Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2017
- 319 pagina's
- Uitgeverij: De Bezige Bij
Flaptekst
Een verdwijnend boerenbestaan, een koloniaal en schuldbeladen verleden en in het menselijk hart een rusteloos verlangen naar het onbekende.
De jonge Remi, voorbestemd om zijn vader als boer op te volgen, wordt achtervolgd door ontembare dromen en stemmen. Zijn oom fluistert hem vreemde, hevig beroerende verhalen in over de oorlog, over een geest en een zwarte soldaat.
Als Remi meedeelt dat hij een roeping heeft en zal intreden in een strenge kloosterorde, begrijpt niemand hem. In het klooster wordt zijn persoonlijkheid hertekend: hij mediteert en studeert hardnekkig, vervreemdt nog meer van zijn familie en zoekt de stilte in zichzelf. Maar de daimon in hem zwijgt niet. Wanneer een leraar hem vertelt over Congo en zijn ervaringen daar, schreeuwt een ongrijpbare hunkering Remi toe.
De mensengenezer is een stilistisch fonkelend boek dat een rijke en complexe geschiedenis en cultuur evoceert.
Eerste zin
Het wezen, er bestaat misschien zoiets als het wezen van de Westhoek. Misschien is het een geest, een daimon, een genius, die niet bestaat als lichaam maar toch sluipt en heerst in het West-Vlaamse landschap.Samenvatting
‘De mensengenezer’ kent twee vertellers: de ene is Remi die vertelt over hoe hij is opgegroeid in de Westhoek en besloot om in te treden en naar Congo af te reizen. De andere is een ik die vertelt over gesprekken met zijn professor, de volwassen Remi. Ik vat eerst het verhaal van Remi samen en dan dat van de andere ik.
Verhaal van Remi
Remi heeft als tienjarige jongen regelmatig gesprekken met zijn nonkel (oom) Marcel over de daimonen, het wezen, van de Westhoek, het gebied in Vlaanderen waar zij wonen. Volgens zijn oom is dat wezen samengesteld uit de overblijfselen van soldatenlichamen uit de Eerste Wereldoorlog. Remi wordt angstig van de verhalen van zijn oom over de geest. Dat gevoel wordt versterkt door de afgelegenheid van de boerderij en de smokkelaars die zich soms in de schuur verstoppen. Zijn oom is de enige met wie Remi echt veel spreekt, verder wordt er onder de boeren vooral gezwegen. Ze drinken regelmatig samen en er wordt relatief veel zelfmoord gepleegd. Remi’s vader wordt er dan als eerste bijgeroepen.
Zijn vader en oom Marcel breken een oude schuur af en verbranden het oude stro dat erin ligt. Er zitten buskruit en oude kogels tussen van Belgische en Engelse soldaten die tijdens de oorlog in de schuur gebivakkeerd hebben. Oom Marcel vertel de ik weer over de oorlog: de Westhoekse landbouwgrond heeft veel te verduren gehad, het landschap was volledig verwoest en na de oorlog kwamen Chinezen munitie verzamelen en lijken begraven. Oom Marcel zegt dat ze vandaag werken om al die schade en het landschap te herstellen. Enkele dagen later ziet Remi een gestroopte haas in de kelder. Hij krijgt daar nachtmerries van en hoort stemmen die net als zijn oom zeggen dat er iets afgemaakt moet worden. Hij vertelt zijn oom erover en die raadt hem aan in zijn droom tegen de geesten te spreken en het woord ‘carabouya’ te gebruiken, een woord dat hij heeft geleerd van een Franse zwarte soldaat. De zwarte soldaat stond ineens in het dorp waar men nog nooit een zwart iemand gezien had en kwam veel in hun werkplaats omdat hij graag beeldjes maakten met hun beitels. Oom Marcel fluistert Remi ook een zin in een geheime taal in zijn oor die hij van de zwarte soldaat geleerd heeft. Ze bezoeken samen graag de begraafplaatsen en zoeken dan naar het graf van de de zwarte soldaat. Later komt er een man uit de stad langs, Richard, die bij de zwarte soldaat in het regiment gezeten heeft. Hij heette Pius, zei bezweringsformules op bij de beeldjes die hij maakte die de soldaten na zeiden en is gesneuveld.
Op woensdagochtenden verkopen Remi’s ouders boter op de markt in Veurne. Remi is dan twaalf en zijn broer en zus wonen in een pensionaat. Remi’s moeder koopt deze woensdagochtend een mantelpakje en zijn vader drinkt bier met de veehandelaren, waarna ze naar het pensionaat rijden en een auto-ongeluk krijgen. Remi’s moeder slaat met haar hoofd tegen de motor en ligt drie weken in het ziekenhuis. Ze komt verbitterd thuis en de sfeer verandert: ze heeft hoofdpijn, ruziet, werkt minder en ze verdienen minder geld. Remi wordt er nerveus van en begint een stem te horen: ‘Ik zit in jou.’ Hij worstelt ook met zijn toekomstplannen. Zijn vader wil graag dat hij boer wordt, zijn moeder wil hem de wereld in sturen en hij blijft een stem horen die zegt dat hij mensen moet gaan genezen maar als hij dat hardop tegen zijn oom uitspreekt, lacht die hem uit. Remi ergert zich steeds meer aan het zwijgen, het drinken en de heimelijke plekken op de boerderij. Hij wil weg. Dan krijgt hij van een jezuïet twee boeken over heiligenlevens. Remi voelt zich geroepen, raakt ervan in de war maar vertelt uiteindelijk aan zijn ouders dat hij wil intreden. Na de zomer brengen ze hem naar de abdij van Drongen.
Remi vertelt over het leven van een jezuïet in de abdij en wat hij allemaal leert. Tijdens zijn verblijf in de abdij wordt de relatie met zijn ouders ingewikkelder. Ze zoeken hem een aantal keer per jaar op maar laten duidelijk merken dat ze het doodzonde vinden wat hij met zijn leven doet. Na twee jaar legt hij de gelofte van armoede, zuiver- en gehoorzaamheid af en voor zijn vervolgopleiding vertrekt Remi naar het klooster in Heverlee. Daar ontmoet hij twee mensen die hem aanspreken en die beiden een link met Congo hebben, waardoor hij ook naar Congo wil. Als Remi 21 is mag hij vertrekken. ‘De volgende dagen al mocht ik mijn koffertje maken, met daarin slechts een bijbel, brillendoos en een kostuum. Ik kreeg mijn persoonlijke horloge terug dat de socius al die tijd voor me had bewaard. Toen ik het opwond voelde ik dat nu pas mijn persoonlijke tijd begon te lopen.’ (p. 164) In het klooster in Congo voelt hij dat hij zich eindelijk aan het losmaken is.
Hij spreekt met een oude pater, Michel, over de Yaka. Michel vertelt hem over fetisjen, genezers, waarzeggers en heksen. Vervolgens geraakt hij zelf in een soort trance en begint voor Remi fetisjen uit een doos te halen, die Remi niet mag aanraken en die hij zelf liever zou vernietigen maar dat kan hij niet. De pater valt flauw. Remi raakt ook gefascineerd door de Yaka-cultuur en hun fetisjen. Kort daarna verzwakt pater Michel, hij komt zijn kamer niet meer uit en Remi ziet en hoort hem gesprekken voeren met onzichtbare mensen. Niet veel later overlijdt hij en ook de rector van het klooster sterft na een gewelddadige aanval op straat.
Remi gaat naar de nieuwe rector om aan te geven dat hij naar de Yaka wil. Hij mag met enkele Congolese paters mee naar Popokabaka. Na de aankomst in La Mission voelt Remi voor het eerst dat hij niet meer weg vlucht van de boerderij en werkelijk is aangekomen. Terwijl hij zich bezig houdt met nuttige zaken en het leren van de Yaka-taal, zijn de anderen aan het bekeren. Op een gegeven moment vraagt hij aan de bisschop of hij naar de dorpen van de Yaka mag. Ondertussen krijgt hij van zijn vader bericht dat zijn moeder trombose heeft gehad en hij krijgt voor het eerst een brief van zijn nonkel Marcel. Marcel heeft Richard in Brussel opgezocht om over Pius te praten. Toen hij terug naar huis ging, zag hij een Congolese vrouw en hij wilde haar aanspreken in de hoop dat zijn leven opnieuw zou beginnen maar hij heeft het niet gedaan. Niet veel later ontvangt Remi een overlijdensbericht van zijn oom Marcel.
Remi trekt op zijn 27e een Yaka-dorp in. Hij is aanwezig bij de dood van de chef van het dorp en ziet voor het eerst een priester-genezer. Bliksem slaat in het hutje van de opvolger van de chef in en er ontstaat paniek. De volgende ochtend zegt de opvolger dat Remi een herborene is van een van hun voorouders. Remi probeert te leren van hoe de mensen leven in het dorp – volgens hem weten deze mensen hoe het leven in elkaar zit – en doet zijn best voor de taal. Hij krijgt steeds meer contact met de mannen van het dorp en mag aanwezig zijn bij sessies van de waarzegger-genezer. Na een half jaar begint hij de genezers en waarzeggers steeds beter te begrijpen en de bisschop, zelf een Yaka, ergert zich hieraan: ‘Je moet je niet laten vernégeren.’ (p. 283) Hij verwaarloost zijn gezondheid, krijgt koorts en ijldromen. Dan komt de bisschop hem opzoeken om te vertellen dat zijn moeder overleden is. Hij ziet eruit als een wilde, raaskalt en wordt mee naar Popo genomen. Als na vier dagen de koorts is geweken, is zijn talent voor somberheid en vluchten verdampt. Hij gaat nog een keer naar het Yaka-dorp terug en zoekt de priester-genezer op. Hij wil genezen en de priester zegt dat dat pas kan als de schuldige gevonden is. De priester ziet zijn vader en oom op zijn schouder zitten maar Remi vertelt hem ook over Pius en zijn geheime zin blijkt voor de priester ook een geheime zin te zijn, eentje die Remi niet hoort te kennen. Remi stopt met het ritueel en neemt afscheid met trommels en een dans. Hij gaat terug naar de hoofdstad en deelt aan de rector mee dat hij uittreedt. Iedereen had dat al verwacht. Terug in de Westhoek bezoekt hij de graven van zijn moeder en oom en spreekt een Yaka-gebed bij hun graven uit.
Het verhaal van de andere ik
Een ik heeft in het verleden colleges antropologie gevolgd bij professor Remi, is veertig jaar later schrijver, wil zijn studie afronden en zijn scriptie schrijven en neemt contact op met Remi. Remi is gepensioneerd en hij heeft een praktijk als psychiater. De ik wil zijn scriptie schrijven over een angstpsychose voor krokodillen in Kinshasa: de mensen dachten dat mensen zich vermomden als krokodillen en andere mensen te grazen namen. Hij bespreekt zijn idee met Remi en heeft vervolgens geregeld overleg met hem. Gedurende deze gesprekken vertelt Remi veel over zichzelf en de ik lijkt steeds meer onderzoek te doen naar Remi zelf dan naar de krokodillenverhalen. ‘Dit werd mijn onderzoek naar Remi’s zelfonderzoek.’ (p. 52) Hij bezoekt de Westhoek, Remi’s familieleden, paters die Remi gekend hebben en reist zelfs zelf af naar Congo. Uiteindelijk heeft hij genoeg verhalen over krokodillen voor zijn scriptie maar hij realiseert zich dat zijn reis maar zogenaamd over krokodillen ging. Het was zijn zoektocht naar de zoektocht van Remi. Hij schrijft zijn scriptie en wordt ervoor onderscheiden.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden