Zoiets." 

Trivia

Naast de verschijning van het boek toert John Fretz ook door het land met een theaterprogramma dat ongeveer dezelfde strekking heeft.

Titelverklaring

Onder de paramariboom is een term van de Jonge Johannes als men hem vraagt waar hij vandaag komt. Zijn moeder heeft die term overgenomen. Als ze met hem in Suriname is heeft ze een verrassing voor hem Bij Surinaamse mensen is het een ritueel het kleinste deel van de navelstreng wordt bewaard in een doosje en onder de grond wordt begraven. Ze heeft een doosje bij zich en daarin zit het overgebleven stukje van de navelstreng van Johannes. Dat begraaft ze onder een boom, jawel, de paramariboom.

In de laatste alinea komt de titel nog een keer letterlijk voor. Op blz. 268 : Mijn naam is Johannes. Rond. Zacht. Gevaarloos. Ik ben geboren in Dordrecht. Getogen in Almere. Woonachtig in Amsterdam. Per navelstreng begraven onder de paramariboom. Ik doe mijn ogen open. We zweven hoog in de lucht. Mijn moeder grijpt mijn hand en knijpt erin. Dat ik uit haar buik kom, lijkt opeens een wonderlijk verzinsel en tegelijkertijd vanzelfsprekender dan ooit.

Structuur & perspectief

Er is een proloog (over afkomst) en een verslag van de reis naar Suriname. Het verhaal wordt onderverdeeld in delen, die in zijn totaliteit de duur van de reis aangeven.
Het verhaal wordt beschreven van Dag 0 tot Dag 8. Elk van die dagen wordt weer onderverdeeld in relatief korte hoofdstukken die een titel dragen van een passage die in dat hoofdstuk voorkomt. In die hoofdstukken wordt de reis beschreven, maar er zijn ook hoofdstukken waarin Johannes terug gaat naar zijn jeugd: geboorte, opgroeien in Dordrecht, de scheiding en de hereniging van zijn ouders. Daardoor wordt het een niet-chronologische vertelling van een roadtrip naar Suriname

De verteller is de 29-jarige ik-figuur Johannes Fretz. Hij vertelt in de o.v.t. Hij is in 1985 geboren. De roadtrip sleet zich dus af in 2014. Omdat de queeste van de zoon voltooid is, is er sprake van een gesloten einde.

Decor

Het belangrijkste decor is de reis van Johannes naar Paramaribo. De gebeurtenissen spelen zich voor al af in de hoofdstad van Suriname. Hij had van die stad trouwens een heel andere verwachting. Tijdens de reis wordt Johannes geconfronteerd met het verleden. In flashbacks denkt hij terug aan zijn jeugd. Hij werd geboren in Dordrecht en hij heeft daar een minder gelukkige jeugd beleefd. Zijn moeder had een post-natale depressie en ook daarna waren er ongeregeldheden tussen moeder en vader, waardoor ze tijdelijk uit elkaar gingen. De twee belangrijkste decors zijn dus Paramaribo en Dordrecht.

Wat de tijd betreft is het niet zo lastig uit te rekenen wanneer het verhaal speelt. Johannes is in 1985 geboren (in Dordrecht) en hij vertelt enkele keren dat hij op het moment dat hij in Suriname is, 29 jaar is. Op de laatste dag (8e) zijn er in Suriname parlementsverkiezingen. Die werden gehouden op 25 mei 2015. Dat is de achtste dag. De eerste dag is dus 17 mei. De vertelde tijd loopt dus van 17 tot 25 mei 2015. 
Maar de jeugd van Johannes Fretz speelt zich dus aan het einde van de jaren tachtig af.

Stijl

De stijl van de roman is mild van toon. De verteller kijkt met warme belangstelling naar de Surinaamse samenleving en de hartelijkheid van de Surinamers zelf. Dat stemt hem zelf ook mild. Hij maalt er niet om dat hij niet in een luxe hotel kan worden ondergebracht. Aan de verteller kun je ook merken dat hij verliefd is geraakt op het meisje Jaantje. 
De verteller doorspekt zijn verhaal met Surinaamse woorden en uitdrukkingen. Die worden in de meeste gevallen daarna wel vertaald in het Nederlands. Je kunt uit vrijwel de hele roman opmaken welke gevoelens Johan Fretz voor het land van zijn moeder heeft gekregen. 

Slotzin

Mijn naam is Johannes. Rond. Zacht. Gevaarloos. Ik ben geboren in Dordrecht. Getogen in Almere. Woonachtig in Amsterdam. Per navelstreng begraven onder de paramariboom. Ik doe mijn ogen open. We zweven hoog in de lucht. Mijn moeder grijpt mijn hand en knijpt erin. Dat ik uit haar buik kom, lijkt opeens een wonderlijk verzinsel en tegelijkertijd vanzelfsprekender dan ooit.

Beoordeling

En luchthartig vertelde roman over iemand die naar zijn identiteit zoekt. Eigenlijk is Johannes een kind van twee culturen: geen halfbloed dus, maar een dubbelbloed. Hij ziet hoe warm en vriendelijk de Surinaamse samenleving is. Heel anders dan hij heeft gedacht.
De stijl van Fretz in deze tweede roman is heel anders dan die van zijn eerste roman "2025". Daarin beschrijft hij heel ironisch/sarcastisch dat hij de nieuwe minister-president van Nederland is is in 2025. In de tweede gaat het er allemaal veel vriendelijker en warmer aan toe.
De structuur van de queeste is heel helder. Er zijn 8 reisdagen die alle een deel vormen. Af en toe worden er flashbacks uit zijn jeugd ingelast, maar die zijn heel herkenbaar voor de lezer. Ook het taalgebruik is niet moeilijk. De Surinaamse uitdrukkingen worden in de meeste gevallen in het Nederlands weergegeven. Er gebeurt qua handelingen niet heel veel. Johannes maakt eigenlijk kennis met zijn Surinaamse familie en de Surinaamse samenleving. 
Kortom, "A feel good story with an happy end". 

Geschikt voor je literatuurlijst van havo en vwo. Je kunt met dit boek ook een rijtje romans op je lijst zetten met het thema Cultuurverschillen, of Kind tussen twee culturen.
Een paar voorzetjes:
Susan Smit - Elena's vlucht
Tessa Leuwsha - De Parbo-blues (ook over Suriname)
Naima el Bezaz - Vinexvrouwen en Meer Vinexvrouwen
Antje Visser - De vrijwilligster (2011)
Florence Tonk - Blijf bij ons (2011)

Recensies

"Hartverwarmend, dit boek en de verzoenende toon ervan. Een talent dat zware thema’s zo lichtvoetig kan bespreken moeten we koesteren. En er zit meer in deze Fretz. Moeiteloos kletst hij een uur vol met anekdotes, ideeën en imitaties in dan weer kneiterharde Haagse en dan weer zonnige papiamentse accenten. Dat moet je horen, en dat kán je horen als je klikt op deze link naar Kunststof radio." https://www.hebban.nl/rec...ramariboom
"Interview met de schrijver over de zoektocht naar zijn identiteit. Zo heeft Fretz een zoektocht naar zijn oorsprong ondernomen, waarbij het niet zozeer gaat om afkomst maar om waar je vandaan komt: „Als jong mens wil je nog zo graag weg van de buik waar je ooit uit bent gekropen, maar uiteindelijk moet je je met die oorsprong verzoenen. Identiteit is niet meer dan het verstrijken van tijd en het afleggen afstand. De rest is ruis." https://www.nrc.nl/nieuws...n-a1590429
Je hebt nog 2 Zeker weten goed verslagen over.

Wil je onbeperkt toegang tot alle Zeker Weten Goed verslagen? Meld je dan aan bij Scholieren.com.

35.915 scholieren gingen je al voor!

Geschreven door Cees

Foto van Cees

Ik heb verreweg het grootste deel van mijn leven voor de klas gestaan. Eerst vijf jaar op een basisschool, daarna veertig jaar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs: havo en vwo, onder- en bovenbouw. Ik vond het destijds  mijn taak om de verouderde en 'afgezaagde' literatuurlijsten voor Nederlands te vernieuwen en mijn leerlingen kennis te laten maken met nieuwe en/of jonge schrijvers. Lezen kan namelijk ook gewoon leuk zijn. Docenten kunnen je met het aanprijzen van leuke en/of spannende boeken enthousiast maken. Stukken die interessant zijn, voorlezen in de klas. Kort vertellen waarover een boek gaat.  Ik heb nu ruim 1460 verslagen gemaakt, waarvan een heleboel Zeker-Weten-Goed-verslagen. Er staan vragen over de inhoud aan het eind om je te laten zien of je het boek begrepen hebt.

Bij Scholieren.com probeer ik daarom zo veel mogelijk boeken van nieuwe schrijvers te bespreken. Ik hoop altijd dat de 'moderne leraar Nederlands' het zijn leerlingen toestaat om de wat minder bekende schrijvers ook op de leeslijst te zetten. Uittreksels maken vond ikzelf vroeger helemaal niet leuk. Ik kocht daarom ook uittrekselboeken. (Bijvoorbeeld Literama, Apercu, Der Rote Faden) Nu maak ik zelf boekverslagen voor  scholieren.com. Nog een gemeend advies: wees verstandig en lees altijd wel het boek. Dan kan een boekverslag op scholieren.com een een prima geheugensteun voor je mondeling zijn.
En geloof me, docenten kunnen vanwege tijdgebrek ook niet alle boeken lezen die jaarlijks verschijnen; zij raadplegen daarom ook wel de boekverslagen die scholieren.com levert.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Cees