Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2011
- 130 pagina's
- Uitgeverij: Nieuw Amsterdam
Flaptekst
Hilarische én ontroerende roman waarin de liefde uiteindelijk overwint
King, een dikke leegloper die te lang door zijn moeder is vertroeteld en eigenlijk nooit een andere vrouw heeft gekend, loopt in een park bijna een klein keffertje omver. De bijbehorende vrouw is hem meteen antipathiek, maar toch prikkelt ze zijn fantasie. Op een bankje krijgt hij een aanval van benauwdheid, waarbij hij de ring verliest die hij van zijn moeder heeft geërfd. De vrouw vindt de ring en weet King te traceren. En dan ontstaat er iets tussen hen...
King, een komedie is een uitermate hilarisch maar tegelijk zéér ontroerend verhaal over twee mensen die besluiten dat ze liever samen zijn dan alleen, ook al passen ze eigenlijk niet bij elkaar.
Eerste zin
Samenvatting
King (60 jaar) is een dikke leegvreter, die de hele dag niets uitvoert, behalve waarnemen, een wandelingetje maken, eten en zuipen met zijn vrienden van de Rotterdamse Bachvereniging. Hij heeft intussen één hobby: “De overwintering op Noza Zembla in het behouden huis.”
Op één van zijn wandelingen in het park dat tegenover zijn huis ligt, trapt hij op het hondje dat later van ene Annie blijkt te zijn. Ze scheldt hem overhoop en noemt hem “apelul.” Hij weet echter niet hoe het hondje onder zijn schoenzool is gekomen en hij maakt zich een beetje uit de voeten en mijdt de vrouw van wie hij in eerste instantie vindt dat ze te mager is (tietjes en haar benen, omdat de kousen eromheen te ruim zitten). Maar daar zal hij zich in vergissen.
King die de hele dag niets uitvreet, heeft drie vrienden, Paap, Kurk en Openneer, die met elkaar naar Bach luisteren. In hoofdstuk 2 gaan ze naar Openneer, de enige van de vier die nog een vrouw heeft. Het luisteren naar Bach (deze keer naar de gedigitaliseerde versie van het Kruidvat voor € 59,99) is eigenlijk een smoes om zoveel mogelijk te kunnen zuipen, en vreten. De likeurtjes gaan bij King goed naar binnen en de bitterballen ook. Ook rookt King steeds Caballero’s.
In het derde hoofdstuk is het een heldere dag wanneer King weer een rondje gaat wandelen. Op een bankje gezeten krijgt hij het heel benauwd en hij ziet daarnaast dat de vrouw met het hondje weer aankomt. Hij noemt haar steeds “het wijf of het mokkel”. Hij kruipt weg achter een elektriciteitshuisje, omdat hij ook verschrikkelijk moet pissen. Hij komt daarbij als hij zich wil verstoppen met zijn handen in de aarde terecht, die geen aarde blijkt te zijn en tussen zijn vingers druipt de stinkende hondenstront. Hij heeft al zo’n pesthekel aan hondjes. Hij steekt zijn hand in een berg aarde, om de stront van zijn hand te krijgen en dat lukt, maar daarna merkt hij dat hij zijn trouwring van zijn moeder is kwijtgeraakt. Die kreeg hij op de dag dat hij 18 was geworden. Op dezelfde dag was ze gestorven. Hij verbergt zich weer voor de mooie vrouw (die hij 50 schat) en altijd modieus gekleed is en nu ziet hij ook dat ze juist prachtige benen heeft. Hij zorgt ervoor dat hij niet gezien wordt door de vrouw met haar hondje “Sherry.” ’s Avonds keert hij terug naar de plek om de aarde op te scheppen in twee grote zakken. Zo kan hij thuis op zijn gemak zoeken naar de ring van zijn moeder.
In het vierde hoofdstuk “Jeugd” kijkt King terug op zijn jeugd. Zijn vader heeft hij nooit gekend en zijn moeder was in het begin van zijn jeugd heel mager: ze rookte alleen maar. Daardoor was de kleine King ook heel mager. Hij werd op school uitgescholden voor “Auschwitz” en toen zijn moeder dat gehoord had sloeg ze helemaal om. Vanaf dat moment stond hun beider leven in het teken van zoveel mogelijk vreten. Ze werden dan ook ontzettend dik. King ging niet meer naar school, maar bekwaamde zich in de kennis over Noza Zembla en nadat er een man in het leven van moeder was gekomen die haar na korte tijd al een flinke som geld in de vorm van aandelen had achtergelaten, was hun leven weer verder gegaan met vreten. Op zijn 18e jaar had hij een ring gekregen van zijn moeder en op die dag was zijn moeder gestorven. En potdomme, nu was hij die ring kwijtgeraakt.
Tussen de zak met aarde vindt King geen ring. Hij krijgt opnieuw een aanval van benauwdheid. Hij heeft ook niets te eten in huis en besluit die avond nog een wandeling door de sneeuw te gaan maken. Maar hij valt en het kleine pesthondje “Sherry” komt natuurlijk aangelopen met zijn bazinnetje. Die vinden hem in de sneeuw. Wanneer hij opstaat, wordt hij naar haar toegetrokken en hij kust haar. Ze kunst hem terug en hij gaat met haar mee naar d’r huis aan de andere kant van het park. Daar hoort hij dat het hondje “Chérie” heet, dat ze zijn moeders ring bij het bankje heeft gevonden, dat ze een beroemd fotomodel is geweest die ook nog een cd met Franse liefdesliedjes heeft opgenomen en nu eenzaam in het huis aan de rand van het park woont. King is helemaal verliefd op haar o.a. vanwege de mooie benen in geile hakken gestoken en hij paait haar met de opmerkingen over haar loopstijl. Ze zet de cd met Franse liedjes op, ze drinken en roken en ze geilen elkaar op. Ze verkleedt zich vaak in de mooie kleren en ze spelen verstoppertje in de klerenkast. Het is natuurlijk een onmogelijke liefde: de dikke “apelul”en het mooie ex-fotomodel. Ze belooft hem dat ze nog wat moois kunnen beleven die avond en ze gaat in bad om haar leukste lingerie daarna te kunnen aantrekken. King heeft echter geen sigaretten meer en zegt dat hij die moet kopen. Ze vraagt hem of hij meteen het hondje Chérie wil uitlaten. Hij schaamt zich daar wel voor, maar door zijn gevoelens van lust en verliefdheid durft hij niet te weigeren. Had hij het maar niet gedaan, want er hangt iets boven zijn hoofd.
Hij besluit namelijk om niet naar een café te gaan om sigaretten te kopen, maar om langs de Bachvrienden te lopen. Paap heeft ook altijd Caballero’s. Maar als hij binnenkomt bij de mannen, moet hij natuurlijk verwijten weerleggen, likeurtjes drinken en over zijn nieuwe vlam vertellen. Hij blijft wel een tijdje zitten, drinkt teveel en neemt zich dan voor om Annie ten huwelijk te gaan vragen.
Het sneeuwt nog steeds en hij moet een weg door het park nemen. Omdat alle paden zijn ondergesneeuwd, raakt hij de weg kwijt en hij valt over een laag hekje. Zijn been is geblesseerd en hij kan er niet op staan. Eerst is hij bang dat hij Chérie gedood heeft bij zijn val, want hij had het kleine hondje in zijn grote jaszak gestopt. Maar het hondje leeft en komt hem later zelfs weer opzoeken en in zijn gezicht likken. King krijgt het bovendien weer benauwd en hij is bang dat hij gaat sterven. Dan probeert hij moed te putten uit het verhaal van de Overwintering op Nova Zembla dat hij zo goed kent. Het wordt voor een deel aan de lezer verteld. Dan herstelt hij weer en strompelt naar het huis van Annie die op hem zou wachten om hem te verwennen. Maar het onheil is geschied. Annie ligt nog steeds in haar bad, maar ze is dood.
Het laatste hoofdstuk heet “Komedie.” Het is een jaar na de gebeurtenissen in het voorlaatste hoofdstuk. King vertelt over wat er met Annie is gebeurd. Ze is getroffen door een hersenbloeding en in coma geraakt. Elke dag was hij haar gaan opzoeken en hij had steeds nieuwe kleren voor haar meegenomen uit haar geweldige verzameling . De verpleegster hadden het geweldig gevonden: die droegen nu ook dure merken. In augustus was hij gebeld door het ziekenhuis.
Hij was nu alleen met “het hondje” want hij weigerde het een naam te geven. Het is weer winter en steenkoud in het huis.
Op een gegeven moment denkt King dat hij iets hoort. Dan ziet hij Annie verschijnen in zijn droom/hallucinatie. Ze heeft het koud en kruipt bij hem in bed. Hij moet haar verwarmen. Hij drinkt zijn brandy, streelt Annie en aait het hondje.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden