Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2010
- 149 pagina's
- Uitgeverij: Querido
Flaptekst
De olifant kan en wil niets anders dan in een boom klimmen en van daaruit naar de verte kijken, ook al blijft hij keer op keer naar beneden vallen. Het is iets in hem waar hij zelf niets over te zeggen lijkt te hebben. Hij blijft het onbereikbare nastreven, terwijl de andere dieren hem vol mededogen gadeslaan. Is de olifant hardleers, dom of heeft hij juist een groot doorzettingsvermogen?
Wat zouden zij eigenlijk zelf doen als ze de olifant waren?
‘Als ik jou was, olifant,’ zei de krekel, ‘dan zou ik mij willen zijnen als jij mij was zou jij mij willen blijven, dat weet ik zeker.’
Eerste zin
Samenvatting
De olifant heeft een nogal ongebruikelijke hobby. Hij doet niets liever dan in bomen klimmen. Eenmaal boven aangekomen tuurt hij in de verte en geniet zo van het uitzicht dat hij van gelukzaligheid een pirouette maakt. Helaas wordt deze pirouette altijd gevolgd door een harde val uit de boom. De olifant heeft dan ook al meermalen zijn ribben gebroken en van alles gekneusd. Toch kan hij het niet laten. Dat ene moment, daar boven in de boom, is gewoon te mooi. Hij kan dan namelijk in de verte kijken. En blijkbaar hoort vallen daarbij. Elke dag opnieuw. Hij is echter wel een beetje hardleers. Hij besluit de andere dieren te vragen wat zij in zijn plaats zouden doen. Alle dieren die hij vraagt, hebben steeds weer een andere mening.
Van een aantal dieren wordt hieronder hun mening weergegeven. Dat gebeurt in de 53 heel korte hoofdstukjes van het eerste deel. Een aantal van de meest kenmerkende verhalen van de diertjes:
- De eekhoorn geeft eigenlijk geen antwoord op de vraag van de olifant
- De neushoorn is ook in de boom geklommen en hij valt er ook uit: hij schaamt zich dood voor de andere dieren
- De zon geeft de olifant gelijk: hij zou ook in de boom willen klimmen en het vallen dan maar voor lief nemen
- De mier waarschuwt hem voor het steeds opnieuw uit de boom vallen
- De mus wil de olifant 5 lessen aanbieden om te leren vallen. Maar het lukt hem niet de olifant te leren vallen in die lessen: hij heeft meer lessen nodig
- De beer zou zelf veel honingtaart eten, waardoor hij zo dik zou worden, dat hij niet meer zou kunnen klimmen
- De houtworm boort zich door het binnenste van de boom een gang naar boven; de olifant volgt hem, maar van bovenaf valt hij toch weer uit de boom
- De kikker zou kwaken als hij boven in de boom zat
- De eendagsvlieg zou in de top van de boom zitten, maar hij zou verpletterd worden door de vallende olifant
- De kreeft zou alle bomen omhakken en de ene boom die zou overblijven zou hij chanteren met de boodschap dat hem hetzelfde zou overkomen
- De snoek zou de karper willen vangen als hij de olifant was
- De karper zou de snoek in verwarring brengen
- De leeuw zou gaan brullen en de andere dieren zouden hem dan wel naar beneden helpen
- Een vlinder wil de olifant zijn, maar hij kan niet vallen, omdat hij blijft vliegen
- De bever vindt dat de olifant maar weinig zinvolle ledematen heeft (slurf, flaporen, grote poten). Hij zelf zou de boom omknagen, waardoor je er nier meer in kunt klimmen.
- De muis zou als hij olifant was een mooie toespraak houden
- De giraffe biedt de olifant aan om niet meer in de boom te klimmen m aar de nek van de giraffe te gebruiken, hij zou ook op zijn hoofd een pirouette mogen maken en als hij zou dreigen te vallen, zou hij zijn nek buigen. Dat lijkt wel heel mooi, maar omdat de giraffe niet zo groot was, had de olifant niet in de verte kunnen kijken. Zijn verlangen was dus niet bevredigd.
- De wezel zou zeggen dat hij jarig was geweest en de andere dieren uitnodigen.
- Het pantoffeldiertje zou als hij de olifant was, nooit meer naar buiten gaan, in bed liggen en het warm zien te krijgen en proberen in slaap te vallen
- De kwal zou heel dankbaar zijn dat hij geen kwal meer was, al was het maar voor even, maar telkens wordt hij weer op het strand gesmeten.
- De adder geeft aan dat hij een knoop in zichzelf zou leggen, maar als hij dat bij de olifant doet, voelt de olifant zich ook niet gelukkig en hij vraagt passerende dieren of ze hem uit de knoop willen halen.
- De kakkerlak zou zo graag de olifant willen zijn, als hij maar niet de verachtelijke kakkerlak was. Hij schaamt zich heel erg diep om kakkerlak te zijn. Hij zou als hij olifant was de hele dag in de spiegel gaan zitten kijken naar zijn slurf en zijn oren en zijn poten. Wanneer hij in de spiegel kijkt, ziet hij echter de nare kakkerlak.
- De buffel en de bizon komen elkaar tegen: ze bluffen tegen elkaar wat ze zouden doen als zij de olifant waren, maar ze komen tot een compromis en de bizon nodigt een dag later de buffel uit. Ze zijn blij dat ze geen olifant zijn.
- Het nijlpaard gaat ook in de boom klimmen, hij maakt zelfs bovenin een salto en klimt weer heel bedaard naar beneden. Hij kijkt daarna de olifant arrogant aan en loopt weer verder. De olifant is die dag ontroostbaar. Blijkbaar zijn er dieren die het wel kunnen zonder naar beneden te storten.
- In het laatste hoofdstukje van deel 1 schrijft de eekhoorn een brief aan de olifant waarin hij hem aanraadt toch vooral te blijven klimmen. Hij schrijft dat omdat hij bewondering heeft voor de olifant die net iets durft te doen wat de meeste andere dieren niet durven te doen. Kijken in de toekomst.
Gedachten (lees gedichten) van de olifant
Wanneer de olifant na zo’n klauterpartij overdag ’s nachts niet kan slapen, schrijft hij zijn gedachten op. Het zijn 39 moderne gedichten zonder rijm
- In het eerste gedicht is hij vooral boos op zichzelf, omdat hij de enige is die altijd uit de boom valt
- In een ander gedicht zegt hij dat hij zich alles herinnert: elke klimpartij, elke val, elke belofte nooit meer te klimmen, Hij zegt:
Mijn geheugen is een oceaan
zonder land in zicht.”
- In een gedicht zegt hij dat hij niet wil klimmen in struiken, in kreupelhout, in riet, in brandnetels etc. Dat hij alleen maar wil klimmen in bomen. Hij vraagt: daar kan toch wel iets tegenover staan”bijvoorbeeld dat ik niet val?
- Heel even gelukkig zijn, zo nu en dan,
vlak voordat ik val,
meer kan ik niet
maar misschien is dat wel echt gelukkig zijn,
het enige echte gelukkig zijn
en hoort vallen daarbij
- Een mooie gedachte van de olifant is ook het volgende gedicht
zij die klimmen zonder te vallen
zij bereiken de hoogste toppen,
zien de grootste en schoonste verten
voeren enkele danspassen uit
met aan volmaaktheid grenzende elegantie en gemak
en buigen voor een duizendkoppig publiek
in de duizelingwekkende diepte onder hen
zij kennen geen angst, geen voorgevoel van pijn en tomeloze spijt
zij hebben ongelijk
- In een van de gedachten stelt de olifant zich de keus: kiezen voor gisteren en niet gevallen zijn, maar de zee hebben gezien en kiezen voor morgen en in de verte hebben kunnen kijken maar wel vallen. In dat geval kiest hij voor “morgen”, want gisteren is een tak, afgebroken, op de grond, begint al te vermolmen.
In vrijwel alle gedachten/gedichten komt de olifant steeds weer terug bij het onweerstaanbare gevoel om te klimmen en het op de koop toenemen van de val. Want het klimmen biedt hem een zicht op de verte (de toekomst) en dat is een prijs die hij graag wil betalen met het vallen.
Het boek wordt afgesloten met een filosofische gedachte:
Waarom, waarom…
Er is geen waarom.
[…]
Daarom bestaat.
Daarom kan ik morgen niet slapen,
daarom zal ik morgen weer in een boom klimmen
en daarom zal ik weer vallen
en voor de zoveelste maal al mijn ribben breken.
Daarom schrijf ik dit allemaal op.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden