Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2012
- 220 pagina's
- Uitgeverij: De Bezige Bij
Flaptekst
Na vijfendertig jaar keert de verteller samen met zijn jonge geliefde, ‘het meisje met de mooiste heupen’, terug naar de Kapotte Stad, de plek van zijn jeugd. In een groot wit huis met een hartvormig zwembad denkt hij in alle rust een boek te kunnen schrijven over een bevriende dichter die zelfmoord pleegde. In plaats daarvan wordt hij meegezogen in het lot van zijn aftakelende ouders en al snel verlaat ‘het meisje met de mooiste heupen’ hem. Hun verstandhouding blijkt onherstelbaar verwoest. Teruggeworpen op zichzelf maakt hij de balans op van zijn leven. Het meisje met de mooiste heupen is een roman over vriendschap, liefde en verval – een verhaal over de angst van een man om kinderloos te eindigen.
Eerste zin
Als je hier de laan oversteekt, dan loop je zo het bos in: een oerwoud dat ondanks kap en bebouwing nog steeds het grootste deel van de Kapotte Stad omzoomt. “ (blz. 7) De verteller heeft in zijn jeugd in de Kapotte Stad doorgebracht: hij wilde er nooit meer terugkeren, maar toch heeft hij dat gedaan met zijn veel jongere vriendin.Samenvatting
Een hand in de heg
De verder naamloze verteller (een vijftiger) deelt mee dat zijn buurvrouw aan de deur stond die morgen met het bericht dat haar junkie zoon David zelfmoord had gepleegd door zich te verhangen aan de spijlen van een brug in het park. De verteller kende de jongen als Oppergod David, die bij hem de tuin was binnen komen zetten met zijn hand door de heg. Zijn moeder komt min of meer verhaal halen, omdat de jongen de vorige avond nog bij de ik-figuur langs geweest is. Zelf heeft ze inmiddels flink aan de drank gezeten. In zijn tuin van het mooie, nieuwe witte huis dat de verteller ongeveer een jaar geleden heeft betrokken, ligt een onafgemaakt gat voor een zwembad. De verteller heeft een zwembadkuip besteld en die zal binnenkort worden afgeleverd. Maar leuk vindt hij het allemaal niet meer. Hij heeft een tijd lang een relatie gehad met een meisje dat meer dan twintig jaar jonger was dan hij is. Ze heeft geen naam, maar hij heeft haar het hele verhaal door allerlei leuke bijnamen. In het eerste hoofdstuk noemt hij haar “Het meisje-met-de-mooiste-heupen”. In het bijzonder roemt hij haar heerlijke kont, die nog het meeste weg heeft van de kont van Ursula Andress uit de James Bondfilm “Dr. No”. Maar het meisje is ‘m gepeerd en de verteller is bijna gek van verdriet. Hij woont nu alleen in de villa van de Kapotte Stad, een plaats in het zuiden van Nederland.
Nagelaten werk
In dit tweede hoofdstuk vertelt de ik-figuur over zijn vriend die dichter was en die hij nog uit zijn jeugd kende. De man had ongeveer een jaar geleden ook zelfmoord door ophanging gepleegd en hij was nu juist daarvoor teruggekeerd naar Limburg, waarin de Kapotte Stad ligt. De ex van de dichter wil van de verteller weten of er van het nagelaten werk van haar broer een bundel kan worden gemaakt. Het waren vroeger boezemvrienden en ze hadden elkaar plechtig beloofd nooit met naar de Kapotte Stad terug te keren. Het is een verschrikkelijke stad voor de jeugd en vooral de uitgaansgelegenheid het Glaspaleis was een doorn in hun oog. Er heerste in de stad een echte biercultuur. De verteller was nu speciaal terug gegaan naar de stad van zijn jeugd om een boek te kunnen schrijven over zijn vriend en hun jeugd. Hij is er 35 jaar weggeweest. Het boek zou moeten gaan heten “Al die beloftes”, maar het komt er gewoon niet van. De verteller noemt zijn vriend niet bij naam, maar “M’n-oude-vriend-’t–dode-dichtertje.”
Stront & spullen
De verteller was ooit in de Kapotte Stad gaan wonen, omdat zijn vader er in de mijnen ging werken. Nu keert hij er in de villa terug. Zijn ouders wonen er nog steeds: hij kan een oogje in het zeil houden, maar er gebeuren twee dingen. Zijn vader wordt ongeneeslijk ziek, hij heeft een dapper ziekbed en hij sterft “met verve” aan zijn kanker. De zoon kan zijn vader nog wel vertellen dat hij het in zijn leven goed gedaan heeft. De crematie is eervol met mooie toespraken. Maar daarna krijgt zijn moeder het ook moeilijk. Ze heeft de eerste beginselen van Alzheimer en ze moet worden opgenomen in een inrichting voor demente ouderen. Dat betekent dat het huis zal moeten worden leeg gehaald. Wat moet er allemaal bewaard worden, want aan alle spullen kleven herinneringen. Maar wat er wezenlijk overblijft van de mens is stront en spullen (titel hoofdstuk). In het laatste deel van het hoofdstuk krijgt de dementerende moeder nog een brief van het crematorium met een voorstel om de as van de vader in een urnenmuur te plaatsen.
De geheimen van de schildpad
In het vierde hoofdstuk gaat de schrijver vertellen dat zijn vriendin met de mooiste heupen ook een erg veeleisend meisje was. Dat doet ze vooral op het gebied van de spiritualiteit. Ze is helemaal bezeten van zelfontwikkeling en mindfullness en ze bezoekt dan ook talloze cursussen om zich volledig te ontwikkelen. Ook puilt haar boekenkast uit van allerlei boeken op het gebied van de zelfevaluatie, waaronder de geheimen van de schildpad. Dat gaat de verteller op den duur erg tegenstaan en het is zeker niet bevorderlijk voor hun relatie. Maar daar weet het meisje met de heerlijkste kont wel wat op. Hij gaat haar echter anders noemen, namelijk ”Het-meisje-dat-altijd-janken-moet”, omdat ze altijd haar zin moet krijgen. Ze gaat hem noemen ”Meneer-met-het-ongevraagd-advies.”
Ze gaan samen op een cursus voor ontwikkeling van de hele mens in Amsterdam. Een paardenstaartgoeroe bespreekt voor 120 euro per uur per persoon de problemen van het stel. Maar de verteller blijft cynisch. Het helpt echter niet en hij brengt haar op een zeker moment naar de “Kiss en Ride” parkeerplaats, waarna ze uit zijn leven verdwijnt.
Viagramonologen
In dit vijfde hoofdstuk is de verteller al een tijdje zijn vriendin kwijt. In een café ontmoet hij een vrouw van zijn eigen leeftijd die hem flink aan de tand voelt over de kwaliteiten van jonge meisjes. Wat heb je aan hen? Ze drinkt daarbij altijd thee, waardoor hij haar het ‘Rooibosvrouwtje' noemt. Hij vertelt maar niet hoe zijn vrienden van dezelfde leeftijd verhalen vertellen over seks met hun partners (dat komt er bijna niet van). Ze hebben allemaal Viagra nodig om het nog met hun eigen partner te kunnen doen. Ze vertellen elkaar ook grove seksverhalen. Wanneer het 'Rooibosvrouwtje' op een keer aan hem vraagt wat hij zou willen zijn als hij weer opnieuw mocht beginnen in het leven, denkt hij terug aan de avond ervoor als hij tijdens de tv-opnamen van een Engels popfestival een tienermeisje ziet dat veel plezier heeft. Als ze merkt dat de camera op haar gericht staat, doet ze haar blouse uit en laat ze haar tietjes aan de wereld zien. Ze zit op de schouders van een leuke jongen en de verteller geeft aan de lezers aan dat hij die jongen zou willen zijn. Ten slotte vraagt het vrouwtje hem of zijn vriendin die vertrokken is, nooit kinderen heeft gewild. Dan gaat hij balend weg. Er zit hem dus duidelijk iets dwars.
Stil’s ! Stil !
In dit hoofdstuk is de verteller met zijn vriendin op de fiets een Franse berg aan het beklimmen. Tot zijn schande moet hij ervaren dat hij steeds haar kont ziet: ze klimt veel beter dan hij. Hij vraagt zich af waarom hij zich zo aan het afbeulen is, op zijn leeftijd. Op een bepaald moment ziet hij haar naakt onder een watersproeier staan en ze vraagt hem of hij dat ook komt doen. Hij weigert. Uit alles blijkt nu hun verschil in jaren. Hij weet intussen ook dat zijn vriendin drie maanden zwanger is. Omdat hij optimaal gebruik wil maken van zijn vakantie rijdt hij met haar door naar Noord-Spanje en wel naar het vissersdorpje Cadaqués. Hij ergert zich dood aan de toeristische industrie die zich helemaal geworpen heeft op producten van de “nepper” Salvador Dali.
Daarvoor hadden de inwoners alle aandacht voor de dictator Franco gehad. Zijn vriendin is het zat wanneer ze ’s avonds in het dorp ronddolen, maar hij wil nog graag naar een disco. In het gastenboek ziet hij dat Herman Brood er ooit is geweest, ook zo’n man die de commercie ten volle heeft benut. De volgende dag ligt hij lekker op het strand, als zijn vriendin tijdens het zwemmen in zeer een erg stekende pijn krijgt. Via de huisarts die alleen pijnstillers voorschrijft, lijkt alles in orde te komen, maar als ze terug zijn in Nederland, hoort de vrouw die een echoscopie uitvoert het hartje van de foetus niet meer kloppen. Het is een dood kind dat hij haar geschonken heeft. (Stil’s ! Stil!). Ze verhuizen naar de Kapotte Stad met een lege buik van het meisje. De naam van de stad wordt dan wel heel symbolisch.
Oude lucht
In het laatste hoofdstuk zit de verteller weer in het verhaalheden. Wanneer hij in de lucht kijkt, hoopt hij een afbeelding te kunnen zien van zijn vriendin. Kunnen de wolken haar niet oproepen? Is ze misschien al weer zwanger van een andere man? In het huis resteren nog de producten van klei die ze heeft gemaakt. Er ligt een onafgemaakte foetus bij de beelden die nog niet zijn afgebakken. Intussen heeft de firma het hartvormige zwembad afgeleverd, maar helaas het pas niet helemaal. Hij moet nog wat verder graven. Wanneer hij op bezoek gaat bij de moeder van Oppergod David om haar wat over haar zoon te vertellen, ziet hij dat ze dronken is geworden van de port. Er staan in de kamer twee dozen waarop zijn naam staat. Die neemt hij mee. Het zijn allemaal gedachten van David, oneliners, slogans, gedichten ed. Wat moet hij er eigenlijk mee? Wat moet hij überhaupt met zijn leven? Hij weet het niet. Dan krijgt hij een idee om alles te verbranden. De gedichten van zijn vriend de dichter, de zelfhulpboeken van zijn vriendin, de door hen gekochte kraamboeken en de frutsels van oppergod David, hij zal ze allemaal tegelijkertijd met het afgeleverde zwembad in de fik stikken. “Laat ze allemaal stikken. Laat alles stikken.”
Laat mezelf stikken.”
Er is oude lucht, maar er zijn nieuwe wolken.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden