Romantische Rit
Het is spitsuur in de trein. Een roodharig meisje sprint naar het laatste zitplekje in de tweede klas. “Ppfft,” zucht ze, nadat ze de plek heeft bemachtigd. De overige reizigers zijn genoodzaakt om elke vierkante meter van het gangpad op te vullen. Het meisje pakt haar telefoon erbij, die ze haar onverdeelde aandacht geeft. “Fuck!” kermt ze plotseling.
Alle hoofden in de coupé draaien zich om. “Wat is er aan de hand?” “Moeten we je helpen?” “Is er iets ernstigs?” De vragen vliegen om haar oren, de bezorgde blikken volgen. Zij wordt knalrood door alle aandacht. “Niets aan de hand hoor,” piept ze, “Alleen mijn telefoon is leeg." Afkeurend schudden de mensen hun hoofden. Geroezemoes over de jeugd van tegenwoordig en smartphoneverslaving ontstaat.
“Ik heb wel een powerbank mee,” zegt de zwartharige jongen naast haar. Als ze haar hoofd omdraait maakt ze kennis met zijn prachtige ogen. De intense lichtgroene kleur zorgen ervoor dat zij even het contact met de werkelijkheid verliest. “Ma-ma-mag ik hem lenen? Alsje-jeblieft?” brengt ze uit.
“Omdat je het zo lief vraagt.” De jongen overhandigt haar een donkerblauwe powerbank aan. Het meisje sluit haar telefoon eropaan. Een leeg batterijtje verschijnt op haar beeldscherm.
“Dankjewel.” Haar mondhoeken krullen omhoog. Hij lacht verlegen terug. Hij heeft schattige kuiltjes, schiet er door haar heen.
"Graag gedaan. Moet je ver reizen?”
"Ik heb nog een lange reis voor de boeg, ik moet helemaal naar Groningen.”
"Hé, ik ook! Dan hoef je tenminste niet in je eentje dat hele eind af te reizen."
Het startschot voor een langdurig gesprek is gegeven. Ze praten over vrienden en familie, muziek en fotografie, techniek en politiek. Hun anekdotes sluiten naadloos op elkaar aan, zelfs na drie uur is er nog geen enkele stilte voorgevallen. De railcatering loopt langs. De jongen steekt zijn hand op en bestelt koffie. “Kan ik je iets te drinken aanbieden?” vraagt hij aan haar. Ze schudt haar hoofd. Nadat hij het bekertje koffie heeft ontvangen, beginnen ze weer samen te ratelen. Alsof ze twee zielsverwanten zijn die moeten bijpraten, terwijl ze elkaar nog nooit eerder hebben ontmoet.
"Station Groningen," wordt er omgeroepen. Het meisje ontkoppelt haar telefoon van zijn powerbank. "Bedankt. Ik bel zo mijn vader, hij haalt me zo op.” Zij haast zich naar de treindeuren.
"Wacht!" roept de jongen haar na. Hij haast zich naar haar toe en pakt haar linkerhand vast. Vervolgens verstrengelt hij zijn vingers om haar linkerhand. "Je hoeft je vader nog niet op te bellen. Want ik wil nog even bij je zijn."
Het meisje wordt nu nog roder dan tijdens het eerdere voorval.
Maar ze trekt haar hand niet terug.
Examenleerlingen opgelet: over 50 dagen is het zo ver! Wil jij ook slim leren, zeker slagen? Ontdek alle tips, tests, trucs en tools van Examenbundel en sleep dat diploma binnen. Wil je zeker weten dat je niks mist? Meld je dan snel aan en ontvang alle tips in je mail!
:name
:name
:comment
1 seconde geleden