Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2009
- 155 pagina's
- Uitgeverij: Van Gennep Amsterdam
Flaptekst
Na vier afschuwelijke jaren ontkomt Maria Mosterd op zestienjarige leeftijd aan de greep van haar loverboy Manou. Ze gaat naar India om in een project voor loverboyslachtoffers haar onafhankelijkheid terug te vinden. Maar in haar hoofd reist Manou mee.
Als ze in India uit het vliegtuig stapt, schrikt ze zich dood. Ze ziet alleen maar lelijke mannen met snorren en het stinkt er als een dierentuin die een week niet is uitgemest. Ze gaat wonen in de stad Trichy, waar ze zich tot haar eigen verbazing meteen thuis voelt. Elke dag gaat ze naar een weeshuis om met de kinderen te dansen en als ze het moeilijk heeft, praat ze met haar hondje Bindi. Ze wordt door haar begeleidster Liz voortdurend geconfronteerd met het gedrag dat Manou haar heeft aangeleerd. Veranderen is niet makkelijk, want die ‘dikke zwarte pad’ in haar hoofd laat zich niet zo maar wegjagen. En wat zijn haar vooruitzichten als ze straks terug is in Nederland? Hoe voorkom je, als je geen toekomst hebt, dat je terugvalt in patronen van vroeger?
Bindi gaat verder waar Echte mannen eten geen kaas ophoudt. Een spannend, ontroerend en levendig geschreven verslag van een meisje dat weigert slachtoffer te blijven.
Eerste zin
Samenvatting
Het boek begint met enkele dagboekfragmenten uit 2005, waaruit duidelijk de afhankelijkheid van Maria ten opzichte van Manou wordt getoond. Ook schrijft ze over de haat-liefde relatie met haar moeder.
I Naar India
Maria stapt uit het vliegtuig en merkt meteen dat India een vies land is met heel lelijke mannen (met snor!). Ze ondergaat een ware cultuurschok. Ze heeft Manou in haar hoofd meegenomen en moet nu in het project in India proberen los te komen van haar verleden. Ze zal volgens haar begeleidster Liz twee dingen moeten leren: ten eerste haar grenzen leren kennen en ten tweede leren een eigen mening te geven. Het valt in het begin helemaal niet mee. Als jonge vrouw valt ze op in het land met vieze bedelaars en enge mannen. Dat schrijft ze ook in een brief naar haar broer Thomas. In een dagboekfragment van juni 2006 zegt ze blij dat ze een keer “nee” heeft durven zeggen tegen een man (het was een riksjabestuurder en ze spraken over een ritprijs). Voor het project moet ze werken op een schooltje en ze doet danslessen met gehandicapte kinderen.
Ze krijgt ook een klein wit hondje, dat ze Bindi noemt. Een Bindi is een zwarte stip op het voorhoofd van een vrouw in India. Tegen Bindi vertelt ze haar problemen en het lijkt net of hij heel goed luistert. Het is een soort therapeut voor haar. Ook met Liz kan ze in feite goed opschieten. Met de andere leiding is dat zeker minder het geval.
Ze gaat met Liz ook enkele dagen aar Sri Lanka, dat wel een veel mooier land is. Daar leert ze nee zeggen tegen een barkeeper. Op rondreis door Sri Lanka leert ze een leuke jongen kennen (Dinu) en ze lijkt verliefd op hem. Wanneer ze afscheid neemt, weet ze dat ze naar hem terug wil gaan.
Na zes maanden is de projectperiode voorbij en moet ze afscheid nemen van Liz en Bindi. Maria voelt zich zwaar “kut”.
II Terug in Nederland
Begin oktober 2006 keert ze terug. Op Schiphol ziet Maria Manou. Haar vriendin Loes heeft enkele keren tegen de wil van de leiding in contact via internet gehad. Het lijkt er dus op alsof ze de vlucht heeft doorgeseind. Ze gaat eerst met haar moeder mee naar huis en ontmoet daar haar broertjes. Ze ergert zich weer meteen aan haar moeder en heeft spijt van haar terugkeer. Daarna moet ze naar de inrichting in Twello. Daar zegt de leiding dat ze last heeft van een PTSS (post traumatisch stress syndroom). Daarvoor met ze behandeld worden bij een psychiater. Maria mist India en haar eigen therapeute Bindi.
Niet lang daarna wordt ze overgeplaatst naar Deventer waar ze in een Externe Behandel Unit wordt geplaatst. De andere huisgenoten doen niet veel: ze raakt een beetje verliefd op een losertje Pim. In deze periode speelt sterk de vraag of ze tegen de veel oudere Manou een aanklacht zal indienen. Ze moet van de projectleiding meedoen aan een promotiefilmpje over India. Ze moet mooiere dingen vertellen dan die er in werkelijkheid in zitten. Door het zien van de promotiefilm krijgt Maria weer heimwee naar India. Ze wil terug naar Liz en Bindi.
III Opnieuw naar India
In april 2007 is het dan weer zover. Ze vliegt opnieuw naar India. Ze wordt herenigd met Liz en Bindi, maar ze zit nu wel in een veel minder mooi huis en de stad is ook niet zo leuk als Trichy. Ze moet weer lessen geven aan gehandicapte kinderen. Toch verveelt ze zich dood en ze gaat dan haar belevenissen met Manou opschrijven in het boek Echte mannen eten geen kaas. Ze kan nog niet vermoeden dat dit een bestseller zou worden. Ze schrijft 106 A4-tjes en heeft het hele verhaal nooit meer helemaal teruggelezen. Tenminste, dat beweert ze.
In die periode wordt ze ook aangerand (niet verkracht) door een buurjongen die later door Liz wordt aangepakt. Maar formeel kunnen ze de jongen niets maken, want de stichting heeft geen werkvergunning. Met Liz gaat Maria weer een weekend naar Trichy wat een veel leukere stad was. Ze hebben het reuze naar hun zin en bovendien gaat het boek naar een uitgever. Als Maria 18 jaar wordt (*daarom is ze Nederland weer ontvlucht: in Nederland kun je als je 18 jaar bent legaal in de prostitutie) krijgt ze €1000 van haar oma. Van dat geld betaalt ze o.a. een vliegreis voor Dinu van Sri Lanka naar India. Maar de hernieuwde kennismaking wordt een mislukking. Ze is blij dat hij na een week weer ophoepelt. Liz heeft intussen een leuke man gevonden (Azir). Eerst is Maria wat jaloers, maar ze kan het later best met Azir vinden.
Doordat de man in huis is, is Bindi steeds minder aanwezig.
Ze gaat na een half jaar weer terug naar Nederland. Ze gaat meteen weer in de EBU in Deventer. Daar uit Maria heel wat kritiek op het Indiase project, wat de leidinggevenden niet zo leuk vinden. Een medebewoonster, Veronique, overtreedt steeds de regels voor seksafspraken met mannen. Dat levert een flinke ruzie op. Maria is woedend en krijgt een flinke terugval. Ze gaat korte tijd daarna werken als kamermeisje in een hotel en moet daarvoor met de trein reizen. Op het station ziet ze een keer Manou. Ze scheldt meteen op de rotte mentaliteit van de Afrikanen.
"Hij is gewoon een dikke, vieze, pedofiele Afrikaan, die kleine meisjes helemaal kapotmaakt en brainwasht. Een pedofiele seksterrorist." En: "Ik gun hem niet om dood te gaan voor hij beseft wat hij met zijn leven heeft gedaan. Wat een eenzame begrafenis zal die man hebben." (blz. 150). Maar ze kan hem weerstaan. Dat is een mooie overwinning. Ze weet dat ze hem voortaan kan afwijzen. In die zin heeft het project toch geholpen.
In november 2008 geeft Maria een overzicht van wat er gebeurd is. Ze is onafhankelijk van Manou. Haar boek is een bestseller geworden. Maar eigenlijk mist ze ook wat spanning in haar leven die ze wel had met Manou. Maar die wil ze toch niet terug. Dat heeft ze wel geleerd in het Indiase project. Over Liz weet ze nog te vertellen dat die getrouwd is en een kindje heeft.
Een bladzijde met dankwoorden aan hen die alles hebben mogelijk gemaakt een tweede boek te schrijven volgt daarna.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden