"Also Vanessa", mijn leraar kijkt mij aan vanonder zijn leesbril, "was findest du davon?" We zitten samen in een klaslokaal, starend naar een krantenfoto die geschoten is tijdens de Gaypride. Ik antwoord wanhopig:  "uh...fahrrad... oeps...ich meine: toll?"

Herken jij deze situatie? Dan volg je dus het vak Duits en weet je precies waar ik het over heb. Het is namelijk weer zover: dit jaar moet ik weer aan die scheisse mondelingen.

Gelukkig vond dit gesprek een paar jaar geleden plaats. Inmiddels heb ik mijn Duits skills behoorlijk verbeterd (onder meer op een gratisch trip). En uiteraard wil ik mijn ervaringen en tips met liefde met jullie delen. Lees ze hieronder en binnen de kortste keren kun je geweldig goed Duits:

1. Even cliché: woordjes

Want: woordjeskennis komt handig van pas tijdens het schrijven, luisteren, kijken, lezen en - jawel - spreken. Maar oké, ik moet bekennen dat ik zelf ook niks heb onthouden na twintig hoofdstukken 'Duits examenidioom'. Een grote woordenschat komt alleen van pas als je er ook echt gebruik van maakt. Dus maak Duitse vrienden op de camping, ga er een goed gesprek mee aan, wordt skypebesties 4-ever en spreek Duits wie ein Meister. Hiernaast helpt het echt om tijdens een les Duits ook gewoon Duits te praten. Wanneer moet je anders oefenen als je geen skypemaatje hebt?

2. Gespreksonderwerp

Door veel Duits te spreken heb je je skills al bijna helemaal onder controle. Nu nog even de mondelinge overhoring zelf voorbereiden. Bij ons op school moet je dus een krantenfoto meenemen en daar iets over vertellen. Best moeilijk dus, zelfs als je Duits nog zo goed is.

Daarom mijn tip: wees zelf zoveel mogelijk aan het woord. Daarnaast moet je het gesprek de kant van jouw interesses/woordenkennis opduwen, want dan heeft jouw docent er geen idee van wat je allemaal níet kan. Zo gesprek kun je bijvoorbeeld een beetje pushen door op het allerlaatst, voordat je uitgesproken bent, het gesprek een beetje te veranderen: “Maar eigenlijk vind ik dit en dat leuker”* (”Aber ich finde dies und das viel toller”) of “laatst las ik in de krant nog een artikel dat ging over…” (”Spatestens habe ich etwas in die Zeitung gelesen über…”) Zo zal je docent daar geheid op doorvragen en ben je veilig.

3. Beetje faken

Vele scholieren stressen bij elk woord dat ze niet direct van het Nederlands naar het Duits kunnen vertalen. Zoals je al bij de Duitse vertaling hierboven ziet is deze niet exact, maar de bedoeling is exact hetzelfde. De kunst is om met je met je huidige woordenschat (en die hoeft écht niet groot te zijn) verstaanbaar te kunnen maken. Dus: weet je een woord niet? Omschrijf het in het Duits. Probeer Nederlandse woorden desnoods een beetje verduitst uit te spreken (meestal is dat serieus goed).

Vergeet niet: je hoeft niet per se de waarheid te vertellen tegen je leraar. Wat maakt jou leraar het nou uit of je bent gaan duiken in Australië of niet? Als het jou uitkomt tijdens je mondeling, waarom niet?

4. Het spreken an sich

Docenten verwachten heus niet dat je zo vloeiend Duits spreekt als een Duitser dat doet. Ze letten er vooral op of jij je verstaanbaar kunt maken. Dus probeer een beetje rustig te praten (alles lekker overdreven articuleren werkt ook goed). Hoewel ik hierboven al wat improvisatietips gaf, is het ook handig om een paar standaard woordcombinaties te kennen. Zo kun je makkelijk bruggetjes slaan tussen onderwerpen. En geloof me, dat vindt je leraar ganz geil.

Een aantal woorden die je waarschijnlijk vaak zult gebruiken: trotzdem (desondanks), entweder…oder (of..of), meiner Meinung nach (volgens mij/ik vind), deswegen (daarom - je hebt meerdere vertalingen van ‘daarom’, maar Duitsers gebruiken deze het meest), weil (want), erstens…zweitens (ten eerste… ten tweede).

Check ook je Examenidioom Duits voor meer speciale woordcombinaties. En voor de felle discussies: klik.

Viel Erfolg! En mocht je nog meer tips hebben, deel ze hieronder in de reacties.