Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2016
- 166 pagina's
- Uitgeverij: Leopold
Flaptekst
Ze kunnen je hand pakken en ze kunnen met je dansen, ze kunnen je op het eiland laten blijven en met je naar de sterren kijken, maar aan het eind van het liedje komt het er wel gewoon op neer dat zij verkering hebben (of hoe je dat ook noemt). En jij dus niet.
Zo zit het toch?
Eerste zin
Je staat er. Jij wel.Samenvatting
Er is in dit verhaal sprake van een je-perspectief maar in onderstaande samenvatting laat ik dat los en schrijf ik als een alwetende verteller over wat Jakob en zijn vrienden meemaken op het Griekse eiland.
De vriend van Jakobs moeder, Kees, wil haar meenemen naar Thailand en daarom moet Jakob die zomer naar zijn vader op een Grieks eiland. Hij heeft zijn vader al vier jaar niet gezien en heeft dus geen zin, al helemaal niet als deze man hem veel te laat van het vliegveld ophaalt. Bij zijn vader thuis blijkt dat de enige extra slaapkamer in beslag genomen wordt door ene Gertie, die meehelpt in het restaurant. Jakob moet op de bank slapen. Omdat hij niemand kent in het dorp trekt hij zich op die bank terug met zijn strips en snoep. Gertie en zijn vader sporen hem aan het eiland te ontdekken maar dat weigert hij en uiteindelijk krijgt zijn vader daar genoeg van. Jakob en hij krijgen ruzie en zijn vader laat zich ontvallen dat hij ook niet om zijn aanwezigheid gevraagd heeft. Boos stormt Jakob het huis uit en hierdoor ontmoet hij Michális: een vrolijke jongen die hem meeneemt naar de zee. Als hij moet werken, gaat Jakob terug naar huis en maakt het goed met zijn vader. ’s Avonds laat Michális hem het dorp zien. Michális vertelt Jakob de volgende dag over zijn vriendin Puck die hij vorig jaar op het eiland ontmoet heeft en die dit jaar weer komt, mar Jakob is dan al weg. Jakob is nog nooit verliefd geweest. ’s Nachts kijkt hij samen met zijn vader naar de sterren.
Als ze ongeveer twee weken later een autotelspelletje in een boom spelen, komt er een Nederlandse auto aanrijden met Puck erin. Ze is eerder uit Nederland vertrokken en wilde Michális verrassen. Michális stelt Jakob voor als zijn beste vriend, maar Jakob verwacht wel dat hij hem nu een stuk minder zal zien. Hij is dan ook blij verrast als ze hem samen ophalen om te gaan zwemmen. Als ze op een gegeven moment met zijn drieën in een boom klimmen, ervaart Jakob voor het eerst een wedstrijdgevoel: voor Puck wil hij sneller de boom in kunnen klimmen dan Michális. Na drie weken vragen Michális en Puck aan Jakob of hij niet langer wil blijven. Eerst weigert Jakob maar als ze aandringen, wordt hij enthousiast en hij mag van zijn ouders zijn ticket met twee weken verlengen. Hij vertelt Michális en Puck dat zijn vader die zaterdag een ‘blijffeest’ geeft en Michális speelt een liedje op zijn lier voor Puck en hem.
Michális en Jakob nemen Puck op een avond mee om naar de sterren te kijken. Als ze een vallende ster zien, vertellen ze alle drie een geheim. Michális vertelt dat hij vermoedt dat zijn moeder een minnaar heeft (en daarom schelden de brommerjongens in het dorp haar uit voor ‘hoer’). Puck vertelt dat ze gelogen heeft: ze heeft voor Michális helemaal geen ander vriendje gehad. Jakob vertelt dat hij zichzelf onzichtbaar kan maken: hij kan zo stil en teruggetrokken zijn dat hij door niemand meer gezien wordt. Michális wenst dat ze altijd met zijn drieën zullen blijven: dat ze later zullen gaan samenwonen in hetzelfde huis, zullen slapen in hetzelfde bed. Dankzij de drank die hij ook meegenomen heeft, vallen ze in slaap en ze worden pas de volgende ochtend vroeg wakker. Onderaan de berg komen ze de ouders van Puck tegen die woest zijn. Jakob denkt dat zijn vader hem niet gemist zal hebben maar hij vergist zich en ook zijn vader is boos. Jakob noemt hem voor het eerst ‘papa’. Zijn vader vraagt of hij verliefd is en Jakob ontkent, maar later geeft hij aan Puck wel toe verliefd op haar te zijn.
De volgende avond is het ‘blijffeest’. Jakob danst terwijl hij zich eigenlijk had voorgenomen dat nooit meer te doen. Daarna gaan ze met zijn drieën naar het strand en Puck gaat zwemmen. Als ze tussen hen in aan het opdrogen is, zoent ze met Michális en Jakob. De volgende dag vraagt Jakob zich af wat Michális hiervan vindt maar ze praten er niet over, ze krijgen alleen de slappe lach. Ze fietsen met elkaar naar een baaitje en als Michális even slaapt, laat hij Puck weten dat hij er wel over wil praten. Michális vindt dat echter nergens voor nodig en daarna gebeurt het weer. De dag erna moet Michális werken en Puck en Jakob gaan samen naar het oude voetbalveld. Jakob vertelt Puck over school en Puck troost hem, waarna ze weer zoenen. Dat voelt niet goed. Als ze bij Michális komen, blijkt hij alles gezien te hebben en hij is heel boos. Hij voelt zich verraden en wil ze niet meer zien.
Jakob is weer alleen en praat en eet niet. Uiteindelijk praat hij met zijn vader en die laat hem merken dat liefde het allerbelangrijkste is in het leven: hij moet het goed maken. Jakob neemt een slok raki en gaat op weg: eerst haalt hij Puck op, die zegt verliefd te zijn op hen drieën, en samen zoeken ze naar Michális, die ze uiteindelijk vinden op de berg waar ze naar de sterren hebben gekeken. Hij wil eerst niets van hen weten en rent weg, maar als Jakob begint over het huis dat ze samen zouden bewonen, dat ze elkaar nooit los zouden laten, stopt hij met rennen. Ze maken het goed en zijn weer vrienden.
Niet veel later vertrekken Jakob en Puck weer naar Nederland. Pucks ouders brengen Jakob naar het vliegveld. Michális heeft een komboloi voor hem gemaakt en in de kerstvakantie komt hij weer naar het eiland.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden