“Wat is er, lieverd? Je kijkt zo moeilijk. Ben je huiswerk aan het maken? Laat eens zien, misschien kan ik je wel helpen. Zolang het niet zo’n verschrikkelijke taal is tenminste. O kijk, het is wiskunde! Daar hoef je toch niet zo’n lelijk gezicht bij te trekken?”

Vorig jaar kropen onze bloggers nog in het hoofd van verschillende schoolvolktypes, nu zijn de ouders aan de beurt! Om de week schrijven Daniëlle en Joca over de allergekste oudertypes. Deze keer: de wiskundige. Meer oudertypes vind je in het archief.

“Waar ben je? - Som veertien? Formule blablabla is blablabla en blabla. Hij snijdt de y-as in punt Q en de grafiek blablabla in punt P. Bereken de oppervlakte van het vlakdeel S. Komaan, dit is toch basiskennis? Waarom zo sikkeneurig? Je neemt gewoon eerst de formule en die primitiveer je! Laat eens zien wat je al gedaan hebt. - Oh. Nee, dat is niet helemaal goed.

Hoe kan dat nou? Primitiveren moet voor jou toch een peulenschil zijn? Het is basiswerk, als ze het me op de kleuterschool voor hadden gedaan, had ik het waarschijnlijk zelfs toen al gekund! Meer dan wat simpel delen en vermenigvuldigen is het eigenlijk niet. Kijk, je schrijft de formules gewoon op, dan primitiveer je deze en differentieer je de ander. Aftrekken die handel en ziedaar: je geprimitiveerde formule. Een koud kunstje, al zeg ik het zelf.

Waarom toon je er zo weinig interesse voor? Als je eens je best zou doen, had je dit echt wel geweten. Ja, ik weet wel dat het prutswerk wat je nu moet doen saai is, maar je hebt het straks nodig. - Je vindt het best lastig? Kom nou zeg! Je moet wat beter opletten. Dit is niet lastig, complexe getallen zijn lastig. Kop op.

Nog maar een opgave dan. Nummer vijftien. Laat maar eens zien hoe je het daar vanaf brengt. - Nee! Ik zie het al: dit gaat helemaal fout. Ik doe het nog wel een keer voor, maar nu moet je echt goed opletten. Vermenigvuldig gewoon deze termen, kwadrateer de uitkomsten dan, hevel ze over naar de andere kant, deel links door rechts en dan kun je de uitkomst daarvan weer differentiëren. Supersimpel toch? Hé, het lijkt wel alsof het je allemaal een beetje duizelt.

Het antwoord klopt volgens jou niet? Ik kan als doctorandus wiskunde toch zeker wel een simpele wiskunde B-som oplossen? - Het staat in het antwoordenboekje. Nou, dan klopt het antwoordenboekje waarschijnlijk gewoon niet. Wie geloof je nou eerder: zo'n stomme schoolmethode of je vader die met een negen op wiskundig onderzoek is afgestudeerd?"