De kleinste klassen zijn te vinden op het vmbo. Een gemiddelde klas in het praktijkonderwijs bestaat uit 21 leerlingen. Dat blijkt uit cijfers die het ministerie van Onderwijs vandaag heeft gepubliceerd.

De gemiddelde groepsgrootte in het voortgezet onderwijs verschilt enorm. Bij de havo telt een gemiddelde klas 27 scholieren. Daarbij zijn de klassen het grootst bij de verplichte vakken zoals Nederlands en Engels.

Toch wil staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker geen boven- en ondergrens aan het aantal leerlingen per klas instellen. Hij zegt erop te vertrouwen dat schoolleiders de juiste afwegingen maken als het gaat om klassengroottes.

Plofklassen

Er is al enige tijd veel te doen rondom de zogenoemde 'plofklassen'. Zo voeren de Algemene Onderwijsbond (AOb) en Leraren in Actie (LIA) al een tijdje actie tegen het toenemende aantal leerlingen per klas.

Uit onderzoek dat Scholieren.com vorige maand met EenVandaag deed bleek dat een meerderheid van de leerlingen beter denkt te presteren in een kleinere klas. Van de scholieren die meededen aan het onderzoek gaf 65 procent aan hogere cijfers te kunnen halen als ze met minder leerlingen in een klas zouden zitten.

Ruim 40 procent vindt dat er momenteel te veel leerlingen in zijn of haar klas zitten om goed onderwijs te krijgen.

Het grootste probleem van een grote klas is dat er te weinig aandacht is voor individuele leerlingen. Daardoor zou het onmogelijk zijn om goed onderwijs te geven. Ook voor leraren neemt de werkdruk toe als de klas groter wordt.