Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

2e prijs voor Sonny Floyd de Jong

2e prijs voor Sonny Floyd de Jong

Afgelopen zaterdag was de prijsuitreiking van schrijfwedstrijd Mijn Kort Verhaal, mede-georganiseerd door Scholieren.com. Sonny Floyd de Jong  (17) won de tweede prijs met zijn verhaal 'Het ijswater kraakte'. "Het verhaal, zo beeldend en magisch verteld, doet denken aan het mooiste werk van Vestdijk," zo luidde het jury-oordeel. 

 

Het ijswater kraakte - Sonny Floyd de Jong

“Meedogenloos verlangde een kind, onbeweend, op de grond te liggen, de dood verdragend.”
– uit: Oedipus Rex, Sophokles

Een kraakheldere vlakte knarsetandde boven mijn hoofd. Vaders zolen ijlden naar het gat. Vanonder zag alles zwartig, maar ik voelde dat zijn blik mij gevonden had. De nachtsneeuw tipte zachtjes op het ijswater. Vader bekeek zichzelf in de waterspiegel. Of neen, het waren geen sneeuwvlokken. Vader traande – warme spijttranen –, maar ik was al boven. Daar was het licht.
Deze avond was ik met vaseline de kelder in geslopen. Vader had mijn noren verstopt. ‘Je bent nog te klein.’ Ik wist precies waar ze lagen, want vader en ik hebben dezelfde genen. Trede voor trede daalde ik af in de schimmige kelder. Vanonder de laagste trede pakte ik een stoffige kartonnen doos. Pythia was het merk. Om de lila blokletters stonden twee dolfijnen.
Zorgvuldig wreef ik mijn schaats, die ik ondersteboven tussen mijn bovenbenen had geklemd, in met vet. Met iedere streek voelde ik mezelf ouder worden. ’s Nachts schaatsen over de plas. Vader had het mij verboden, maar ik deed het toch. Het kille maanlicht prikte door de luchtgaten in de bakstenen keldermuur. Ik keek door het smalle strookje naar de straat.
Op de driesprong hoorde ik een wat oudere Mercedes ronken. Vader. Ik hield mij gedeisd achter een knotwilg, die met knoestige, groene takjes doorgroeide. De plas lag in het verlengde van de weg, die ik op mijn duimpje kende. Ik stak de kruising over en vervolgde binnendoor mijn pad.
In mijn linkerhand blonken vettige ijzers. Het laagje nachtsneeuw knerpte, toen ik op het houten bankje ging zitten. Alle straten waren dun bedekt met sneeuw. Heel mijn winterjeugd al. Ik zette de noren aan mijn voeten. Ze zaten me iets te ruim, maar met strakke veters ging het net. Mijn kinderschoenen liet ik op de bank staan.
Nadat ik naar de oever was gekluund, zette ik een voet op het ijs. Niets dan fluisterende windgeruchten. Geen gekraak. Vanochtend had de leraar het over schaatsijs. Het was een lange man die ietwat hees sprak. Hij droeg de bijnaam ziener, omdat hij placht met serene en mysterieuze woorden te doceren.
‘Denk erom dat jullie nog niet het ijs opgaan, kinders!’ Met een lieflijk bezorgde blik keek hij de klas rond. ‘Het heeft al drie dagen gevroren, meester’, sprak ik hem tegen. Hij stamelde een beetje. ‘Het is nog niet koud genoeg, jongen. Het moet vriezen dat het rammelt, ken je die uitdrukking?’ ‘U liegt dat u barst!’, kreet ik terug. ‘Kent ú die uitdrukking?’ De klas lachte.
De rectrix had een spitse neus en schoudervleugeltjes. Terwijl ze een preek hield over gezag, concentreerde ik mij op haar stemgeluid. Schelle toon, maar niet schreeuwerig. Ze keek me opeens aan met haar grijsblauwe kattenogen. ‘Ik ga iets anders proberen.’ Ze gaf een vraagstuk. Wat heeft ’s ochtends vier benen, ’s middags twee en ’s avonds drie? Als ik het binnen twee dagen oploste, lieten ze het daarbij. Rare.
Enfin, het ijs kraakte niet, dus schaatsen kon volgens mij prima. Ik haalde de andere voet van wal. Even luisterde ik nog naar het ijs, dat wederom geen geluid gaf. Alleen gure zuchten van de wind lispelden in mijn oor en tussen de bladverloren takken. In mijn hoofd klonk op zilveren toetsen Rachmaninoffs Polka italienne. Met steeds rijkere slagen duelleerden de vingervlugge pianisten, zoals mijn twee ijzeren messen korven in het gladde ijsdienblad. Zie je wel dat het kon? Mijn gedachten deinsden mee op het golvende allegro van mijn noren. Ik dacht aan vader. Alsof een eeuwig onderdrukte kinderdroom bovendreef. En zou moeder meekijken?
Het ingevette ijzer bleef hangen in een scheur. Mijn linkerenkel zwikte en ik viel bijna. Pijn schoot omhoog tot in mijn kuit. Mijn rechterschaats gleed door over het flinterdunne waterlaagje van het ijs. Ik peinsde. Doorschaatsen met een manke poot? Of terug? De muziek zwol aan. Moeders lievelingsmuziek. Ach, proberen kon geen kwaad. Toen ik de andere voet bijzette, ging het eigenlijk vanzelf. Ik maakte meer gang en boog langzaam door mijn knieën. Het was alsof een tweede natuur mij voortdreef op de wedijver van het pianoduet. Ik pirouetteerde!
Trots keek ik hemelwaarts. Een overweldigende koepel van sterrenogen keek op mij neer. Ik ging liggen op het ijs. ‘Achter de verste sterren ligt de hemelpoort’, fluisterde ik. Hoog aan het gewelf stond Orion. Zandlopervormig. De mythologische jager die gevolgd werd door zijn hond, zoals de ziener mij had geleerd. Ik verlengde het midden van de zandloper – de riem – en kwam inderdaad bij een heldere ster. Sirius stond hoog vannacht.
Ik liet mijn ogen rusten op de ijsvlakte. Een waterachtige glinstering doorbrak de vaalwitte ijsmat. Ik zag een wak.
In het donkere water bekeek ik mijn spiegeling, maar ik zag niets. Ik liet me op mijn knieën zakken, zodat ik het water beter kon bekijken. Ze wenkte. Kalm boog ik mijn hoofd naar het water. Ik tuitte mijn lippen. Toen mijn mond in het water tipte, golfde het glasheldere water een beetje. Ik schrok van de maan.
In het rusteloze kraken van mijn brein gleed ik in het wak. Op de plasbodem lag ze. Met krachtige slagen zwom ik naar beneden. Ik pakte haar hand en wreef met mijn duim over de palm. Ik voelde de messnee van toen … O moederlief!
Een kraakheldere vlakte knarsetandde boven mijn hoofd. Vaders zolen ijlden naar het gat, waardoor ik mij had laten vallen. De nachtsneeuw tipte zachtjes op het glimmende ijswater. Vader bekeek zichzelf in de koude waterspiegel. Of neen, het waren geen sneeuwvlokken. Vader traande – warme spijttranen –, maar ik was goddank al boven, veilig en hoog, in het licht.

Gepubliceerd op 22 februari 2016
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.