Het aantal scholieren dat hun school verlaat voordat ze een diploma gehaald hebben, is het afgelopen jaar flink gedaald. Het waren er maar liefst 8300 minder dan in 2012, meldt Trouw. Volgens minister van Onderwijs Jet Bussemaker is dat goed nieuws voor onze samenleving.

Een vroegtijdige schoolverlater is een jongere tussen de 12 en de 22 jaar die van school gaat zonder een mbo- (minimaal niveau 2), havo- of vwo-diploma op zak te hebben. 

In 2012 stopten ruim 36.000 leerlingen voortijdig met hun opleiding. In 2013 waren dat er minder dan 28.000. Het aantal uitvallers daalt trouwens al jaren: aan het begin van deze eeuw lag het aantal schoolverlaters nog rond de 70.000. De meeste schooluitval vindt plaats op het mbo.

Registratiefoutjes

De daling ligt deels aan de extra inzet van scholen en gemeenten, denkt minister van Onderwijs Jet Bussemaker. Scholen kunnen extra geld krijgen als ze hun leerlingen 'binnenboord' houden, waardoor ze allerlei maatregelen bedenken om schooluitval tegen te gaan. 

Bovendien is er dit jaar voor het eerst rekening gehouden met speciale gevallen in de berekening. Zo werden scholieren die naar een particuliere school overstapten voorheen ook tot schoolverlater gerekend, net zoals jongeren die in dienst gingen bij defensie. Dit jaar zijn die groepen voor het eerst niet meer meegeteld.

De extra moeite van scholen plus die correctie zorgen samen voor de 8300 minder uitvallers in 2013.

Gunstig

Bussemaker is blij met het nieuws, vertelt ze aan Trouw. "Uit onderzoek blijkt dat 20,6 procent van de uitvallers wordt verdacht van een misdrijf en in aanraking komt met politie of justitie. Onder mensen met een diploma is dat 3,8 procent. Schoolverlaters zijn vaker ziek, verliezen eerder hun baan, zijn vaker werkloos. Minder schooluitval is winst voor de samenleving."